Herdenking wapenstilstand - De verkiezingen in Duitschland feuilleton. k Moord op Abbotshall LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad r l ffllM H F De wapenstilstand-herdenking in Engeland. Lö: Jaargang sfc-~-wE wiï»xV%< De groote menigte bij de Royal Enchange te Londen tijdens de twee minuten stilte. Onthulling Briand-monument. Het Briand-monument, dat te Pacy sur Eure onthuld is. Naast het monument oud strijders met hun vlaggen. VAN I)EN WAL IN DE SLOOT. Moment uit den cross-country van cle Arnhemsche Caroussel Sociëteit te Beekhuizen. De verkiezingen in Duitschland. tspresident von Hindenburg begeeft zich naar het stemlokaal. o y ^SOHE BANKIER Juan March (rechts), die uit de ge- pgenis te Alcala vluchtte, met zijn cipier bij aankomst te Parijs. JAPANSOHE LEG ER-MAN OEUVRE S. Groote manoeuvres werden in de om geving van Fukui gehouden. Een gecamoufleerd kanon. MOEDER EN ZOON. - D© plechtige wijding te Udea van mgr. Henricus Leven tot bisschop van de Soenda-eilanden. De nieuwe bisschop en zijn moeder. Detective-verhaal MAC DONALD. autoriseerde vertaling door H. A. C. S. *°t ^laar verbazing, vast ten?®001' 'ange armen. Kussen regen- Er k(Ji^i.mond' haar oogen, haar haar, I tend' «nette zich met haar han- Itegen ztjn borst. lbo°P®en bUezen vuur in de zijne zeg'ik m?H eaan! Laat mij Men im" u ntj laten gaan!" De Kwamen tusschen haar tanden ^temeTe?.Fand 'twaih eenigermate bij a los -of t armen vielen slap neer. iht n?g?n' favam tegen den muur 1 ^htertf.vï6!1 terwÜl ZU de n- h ooe.n .tegen het paneel drukte arme 0od! wat een oogen", dacht fcnblik los P' teten zijn gezicht geen K toUkb5: -"t vermoed - ik ver- ""tuto. H^?5netel geweest ben. O, ik pel, er bet onvergeeflijk ls. Maar. Jigheid tv genoeg voor mijn krank- |beb een et, dat ik belachelijk ben 'p Mijzelf v£ gelo°f mij, van afkeer h?IlveiSeefUjke'>ik vraag vergeving voor lfr0^vochti6de zUn i'PPeh' De vrouw bleef, half leunend, half buk kend, tegen den muur staan. Nog altijd waren haar oogen op hem gericht. Anthony praatte verder: „ik bied u dit excuus aan; het is, dat ik van u houd. O. ik weet, dat ik belachelijk ben! U kunt mi' voorrekenen, dat ik u slechts hoeveel is het? slechts drie dagen ken. U kunt mij vertellen, dat ik slechts enkele zeer enkele van die dagen in uw gezelschap geweest ben. U kunt mij dat alles, en meer, vertellen. U kunt mij vertellen, dat ik niets van u ken en u niet van mij. En op dit alles antwoord ik: Dagen? Tijd? Uren? Vriendschap? Wat heeft dat alles er mee te maken? Ik heb u lief". De schroom, geboren uit berouw over zijn optreden tegen haar, was snel aan 't verdwijnen. Hij kwam een stap dichterbij. „Hoort u wat ik zeg? Ik heb u lief! Ik heb u lief! Ik heb u lief! Van het eerste oogenblik af, dat lk u zag in deze kamer hier toen lk gekomen was om u aan mij te laten vertellen wat ik wist van dat oogenblik af, in dat oogenblik, had ik u lief". Hij richtte zich recht op en maakte een bijna Romeinsche beweging met zijn handen. „En, God, kan 't mij verweten worden, wat ik zooeven deed, vraag ik' Honderd uren, die als honderd jaren wa ren, ben ik als bezeten van u. Uw haar dat fijne zwarte netwerk, zoo tooverachtig moot; uw oogen, die groote donkere ven sters van uw ziel zij zijn met mij ge weest die honderd uren, die als een heel leven waren. Mijn ziel is verdronken in die oogen van u, madonna Lucia. Ik heb „O, houd op, houd op! Wat zegt u alle maal? Dat is alles krankzinnig! Krank zinnig!" Zij stond nu rechtop, haar han den tegen haar gloeiende wangen. Maar hij wilde niet ophouden. „O, ik ben nog niet klaar!" Hij lachte een wild geluid. „Nog niet. U zegt, dat dit krankzinnig is Wat heeft mij krank zinnig gemaakt? U bent 't, u, u! U uw gezicht, het geheele ongelooflijke wonder van u! U zegt. dat ik krankzinnig ben. Ik zeg, dat ik bij mijn verstand ben. Wat kan meer gezond verstand zijn dan een man, die u vertelt, zooals ik u verteld heb, dat hij u lief heeft? Want hoe zou een mensch 't kunnen laten u lief te hebben? Krank zinnigheid, werkelijke krankzinnigheid, zou 't geweest zijn, als ik 't niet aan u verteld had". Hij kwam vlak bij haar en pakte haar handen beet en bracht ze aan zijn lippen. Vingers, de palmen, de polsen, hij bedenkte ze met kussen. Hij richtte zich op en liet haar los. „En dat" zei hij moe, „is dat. Ik ben bang, dat ik erg dramatisch ben geworden. Ver geef mij." Zij sprak niet. Anthony keek naar bene den; hij vertrouwde zichzelf niet zoo, dat hij in haar oogen durfde kijken. „En dus nu." zei hij, „zal ik gaan." Hij keerde zich om, en ging naar de deur. Toen kwam er een stem van achter hem. „Maar maar" zij stotterde verruk kelijk „maar als je blieft, ik verlang niet, dat je gaat. Wil je als je blieft terug komen." 2. „Zaterdag," zei Anthony in het oor van zijn dame één stoel droeg hen beiden „Zaterdag verlaten wij dit Engeland. Voor ze mij noodig hebben bij dat onaange name verhoor, zal zeker een veertien da gen of drie weken duren als ik tenminste iets afweet van de Engelsche justitie. In dien tijd zullen wij een paradijs van de aarde maken van een deel daarvan ten minste." Hij greep haar hij haar schou ders. „Zullen we? Zullen we? Ik heb be hoefte Je mee te nemen, weg, heelemaa! weg! Ik heb behoefte je plaatsen te laten zien die je nooit tevoren gezien hebt, al ber. je er misschien dikwijls geweest. Waarheen zal het zijn? Parijs? Bretagne? Sicilië? Madrid? Overal zal het een zalige hemel zijn." Het geluid van een auto drong tot hen door Toen zij luisterden, werd het sterker, en nog sterker. De wagen zwaaide den op rit op; stopte. De trap af en langs de deur van den salon kwamen vliegende voeten Dora. .Archie, 't Is Archie!" Lucia worstelde om zich te bevrijden. Anthony hield haar vaster. „Wat kan mij Archibald schelen. Antwoord mij, vrouw! Verlaten wij Engeland Zaterdag?" Zij hoorden de zware voordeur open vliegen; dan een kreet van vreugde, dan stilte. „Laat mij los! O. laat mij los!" smeekte Lucia. „Tony, als je blieft! Zij zullen in een minuut binnen komen." Hij liet haar los, om haar weer naar zich toe te trekken, toen zij belden overeind waren. Hij hield haar tegen zich aan „Je hebt te antwoorden, dat weet je. Zullen we Engeland verlaten „O, ja. Best, best! Maar heb je niet iets vergeten" Hij voelde hoe haar lichaam schudde van 't lachgn. „Iets vergeten?" zei hij. „Neen, ik ge loof van niet." Zij trok zijn gezicht naar het hare. „Moeten we heelemaal niet trouwen?" fluisterde ze. „Duivelsch!" zei Anthony. „Dat had is vergeten. Dat beteekent, dat we niet vóór Maandag kunnen gaan." Ze hoorden voetstappen- Lucia wrong zich los, haar hoofd gloeiend. De deur vloog open. „Hier zijn we!" zei Deacon, in zijn vollen omvang in de open deur. „De terugkeer van Crippen. Zeer aandoenlijk!" Hij kwam de kamer binnen. „Ten eerste: Gethryn, ik dank je." Hij stak een groote hand uit en drukte die van Anthony. Dora, die binnen kwam hollen, gooide zich tegen haar zuster aan. „Loo1 Loo!" riep ze, „wij gaan trouwen. Spoedig!" Lucia omhelsde haar, en begon te lachen. „Maar lieveling," zei ze, „lk geloof, ik ook." 3- In de stad bespraken Spencer Hastings en zijn meisje bijzonderheden. „Natuurlijk," zei Hastings; „A. R. Ge thryn bruidsjonker!" Margaret tikte hem op zijn wang. „t Zou mij niet verwonderen, manneke", zei zjj „als wij ontdekten, dat hij niet meer \e krijgen is." In Engeland mag een bruidsjonker niet getrouwd zijn. .(SLOT),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5