NATIONALE I r:D3CH DAGBLAD Eerste Blad LEVENSVERZEKERING-BANK Rentelooze leening MUZIEK. KIWST EN LETTEREN. VISSCHERIJBERICHTEN. LEIDSCHE SCHOUWBURG. TELEGRAMMEN. Yrijdag 13 October 1933 ROTTERDAM aan verzekerden VOOT operatiekosten KUNSTKRING „VOOR ALLEN". Kamerorkest Van der Pas. Muziek was vanzelfsprekend, kerkmuziek tot tyd en wijle de vorst en de hooge adel een muziekkapel in hun hofhouding op namen. Toen ontstond het begrip wereld lijke muziek, zonder dat ze nochtans met dien term werd aangeduid. Men sprak van kamermuziek: Immers de muziek van de kapel, die door het bestuur der hofhou ding. de „kamer" geheeten. werd aange steld en beheerd. De nog gebruikelijke titel „Kammermusiker" in het land der onderscheidingen vindt daar ook zün oor sprong ln. Met de ontwikkeling van de muziek, die tot meerdere differentiatie leidde, krijgt het woord „kamermuziek" een gansch andere beteekenls. Toen het theater en even later het orkest hun in trede deden in de burgerlijke samenle ving, had zich reeds een andere vorm van muzikaal samenspel geopenbaard, die n.l. van eenlge soloinstrumentallsten: strijkers en blazers al of niet ln verbinding met cenlg toetseninstrument. Zoo ontstonden vlooisonate. pianotrio, strijkkwartet enz. aeze ging men samenvatten in den term „kamermuziek" in de beteekenis van huis muziek, zulks ter onderscheiding van de orkestmuziek der Inmiddels in het leven geroepen openbare concerten. De zeer ver schillende uitdrukkingsmogelljkheld van orkest- en kamermuzlekensemble gaf aan hun muziek den eigen still. Zeer wezenlijk is dan ook het verschil tusschen den or- kestralen- en den kamermuzlekstUl. De weinige diversiteit van het kamermuzlek ensemble laten kleur- en krachttegenstel- llngen ln veel minder mate toe dan het veelhoofdige en sterker bezette orkest. Door zijn grootere bewegeüjkeid en zijn meer sprekende individualiteit vermag het eerste zich ln intimiteit en fijnheid van uitdrukking ruimschoots schadeloos ge steld achten. Op dat verschil in stijl dient de aandacht te zijn gevestigd. Een kamer muziekwerk. waarin de teekening aan de kleur is opgeofferd, moet, als te orkestraal gedacht worden afgekeurd zoo goed ais het orkestwerk dat de bijzondere kracht en kleurmiddelen der zoo uitgebreide com binatie onbenut laat In den alleriaatsten tijd is een nieuwe woordverbinding bezig zich in onze taal burgerrecht te verschaffen. Men spreekt van „kamerorkest" als men een orkest van betrekkelijk geringe uitgebreidheid (min der strijkers dan gebruikelijk en vooral veel minder blazers en slagwerk) op het oog heeft zoo ongeveer het orkest in het beginstadium van zijn ontwikkeling Men kan dsn zin van dit nieuwe woord moeilijk op de letter nemen, noch naar de oor- spronkele, noch naar de latere beteekenls van den term kamermuziek. Juister zou het zijn wanneer men sprak van „klein orkest" tegenover „groot orkest In verband met de omstandigheid dat de kamerorkesten, blijven wij ze ook maar zoo noemen als paddestoelen uit den grond verrijzen. dringt de vraag zich op ol ze reden van beslaan hebben, dan wel of het een modegril ls, die. doordat ze tot versnippering van kracht leidt, meer kwaad dan goed doet. De reden van bestaan moet zijn gelegen in de literatuur voor klein-bezet orkest. Dat die aanwezig is leidt geen twijfel. On der de vóór-Beethovensche muziek, het speciale terrein van het kamerorkest, zijn schatten van ongekende schoonheid. En nu ook de Jongere componistengeneratie zich met het eenre bezig houdt, kan de vraag in bevestigenden zin worden beantwoord Of het ln het algemeen van economisch beleid getuigt, naast onze groote orkesten die we om Beethoven. Berlioz. Schubert, Brahms. Wagner, Bruckner, Mahler, Die- penbrock en Wagenaar nooit zullen kun nen missen en die toch ook waar zulks noodig is. hun bezetting kunnen inkrimpen kamerorkesten op te richten ls een an dere vraag. Om maar te zwtjgen over de verhoudingen als twee soortgelijke instel lingen zich aanmeldfn. waar één voors hands voldoende kan worden geacht. Theo van der Pas. Aan het ijverige bestuur van den Leid- schen Kunstkring voor Allen danken we de kennismaking met het Kamerorkest Van der Pas Hoe We over den voortreffe- iijken pianist Van der Pas, die het Leid- sche publiek al zoo menigmaal ln verruk king bracht, denken weet men. Zou hij als dirigent op gelijke waardeering aanspraak kunnen maken? Dat was de vraag, die wij ons van den aanvang af moesten stellen. Dan is hem wel een hooge maatstaf aan gelegd. Maar minder zou zijn artistieke standing toch niet verdragen. En dan zij onomwonden gezegd dat wij het. voorloo- pig althans met den pianist houden. Voor het klavier ls hij een bijzondere, geheel eigen figuur Als orkestleider hebben we geen bijzondere eigene hoedanigheden kunnen ontdekken Niet dat we ongevoelig zijn voor het vele eoede dat voor vermel ding vatbaar zou zijn hoe zou het ook anders bü iemand van zijn kunnen en kennen maar er bleven toch te veel wenschen onvervuld Met name was zulks het geval ten opzichte van datgene wat vóór alles het kamerorkest moet kenmer ken: groote bewegelijkheid en uiterste pre cieste. In de stukken vóór de pauze (Sta- mitz en Bach) was een en ander niet ln die mate aanwezig als geélscht mag wor den. 't Is een kwestie van voorbereiding. Aan het gehalte der orkestleden ligt het, dunkt ons, niet. Hoe het zij. het fijne en doorzichtige misten we te veel. Dat werd voor een deel ook veroorzaakt door de nel- ging om met een kleine schaar groot ge luid te maken. En dat is hier allerminst op zijn plaats Dat hinderde niet bU de wer ken na de pauze (Rumanlsche Volkstanze van Bartok en een „Concerto grosso" van Bloch) omdat hier oskestrale brille de beide stukken slechts ten goede kon komen. Het was hier veeleer een deugd. Want, in ge- moede. hier hoorden we groot-orkestklank. Het zijn belde zeer spannende stukken, hartstochtelijk geladen muziek. Maar.... al doet het er niet veel toe, geen muziek in den kamerorkeststijl. Het blijft muziek waar de klanktheorie van Berlioz aan be waarheid kan worden. Van der Pas heeft er zijn gloed in gelegd en zijn schare met hem. Interessant was het symphonietje van Kart Stamitz. Daar we het evenwel niet veel meer dan historische beteekenls kun nen toekennen, zou ons een werk van vader Johann. naar wien Immers de be roemde Mannheimerschool kan genoemd worden, toch liever zijn geweest. De cellist Is. Blazer heeft een cellosulte van den eenige jaren geleden overleden aanvoerder der contrabassen van het Con certgebouworkest S. Blazer voorgedragen Waarschijnlijk is het de zoon die hier de nagedachtenis van den vader is komen eeren. Hij heeft dat gedaan met groote overtuiging Zijn cellotoon is in het conta- biie zeer expressief; in het passagewerk niet duidelijk genoeg. Wat de compositie aangaat: wij houden de herinnering aan den fameuzen contrabassist liever dan aan den componist. Stotijn heeft een hobo-concert van Han del gespeeld: zoo mooi. dat we er geen woorden voor kunnen vinden. We zullen het lang, dankbaar, in ons omdragen. De volle zaal heeft het niet aan bijvals betuigingen laten ontbreken. De voorzitter van den Kunstkring, den heer Van der Hoeven, bood den dirigent een mooien krans aan. PROF. Dr. JULES PERSYN f Sedert een paar dagen werd de bekende Vlaamsche letterkundige en criticus Prof. Dr. Jules Persyn, o.m. leeraar aan de hoogeschool van Gent, vermist. Hij had Dinsdagmiddag j.l. blootshoofds en op pantoffels zijn woning te Broekhem bij Antwerpen verlaten en was sedertdien niet meer teruggekeerd. Gisteren heeft men zijn lijk opgevischt uit den vijver van zijn tuin. Dr. Jules Persyn was in 1878 te Wachte- beke West-Vlaanderen) geboren Hij schreef o.m. crltische werken over de Nederlandsche schrijvers Dr. Schaepman, v. Deyssel en verder over Vlaamsche letter kunde en Noorsche literatuur, o.a. een boek „Hendrik Ibsen". Hij was vader van 13 kinderen, van wie het jongste slechts 2 jaar oud is. RECLAME. „EN VANAF DIEN TIJD gebruik ik natuurlijk alleen 1. 2. 3., het bevalt me reusachtig" Op honderd verschillende manieren hooren we dit uit brieven als bewijs hoe 1. 2. 3. Hollandsch zelfwerkend wasch- middel wordt gewaardeerd door Hol- landsche vrouwen. Zij schrijven over de mooie tint van het witte goed, over een wollen jumper, die ze er zoo prachtig mee hebben gewas- sehen en zelfseen enkele keer, over den billijken prijs van 17'/i cent per pak „5 cent goedkooper dan die dure bui- teniandsche merken". 8889 463e STAATSLOTERIJ (Niet officieel) 5de klasse, 17de lijst Trekking van Vrijdag 13 October 1933 Hooge Prijzen 3030.11689 (premie) I 400.— 20337 200.— 14724 100.— 11436 13270 Prijzen van 70. 1617 2102 2804 5177 5413 5746 5840 5920 5938 6290 6337 644t 6631 7201 8682 9453 9654 9777 10520 10865 11617 13892 14671 15060 15731 17120 17291 18102 19582 Nieten 186 211 985 1078 1244 1400 1997 2001 2040 2214 2385 2403 3832 3932 3966 4076 4077 4088 4373 4532 47H 5313 5381 5762 5767 5952 6803 7162 7353 7888 8010 8482 9033 9152 9561 lOOl-i 1006 10326 10424 11307 11552 12128 12299 12882 12947 13284 13829 13838 14275 14993 15287 15810 158:: 16253 16402 16424 16614 17318 17407 18606 18739 18764 19086 19917 20609 20856 Verbetering: 5e klas 16e Jst 5422 m z. 5424. IJMUIDEN, 13 Oct. Tarbot per KG f.0.65—0.50, Tongen per K.G. f. 2.C 5 i 5, Kleine Schol per kist van 50 K.G f. _5 10.50, Middel Schelvisch f. 36—33. Kleinmiddel Schelvisch f. 33.50—20 Kleine Schelvisch f. 16.50—7.50, Kabeljauw per kist van 125 K.G. f. 46—25, Gullen per kist van 50 K.G. f. 15—3.80, Lengen per stuk f. 1.40, Heilbot per K.G. 1.1, Wijting per kist van 50 K.G. f.6—4, Kool per stuk f.0.65-0/8 Makreel per kist van 50 K.G. f. 7.50-4.50. 2 loggers met haring: IJM. 268 met 169 kantjes, IJm. 283 met 34 kantjes; pekel haring prijs van f. 10.80—8.50 per kist Aangekomen 2 Stoomtrawlers: IJM. 140 met f 2155, IJM. 16 met f.3285; 1 treil- logger KW 35 met f.1099; 1 kotter: E 45 met f.1257; KW. 23 met 493 kantjes, KW. 130 met 393 kantjes pekelharing over geladen voor Katwijk, N.V. AMSTERD. TOONEELVEREEN. „Eindexamen", tooneelspel in 3 bedrijven van Max Dreyer. De serie abonnementsvoorstellingen is op zeer gelukkige wijze ingezet met een alleszins merkwaardig stuk, dat volop de aandacht waard is. Max Dreyer geeit in zijn „Eindexamen" op frappant duide lijke wijze de sfeer rondom dit voor velen zoo belangrijke gebeuren aan een gymna sium weer: op den voorgrond plaatsend een .moeilijke leerling", om wien boven dien nog een apart conflict is geweven. Voor Knud Sengebusch, die feitelijk geen thuis meer heeft na den dood van zijn moeder, den verkondiger van de leer, dat leeraren en leerlingen van nature aarts vijanden zjjn, beteekent het eindexamen, dat hij nu voor de derde maal zal af leggen to be or not to beVoor ge en middel wil hij terugdeinzen om er te ko men. Zelfs probeert hij de examen-op gaven te stelen door langs een bliksemaf leider te klimmen. Deze breekt echter en Knud doet een leelijken val, die zijn po ging aan het licht doet komen- Gelukkig voor hem is de rector een humaan, warm voelend mensch. zoodat hij niet wordt uitgesloten, al is de stemming natuurlijk tegen hem. Nog scherper wordt de situatie doordat Knud verliefd is op een vrouwe lijke mede-leerling, die ook wordt aange beden door een jeugdig leeraar. Hoe goed is geschilderd het in sommige opzichten geringe verschil tusschen oudere leerlin gen en jeugdige leeraren in het algemeen! Knud betrapt den leeraar in een liefdes scène met zijn aangebedene en eischt, dat deze. die bovendien zijn lot in handen heeft, daar hij les geeft ln zijn zwakste vakken, hem zal examineeren over een door hem aangegeven onderwerp; anders zal hij alles verklappen; chantage We beleven daarop het eindexamen. De leeraar-medeminnaar krijgt inderdaad Knud's lot ln handen, aan hem zal de be slissing zijnHij verwerpt de chan tage en Knud moet worden afgewezen, hoezeer de rector zich voor hem heeft in gespannen. Knud wil dan zijn wraak ne men, dochop het beslissende oogen- blik kan hij niet, zijn betere-ik belet het hem. De leeraar zelf heeft evenwel juist tevoren alles aan den rector medegedeeld en met zijn groot begrijpen van alles, wat menschelijk is, brengt deze beide rivalen tot elkaar. Knud zal door den rector bo vendien thuis worden opgenomen en een nieuwe toekomst tegemoet gaan Ziedaar een korte inhoudsschets van dit merkwaardige tooneelspel dat zoo zuiver belicht, hoezeer .soms een moeilijke leer ling trots vele gebreken een blanke kern kan bezitten en onder een stuwende, de diepste vezelen van het innerlijke begrij pende leiding kan uitbotten tot een mensch, waarvan de maatschappij later plezier kan beleven. Als het ware ter illus tratie van het hoofdgebeuren zijn daar omheen gevlochten eenige pakkende scènes ter belichting van het milieu, raak geschilderd, met kleur en verve. Door en door bekend moet de auteur zijn geweest met dit door hem getypeerde milieu, om dit zoo sterk-sprekend te kun nen uitbeelden. En al mag de inzet mis schien wat zwak zijn, het geheel uiterst fragmentarisch, wij zouden bijkans willen zeggen „filmachtig", hij heeft een climax weten te bereiken van buitengewone kracht. Steeds hooger stijgt het conflict, knap geleid en opgebouwd tot het zijn oplossing vindt. Men kan deze al dan niet geheel bevredigend oordeelen, het doet er niet toe. Max Dreyer heeft een gaaf tooneelspel geleverd, dat weer eens „vonken spat", dat doet zien. hoe het tooneel nog is en blijft, mits goed gehan teerd. een cultuur-kracht van eersten rang. En hoe keurig sloot de vertolking zich daarbij aan in nauwsluitend samenspel, zooals niet al te vaak, helaas, pleegt te worden bereikt. In de allereerste plaats werd als geheel op het tooneel werkelijk „Jeugd" gebracht, een factor van beslis sende beteekenls voor dit oeuvre. Gewoon lijk is dit juist een zwak punt bij het vaderlandsche tooneel. Hier was het er en zelfs schitterend. Van zwakke punten, het eerste tafereel dan uitgezonderd, geen spoor Aan de regie komt hiervoor alle lof toe. Men voelde de straffe hand van een tooneel- leider, die het verk had opgenomen in zijn geest en precies wist hoe de finesses te doen aanslaan. De regie van Albert van Dalsum was steeds voelbaar, doch geens zins hinderlijk, Integendeel. Daarnevens vertolkte van Dalsum den rector. Hoe prachtig beeldde hij deze figuur uit, vol menschelijke warmte voor zijn leerlingen en leeraren. Het was een creatie, die „stond". Met tal van kleinig heden gaf hij extra-relief aan zijn zware rol, b v. hoe spraken zijn handen mede een taal zonder woorden, die direct greep en verstaan moest worden. Nog zwaarder was de rol van Knud. Het was een opgaaf, daaronder velen zouden zijn bezweken, doch Cruys Voorbergh heeft zich opge wassen getoond tegen alle moeilijkheden en zwarigheden. Alle respect voor heigeen door hem werd gepresteerd. Bij den inzet werd zijn figuur o.i. iets te hoekig gehou den, maar later leefde zijn typeering gaaf en krachtig. Als Drithe lm Bunde staat daarnaast de leeraar van Carpentier Al- ting hoewel deze iets meer moeite had om zich te handhaven naast beide ge noemden. Georgette Hagedoorn beeldde het om streden meisje uit. Ook voor haar hulde. Af en toe gaf zij soms iets te yeel, doch RECLAME. DE ONTWAPENING. GENEVE, 13 Oct. (Reuter). Volgens een gisteren genomen besluit zijn de deskun digen van Frankrijk, Engeland en Amerika aan het werk gegaan om een ontwerpreso lutie op te stellen, waarin de drie mogend heden definitief hun standpunt neerleggen aangaande een verbod van herbewapening door Duitschland, een proefperiode en de instelling eener controle. Deze resolutie zou verscheidene scherp omlijnde artikelen behelzen en den grond slag vormen voor de a.s. besprekingen. Er werden verschillende teksten besproken, naar den vorm verschilden, doch wat de hoofdzaak betreft identiek waren. Over een gemeenschappelijke redactie moet thans nog onderhandeld worden, doch ln den loop van de gevoerde besprekingen ls de lnh-ud van de resolutie vermoedelijk reeds aan Nadolny kenbaar gemaakt. Daar Nadolny, die naar Berlijn is ver trokken, reeds op de hoogte werd gesteld van het plan der groote mogendheden, de aangegeven procedure te volgen, en dus cok de Duitsche regeering hiervan thans kennis draagt, stelt men" zich op het Standpunt, dat de regeering te Berlijn nu alle gegevens bezit omtrent de grenzen, welke door Frankrijk, Engeland en Ameri ka bij het voeren der onderhandelingen in geen geval zullen worden overschreden. Zij kan thans het door haar te geven antwoord, waarvan de toekomst der ont wapeningsconferentie zal afhangen, ln be raad nemen. Met betrekking tot de moge lijkheid van verkorting der proefperiode, een mogelijkheid, die door zekere delega ties is geopperd, wordt erop gewezen, dat de periode van vier jaar, die docr Frank rijk is voorgesteld, door de deskundigen nauwelijks voldoende wordt ge iclit om de zeer omvangrijke militaire reorganisatie van Duitschland te bewerkstelligen. Anderzijds is oei. vrij langdurige periode ock noodig om het goed functior.neeren der controle aan te toonen HET CONFLICT IN HET VERRE OOSTEN. CHARBIN, 13 Cct. (Reuter). Passagiers van de Trans-Siberischen Spoorweg be richten. dat alle 45 minuten Russische tioepen naar het oosten passeeren en dat de troepen van Mandsjoekwo zich nabij Hailar concentreeren. Het zakenleven te Charbin ligt volkomen stil: bankiers en zakenlieden wachten hoe de zaken zich zullen ontwikkelen. De Russische consul-generaal heeft reeds voor de vijfde maal zonder succes geprotesteerd bij het ministerie van bui- tenlandsche zaken en verzocht vrijlating van de gearresteerde Russische be ambten. HIRTSIEFER IN VRIJHEID GESTELD. ESSEN. 13 Oct. (V.D.) De vroegere Prui sische minister voor Sociale Voorzorg, dr. Hirtsiefer. die op 26 September j.l. naar het concentratiekamp Wuppertal Beyen- burg was overgebracht, is gisteren uit het kamp ontslagen. VUURWERK-FABRIEK VERNIELD. MADRAS. 13 Oct. (Reuter). In een vuur werk-fabriek nabij Madras heeft een ont ploffing plaats gehad, waardoor het ge- heele gebouw Instortte Zes personen werden op slag gedood en acht ernstig gewond; men meent, dat nog 10 personen onder de puinhoopen liggen. o NIEUW GIFGAS. PARIJS, 13 Oct. (Reuter) De Petit Jour nal verneemt uit Clermont-Ferrand, dat twee professoren aldaar, de heeren Bert en Dorier toevallig bij onderzoekingen naar parfums een nieuw gifgas hebben ontdekt, dat veel schadelijker is dan de tot nu toe bekende. De samenstelling is en blijft evenwel geheim en zal slechts m geval van oorlog worden geopenbaard. NIEUWE RECORD-POGING LONDEN—AUSTRALIË. LONDEN, 13 Oct. (V.D.) De Australische vlieger Ulm is gisterenavond per vliegtuig uit Engeland naar Australië gestart, om te trachten het deze week door Kingsford Smith verbeterde record, op zijn naam te brengen. zij remde bijkans terstond en behalve een kleine „knarsing" verliep dan alles weer vlot. Uit de verdere rij van executanten zou den wij nog apart willen noemen, de gym nasiast van Ben Royaards, die keurig werd volgehouden en dan het allerbekoorlijkste type van ouderwetsche leeraar van van Warmelo, zoo uit het leven gegrepen. Bij zulke typeeringen is van Warmelo altijd op zijn best! Dank zij het gebruik van een soort „draai-tooneel" kon de voorstelling een vlot verloop nemen. Waar dit draaitoo- neel hier betrekkelijk primitief moest zijn, deed het soms ietwat rommelig aan, dat dit draaien geschiedde bij open doek zij het met gedoofde lichten, doch aan den totalen indruk kon het niet schaden. Hier is tooneel gespeeld, ras-echt tooneel! De prachtig bezette schouwburg tot en met baignoires uitverkocht! heeft oprecht genoten van stuk en spel en zeer dankbaar daarvan getuigenis afgelegd. Voor Van Dalsum en Cruys Voorbergh groeide het applaus speciaal aan tot een ovatie. 888-1 DE MUITERIJ AAN BOORD VAN „DE ZEVEN PROVINCIËN". DE EERSTE DAGVAARDINGEN. DEI HOUDING DER OFFICIEREN. BATAVIA. 13 Oct. (Aneta). De dagvaar dingen inzake de muiterij aan boord vaol de ..Zeven Provinciën" zullen Maandasl IR October aan de eerste groep der mui-l ters worden beteekend. BATAVIA, 13 Oct. (Aneta). Aan ds vooravond van de behandeling van de za ken der muiters door den Zeekrijgsraact te Soerabaja publiceert de „Java-Bode' mededeelingen over de houding der offi cieren van de „De Zeven Provinciën" vtó en tijdens de muiterij aan boord van dit schip. Het blad merkt op, dat reeds ter reedt van Soerabaja van den Marine-comman dant een telegrafische waarschuwing was ontvangen. Op ontvangst hiervan merkte de com mandant. kapitein-luitenant ter zee Eikenboom, op, dat van de pistolen geen gebruik mocht worden gemaakt indien zich een of ander voordeed. De commandant dacht hierbij niet aan muiterij, noch aa'n minder ernstige handelingen. Te Sibolga werd over het eten gerecla meerd. Het plan tot muiterij, onder leiding van den korporaal Bosschart, werd te Sabang aan den wal en aan boord tusschen Sa- bang en Oleh-Leh gemaakt. Voor het signaal tot muiterij weerklonk meldde de sergeant-constabel Van Flore- stin in de longroom dat uit de verlaat- rol-kist munitie was ontvreemd. Dit be richt werd een oogenblik later door den luitenant ter zee Reyniers bevestigd. Hl) voegde aan deze mededeeling toe, dat de officieren de pistolen moesten laden. Hoe veel munitie er gestolen was kon niet wor den nagegaan, daar de inventarislijst niet bij de hand was. De officieren snelden naar hun hutten, doch aangezien de patronen voor de pisto len geborgen waren in dichtgesoldeerde doosjes, kon de bewapening niet zoo snel geschieden. Daarop klonk het fluitsignaal, waar mede de muiters in actie werden gebracht en dat van tevoren was afgesproken. Den officieren werd door de muiters aangezegd dat zij zich rustig hadden te houden en zich naar het achterschip had den te begeven, waar zij moesten blijven. Het blad gaat dan voort: „Geen der offi cieren heeft zich, verzet; en hoewel zij voor des nachts 1 uur, het tijdstip waarop het schip wegvoer, wel over geladen pisto len beschikten, is ook geen enkele poging beproefd om tegenover de muiters op t( treden. De officieren zagen af van het verzei waartoe zij verplicht waren, omdat dil toch niet zou hebben gegeven in verband met de getalsterkte van de muiters. De luitenant ter zee der derde klasse A, N. baron de Vos van Steenwijk was bij hel uitbreken van de muiterij in de radio-hut vanwaar hij eerst Soerabaja, daarna Sche- veningen opriep met het verzoek Soera baja van het uitbreken van de muiterij op de hoogte te stellen. Op dat oogenblik naderden Bosschart en Paradja (twee der hoofdleiders) den sei nenden officier in de radio-hut, waarop korporaal Bosschart dezen opdroeg heen te gaan. Luitenant ter zee De Vos van Steenwijk die gewapend was met een geladen revol ver. dreigde den muiter even, doch toen hij zag, dat meerdere muiters kwamen, ging hij gewillig mee. Ook hier dus weer geen spoor van verzet, of van een ernstige poging de muiterij in het begin te smoren. Nadat het muitende schip van de reede was weggestoomd kregen de officieren van de muiters 't bevel om zich in de long- room te verzamelen teneinde aldaar een deputatie te ontvangen. Hoewel de luitenant ter zee der derde klasse J. G. Stegeman, daar aanvankelijk tegen was. werd de deputatie der muiters ontvangen en te woord gestaan. Korporaal Bosschart sprak namens de Europeanen, terwijl Paradja namens de Inlanders het woord voerde. Beiden deelde mede, dat de muiters geen kwaad in den zin hadden en niet voornemens waren van wapens ge bruik te maken. Een der oudere officieren bleek volstrekt niet gestemd te zijn voor verzet. „Alles moest", zoo zeide deze of ficier, „zoo soepel mogelijk verioopen." Toen de muiters uit de radio-berichten vernamen dat zij in Holland en in Indië voor cummunisten werden aangezien, be sloot de meerderheid der muiters zich weer onder de officieren te stellen, den Com mandant aan boord toe te laten. Hierte gen verzette zich Kawilarang. die de „De Zeven Provinciën" bestuurde Door dit ver zet is men op het plan om zich weer onder de officieren te stellen, teruggekomen. Gedurende de vaart toonde de oproerige bemanning eerbied voor de vlag. Toen het eskader in zicht kwam en de eisch gesteld werd de witte vlag te hlj- schen werd dit niet serieus opgenomen en gezegd: „Ze doen toch niets. Het is bang makerij, er zijn immers officieren aan boord." Nadat de bom bijna 50 dooden en gewon den had gemaakt sprongen de officieren dreigend met de revolver in de hand te voorschijn, waarop korporaal Bosschart met ongewilde ironie zeide„Het is nu niet meer noodig." Voorts is gebleken dat de luitenants ter zee der derde klasse A N baron de Vos van Steenwijk en R. Rftsema van Eek een paar malen onder hun collega's het denk beeld opperden een overval op de muiters te doen. Anderen yonden dit nutteloos. 9 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 2