FEUILLETON.
De Moord op Abbotshall
B* Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Een Detective-verhaal
door PHTT.TP MAC DONALD.
Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S.
139)
glimlachte. „Niets, dank Je ten
peerste Onze Arthur oude Digbl-Coates,
weet heeft dat alles gebracht,
acht me een pak boeken, een kist siga-
--JJ' ei" zorgde, dat beslist volmaakt eten
«m gebracht worden uit het Witte Paard
I htSft e£n. net, ?°°rt buffetjuffrouw. Hij
°°h iu orde gemaakt met den
I SrS' en ,wat er bij hoort. Zij gaan
p oheeren om Marshall te krijgen."
h«ïï.ï Marshall is wel zoo wat de
aSrilg?^TOcaat' dle er Is- Je hebt dus niets
AnthSnï^iiïiJf morgen zien?"
«den mffi. „Dat zal je. Vroeg in
Idit i«SS waar,schijnlijk, daar ik hoor,
uarh? ss, zullen overbrengen. Goeden
■SSV&ÏÏ*8* niet' dat "r Ie er uit zal
Binanier" n 0p de een of andere
laZterSCwanHelk»aa.lde hand- Een minuut
baar zün living .?y 'augzaam terug
zijn logement, door de met kl 'Is
bedekte straat. De zon was bezig te ver
dwijnen achter den topgevel van een huls
boven op den heuvel, en de weg, die van
goud geweest was, was nu vol bloedroode
vlekken.
Hij huiverde. In dit geheele moeras van
twijfel en in deze wildernis van slechtheid
een wildernis, waarin onschuldige men-
schen klaarblijkelijk misdaden hadden ge
pleegd waar ze niets mee te maken had
den, waarin ieder zeker was behalve
Anthony Ruthven Gethryn voelde hij
zich .eenzaam. Zelfs de donker-gouden
achtergrond van zijn gedachten, welke het
beeld van de Dame van de Sandaal voort
durend voor hem was, kon de zwarte ver
warring niet wegnemen door welke
zwartheid heen hij licht kon zien, maar
nog niet de weg naar het licht.
Dan gingen zijn gedachten naar Deacon,
naar zijn opgewektheid, zijn ongedwongen
manier van doen, zijn dapperheid, die
zeker een hel van wanhoop maskeerde.
Plotseling wekte de bewondering, die hij
voelde, hem eenigszins op. Zijn stap werd
vlugger.
„God!" mompelde hij, „dat is een man,
en een halve en ineens brak hij zijn
woorden af. Hij was gebotst tegen iets, dat
zacht en hard tegelijk was. Een meisje,
dat rende. Een meisje, met wilde, rood
gerande oogen en zonder hoed, met in
wanorde geraakt gouden haar.
Vóór hij een excuus kon uitbrengen,
bijna voor hij zich bewust was geworden
van de botsing, was zij hem voorbij en
struikelde langs deD ongelijken weg,
waarop de donkerroode vlekken van de
ondergaande zon waren. Uit een open
deur loerde een slordige vrouw, nieuws
gierig, met de nieuwsgierigheid van een
brutaal wijf.
Anthony spande zich in om zijn geheu
gen op weg te helpen. Ah, ja! t Was de
Zuster. Haar Zuster. Dora Masterson. Hij
keerde zich om; haalde haar in met vier
lange stappen en legde een hand op den
schouder van het meisje. Zij schudde die
van zich af, terwijl ze hem een gezicht
toedraaide, dat naar meer tranen verlang
de, tranen, die niet wilden komen.
„U was op weg naar het politiebureau,
miss Masterson?" vroeg Anthony.
Zij knikte.
„U moest dat niet dat niet willen."
Hij pakte haar vriendelijk bij haar arm.
„U kunt niets doen en u zult hem een
gevoel geven dat de dingen niet te dra
gen zijn."
„Ik moet hem spreken." Zij sprak dof,
een onnatuurlijke pauze tusschen elk
woord.
„Niet nu," zei Anthony flink. „Niet, als
ik uw hulp noodig heb." Hij was benieuwd
of de leugen door zijn woorden heen zicht
baar zou zijn; verwenschte zich, dat hij
zich in de war zou laten brengen door een
hysterisch meisje.
Zij hapte in het lokaas, „u helpen?'
vroeg ze vol spanning. „Voor voor
Archie? Hoe kan ik dat doen?"
„Dat kan ik u hier niet vertellen. U
moet mee gaan naar het logement." Hij
nam haar mee, den heuvel op.
HOOFDSTUK XHL
Ijzers in het vuur.
Boven op zijn kleine. lage zitkamer, met
haar eiken lambriseering, in „de Beer en
de Sleutel", liet Anthony het meisje zitten
in den eenlgen leunstoel. Zij weigerde zoo
overtuigend, dat hij thee bestelde. Toen
deze gebracht was en de brenger verdwe
nen was, ging hij op den rand van de
tafel zitten, en keek naar haar, terwijl
zij dronk.
„Nu," zei hij, „laten we nu aannemen,
dat u mij alles er van vertelt," en was
onmiddellijk getroffen door zeer aange
name herinneringen aan een andere keer,
toen hij dezen zelfden zin gebruikt had.
Dora Masterson zei eenvoudig; „Ik was
geschrokken. O, zoo vreeslijk, vreeslijk ge
schrokken
Anthony werd ln de war gebracht.
„Maar waarom juist nu? U moet toch
zeker ditzelfde gevoel gehad hebben, zoo
dra als u het hoorde?"
„N neen. Natuurlijk was het vrees
lijk! Maar Lucia vertelde mij dat u gezegd
hadt, mr. Gethryn en zij zij scheen
zoo absoluut te gelooven, dat u alles in
orde zoudt brengen, dat ik ik ook pro
beerde het te gelooven,"
Anthony's hart deed een sprong, zoodat
hi) er van schrok.
Het .re'sje ging door, terwijl zij zich
lns>-ndj om zich t-> bedwang te houden.
„Maar maar het was, toen ik hoorde
van het eind van het onderzoek dat hij
werkelijk in O, het is te afschuwelijk!
't Is te vreeslijk!" Zij bewoog zich heen en
weer ln haar grooten stoel met haar han
den voor het gezicht, terwijl haar dunne
schouders schokten, alsof haar pijn
lichamelijk was.
Weer was Anthony in de war gebracht.
Iets in den toon, waarop het gezegd werd,
vertelde hem, dat hier iets was, waarvan
hij nog niet gehoord had. En deze neiging
tot hysterie moest tegengegaan worden.
„Wat meent u? Leg het uit!" zei hij
scherp.
Zij zat, bi) deze woorden, recht overeind,
haar gezicht een en al beweging. ,,Ik be
doel dat dat als ik maar niet zoo'n
ongevoelige idioot geweest was; als als
ik mij maar niet gedragen had als een
b beestachtig schoolkind, dan zou
Archie niet niet op die afschuwelijke
plaats zijn! O! waarom ben ik eigenlijk
geboren!" Zij drukte haar handen tegen
haar gezicht en boog voorover ln den stoel
totdat haar voorhoofd op haar knieën
rustte.
„Ik ben bang, dat ik u nog niet begrijp,"
zei Anthony.
Zij hief haar hoofd op. „Was u niet bij
het verhoor?" vroeg zij. terwijl ze met den
rug van haar hand langs haar gezwollen
oogen wreef, evenals een schoolkind, dat
zij zichzelf had genoemd.
IWordt vervolgd),
-~v jM
I EE> 0 li DJEKWETSCHE BRABANTSCHE „TAFELPARTIJ". Te Berlicum was een
80-jarige man door zijn vrouw en dochter mishandeld. De dorpsbewoners bestormden de
woning met zware palen en vernielden deuren en ramen en de geheele huisraad.
De ruïne in het huis.
HFT NOORSCHE KROONPRINSELIJKE PAAR IN LON
DEN. 1Zij brengen een korte vacantie in Engeland door.
De ontvangst aan het King's Cross-station."
PRINS GEORGE VAN ENGELAND opende de inter*
nationale auto-tentoonstelling te Londen. Prins George
(rechts) met ex-koning Alfone bij een der stands.
IN DE WIERINGERMEER zijn proefvelden voor verschillende gewassen
aangelegd. Een proefveld met maïs.
HET RIJKSDAG-BRANDPROCES. Het eerste onderzoek ad hoo. De foto
toont de beklaagden, die naar den Rijksdag gevoerd worden. In de eerste rij,
tusschen twee politiebeambten, de Bulgaar Popoff, in de tweede rij, met diep
gebogen hoofd, Marinus van der Lubbe (x).
EVEN STIL ZITTEN! WAT ZOU ER WEL UIT DAT KASTJE KOMEN!
EEN VEUJGHEIDSLAAN door de K.N.A.O. op de Boorlaan in de residentie
ingericht. Diverse toestellen zijn bier opgesteld om de auto's te controleeren.