N OUDEJAARS-GESCHENK
laargang
Donderdag 28 December 1933
No. 52
n, ben jij gisteren nog naar het
feweest om naar dien man te
TOeg vader, toen hij op Oude-
ïit het kantoor kwam.
t me voor den mal gehouden. Ik
Wonderman heel niet gezien", zei
letje boos-
dat voor een bijzondere man,
bu Rie weten-
Bn, die net zooveel oogen in het
p. als er dagen in 't jaar waren",
uit. „Hoe laat stond ie er, Paps?"
ter ben je gaan kijken?"
~alf uur."
■q moest hij er wezen."
1 alleen maar de portier met die
(form aan."
was 't."
Beed Jan ongeloovlg. „Die had
oogen."
leveel dagen waren er gisteren
IJaar?"
[ende: Oudejaar was de laatste
eren er bij dat was samen twee
zei Jan begrijpend,
eetje, je hebt je laten foppen en
[et eens 1 April", riep Nel, de
JU 't dan?" vroeg Jan uit-
fc! Vader heeft mij een paar jaar
Tok eens op 30 December naar 't
pestuurd om dien man te gaan
nu wat anders," bracht Rie in
p" -Mam, u bakt toch zeker olie-
ptjk- De bloem heb ik al in huls-
Jeten straks even de rest halen."
de sucade snijden, hè Mam?"
pan kunnen Nel en Rie de steel
se rozijnen zoeken."
s elk jaar weer een feest, als op
■middag het beslag voor de olie-
1™ gemaakt. Wat een werk was
klotste de groote potlepel ln
J Jfn de klontjes er uit te slaan,
I stijf moest het deeg wezen, dat
de lepel er in overeind bleef staan, ver
telde moeder altijd.
„Oudejaarsavond is toch wel fijn",
peinsde Rie hardop: „laat naar bed, een
spelletje doen en veel oliebollen eten-"
Daar werd gebeld. Nel ging open doen,
Even later kwam ze terug en zei;
„Mam, daar is het buurjongetje van
tante An. En of u dadelijk bij tante wilt
komen."
Moeder schrok een beetje, stond op en
zei: .Dan ga ik eerst maar."
Vader liet haar uit. En de meisjes moes
ten afnemen en afwasschen- Er verliep een
uurtje, maar moeder kwam nog niet terug
„Moeder moet noodig aan het beslag voor
de oliebollen beginnen", merkte Rie op-
„Zal ik vast rozijnan, sucade en olie
halen?"
„Wacht maar tot moeder terug is", be
sliste vader. Maar moeder kwam niet.
„Jakkes", mopperde Jan, er komt vast
niets van het bakken!"
„Weet je wat", stelde vader voor. „We
gaan een eindje om en loopen meteen
even langs tante Ans huis." Dat was een
goede inval. En weldra was het drietal
met vader onderweg. Maarmoeder
kon bij tante An voorloopig niet gemist
worden.
„Wat moet ze er toch doen?" vroeg Rie
wat kwaad.
„Helpen", zei vader.
„Nu maar, en onze oliebollen dan?"
gromde Jan.
„Helpen gaat vóór oliebollen bakken",
vond vader.
Wat terneergeslagen kwam het troepje
thuis. Verbeeld je eens. dat moeder den
heelen avond daar bleef! Dan zou er van
hun gezelligen Oudejaarsavond niets
komen! 't Werd half zes en nog was moe
der niet terug- Voor de derde maal aten
ze brood-
„Vader", riep Nel op eens, „kunt u geen
oliebollen bakken?"
Jan en Rie lachten de groote zus uit om
die vraag.
„Neen", zei vader, „dat kan ik niet.
Maar ik kan wèl wafels bakken: Nieuw
jaarskoeken."
„Doe dat dan, Paps", riep Nel blij.
,Daar moet Je toch een wafelijzer vooï
hebben", bedacht Rie.
„Dat hebben we. Het moet ergens op
zolder liggen", zei vader.
„Ik weet 't, geloof ik" riep Jan. ,.Is 't
net zoo iets als een tang en dat vierkant
van onderen?"
„Juist. Jan, wij gaan samen 't ijzer
zoeken."
De zaklantaarn ging mee naar boven en
vlug ruimden de meisjes de tafel af. Vader
en Jan hadden het ding weldra gevonden.
Met nog meer zaken was het ijzer 's zo
mers na het overlijden van grootmoeder
uit Losser opgestuurd. Het zat goed in
het vet-
,,'t Kookboek, Nel!" riep vader, die schik
kreeg in het geval
Het recept werd opgezocht. De meisjes
moesten de verschillende ingrediënten bij
elkaar zoeken en op den brievenweger wera
alles afgemeten.
Met zorg werd 't deeg gemaakt, het ijzer
op het gas gewarmd, met boter besmeerd
en weldra ging het beslag er in. De koek
werd eerst aan den eenen, toen aan den
anderen kant gebakken.
Prachtig kwam ie er uit en dadelijk
moest het kunststuk bekeken worden.
H B A K
„Kijk, dat zijn de namen van m'n vader
en m'n moeder met een kruis, een anker
en een hart er onder: geloof, hoop en
liefde. Zoon' wafelijzer was meestal een
huwelijkscadeau. En elk jaar werden er de
Nieuwjoerskoeken in gebakken", zei Vader.
„En wat staat er aan den anderen
kant?" vroeg Jan. Vader kerde de wafel om
„Wees blij!" las Rie- „Nou maar ik kan
niet blij zijn, als mam op Oudejaarsavond
niet thuis is en we geen oliebollen eten."
.We eten nu toch Nieuwjaarskoeken,
mopperpot", lachte vader en deelde da
wafel ln stukken om 'm te laten proeven.
„Fijn! Heerlijk!" riepen Nel en Jan.
Ja. dat moest Rie ook toegeven.
„Ik ben blij, dat u dit bedacht hebt,
paps", vond Nel.
Maar het bakken met het ijzer ging niet
zoo vlug als het oliebollen bakken. Toch
schoot de tijd gauw op. Want vader ver
telde allerlei leuke dingen uit zijn jeugd
op het Twentsche platteland. Sn ten slotte
kwam hij op andere Nieuwjaarsgebruiken-
„Ik wou maar. dat 't hier net als in
Frankrijk was: daar geven ze elkaar ca-
deaux op Nieuwjaarsdag" vertelde Nel.
„Ik niet", zei vader: „eerst cadeautjes
met Sint-Nlcolaas. dan met Kerstmis wat,
neen, hoor: alsjeblieft geen Nieuwjaarsge
schenken erbij"
Meteen werd er gebeld, 't Was moeder.
„En?" vroeg vader, toen moeder door
haar dochters naar binnen geleid werd.
,,'t Is een snoeperig meisje"
„Wat!! Heeft tante An een kindje ge
kregen?" juichten de kinderen.
„Ja 't Heet Ellie. En hier zijn beschuiten
met muisjes in plaats van oliebollen."
Vol trots zette vader de schaal met
Nieuwjaarskoeken naast die met de be
schuitjes en vertelde, hoe ze op de ge
dachte waren gekomen om het wafelijzer
voor den dag te halen. Moeder moest va-