Bouw nieuwe Waalbrug - Een concentratiekamp op een schip 74*,e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad j FEUILLETON. De Moord op Abbotshall TER GELEGENHEID VAN DE l'EESTEN VAN „HET VADERLANDSCHE HERTOG ADOLF FIUEDRICH VALPARTIJEN HIJ H1NDERNISRENNEN TE BRISBANE, AUSH'RALIë. Een bijzonder FRONT" hebben twee Weensohe schoenmakers bondskanselier Dollfuss dit bro^der'Va n^Pi^s^èndrik wórdt moeilijke hindernis, waar twee jockey's uit het zadel gewipt worden, paar mooie sohoenen met zijn portret erop ten geschenke aangeboden. 10 October 60 Jaar. DE BOUW VAN DB NIEUWE WA ALBRUG. Bij Lent TWEE REUSACHTIGE POPPEN voorstellend dt bekende filmkomieken SUn' "'va^Tb^ewTtordr^tu^^df" ^a-el en Oliver Hardy, in de straten van Nijmegen tijden. Ue kermi. fianeerend. tran sportkabel s. CONCENTRATIEKAMP OP EEN SCHIP. Het concentratie kamp Missler bij Bremen is op een schip overgebracht. Gevangenen op het dek" achter prikkeldraad. HET MONUMENT ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de ramp der R. 101, dat Zondag nabij Beauvais ontbnld zal worden. Een Detective-verhaal door PHILIP MAC DONALD. Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S. 27) „Alsjeblieft", zei het stemmetje, „laat je "^Neen" brulde Hastings. „Neen! Nooit meer'" Zachtjes hief zij haar hoofd op om weer naar hem te kijken. Onmiddellijk, door en door overtuigend, kuste hij haar. Voor een oogenblik, een snel voorbijgaand gedeelte van een seconde, scheen het hem, dat ae geachte lippen den druk van de zijne had den beantwoord. Maar dan rukte zij zich vrij. „Mr Has tings!" Zij stampte met haar voet. Hoe durft Een grijns van vreugde was op zijn ge zicht. „Niet noodig", mompelde hij. „is heelemaal niet meer noodig. Ik ben nu niet bang voor je, jou lieveling!" Hij greep weer naar haar. Van den grond kwam weer dat scnorre gebrom. Weer hoorden zij 't niet. -En je weet, dat je al jaren verliefd op mij bent", zei Hastings. „O! Dat is niet waar!" Zij was een en al verontwaardiging. Plotseling veranderde het „Ja, "t ls zoo, maar alleen maar maanden, ln elk geval. O, Jack, Jack, waarom deedt je dit niet eerder?" „Bang", zei Hastings. „Maar maar waarvoor?" „Voor Jou en je vervloekte bekwaam heid. Gisteren zwoer ik bij mijzelf, dat ik al mijn moed bij elkaar zou rapen, zoodra ik Je op heeterdaad betrappen zou, als Je een fout beging, En je ziet, ik heb—" Haar oogen schoten vuur. „Wat meen Je? Fout! Dat is wat moois! Nu ik den moordenaar gekregen heb Zij beiden draaiden zich om, herinne ring kwam weer terug. De eigenaar van de kamer lag naast de omgevallen tafel, een vormelooze hoop in zijn donkere kamerjapon, Margaret beefde. „Fout, werkelijk!" be gon zij- „Ja, Je deedt fout. Dit ls een werkje voor een man. Je hadt moeten wachten tot ik terug kwam. God, wat heb je mij angstig gemaakt! Als die buitendeur eens niet open was geweest!' „Maar Jack Hastings vergat moordenaars. „Waarom noem je mij zoo?" vroeg hij. „Omdat lk toch niet altijd Spencer kan zeggen. Ik zou mJj voelen als de heldin van een feuilleton. En val mij niet ln de rede. Ik begon te zeggen: in ieder geval hebben wij den man. Zal kolonel Gethryn niet ln zijn schik zijn? „Hastings kwam op de aarde terug: „Goede God!" zeide hij. Dus dat ls de moordenaar5 Hem zat Gethryn achterna. Maar, hij is een erg zieke moordenaar- A propos, hoe weet je dat hij 't is?" „HIJ bekende. Hij was ln een soort de lirium. Zei, dat hij 't gedaan had, maas dat hij het aan niemand zou vertellen, 't Was vreeselljk. Hastings wreef zich aan zijn kin. „Ik verbaas .me," zelde hij. „Ik verbaas me. Kom aan, wij zullen een aardig diploma tiek onderhoud hebben met den p>ortler, dien ik beneden zag. En vergeet niet, dat wij hem niet moeten laten merken, waar wij achter heen zitten." 4. De wijzers van de klok ln mevrouw Le- mesurier's salon stonden op vijf minuten voor twaalf Er kwam een stilte in de con versatie, welke Anthony gaande had ge houden, nadat hij zijn boodschap aan Hasting gestuurd had. 't Was een gesprek geweest, dat telkens afdwaalde; maar hij had zijn doel bereikt. Behalve de ver moeide blik in haar oogen, was er nu niets te zien van de spanning, waarin de vrouw was geweest. Zij was felteljk bijna nor maal. Zij had zelfs gelachen, niet eens, maar vele malen. En Anthony was blij, want hij had ont dekt, dat zij humor bezat, geest en wijs heid om haar schoonheid te begeleiden. Zij was dit bedacht hij, terwijl hij sla perig was bijna te goed om waar te zijn. Voor een oogenblik vielen zijn oogen dicht. Achter de oogleden werd haar ge laat voor hem zichtbaar een beeld, dat wonderlijk duidelijk was. nog meer dan een dat hij met open oogen had gezien. „U" zei Lucia, „moest slapen. Ja, dat moest Niet u inspannen om conversatie te maken met een vrouw, die haar emotie niet ln bedwang kan houden. „Het sluiten vaa de oogen", zeide An* thony, terwijl hij ze weer opende, „wijst er alleen op, dat de groote detective bezig ls wat wij noemen achter een Inge wikkeld probleem te komen. Hij sluit al tijd zijn oogen, weet u. Hij zou niets kun nen doen, wanneer ze ooen waren." ZIJ glimlachte. „Ik vrees, dat lk u niet geloof, weet u, lk denk, dat u vandaag zóóveel gedaan hebt, dat u eenvoudig óp bent." .Heusch, ik verzeker u, 't ls niet zoo. Wij slapen nooit voordat een zaak tot een einde ls gebracht. Nooit, 't Is alleen droe vig ln dit geval, omdat lk kan voorstel len, dat het steeds doorgaat." Hij zag, hoe haar mond een pijnlijk-angstige trek had, en ging door: „lk bedoel, ik geloof niet, dat wij ooit den Sperwer te pakken krijgen- „Den Sperwer?" „Ja. Herinnert u u niet, „wie doodde Roodborstje?" 't Moet het eerste detec tive-verhaal geweest zijn, dat u gelezen hebt. U weet: 't was de Sperwer, die het gemeene werk deed. En hier, bij wijze van spreken, doen wij 't allen. Wij zijn allen in ae war, dat zijn we. Hier ben ik tot de overtuiging gekomen, dat of A. F. Gethryn of de rest van de wereld gek is. Daar heb ik de politie met den verkeerden vogel in de hand." „Het eenige reeele stuk werk, dat ik van daag gedaan heb," ging hij verder, „heeft mij doen vinden niet een antwoord, maar een ander persoon De vraag is: was een bepaald ding echt, of was het gemaakt om er uit te zien of 't echt was, of was het zoo gemaakt, dat het er onecht uit zou zien? Het antwoord, op het oogenblik ls een puzzle. ZIJ glimlachte weer. „t Klink gruwelijk^ zelde ze. Vervolgens, met veranderde stem: „Maar maar mijn broer? U zei Doordringend, schel, kwam de booze bel van de telefoon. Lucia sprong op, terwijl ze een gil gaf. Voor zij tijd had om iets meer te doen, was Anthony aan de telefoon. Toen hij 't toestel opnam, was zij naast hem, met oogen en handen vragend om door den tweeden ontvanger mee te mogen luisteren „Ga uw gang", zelde hij, en ln den hoorn: „Hallo!" Zij greep naar de zwarte schijf en hoor de: „Ben JIJ dat, Gethryn?" „Ja, Hastings?" „Ja. Ik heb dat werkje gedaan „Wat heb je gevonden?" blafte Anthony terwijl hij een kalmeerende hand op den blanken schouder naast hem legde. HIJ voelde dat haar geheele lichaam beefde De telefoon liet een gesnater zonder zin hooren. „Wat?" „Ik zei," kwam een gillende stem, dat de man, op- wlen je boodschap betrekking hAd e zei, dat hij opgeknapt had dat zaakje, waar jij naar vroeg." Anthony wrierp een zijdellngschen blik naar de vrouw naast hem. Met verbazing en bewondering zag hij. dat er geen tee kenen van een ineenstorting waren. De hand, die den tweeden ontvanger vast hield, was even rustig als de zijne haar hoofd was rechtop. Alleen de bleekheid van haar gezicht, die zelfs op haar lippen was, vertelde van den schok. (Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5