WIJNNOBEL CHEVALLIERl WOLWEEKI P. HOGENDOORN ZOON Muzikantje en Turnertje. Firma W. OVERBUU Salon-, Huis- en Slaapkamml HASSELMAN PANDEK] LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Dinsdag 24 October Hoe men vroeger het vraagstuk der woningverwarming oploste. Het haardvuur centrum van het gezin. GROOTE SORTEERING IN: 5Mil HERM. TASSEL: Geldig tot en met 28 October ongeacht kwaliteit of kleur, f 0 zoowel Brei-, Weef- of KX APTIIII Smyrna-Wol tVWif I IW WIJ LEVEREN U THANS NOG: Wanneer we ln de zoele najaarsdagen van October 1933 elkander vragen: „Sto ken jullie al?" dan denken we er waar schijnlijk geen oogenblik meer aan,, dat het probleem der verwarming, dat voor ons geen probleem meer is, in het leven onzer voorouders een groote rol speelde. We behoeven zelfs niet eens zoo heel ver torug te gaan om te komen tot den tijd. toen leder najaar opnieuw, de kachels werden geplaatst, om in het voorjaar, wanneer de hulsvrouw den schoonmaak- bezem ging hanteeren, te worden opgebor gen op zolder of bij den smid. En al mocht ook de lente-temperatuur onzen voor ouders ln dat reinigingsjaargetijde nog niet gunstig gezind zijn, er hielp geen'liever moeder aan, na de schoonmaak werden geen kachels meer gestookt. Misschien zijn er wel onder de lezers, die zich dit primitieve tijdperk nog kun nen herinneren. We zullen echter nog een stap verder terug gaan in de historie en laten zien hoe het vraagstuk der verwar ming in vroeger eeuwen werd opgelost, om dan tot het besluit te komen dat wij met onze moderne hulpmiddelen, ook op dit gebied onze voorouders niet kunnen benijden. De woning het moge een hut of een kasteel geweest zijn, heeft in de mensche- Hjke samenleving steeds een voorname plaats bekleed. In Noord- en Midden- Europa moest die woning bovendien be schutting geven tegen het gure en koude jaargetijde en daarom speelt in die stre ken het oorspronkelijke verwarmingsmid del het haardvuur zulk een groote rol Dat- zeilde haardvuur diende tevens als bak en kookplaats van het voedsel voor men- schen en dieren. Het stond vanouds in hooge eere. Daar toch was de zetel van huiselijk geluk, van rust en vrede na arbeid en strijd, In roe rige dagen trokken de mannen op tot ver dediging der haardsteden. Het was een eeuwenoud Indo-Germaansch gebruik, dat de jonge bruid bij het. binnentreden harer nieuwe woning zich boog voor het haard vuur. In den aartsvaderlijken boerenhaard werd eertijds bij het luiden van de „heerd- klok" het vuur zorgvuldig onder de asch gedekt, om tot den volgenden morgen be waard te blijven Een ijzeren stolp werd bij nacht over het vuur gezet opdat niet een of ander huisdier of de wind vonken door de woning zon verspreiden. De oude nachtwacht, die des avonds met zijn ratel door de stille straten trok. dreunde het op: Bewaar je vuur en kaarsje wel, De klok heit tien! Oospronkelijk was het dus dat een haard vuur. waarom heel het gezin zich verza melde en wanneer de wind door de kale takken der boomen gierde en de wolken in wilde jacht door het luchtruim joegen, aan begreep en voelde men in vroeger tij den maar al te goed de waarheid van het „Eigen haard is goud waard!" Dergelijke open haardvuren kunnen we ook nu soms nog vinden in Zuid-Tirol en in Italië. Het stookmateriaal bij uitne mendheid was hout en de rook moest door openingen in de zoldering zijn uitweg vin den naar buiten Bij de meer welgestelden in het oude Rome en ln Griekenland vond men bron- een bekkens met vuur. waarop houtskool jserd gebrand, een stookwijze, die ia de zuidelijke landen van Europa en ook in China en Japan nog wel wordt toegepast. Op Romeinschen bodem ontstond onge veer een eeuw voor Christus de verwar mingsmethode door middel van heete lucht welke wordt aangeduid met de Grieksche benaming van hypokauston (verwarming van onderen). Men zou het den voorlooper der centrale verwarming kunnen noemen, want vanuit een steenen gewelf, waar zich de vuurhaard bevond, hepen verschillen de kanalen naar de hooger liggende ver trekken die op deze wijze van een war men luchtstroom werden voorzien. De origineele gedachte was van een ze keren Sergius Orata, een Romein, die van het leven wist te genieten, hetgeen in die dagen te genieten viel en zóó goed vol deed het systeem, dat het nog lang de verwarmingsmethode bleef voor het cal- darium en het tepidarium, de heete en heete en lauwe baden uit den Romein schen tijd. Ook voor huisverwarming, vooral van groote gebouwen werd deze wijze van verwarming wel gebruikt, niet alleen in Italië, maar ln geheel Noord- en Middel-Europa en zelfs paste men ze nog toe ln 1755 ln het Stadtschloss te Potsdam James Watt bouwde in 1784 de eerste stoomverwarmlng. die echter pas opgang begon te maken toen de techniek hiervan door den Engelschman Jack Perkins in 1823 was verbeterd Voor den gewonen burger was dit alles natuurlijk luxe, die hij in zijn woning niet kon toepassen en hij had zich te bepalen tot een eenvoudige wijze van stoken Het oorspronkelijke open haardvuur, waarvan de rook een uitweg moest zoeken door een luik in het dak. dat des nachts en bij slecht weer werd gesloten, kreeg omstreeks de veertiende eeuw zijn rookkanaal, onzen tegenwoordigen schoorsteen. Die oudste schoorsteenen waren van hout en zij zul len vermoedlelijk wel het hunne er toe hebben bijgedragen, dat al spoedig bepa lingen ontstonden om ze van steen te met selen Zoo lezen we in een Leidsche keur uit de 16e eeuw: ,men zal geen vuur mogen leggen of stoken dan ln schoorsteenen, ge metst van steen of calc. of terrasse, ende uyt de daken hooch zijnde drie roede voe ten boven de vorst of zes roede voeten boven het zadeldac, daer zi respecteüc uyt gemetst zijn. telckens op verbeurte van drie guldens." Ook de schoorsteen deelde in de groote vereering welke onze voorouders hadden voor het haardvuur. Hij toch vormde als het ware den verbindingsweg tusschen de menschen hier beneden op de aarde en de geesten in de lucht! Daalt nog niet tel- kenjare Sint Nicolaas langs dezen ver bindingsweg in onze huizen om daar zijn goede gaven te deponeeren? Het ligt volkomen in de lijn der gelei delijke ontwikkeling, dat uit het open haardvuur de eerste primitieve steenen oven ontstond, die aanvankelijk hoofdza kelijk diende tot het bereiden der spijzen en dat later, omstreeks de 13e eeuw. de steenen kachel voor hills verwarming zijn intrede begon te doen weldra gevolgd door de gegoten ijzeren kachels De traditie van het open haardvuur met zijn vlammende houtblokken bleef echter bewaard en de ruime schouw met ziin wa pens en beeldhouwwerk, zijn porceleinen kommen en potten is nog lang het sieraad der oude patriciërswoningen gebleven. W. B. BREESTRAAT 108a - LEIDEN TEËEFOOXN. 1036 POS I GIRO 2993 Bontkragen en Bontvellen - Astrakan - Breidschwani BANDFLUWEEL in alle kleuren en breedten. Gewerkte en effen Zyde - Kant en Kantstof - Strooken Ceintuurs, Gespen en Clips met bijpassende knoopen Kousen en Handschoenen - Mutsen en Shawls SLUIERTULLE - BROIDSTAKJES en CORSAGES D m C. Artikelen Smyrna- en Nomotta-wol. EVERLASTING - KATOEN IN ALLE KLEUREN Handwerken - Boldoot-Zeep en Eau de Cologne HAARLEMMERSTRAAT 150-154 STEKKE TRAPEOOPEKS 48 - 35 - 25 MOQUETTE LOOPEKS 1.45 - 1.25 - 98 COCOSLOOPËRS 45 - 34 CHINAMATTEX 2x3 85-69 TWISTED MAT 90 cM. br. 58 - 45 - 39 - PIncliette O VËKGOKOIJXËX m. rand p. paar 6.90 - 4.90 - 3.45- PEUCIIE 1'AFEIjK EEEDEX O Qjj groote maat, 8.90 - 5.50 - 3.65 FAXT. TAFEEKEEEDËX 3.75 - 2.25 - 1.75 - VLOERZEIL 183 c.M. br. 64 - 58 - 49 - KUKK-EIXOEEUM 9527 1.45 - 1.25 - 1.10 - WINTERKONINKJE EN SIJSJE. Wat heeft September ons heerlijk stille zonnige dagen gegeven! Er waren zelfs Juli-dagen bij. En October schijnt met dat spelletje voort te willen gaan. We loopen 's middags, als een zonnetje door de be dekte lucht schiet, nog zonder overjas. Ja, de zomer aarzelt heen te gaan. Toch worden de nachten al koud. En 't groen der dahlia's begint wat schrompelig en zwart te worden. Ook legeren zich des avonds witte waden in de delling tusschen de stad en het duin. En al glimpt de zon streelend door de laanboomen, ze maakt dan toch meteen al hier en daar met zachten druk een blad los, dat daarop moeizaam in de stilte neerzijgt. Die stilte is in 't duin hoorbaar: de zan gers zijn gegaan of zwijgen, als ze zijn gebleven. Maar in 't bosch is nog wel leven. Daar is ons vroolijk muzikantje nog altijd luidruchtig. Ik geef echter toe, dat de prestatie van den winterkoning, want dien bedoel ik, bescheiden is. Hoor! „Tsik, tsik, tserrr!" Dat is hij. Maar ziet hem niet? Dat komt, doordat hij zich schuilhoudt in het dichtst van 't stru weel. Daar is hij in zijn roodbruin pakje haast niet te zien. Hij kiest het schemer licht in 't bosch, houdt heelemaal niet van licht en ruimte en kan zich aardig ver schuilen Bovendien is hij een van onze kleinste vogeltjes. Toch niet het kleinste. Hij meet tien c.M. van het snavelpuntje tot het einde van het aardige wipstaartje. Dat is niet veel maar toch twee c.M. meer dan de acht van onze beide goudhaantjes. Sommigen noemen hem Klein Jantje, an deren Klein Duimpje. De laatste naam komt echter aan 't goudhaantje toe, zeg gen de Zweden en de Schiermonnikoogers. Die zeggen beiden „tommelid". Tomme is Zweedsch en Friesch voor duim en lid is klein (denk aan luttel). Het heele jaar roept de winterkoning „tserr!" of „tsik!" Maar in 't voorjaar en den zomer maakt hij er een aardige fan fare bij. Dan rent hij voortdurend heen en weer op zijn tak of wipt tak- op, tuk-af en maakt van tijd tot tijd een buiging. Daarop volgt de schetterende fanfare: „tettettet- tettetterrr—tierelierelie-relierelier—tettet- tettettettet!" Een slag, een ratel, een draai, een slag Het kleine ding bouwt een groot kogel vormig nest met den ingang op zij in boomstompen, klimplanten en struikgewas. Er komen 6—8 witte eitjes met fijne pun tjes in (bakoventje-bouwers hebben allen witte eities: zi.i hebben geen schutkleur noodig). Bovendien legt het ook nog een of meer speel- of slaapnesten aan van de zelfde grootte, soms 17 c.M. hoog Dat het zooveel ruimte anders niet noodig heeft, mag uit het volgende blijken. Iemand had een winterkoninkje in een volière. Op een avond zag hii het diertje niet meer, hoe hij ook zocht. Bij nauwkeurig onderzoek bleek het een warm plaatsje onder den vleugel van een merel te hebben gevonden. In 't bosch komen nu ook de zwervers uit het Noorden die het bii ons beter hopen te krijgen dan thuis. Liisters. waaronder ook kramsvogels uit Lapland en de toen dra's aan de Witte Zee, lezen de laatste lijsterbessen af. In de sparren fladderen zwarte en zwartkopmeezen van takje tot takje op zoek naar insectjes en denneza- den. Geelgroene sijsjes vallen neer ln 't elzenhout om de proppen voorzichtig van de zaadjes te ontlasten. Aardig goedje! Daar hangt er een met het kopje naar be neden een meezenmaniertje, dat zeker afgekeken is en haalt bedachtzaam een zaadje uit een prop. Plotseling zwenkt het omhoog oogenschijnlijk zonder vleugelrep- ping. tot den kop van een hooge struik. Daar zit het nu. Wippend en schomme lend gaat het dunne takje met het vogel tje op en neer, heen en weer. Het sijsje zit echter vast in den zadel, als een huzaar zoo vast, en kijkt onbevreesd de wereld in. En dan wil het ook nog even zingen, een heel eenvoudig liedje: „di-ee, di-ee, tet- tettet!" Hoe is 't mogelijk nietwaar, zingen terwijl de nevelsluier begint te verdichten tot fijne regendruppels! En Nurks bij de kachel zit! Zoo redeneert gij en zoo redeneer ik. Maar het sijsje redeneert anders. Naar 't Zuiden gaan, naar 't land van altijd zon nige warmte, dat zou ook wel kunnen, een kwestie van een paar dagen. Maar trouw blijven aan 't gastvrij oord, waar ouders en familie, geslacht op geslacht een wintertehuis hebben gevonden, dat kan niet ieder. Alleen 't sijsje met het moedige hartje wel. „Volkomen met je eens!" roept Klein Jantje „dat doe ik ook!" En dan zet hij parmantig zijn staartje omhoog en schet tert zijn fanfare: „tettettettettetterrrtlerelierelierelier tettettet!" KERST ZWART. Winterkoninkje. Si'S'jg, OU) BIJ ItOEflB HOED, EEN PRACHT 1JAAL GRATIS PRIJZEN V.fl. F. 1.75 BIJ HOOGEWOBRD 109. TE1.1902 KOREVAARSTRAAT ZT 5 Koopt NU Uw Wol voor het seizoen. Bij aankoop van 3 kn. <f gZ 0 HAARLEMMERSTRAAT 16. solide en smaakvol gestoffeerd en gemeu- bileerd, met garantie, w-.. n-krx/\ compleet voor ongeveer r 1. 1UUU.*| LATEN WIJ U VAKKUNDIG VOORLICHTEN LATEN Wil UW BEGROOTING MAKEN, HET VERPLICHT U TOT NIETS!!! - COMPLETE MEÜBILEERING BREESTRAAT 146 - BOTERMARKT 21-221

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 12