fiegtuig-ongeluk in New Jersey - Nieuw record dan de Miss Britain III
haar avonturier
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
i
FEUILLETON.
hij de trap-
MR. Jlt->R1 MORGENTHAL
JR. die Amerikaansch staats
secretaris van Financiën ge
worden is in de plaats van
mr. William Woodin.
Een kasteel als jeugdherberg.
Het kasteel ,.Assumburg" te Heemskerk, dat in het a s.
voorjaar officieel als jeugdherberg in gebruik genomen
zal worden.
HET 40-JAIUG ZANGERS JUBILEUM van den heer
André Beyersbergen van Henegouwen, directeur van de
Kon. Nat. Zangschool in de residentie. Een ,,lang zaJ
hij leven'' voor den jubilaris (rechts aan de piano).
Brand in de Roosevelt-benzine-raffinaderij.
pn reusachtige rookwolk stijgt uit de brandende fabriek te Mt. Pleasant (Amerika) omhoog.
„MISS BRITAIN UI" waarmee Scott Paine te Southampton een nieuw on-officieel snelheids
record gemaakt heeft.
ZEVEN PERSONEN WERDEN' GEDOOD in New Jersey door
dat een vliegtuig op een huis terecht kwam. Het huis brandde
tot den grond toe af.
S.A.-MAN MET ACHTERLICHT.
Ter bescherming van 's nachts mar-
cheerende colonnes hebben de S.A.-
mannen, achterlichtjes en hoofdlichten
gekregen.
I eplsode den Dertigjarigen Oorlog.
Oorspronkelijke schets van
G. P. BAKKER.
Er
geheimzinnigs om hem heen,
jat 6611 ei2enaardige gewaar-
niet meer; het krijgs-
Me veel Se'eerd-
eerltl traP betrad hij voorzich-
«twekS?.. maar alles bleel
WermL li1 ?lsof de dood zijn ta~
e ain s b3"! gedaan. De stilte ver-
fflS? uWaritrouwen.
ik «Uien tokken?" hebbe" 6"
zich in een ruim voorportaal
vensters
en
Pen.
van glaa in lood, in diepe
van gedempte paars-roode
VoorlhemP^-ncie bedaard ee" breede
i,lnij""ae za8-
estaitg 'bespeurde bij eensklaps
voor hpm 1 ueuiuuu. CCX1 UiCCUC
hier Vaa8 ueen lan^e ganS- Het
aks het einjf scbemerig, dat hij nau-
- iite fi, p Lirae nij eensxiap
een em scheen op te wach
WUiHju ridder in zwart-stalen
belm oyer het hoofd ge
trokken. de ijzeren hand steunend op een
lang slagzwaard.
Hij keek Saxon strak aan met een iro
nisch gelaat.
„Om mijn haveloos uiterlijk" meende
Saxon.
HU hoorde een krassend geluid als van
een uil, greep echter zonder angst zijn
dolk en trad behoedzaam nader, de linker
hand aan de kolf van zUn steenslotpistool
onder het gescheurde wambuis.
Maar ook de ridder kende geen vrees,
onbewegelUk bleef hij staan en het scheen
dat zUn minachtende lach zich ver
breedde.
Vlugger nu trad de indringer naar zijn
tegenstander, gereed den strijd te aan
vaarden, Toen bemerkte hU dat hij beet
genomen was door Filippo Negoro, den
beroemden wapensmid van Milaan, die
als Kolman uit Augsburg een meester was
in het smeden van bedriegelijke helm
vizieren.
Vrooluker gestemd door deze ontmoe
ting, toch steeds op zijn hoede, opende de
onderzoeker de deur naast het harnas. Een
ruime zaal met schitterende fresco's aan
wanden en zoldering strekte zich voor
hem uit.
De vloer was een meesterstuk van mo-
za'ik. Halverwege gekomen, hoorde hU
plotseling weer een angstgegil, rechts
vlak bij.
Het was geen verbeelding; de plunde
ring was begonnen.
HU keek door de kier van een deur in
een ruim vertrek. Met één bUk nam hU
alles op, eep yerwoede worsteling had
hier blUkbaar plaats gevonden. Stoelen
waren omvergeworpen, een tafel terzijde
geschoven. Van een der wanden hing een
afgescheurd nog nieuw gobelin, terwijl hU
een Waalschen hopman, met een drie
kanten dolk in de hand, voorovergebogen
zag over een vrouwenfiguur in het zwart,
die uitgestrekt lag op een rustbank voor
een hooge gebeeldhouwde schouw, de
kleeren in wanorde; het gelaat bleek als
van een doode.
HU sloop nader, doch de ander had hem
gehoord. Hij sprong op, den dolk geheven,
maar bliksemsnel greep Saxon met de
rechterhand den pols van zijn vijand,
draalde dien om en stiet met de linker
over den gebogen arm heen zUn dolk diep
In de keel van den schender.
De man zakte ineen, maar Saxon ving
hem op en liet hem zachtjes op den vloer
glijden. Geluid had hU niet gegeven.
HU liet het slachtoffer liggen; bevreesd
voor een onverwachten overval, keek hü
voorzichtig de kamer rond, doch bespeur
de verder niets dat zijn argwaan opwekte.
Onmiddellijk was hij besloten een onder
zoek in te stellen.
Geluidloos als een schaduw ging hU door
het paleis, dat geheel verlaten scheen.
Beneden heerschte een ware wanorde;
kisten en kasten waren opengebroken,
alles was overhoop gehaald. Bij de voor
deur lagen eenige lijken van mannen en
vrouwen blUkbaar vermoorde bedien
den, die tegenstand hadden geboden. Sa
xon speurde verder; nergens was meer een
plunderaar te ontdekken. Zij waren waar
schijnlijk weer afgetrokken, beladen met
rijken buit, brachten hun roof thans in
veiligheid. Hun hoofdman was blijkbaar
alleen achter gebleven met zijn buit.
Saxon voltooide vlug de ronde door het
geheele gebouw. HU opende alle deuren,
doch toefde nergens, zocht overal tot hU
de zekerheid had dat geen plunderaar zich
had verscholen om hem bij verrassing te
overvallen. Toen keerde hU terug naar de
kamer, waar nog steeds de Waal op den
vloer, de vrouw op de rustbank lag.
Een slanke, jonge vrouw, het dichte
donkere haar omgolfde een doodsbleek ge
laat, dat anders een ivoorkleurige tint
moest hebben, die bewees dat ze stamde
uit zuidelijke landen. Het gezicht was zui
ver ovaal, donkere wenkbrauwoogen waren
fUn geteekend boven de gesloten oog
leden; de lippen vormden een niet te klei
nen, gevoeligen mond .De donkere japon
was opengerukt, de witte kraag ver
scheurd tot den boezem. Een droppel bloed
fonkelde als een felle robUn op den blee-
ken hals.
Saxon had veel gezien in de wereld.
Jaren van krijg en verwoesting hadden
hem vertrouwd gemaakt met wreede en
duivelsche tooneelen; zijn zenuwen waren
gestaald als zUn spieren, maar dit schouw
spel ontroerde hem. Hij boog zich voorover
luisterde angstig met zUn oor op haar
borst Haar hart klopte zacht. Ze leefde
dus nog, maar lag in diepe bewusteloos
heid.
Alsof het een kind was, raapte hU den
Waalschen hopman op, bracht hem naar
ges klein, aangrenzend zijvertrek. Na, een
korten tüd kwam Saxon weer te voor
schijn in het wambuis, de schouderbladen,
den stormkap van den Waal. De hooge,
gele laarzen aan de beenen, het rapier op
zijde, de breede, witte sjerp om het mid
den. Toen hij zich in den wandspiegel be
schouwde, knikte hU goedkeurend.
„Markgraaf Chrlstiaan Wilhelm kwam
een paar maanden geleden Maagdenburg
verkleed binnen", peinsde hij, wellicht
ga ik
Daarna keek hU naar de rustbank waar
de vrouw nog steeds in zwijm lag.
Van de schenktafel nam hij een tinnen
waterkroes, bevochtigde haar voorhoofd
en slapen.
EindelUk opende ze de oogen eerst
keek ze verward en verwonderd, toen
staarde ze den indringer met haar, groote
donkere oogen aan met een blik, waarin
zooveel afschuw en verachting lag, als hij
nooit in de oogen van eenig mensch had
gelezen. Zij meende haar overweldiger voor
zich te zien.
De eerste opwelling van Saxon was voi
schaamte weg te sluipen, de straat op te
hollen en te trachten door een der poor
ten uit de stad te ontsnappen, ver, heel ver
weg van deze plaats. Met afgewend gelaat
en gebogen hoofd bleef hij roerloos staan.
Zij had zich opgericht en vroeg hoonend
„Waarom hebt ge mij niet doodge
stoken?"
.(Wordt vervolgd)., j