LEIDSCH DAGBLAD ARME RIJKE TONNY! aargang Donderdag 21 December 1933 No. 51 liU«§ Een Kerstvertelling). in vli Kan: van een groote, prach- die door den uitgestrekten, met iine en zeldzame bioemen beplan- bijna een sprookjespaleis geleek, n gebouw, dat niet alleen véél maar bovendien zóó bouwvallig verveloos was, dat deuren en linen dezelfde groezelige kleur als de thans groen-uitgeslagen, buitenmuren. Alleen het kunstige dat in- en boven de groote, oordeur was aangebracht, getuigde vroegeren rijkdom, lat deze reeds lang vervlogen was, men zelfs aan een paar oude het grasveld aan den rechterkant oude huis, die daar stonden, alsof hun knoestige, gekromde takken, 'iwen zijmuur tegen omvallen beschermen. 'aren deze eiken, met nog heel Te prachtige boomen, planten en bet grootste sieraad van den uitgestrekten turn. die reeds lang, geleden was verkocht aan een weeker. En waar eens de keurig kinderen der rijke, adellijke be et hun ouderwetsche spelen zich daar speelden thans, in hun "jurkjes en gelapte broekjes, de JUke k nderen der tegenwoordige Dit kon ook de groote zandhoop die tegen het huis aan la", "t het zijvenster der huiskamer do zes aardige kleuters den hun liefste speelplaats. Behalve hun zandhoop zagen °°k een groot gedeelte van den uitgestrekten tuin, die bij de prachtige villa aan den overkant behoorde. In dien tuin wandelde lederen dag een meisje van ongeveer acht jaar met een grooten hond en een neg jonge dame. De kindei en uit het oude huis hadden altijd gedacht: „Dit is zeker de moeder van het kleine meisje" Ze vonden het daarom wat vreemd, toen ze op een dag hoorden, dat het niet de moeder, doch wel een Engel- sche gouvernante was die Tonnv. zoo heette het meisje, onderwijs gaf ln alle vakken, welke de drie oudsten van hen op school leerden. „Zij behoeft natuurlijk lang niet zoo veel te leeren dan wij", dacht dan ook dit drietal, als zij het altijd zoo keurig gekleede meisje zagen wandelen, of v.orbij draven op een mooi, klein paard en achter haar een knecht in een blauwe jas met ver gulde knoopen. Doch Tonny scheen nimmer een der overburen te zien. Als:f deze er niet waren liep zij hen voorbij, 't Was als zag zij niet de verbaasde gezichtjes noch de groote vraagoogen, als deze, door de roestige spij len van het tuinhek, haar vol naïeve be wondering aanstaarden. Maar 's avonds, als Miss Maud, de gou vernante. die haar altijd naar bed bracht, het licht had uitgeknipt, keek Tonny naar het oude huis aan den overkant en nau- weliiks had Miss de slaapkamer verlaten, of Tonny sprong uit bed. liep naar het venter schoof de dikken pluche gordijnen vaneen en staarde naar de verlichte ven sters van het huis aan den overkant. Door de dunne vitrage zag ze dan alles, wat iederen av: nd op ditzelfde uur Ui de huis kamer gebeurde. Neen, daar bracht geen gouvernante en zelfs geen dienstmeisje, één kind naar bea. Maar wel was daar een moeder, die zes kinderen naar boven bracht, hn o k was er een vader, die, met op iederen schouder een kleuter, lachende de trap beklom. Op twee der bovenkamers werd het daarna l.cht, zoodat T^nny nu ook weer door net dunne venstergordijn Zag, hoe de vader en de moeder hun zestal, één voor één, onder de dekens stopten en een nachtkus gaven Ook zelden zij iets tot de kleuters. Wat zij zeiden, kon Tonny natuurlijk niet verstaan. Maar iets vriendelijks en aardigs moest het zeker wel zijn; ze zag dit aan de vroolijk-lachende snuitjes, wanneer soms een paar blonde k:pjes héél even boven de dekens kwamen om nog iets te zeggen. Zoo gebeurde het lederen avond, als Tonny naar het huis der overburen keek. „Wat ging het daar toch vroolljk toe!" dacht zij dan. Het prett-gste vond zij, als op sommige avonden de drie oudsten van het zestal wat erg rumoerig waren en achter elkan der langs de trapleuning naar beneden bultelden. Soms viel er dan een, om daar na weer lachende op te staan en één der anderen bij de voeten omlaag te trekken. Het gebeurde ook meermalen, dat Tcnny droomde, dat zij óók in het huis bij al die kinderen woonde. Eens droomde zij zelfs, dat Miss Maud óók een klein meisje was en zij, Tonny gleed met Miss langs de trapleuning. Daar ving vader haar op en moeder bracht haar even later naar bed, want Miss was zelf nog zco klein en werd ook door moeder naar bed gebracht. Toen Tonny den volgenden morgen wak ker werd meest zij nog om dien grap- pigen droom lachen. Aan het ontbijt dat zij altijd alleen met Miss Maud gebruikte, omdat moeder heel lang sliep en vader cp zijn studeerkamer ontbeet, vertelde zij M'ss haar droom en vroeg daarna: Als die moeder van al die kinderen nog slaapt en de vader is ook niet aan het cntbljt, wie snijdt dan de boterhammen, Miss?" 't Was kort voor Kerstmis, toen Tonny deze vraag deed, en de gouvernante, reeds gelukkig met het vootuitzicht de Kerstdagen bij haar familie .n Engeland te kunnen doorbrengen, antwoordde vtoo- lijker dan gewoonlijk: „Wel Tonny, je begrijpt toch we! dat de moeder van zoo veel kinderen altijd heel vroeg opstaat om zelf de boterhammen voor naai zes Kleu ters te snijden? Want zes gezonde kin deren kunnen heel wat boterhammen op! 't ?al wel juist gaan als bij ons thuis, toen wij alle zeven nog zoo klein waren Dat weet ik nog best als oudste van het zevental! Ja. ik verlang heel erg naar bet Kerstfeest, Tonny! Dan zijn we alle zeven weer thuis en vieren met vader en moeder het heerlijke feest!" „Ja, Miss", 't Was alles, wat Tonny zeide- Ze w.st wel, aat Miss met Kerstmis haar vacaniie nam, om bij haar ouders het groote feest te vieren. „Zouden vader en moeder dit jaar nu thuisblijven en met haar Tonny, Kerstmis vieren? En zou er dan een Kerstboom ln huis komen met gekleurde kaarsjes en allerlei lekkers en moois aan de takken?" vroeg ze zich af. Zoo dacht Tonny ook op Kerstavond. Miss Maud was reeds twee dagen geleden naar Engeland vertrokken. „Zou er in het huis van de ouders van Miss óók een Kerstboom zijn?" stelde zij zichzelf toen weer de vraag. .Of zou alles ook daar in huis worden gebracht, keurig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 13