Het zaaien van het winterkoren - Het echtpaar Lindbergh in Engeland
74*« Jaargang LEIDSCH DAGBLADTweede Blad
FEUILLETON.
De Moord op Abbotshall
Een Detective-verhaal
door PHTT.TP MAC DONALD.
Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S.
32)
Anthony, eenlgszins pijnlijk getroffen,
monterde zichzelf op met de gedachte,
Sr» e€n lach was geweest in haar stem.
.^erp een blik op haar gelaat. Het ver-
S.ut em. niets. Haar reistasch werd naar
mten gebracht en in den wagen gezet.
zitten?"^ zelf," zei Anthony. „Wilt u voor
•oSlimlachte tegen hem en ging op de
plaats naast den bestuurder zitten.
„,i—^Intterd door de beroering, die deze
.'L "innen ln hem teweeg bracht,
ÏS? Anthony het hek uit en den smallen
weg naar de brug met een ongeoorloofde
snelheid. Maar daarna verminderde hij
zijn vaart, zich erg schamend. Een nieuwe
sensatie voor Anthony Ruthven Gethryn.
„Het spijt me," zei hij, „maakte die
snelheid u angstig?"
Zij keerde hem haar gezicht toe, niet
het gespannen, bleeke, dat hij verwacht
levenslustig van achter
de bekoorlijke sluier.
„Niet in het minst, zeide zij, en haar
lach klonk in haar woorden. „U ziet, na
gisteren en alles wat u deedt voel ik
mij heelemaal veilig met u. Alsof u geen
fout zoudt kunnen maken. Onmogelijk!"
Anthony gloeide.
„Ja," zei ze. „Heelemaal veilig, zoo voel
ik het." Een pauze. „Net zooals een klein
meisje zich voelt wanneer haar vader haar
mee uit neemt, laten we zeggen op een
tandem."
Anthony viel als uit den hemel, met een
slag. Goede God! „Vader!" Dus, hij had
een emotie opgewekt, welke overeen kwam
met die van een dochter? Ongelukkig voor
hem, moet iemand, die een auto bestuurt,
zijn oogen op den weg gericht houden: Hij
had niet gezien de kleine glimlach van
vroolijke spot, welke dien laatsten slag had
vergezeld.
Hij reed, terwijll zij zwegen, en dit duur
de totdat ze in Guilford waren. Hier moest
hij vaart minderen voor een wagen.
„Waart u op Abbotshall vanmorgen?"
kwam een zacht stemmetje naast hem.
Hij knikte.
„Hoe verliep het onderzoek? U moet
weten dat ik niets gehoord heb, niets! Was
het was het zoo slecht als u zei, dat het
zijn zou?"
„Ik was er zelf niet!" zei Anthony, ter
wijl hij zijn oogen gericht hield op den
weg vóór hem „maar uit wat ze mij
verteld hebben, ben ik bang, dat het
zoo was."
„Maar u zei, dat u daar was."
„In het huis, ja. Niet bij het onderzoek."
pa fijne stt.-j spotte met Hem. „U houdt
er zoo van om geheimzinnig te zijn, is het
niet."
„De spijker op den kop! Ik geloof, dat
het zoo is, daar hebt u gelijk in. Ik heb
pas een hoop jeugdige trekken ontdekt,
die heelemaal niet passen bij mijn leef
tijd." Iets in zijn toon deed haar naar
hem opkijken van onder den brutalen
rand van haar kleine hoed. Zijn profiel
zag er streng uit; het scheen magerder
dan ooit.
„t Spijt mij, als ik nieuwsgierig was."
De fijne stem was fijner en zeer zacht.
Anthony keek verschrikt. „Goede God!
Neen! Ik meende dat niet. Kijk, ik zal het
u vertellen. Ik ging naar Abbotshall, om
dat ik inbreker wilde spelen, op de eerste
verdieping. En de beste tijd om dit te doen
was toen iedereen beneden was voor het
onderzoek. Begrijpt u?"
„Natuurlijk. Maar hoe spannend? Gaat
u door. Ik zal het niemand vertellen!"
„Als ik dat niet geweten had," zei An
thony, „zou ik heelemaal niets gezegd
hebben."
„Dank u wel. Vondt u iets wat u ver
wachtte te vinden?"
„Ik vond. Iets van wat ik vond, had ik
verwacht te zullen vinden; iets niet." Zijn
toon was beslist, en weer volgde een stilte.
De snelheid van den grooten wagen nam
toe. Spoedig waren zij in Londen's bui
tenwijken.
„Waar gaat u logeeren?" vroeg Anthony.
„Brown's Hotel. Mag ik daar eerst naar
toe?"
F"! bracht haar naar Brown's Hotel, en
wachtte „iet de auto, totdat zjj terjg
kwam. Gedurende den rit naar Hasting's
flat in Kensington was er weinig gelegen
heid voor conversatie. Eens, terwijl hij
behendig stuurde tusschen een ophooping
van net verkeer door, begon hij, tusschen
zijn üppen, den klaagzang van Rood
borstje te fluiten.
Nu waren ze bij Hastings' flat. Toen het
voorstellen voorbij was, werden zij alleen
gelaten in Hastings' studeerkamer, terwijl
Hastings weggegaan was om den zieke
voor te bereiden.
Anthony nam zijn hoed op. „Ik moet
gaan," zei hij.
„Waarheen?"
„Naar Marling terug."
„O, mr. Gethryn!" riep Lucia uit. „Ging
u alleen naar Londen om mij te brengen?"
„Ja," zei hij na een pauze.
„Hoe verschrikkelijk Hef van u! Maar
moest u al dien tijd verspillen?"
„Alles wat prettig is," zei Anthony In
orakeltaal, „is winst. Hebt u uw zuster ge
waarschuwd, dat Deacon waarschijnlijk
zou gearresteerd worden na het gerechte
lijk onderzoek?"
Ja. En Ik probeerde haar te overtuigen
dat zij geen angst moest hebben. Zoo ge
hoorzaamde ik bevelen, zooals u ziet."
„Geloofde u, dat er geen reden van
angst was?"
Haar groote oogen ontmoetten de zijne.
In hun donkere diepten zag hij kleine "ou
den vonken dansen.
„Ja," zei ze.
Ar.thony boog. „Goeden avond," zei hij,
Si was yies.
HOOFDSTUK X.
Vogels in de lucht.
1.
Het was een paar minuten over half vijf,
toen Anthony de stoep afkwam, en weer
in zijn wagen stapte. Door Londen reed
hij snel; buiten verschrikkelijk snel. Altijd,
wanneer hij zich onrustig voelde, zocht hij
troost in snelheid. Het was nog prettiger
te paard te zitten, maar de auto was beter
dan niets. Bovendien, was er geen werk
te doen?
Onderweg dacht hij veel. De eene helft
van zijn geest was bezig met een pro
bleem van x en y, de andere met een
quantiteit nog duisterder zelfs dan x.
't Was die tweede helft van zijn geest, die
aan de waardigheid van Anthony Ruthven
Gethryn deed twijfelen. De sensatie was
nieuw.
Toen hij door het groote hek van Ab-
bothshall reed en de oprijlaan op, sloeg de
klok van de staUen kwart voor zes! Als de
afstand van Kensington naar Marling is
wat zij zeggen, dat hij is, dan was het
woord „verschrikkelijk" niet misplaatst.
Hij liet den wagen stoppen. Om den
hoek van het huis kwam sir Arthur Digby-
Coates aanrennen. Al was het dikke, pfjs-
gevlekte haar onbewogen gebleven door
den wind van de vaart, die hij had, toch
was er een opwinding, een onstuimigheid
over hem, op te maken uit zijn fladderen
de das, uit zijn kleeren, die zeer ongewoon
was. Hijgend kwam hij, naar den wagen
toe. „Gethryn, Gethryn! Juist de man, die
ik noodig had! Waar ben je geweest?"
iffiordt vervolgd), j
A l<ï /la nltnfar laamf E AKMiE.il Willi 1! HET UOVELUK VOETKOKKEN tusschen den HET ECHTPAAR L1NOBEBGH is van Oslo naar Woolston nabij Southampton ge.
al40 CiC Winier f\OTTll heer J. Kalff, zoon van minister Kalff, en jkvr. W. A. C. Quintus. Geheel
rechts minister Kalff. vlogen. Het echtpaar bij het verlaten van het vliegtuig.
11EVR. ESTHER 1)1! BOER-VAN RIJK
is te Tilburg op hartelijke wijze gehuldigd.
Per rijtuig word zij door do studenten
afgehaald.
HET' S.S. „ROTTERDAM" van de
HollandAmerika-lijn, wordt geheel wit
geschilderd. Het schip wordt in Amerika
als toeristenschip -gebruikt.
Het zaaien van het winterkoren in de Wier ingermeer.
Op de uitgestrekte akkers geschiedt het zaaien met een zaaimachine, welke een
breedte heeft van 8 meter.
EINSTEIN DOOR EPSTEIN. Buste van
professor Einstein, vervaardigd door den
beroemden beeldhouwer Epstein (rechts).