Willy den Ouden verbetert wereldrecord - Instorting viaduct te Milaan
74sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
De Moord op Abbotshall
Een Detective-verhaal
door PHILIP MAC DONALD.
Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S.
34)
jï?6" WJhaar achter zich sloot, zag
«S,,,,? iulst een 111 het zwart gekleed
wltïf nen den hoek om boven aan
of ,was een rug, dien hij vroeger
?f„, had. Het gaf den indruk van
SrPf dde onrust en de haast, waarmede
dacht enen Was' was op zichzeIt al ver"
A"thony lachte. „Belford, mijn vriend,"
v L." heusch iets leelijks ge-
nm dan ben je bezig te vragen
Sap af worden." Hij liep door de
s Avonds, toen Anthony vóór Laura
Hoode stona, bij de open ramen van den
salon, vond hij haar nog minder innemend
dan zij overdag hem geleken had. Zij was
opgestaan, toen hij binnen kwam, en, of
schoon het magere gezicht met zijn
scherpe trekken kalm was, speurde hij
toch haar onrust. Zij gaf hem een toeken
te gaan zitten. Hij liet zich in den stoel
wegzinken, zijn beenen over elkaar.
„Wat wenscht u van mij, mr. Gethryn?"
De stem was net zoo levenloos als de
vrouw zelf en Anthony rilde. Zulke vrou
wen maakten hem altijd onrustig.
„Een heeleboel, miss Hoode." Ondanks
zijn afkeer was zijn toon volkomen hof
felijk.
„Ik kan mij niet verbeelden
„Eén oogenblik," zei Anthony. „Zooals u
weet, kwam ik naar hier toe, naar Mar
ling, om uit te vinden, zoo mogelijk, wie
uw broer doodde. Een
„Die taak," zei de vrouw, „is al vol
bracht."
„Niet heelemaal, geloof ik. Volgens mijn
meening had de jonge Deacon niet meer
met den moord te maken dan ik. Elke mi
nuut. die ik in dit huis doorbreng, geeft
mij meer zekerheid. Vanmorgen vond ik
iets, waar ik naar zocht, iets, dat licht kan
geven, daar waar het erg noodig is, waar
van u mij vertellen moet."
Zij ging nog rechter zitten op haar stoel
met zijn rechten rug.
„Mr. Gethryn," zeide zij, „ik heb niet op
met uw manier van doen, en ook niet met
uw houding."
„Ongelukkig," zei Anthony streng „noch
manier noch houding zijn op het oogen
blik van belang. Miss Hoode, ik ondernam
deze taak, half uit verveling, half omdat
een vriend mij vroeg, maar thans wel,
nu zal ik haar tot een einde brengen."
„Maar maar ik begrijp heelemaal niet
waarover u praat." De vrouw was blijkbaar
in de war gebracht; toch scheen er tn
haar toon een onrust, die niet alleen
voortkwam uit verwarring.
Anthony haalde uit zijn borstzak een
dik stapeltje brieven. Het papier was
violet, de enveloppen geschreven met
groote, onregelmatige letters. Het pakje
werd bij elkaar gehouden door een breed
lint, dat ook die violette kleur had. Hij
hield het pakje in den palm van zijn hand,
keek toen op, en zag hoe het beenige ver
velende gezicht van de vrouw bleek van
woede was. Die woede, meende hij, was
niet onvermengd met vrees, maar niet het
soort van vrees, dat hij verwacht had.
„Dit is het," zei hij, „waarover ik een
verklaring van u zou willen hebben. Een
verklaring n.l. van wie zij zijn, en waarom
u ze uit de schrijftafel van uw broer hebt
gehaald, en in uw eigen kamer verbor
gen."
Zij kwam overeind, deed een stap naar
hem toe. „U u begon zij, en stikte
in haar woorden.
Anthony stond op. „O, ik weet, dat ik
een vuile spion ben. Verbeeld u niet, dat
ik denk, dat het iets anders als walgelijk
is om voor geheim agent te spelen, 't Is
vuil geweest, het zal vuil zijn, en het is
vuil, al draagt het ook het zegel van Co-
nan Doyle. Ik weet, niemand beter dan ik,
dat het een vuiligheid was om uw kamer
rond te snuffelen, toen u vanmorgen bij
het gerechtelijk onderzoek was. Ik weet,
dat het nog vuiler is om u nu te overdon
deren maar ik ben aan het uitvinden,
wie uw broeder gedood heeft."
„Die jongen was het," zei de vrouw met
haar witte lippen. Zij was achterover ge
vallen in haar stoel.
„Die jongen was het niet. En daarom
zal ik doorgaan met denken en spionnee-
ren en kruipen en bullebakken tot ik uit
gevonden heb, wie het werkelijk was. Nu
vertel mij nu, waarom u deze brieven hebt
gestolen." Hij kwam naar haar toe en keek
op haar neer.
Een leelijke, nare blos kwam op haar ge
zicht. Zij zat rechtop, Haar kleurlooze
oogen gloeieden.
„U gelooft u durft gelooven, dat ik
hem doodde?" stootte zij uit, met een
soort van afschuwelijk fluisteren.
Anthony schudde met zijn hoofd. „Dat
is niet noodig. Ik zal beter weten wat ik
geloof, als u mij verteld hebt, wat ik moet
weten."
„Maar wat heeft dat idiote gekrabbel te
maken met met John's dood?" Zij wees
met een bevende vinger naar het pakje in
zijn hand.
„Niets, alles, of juist genoeg," zei An
thony. „U stelt mij juist de vragen, waar
ik van u, indirect, antwoord op noo
dig heb."
Zij antwoordde: „Ik weiger" en sloot
stijf den mond met de dunne lippen.
,Moet ik u dwingen?" vroeg hij. „Heel
goed. U moet mij vertellen, wat ik noodig
heb te weten, omdat, als u het niet doet,
ik naar Scotland Yard zal gaan, waar ik
een beetje invloed heb, en daar zal ik deze
brieven deponeeren en aan de autoriteiten
het verhaal vertellen, hoe Ik ze gevonden
tb, U moet mij verteilen, want, als u net
nie" doet, zult u mij er to brgjjge* U ge
looven, dat u er wel iets van af weet hoe
uw broer gedood werd. U moet mij vertel
len, want, Indien u het niet doet" hij
hield op, en keek naar haar tot zij den
blik van de groenachtige oogen in het
bruine gezicht niet meer kon verdragen
„want, indien u het niet doet," herhaalde
hij, „moeten de inhoud van deze brieven
en wat er mee samenhangt bekend wor
den aan anderen, behalve u en mij. U zult
het mij vertellen, want u zult alles willen
doen om dat laatste te verhinderen."
Zoodra hij ophield met spreken, wist hij,
dat dit laatste schot indruk gemaakt had,
al was het afgeschoten in het donker. De
vrouw kromp ineen. En in haar angst
vond Anthony haar meer menscheslijk
dan tevoren.
„Neen, neen, neen!" fluisterde zij. „Ik
zal vertellen Ik zal vertellen."
Anthony bleef staan wachten.
„Hebt u deze deze brieven gelezen?"
De woorden tuimelden van haar lippen in
een bijna onbetamelijke haast.
Anthony knikte toestemmend.
,Dan moet u weten, dat die vrouw
dat mensch, dat ze schreef, was John's
Johns liefje."
Weer knikte hij, nieuwsgierig kijkend
naar de emoties, die elkaar verdrongen in
het nlet-te-beschrijven gelaat van zijn
slachtoffer. Vrees had hij gezien en angst,
maar nu waren deze beide er met af
schuw, verontwaardiging, teederheid voor
den doode en een hevige afkeer van iets,
dat ook maar leek op een „los leven."
„tWordt vervolgd), J
EEN KLUWEN VAN SPELERS bij den rugby-wedstrijd A.R.V.O.Hilversum, welke te Amsterdam
gespeeld werd.
ll.lt.S.V.U.C. in do residentie. In dezen eere-wedstrijd naar aanleiding van het 40-jarig bestaan
van H.B.S. speelden de H.B.S.-ers zoo enthousiast, dat zij zelfs tot in het V.U.C.-doel doordrongen en
den keeper ondersteboven liepen.
NABIJ BARCELONA tusschen Mancada en San Andres liepen twee treinen op elkaar. Verscheiden^
personen werden gedood, een groot aantal gewond. De in elkaar geschoven wagens.
EEN GEDEELTE VAN HET VIADUCT VAN HET OUDE
STATION TE MILAAN stortte in. Zes personen werden
hierbij gedood.
DE DADER VAN DEN AANSLAG OP DEN OOSTENRIJK.
SCHEN BONDSKANSELIER DR. DOLLFl SS DertiL,
tusschen twee gevangenbewaarders in den tuin van do
gevangenis te Weenen.
WILLY DEN OUDEN verbeterde
gisteren het wereldrecord 300 meter vrije
slag, dat op naam stond van de Ameri-
kaansche Helen Madison.
FILMSTERREN die voor de Duitsche radio zongen.
V.r.n.l. Lien Deyers, Willy Fritsch en Trude Marlen.