Kool-campagne te Langedijk - Het kussengeüecht feuilleton. Moord op Abbotshall Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Bias GROEP MEISJES-STUDENTEN die aan het National University College to Dublin promoveerden, jn yroolijke stemming. DE KUSSENS-STRIJD. De Australische jeugd beoefent een nieuwe sport. De deel-» pernors nemen plaats op een ronden balk en slaan met kussens zoo Jang op elkaar los, tot een begint te wankelen en er af yalt. 40 li.31. De Am8terdamsche wiel- PSprayt Blokker, die het wereld- verbeterde, gereed voor de 40 K.M. Hij reed over de 50250 K.M. 269 dagen. DE KOOLCAMPAGNE IS TE LANGEDIJK IN VOLLEN GANG. Overzicht yan een groot yeld, waarop men bezig is de kool te snijden. «-JARIG BESTAAN - van het Itt+ L*UU*i..voor behoeftige ooglijders ■v recht. Tijdens de herdenkingsrede van prof. dr. "Weve. AAN DE HUTTON CUP-WEDSTIUJDEN te Londen nemen schermsters uit verschillende landen deel. Twee Deensche schermsters, mej. Laekman (rechts) en mej. Nielsen. GORDON RICHARDS Engeland's nieuwe held. Met 246 overwinningen jn het afgeloopen seizoen bereikte hij het reeds 48 jaar bestaande record van den Engelschen jockey Fred Archer. „Gordon" op „El Senor" voor allen de eindstreep passeerend. Een Detective-verhaal uoor PHILIP MAC DONALD. Mtoriseerde vertaling door H. A. C. S. J® ih de gelegenheid kreeg Deacon die Belangrijkste vraag te doen, deed ik en overdacht meer. Op één uitzon- 5 na, behooren deze gedachten en regelen bij het volgend deel van het ten zuilen daar worden vermeld, odering ls deze: t na onderzoek, zekerheid gekre- de moordenaar moest zijn geko- bet meest oostelijke van de twee 'P ae eerste verdieping, die boven door hetwelk hij de stu- j olnnenkwam. Ik was over mij dat dit niet eerder had Tritk21 raam is van de kamer, die atkamer gebruikt wordt door sir mr Digby-Coates. Isr il?ldacht<! amateur-timmerman kèr, Digby-Coates. tenslotte Deacon mijn vraag jiuw m de" werktuig had laten uen met houten handvat, was het sir Arthur Digby-Coates. rt n5®°5Sen van den dag van den l»-cwf!rde Deacon de zitkamer van r les. De deur wak open. Digby- Coates riep hem binnen. Hij ging binnen en vond, evenals bij verschillende vooraf gaande gelegenheden, Digby-Coates bezig met het afmaken van een bebeeldhouwd kabinet, waar hij vele weken aan bezig ge weest was. Digby-Coates was in moeilijk heid, omdat hij, zoo legde hij het uit, te weinig handen had. Deacon werd gevraagd te helpen. Hij deed het, en hielp den enthousiast door van de timmermanstafel bij het raam het eene werktuig na het andere aan te geven. Daaronder was een, herinnerde hij zich nu, met een handvat zooals ik beschreven heb, en zooals hij zich het handvat van de houtvijl her innerde, nu hij er over ging denken. HL Ik moet mijn zaak sterk maken. Want de waarheid is, dat dit bewijs, verkregen uit wat men zou kunnen noemen „onbe duidendheden", goed is, maar niet goed genoeg. Het moet een .steun" hebben. Nu is er, als ge er op let, een volkomen ontbreken van eenigen „steun" voor de zaak tegen Deacon. „Het geld?" zegt ge. ,Die honderd pond van Hoode? Dat is een motief!" „Nonsens!" zeg ik. Deacon kreeg zeshonderd pond per jaar. Hij had ook een toelage van zijn eenigen in leven zijn- den bloedverwant. Hij was, dat is waar, een beetje krap in zijn geld geweest den laatsten tijd, maar te veronderstellen, dat hij een moord zou plegen voor een hon derd pond, is absurd. Een man van zijn positie kon het geld op een duizendmaal yeiliger en minder krachtdadige maaier verkregen hebben. Neen, Deacon's ver haal dat het geld een verjaarscadeau van Hoode is, behalve dat het waarschijnlijk is, is waar. Verder is gemakkelijk te bewij zen, dat Deacon en Hoode op den besten voet met elkaar stonden. Let verder nog op Deacon's anteceden ten en merk op, hoe overhaast het is om hem voor moordenaar uit te maken op niet meer gronden, dan die te prachtige vingerafdrukken en een paar flarden van toevallig bewijs, waarvan de twee beste verschaft werden o zoo vernuftig! door sir Arthur Digby-Coates. Want het was van hem, dat de politie het eerst te weten kwam, dat Hoode een honderd pond van de bank had gehaald. En het was door hem, dat het bekend werd, dat Dea con hem had gevraagd hoe laat het was om 10.45 op den avond van den moord, het uur, waarop de wijzers van de studeer- bamerklok gezet waren door den moorde naar. Waar er geen „steun" was voor de zaak van de politie tegen Deacon, zag ik in, dat, als ik een fllnken kon vinden voor de mijne tegen Digby-Coates, ik een groot voordeel zou hebben. Het eerste wat gevonden moest worden, was een motief Wat kon het zijn? vroeg ik mijzelf af. Geld? Neen. Digby-Coates ls rijker zelfs dan Hoode was. Wraak over een particuliere gemeene daad? Onwaarschijnlijk, daar Hoode, hoe wel een politicus, zijn ge he e le leven het stempel droeg van eerlijkheid en recht door-zee. Een yrouw2 Es was niet gr op in gesteld om haar te aanvaarden als de eenige oorzaak. Zij kon natuurlijk er bij komen, maar ik had iets meer waarschijn lijks noodig. Mannen op middelbaren leef tijd van de inteliectueele en sociale stan ding van deze twee gaan niet, in deze eeuw van voorwaardelijke beslissingen en koele liefde, elkaar dooden om een vrouw, als zij de eerste vlek is op een mooie vriendschap. In dit zoeken naar een motief werd ik teruggedreven naar de gevolgtrekkingen, die ik gemaakt had uit die kleine mate- rieele gegevens, an herinnerde mij, dat ik vastgesteld had, voor ik ook maar er aan dacht om den moordenaar een naam te geven, dat John Hoode gedood was door een krankzinnig man; niet krankzinnig in den doodgewonen zin van 't woord, maar geestelijk uit zijn evenwicht, door een soort van groeiende, zichzelf-voedende haat. Ik nam dit als uitgangspunt, en vroeg mijzelf af. hoe ik bevestiging van een re den voor dezen haat kon vinden die ge weest was in het hart van een man, die uitwendig de beste vriend van zijn slacht offer was. Het antwoord was: zoek in de geschiedenis van hun verleden, zooveel als beschikbaar is in de boeken. Ik deed zoo, en raadpleegde Hoode's eigen boeken. Ik vond spoedig genoeg reden voor den haat Onderzoek, zooals ik onderzocht. Ge zult zien, dat altijd, altijd, altrijd Digby-Ooates geslagen werd door den man. die hij dood de. Was de wedstrijd, er oen op sïhool, in sport in politiek, in maatschappelijk suc ces, in eerbewijzen, het resultaat was het zelfde. Hoode nummer één, Digby-Coates twee. Kijk het na in „Who's who" 1), in een encyclopaiedie, in de Verslagen van Uplaester school en Magdalen, in de re gisters van onderscheidingen. Luister naar de herinneringen van de collega's en Ujd- genooten van de mannen. Altijd zult ge dezelfde geschiedenis vinden. Hoode de winnaar, Digby-Coates de tweede. Tenslotte kwam de strijd om de Vrouw de strijd, waardoor bij den verliezer het laatste overblijfsel van gezond verstand raaktie Ik ontdekte het bestaan van de vrouw op deze manier: ik doorzocht Hoode's schrijftafel, daar ik een geheime la ver moedde. Ik vond er eene, en daarin een dagboek, en een pak krantenuitknipsels. Maar ik wist hoe? doet er niet toe dat er iets gemist werd uit die la. Wat dat iets was, wist ik niet. Ik wist alleen, dat het iets belangrijks was. Daar om doorzocht ik het huis en vond het. Een pak brieven van de vrouw! Daar ik toen vlak bij het einde van mijn onaangename werk van particulier detective was, las ik ze. Wie de vrouw is, zal hier niet gezegd worden. Ik heb de hoop, dat zelfs voor de rechtbank ik haar naam niet behoef te noemen. 1) „Who's who", een boek, dat inlich tingen geeft over bekende personen. s AWordt vervolgd).,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5