It Miep aan Sint Nicolaas vroeg.
LEIDSCH DAGBLAD
laargang
Donderdag 30 November 1933
No. 48
W- i-
111116
't begin van December. Over
|<iagen zou St. Nicolaas komen.
zal 't ook wel koud hebben
Kinderen, die uit school kwa-
I snerpend-koud wind woei hun
en re waren nog niet hun huis
Jol de wind verhief zich tot een
|t ze bijna niet tegen op konden.
Ten allen welgemoed voort druk
over Sinterklaas Dienzelfden
Wijl nog steeds de storm loeide
werd er reeds ln vele huizen
lende .Zie de maan schijnt door
T"" gezongen, hoewel er geen
I deze veel bezongen maan aan
J-donkeren. sterloozen hemel te
■was.
Par waar vroolijke kinderstem-
Me zongen, trok men zich van
piet veel aan. Daar in de heer-
kamers dacht men meer aan
In feestdag, die weldra komen
pn den steeds heviger boeienden
woelig waren op dien avond vele
drukker dan gewoonlijk wa-
1 fan Nans Tom en Miep Ra
le in een der mooie, groote hui-
T'i Spoorsingel woonden. Ze wa-
pond zelfs zóó rumoerig, dat va-
dat ze hem de ooren doof
|a waarop moeder lachend,
J .Wacht maar! Als Pleter mor-
komt luisteren en daarna
fiben ze wel een toontje lager
alle vier niet zoo druk. 't Is
li; komt dus nog een kwartier-
F1 me zitten."
I" ons dan een sprookje, moe-
1 Miep.
|b geen sprookje, moeder; ver-
liiever iets. dat echt is gebeurd
klein waszei Nans
zou zoo graag wat over Sin-
wren'^ viel Tom in.
„Ja, ik ook. moeder", vleide iMep. „Hè.
ja. vertel u maar wat over Sinterklaas.."
„En jij Jan? Waarover hoor jij graag
vertellen?' vroeg mevrouw Ravenbere toen
het viertal rustig om raar heen zat
„Wat u ons vertelt is altijd moot. moe
der" antwoordde de oudste van het vier
tal. ..En als Mien zoo graag over St. Nico
laas hoort vertellen, vinden wij dit óók
best."
Heel stil en genoegelijk zat toen weldra
het straks nog zoo drukke viertal te luis
teren naar moeders vertelling over de
jeugd van St. Nicolaas.
„Reeds als kleine knaap gaf hij zijn
mooiste speelgoed waarmee hij zeil zoo
graag speelde, aan arme kinderen" ver
telde zij. ..En op een dag, toen hti iets had
gekregen. dat hij zelf zoo heel lekker vond
en maar zelden kon krijgen omdat het zoo
heel duur was. ontmoette hij een kleinen
hongerïgen knaap die om brood vroeg
Maar St. Nicolaas. die. ver van zijn huis
over een nlein liep. had geen brood Hij
bedacht zich echter niet lang en gaf het
gebak, dat hy juist -elf wilde opeten aan
het arme bedel-ventje
Nog meer vertelde dien avond mevrouw
Ravenberg over het leven van den Sint en
zU eindigde haar vertelling met te zeggen:
„En daarom volgen wy nu nog het goede
voorbeeld dat eens St Nicolaas ons gaf en
nog steeds geeft op 5 DecemberEven
als eens de Sint dit deed geven wy. die
niet arm zün dien dag zoo graag wat aan
arme menschen die St. Nicolaas door een
of ander toeval, vergat iets te brengen Wy
geven dan aan deze armen uit zijn naam
lekkers of kieeren of iets anders dat zij
noodig hebben en zelf niet kunnen koo-
pen
„Maar als nu de arme menschen aan
Sinterklaas een briefje schrijven, zooals wij
altüd doen. moeder, dan zal Sinterklaas
die menschen toch zeker óók wei wat
brengen, hè?" vroeg Miep. die pas vyt jaar
was. „Want krijgt Sinterklaas je brief dan
kan hy je niet vergeten
Allen lachten om Miens woorden want
zelf een briefje schryven, kon ze natuur-
lUk nog niet. Daarom droeg ze dit werkje
dan ook altüd aan Nans of Jan on
„En nu naar bed kinders" sprak moe
der.
Jan. Nans en Tom sliepen dien avond
even vlug in als op andere avonden Al
léén kleine Miep. die lag te luisteren of zij
niets in den schoorsteen hoorde kon niet
zoo gauw inslaoen Want al luisterende,
dacht ze aan de arme menschen die wel
eens door St Nicolaas werden verzeten.
„Waarom schrüven zü dan ook geen brief
je zooels wij?" mompelde zil met een sla
perig stemmetje ..En als ik een arm
mensch zie zal ik zeggen
Wat Miep zou vragen was onverstaan
baar omdat ze tuist insliep.
Alsof ze aan niets over wat moeder den
vorigen avond had verteld meer dacht,
huppelde Miep dien morgen met haar dod-
pen door de gang waar Greet, de werk
vrouw die op drukke dagen het dienst
meisje kwam helnen. bezig was den vloef
te boenen
„Niet door het nat ioopen. liefje!" waar
schuwde zü Miep.
,,'k Zal aan den kant. waar geen water
ligt. loooen Greet" beloofde het kind.
„Zeg Greet ben JIJ óók niet erg blü dat
het morgen Sinterklaas Is?"
..Ikke biy, kind?" klonk Greets stem
heel verbaasd. ..Weineen Ik ben niet blit
Waarom zou ik blU zün? Ja toen ik nog
zoo Jong was als ill kind,toen was ik óók
wel biy, als Sinterklaas eens wat in mün
klomp had gelegd. Maar by oude men
schen komt de Sint niet... Neen nooit
meer.
.O. Greet, dat is heelemaal niet waar!"
riep Miep. „Want mün oma en opa zijn al
héél oud, hoor! En toch brengt Sinter
klaas hun altüd wat. Verleden laar bracht
hy opa een mooien wandelstok en een
heele kist vol sigaren. En aan oma bracht
hy een groote flesch vol eau d? cologne en
een groote doos met lekkere bonbons en
een groote mand met zulke heerlllke
vruchten.... Nou en die...."
„Dat komt omdat Sinterklaas weet. waar
Je oma en oca wonen" viel de vrouw :n.
„Maar my. die by vreemde menschen op
een klein kamertje woont kan hii toch
heelemaal niet vinden"
Daar dacht op eens Miep weer aan het
schrijven van een briefje aan St Nicolaas!
„Greet, ik weet ai wat!" riep ze uit v»
moet straks een briefje aan Sinterklaas
schrijven; ie moet hem daarin vertellen,
waar je woont! Nou en dan komt hy óók
morgenavond wel bil 1e hoor!"
„Ikke een brief schrüven aan Sinter
klaas?" vroeg de vrouw. Moet ik een brief
schrüven met mün ..rimmetleke" vingers,
kind? Ach. lieve hein die kunnen niet eens
een potlood vasthouden
Even keek kleine Miep naar Greets door
rheumatiek gekromde vingers Daarna zei
ze: „Ais moeder me helpt kan lk het
briefje aan Sinterklaas wel voor 1e schrü
ven. Greet. Als JU maar zegt hoe de straat
heet, waarin ie woont en ook wat ie graag
wilt hebben En dan brengt Sinterklaas 1e
dit morgenavond echt. hoor!"
Greet, die reeds zoo héél veel laren door
Sint Nicolaas was vergeten en er dus óók
niet aan dacht, dit laar wél door hem te
worden bezocht, begon dan ook. alléén om