WAT COOTJE MET HAAR
POPPEN DEED.
RAADSELS.
GOEDE OPLOSSINGEN.
DE PARAPLU.
OPI fKS!MRFN.
EEN WARE GESCHIEDENIS.
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Cootje wordt voor al haar poppen
Nu te groot. Zij heeft geen tijd
Om naar hen meer om te kijken,
Hoe dat Cootje dan ook spijt'.
Cootje 'k moet 't erbij vertellen
Woont heel in Batavia.
En zij gaan weldra naar Holland.
Ernstig denkt ons meiske na.
Want haar Moeder zei vanmorgen:
Kindje, wij verkoopen veel
Breng jij dus op de vendutie
Ook je poppen. En het deel
Van de opbrengst, dat jou toekomt,
Nemen wij naar Holland mee.
Daar kun jij er wat voor koopen.
Zeg, is dat geen goed idee?
Cootje antwoordt niet zoo daad'lijk.
Schudt haar hoofdje, prevelt: Neen!
Zou 'k mijn poppen gaan verkoopen?
Och, er is er immers geen
Van wie 'k niet meer graag zou
hooren
Plots'ling straalt haar snuitje blij,
Roept ze luid: Ik weet wat, Moeder!
'k Geef z' aan kleine Lies de Vrij!
Die wil zeker er mee spelen
En de poppen krijgen 't goed,
Zonder zorgen zal 't dan wezen,
Als ik z' achterlaten moet!
Na een verre reis komt Cootje
Eindelijk in Holland aan.
't Lijkt wel, of de eerste weken
In een wipje om daar gaan!
Tot op zeek'ren dag de post haar
Brengt een dikken, zwaren brief.
Haastig maakt ze hem dan open,
Juicht: O, Moeder, kijk! wat lief!
T- Zeven kiekjes van de poppen!
Liesje schrijft, ze zijn gezond!
Met de kiekjes gaat nu Cootje
Bij de huisgenooten rond!
(Nadruk verboden).
„Ga nu maar," zei mijnheer, toen hij
baar werk na had gezien.
Dat behoefde ons meisje geen tweemaal
gezegd te worden. Vroolijk snelde ze weg.
En toen ze thuis kwam, zaten moeder en
Gerda al op haar te wachten. Vader was
er ook. en eerst dacht Tineke dat vader
op haar brommen zou. Maar vader deed
het niet, want hij had met moeder afge
sproken om er nu niet meer over te
praten. Dat kon morgen nog wel. Nu moest
Tineke maar vroolijk naar Tante Bé gaan.
't Werd nog een heerlijken dag voor de
twee zusjes. Want toen ze bij tante Bé
kwamen en haar gefeliciteerd hadden en
het cadeautje gegeven, dat ze voor naar
meegebracht hadden, zei Grootmoes: Jul
lie moesten vanavond hier maar blijven
slapen, kinders; anders moet je al zoo
vroeg naar huis."
Dat was een verrassing. Er was niets
wat ze liever deden dan bij Grootmoeder
blijven slapen. Den volgenden dag ging
vader zonder dat Tineke het wist eens met
mijnheer praten. Vader vertelde mijnheer
alles, ook dat Tineke thuis haar les vlot
had opgezegd.
Mijnheer was verbaasd.
„Had ik dat maar geweten. zei hij,
„maar er was hier geen woord uit haar
te krijgen."
„Ja," zei Vader „ze is een echt droom
stertje. ons meisje. En nu was ze vervuld
van een verjaardag waar ze naar toe
moest. Dat hield haar schijnbaar heel erg
bezig- Doch we hebben haar gezegd dat
dit op school niet mag, en zc heeft be
loofd haar best te zullen doen."
„Dan zal het ook best in orde komen",
meende mijnheer.
En dat vond vader ook
FRANCINA.
RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE
KIEZEN, DE GROOTEREN 4,
DE KLEINEREN 3.
I.
Ingezonden door Gerda Spiecker.
Een dorpje in Drente van 2 lettergrepen,
6 letters. Als je de laatste letter veran
dert, dan wordt het een nuttig voorwerp,
dat de tuinman veel gebruikt, vooral bij
droog weer.
II.
Ingezonden door Liesje Thors.
Verborgen plaatsen in ons land.
Ik geloof wel dat het Annie van
Heel speet je niet te zien.
Is 't waar dat Jan van Noord elf tegels
heeft lat^n vallen.
III.
Ingezonden door Marie Borreman.
Een straat in Leiden van 17 letters. De
4 eerste letters is een getal. De 11 eerste
letters is iets waar in dezen tijd iedereen
in Leiden heel veel heeft gedacht en over
gesproken en de laatste 6 letters is iets,
dat in iedere stad is te vinden.
IV.
Ingezonden door Hennie de l'Ecluse.
Waarin is een olifant gelijk aan een
steen?
V.
Ingezonden door Stientje Griffioen.
Wie is moeders kind en vaders kind en
toch niet hun zoon?
VI.
Ingezonden door Greet de Leeuw.
Een huisdier van 1 lettergreep en als
je mij omkeert dan word ik een gedeelte
van boom of struik.
VII.
Ingezonden door Mar janna v. d. Anker.
Mijn vader had eens op een keer
Zijn laatste pijp gebroken.
Wij hadden er nog één, maar
Daar kon hij niet uit rooken.
Waarom niet?
VIII.
Ingezonden door Marius van den Anker.
Welke ijzers zijn dikwijls van goud?
GOEDE OPLOSSINGEN DER RAADSELS
ONTVANGEN VAN:
Gerard de Geus, Dorus de Geus, Keesje
de Geus, Corrie Delfos, Mar janna van den
Anker Marius van den Anker, Adi van
Mantgem, Paula ten Hooven Edward ten
Hooven Lilly van der Leeuw. Jannie de
Water Frans de Water Rika Kanbier,
Greet de Leeuw Rie Oudshoorn, Klaas
Oudshoorn, Wim Krult, Ali de Blauw,
Corry van den Kerkhof, Stientje Griffioen
Jo van der Linden, Tieleman van der Lin
den. Koos Nieboer. Annie van der Mey,
Bep Riebeek, Jacobus Nieboer. Jannie Nie
boer. Marietje Zaalberg, Truus de Graaf,
Ans Vollenga, Rietje Vollenga, Dirkje Hop
man, Maart je Zaalberg, Adrie van Nood,
Tineke van Nood. Maurits van Nood. Johan
van Nood. To van Du uren, Willy Simonis,
Bep van Du uren. Conny van Vliet. Marie
Borreman, Dickie de Wit Bald de Wit,
Francina de Wit, Aaltje van Vliet, Boukje
van Vliet, Adriaan van Vliet, Gerda Spie
cker. Rie Hartevelt, Prijna Hartevelt,
Janny Hartevelt Liesje Thors Hans Kret,
Corrie Kret Cornells J. Arbouw, Annie
Zaalberg. Rietje Trap, Marie Brokaar,
Mien Planjer. Rika de Graaf. Bep Nieboer,
Wim Nieboer. Annie Boekestein. Antje de
Nie Johan Mulder, Hendrik Mulder, Nellie
Muilder, Nico Kret, Celia Kret.
„Moeten we de paraplu ook opzetten,
Paps?" vraagt Moeder, als ze met klein
Truus je de huiskamer binnenkomt en ze
kijkt vader een beetje berouwvol aan. „We
hebben ons zoo verlaat!" zegt ze dan.
„Eerst nogal veel boodschappen gedaan in
de stad en ten slotte hield Tante Enny ons
nog op, die met haar peuters wat aan het
wandelen was!"
„Nou!" zegt Vader en hij doet zijn best
om er erg boos uit te zien, „nou, eigenlijk
wel! Laatkomers dat jullie zijn! Ik begon
me al ernstig ongerust te maken en dacht
er juist over om de politie eens op te bel
len, of die misschien ook een tweetal zwer
velingen had gezien! Gelukkig, dat dit nu
niet noodig is!"
Moeder en Truusje beginnen hartelijk te
lachen, maar op eens vraagt Tuusje ver
baasd: „Mammie, waarom wou U hier de
paraplu opzetten? Het regent hier toch im
mers niet!"
„Neen", grapt Moeder, „maar ik wou de
booze bui van vader daarmee hebben af
gewacht! Als Paps nu eens heel erg boos
op ons was geweest, dan hadden wij er
saampjes veilig onder gezeten, meisje, en
dan was die heele booze bui alleen maar
op de paraplu terecht gekomen en lek
kertjes niet op ons, begrijp je wel?"
Truusje kijkt haar Moeder een beetje
wantrouwend aan. Meent Mammie dat nu
echt? Ja. ze ziet er zoo gewoontjes uit!
Heelemaal niet. of ze er een grapje van
maakt! „Dan zal het ook wel zoo zijn!"
besliste ze bij zichzelf, „al lijkt het anders
wel een beetje raar!"
Het is een paar weekjes later! Truusje
heeft een heel gezelligen middag, want
Hans en Mieke, de beide buurtjes, spelen
bij haar in den tuin! Hans is voor de beide
peuters eigenlijk wel een beetje te groot, en
hij is bovendien verbazend wild! Moeder
houdt dus zoo af en toe een oogje in het
zeil en ze heeft een paar keer al geroepen:
„niet zoo wild toch! Er komen nog onge
lukken van!"
Helaas, ze krijgt gelijk! Op een gegeven
oogenblik komt het drietal schuldbewust
bij haar in de kamer en Mieke laat met
een verschrikt gezichtje een grooten win
kelhaak in haar jurkje zien!
„Daar heb je het nu al!" zegt Moeder
boos. „Ik heb iullie zoo gewaarschuwd, dat
je kalmer aan zoudt doen! Dat zal je Moe
der wel niet zoo erg plezierig vinden, Mieke,
dacht je wel?"
„Nee, mevrouw!" zegt Mieke bedrukt. Ze
denkt dat ook niet!
„Zal Mieke's mammie heusch heel erg
boos zijn, Moeder?" vraagt Truusje op
eens. Vol spanning kijkt ze haar Moeder
aan.
„Ik vrees van wel!" antwoordt Moeder
ernstig, en ik vind. dat Mieke dat ook echt
wel heeft verdiend.
Truusje keert zich om en loopt haastig
de kamer uit! Als ze even later weer te
rugkomt, is het met Moeders paraplu, die
ze uit den stander heeft gehaald en drin
gend vraagt ze: „Mag Mieke die dan heel
even meenemen, Mams? Heel even maar!"
„Waarom in 's Hemelsnaam?' vraagt
Mams verbaasd.
.Nou. voor haar booze Mammie natuur
lijk!" zegt Truusje, alsof het de gewoonste
zaak van de wereld is! „Zet die maar op
hoor!" gaat ze dan met overtuiging voort
en ze duwt het onthutste Miekie de para
plu in de hand. „Zet die maar op, dan merk
ie van de boosheid van je Mammie niets!
Je kunt het heusch gelooven!" voegt ze er
nog eventjes heel beslist aan toe.
„Hè Mams0" keert ze zich dan naar haar
Moeder, ,,'t Ts werkeliik waar! U hebt me
dat laatst zelf verteld!"
R. W.
(Nadruk verboden).
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT nET
VORIGE NUMMER.
1. Ezel, Wezel.
2. Zout, kamp, Zoutkamp.
3. Ommen, Almelo.
4. Een ei.
5. Met hun mond.
6. Een gek kan meer vragen dan tien
wijzen hem kunnen antwoorden?
7. Dixmuiden. Mien, duim, den, duin.