In dienst stelling electriciteitsnet door minister Kalff - Naar Cayenne De Moord op Abbotshall 74tte JaargangLEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. Naar Cayenne. Honderd eii Vijftig veroordeelden werden te Saint Martin de Ré ingescheept voor verbanning naar Cayenne. HET NIEUWE ELECTRICITEITSNET GEERTRlIDENBERG- EINDHOVEN van het P.N.E.M. werd door minister Kalff te Geertruidenberg in dienst gesteld. Een enorme 120.000 K.G. we gende transformator. HET PROCES INZAKE DEN BRAND IN HET RIJKSDAGGE BOUW. Een groot aantal telefooncellen in het gerechtsgebouw te Leipzig, ingericht voor de vele verslaggevers die het proces bij-« wonen. DE NIEUWE MARKTHALLEN TE AMSTERDAM (Z.) - zijn DE BLAUWE VDELAAR thans voor een groot gedeelte gereed. Overzicht van den bouw herstelactie m'" Amerika! der groote hallen. wordt door de dames zelfs op den das gedragen. MINISTER KALFF - stelt door op een knop te drukken het nieuwe elec triciteitsnet Geertruiden- berg-Eindhoven in ge bruik. DE NIEUWE PRESIDENT VAN CUBA dr. San Martin (X), die volgens de laatste berich ten na een kort regiem weer op het punt staat af te treden, bij zijn eerste toespraak tot de be- yolking van Havanna. HET JULIANAKANAAL IN WORDING. Het graafwerk aan het nieuwe kanaal nabij Elsloo (L.) Rechts een. der in aanbouw zijnde brughoofden. Een Detective-verhaal door PHILIP MAC DONALD. Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S. 21) Anthony schudde zich zelf door elkaar, «•knorde zichzelf, en pakte zichzelf flink aan. „Gethryn," mompelde hij, „doe iets, Wan! Blijf hier niet staan, zeggend hoe ®?eilijk alles is. Nu, wat zal ik doen? Een Dlik in de studeerkamer werpen? Vooruit!" Hij had de hall nog voor zichzelf. Rus- «8 ging hij de studeerkamer binnen, en sloot de deur achter zich. Hij nam de ka- ®m op. Hij probeerde zich de geluiden te herinneren, die hij gehoord had, zooeven, Laura Hoode binnen geweest was, en ®j buiten. Er was geweest een gemorrel, een klik, even niets, en daarna het geritsel van pa- P'yr- De schrijftafel was de waarschijn lijkste plaats. De laden, dat wist hij, wa- alle op slot, maar misschien had de iPysere zuster van de sleutels duplicaten. p origineele waren in officieel bezit van °oyd. Maar 't was onwaarschijnlijk, dat de fuster sleutels zou hebben. Nauwkeurig fyyk hij naar de schrijftafel. Daar hij ^higsüns een kenner was, schatte sü haar als dateerend uit de eerste jaren der vorige eeuw. Een schrijftafel meer dan honderd jaar oud! Een geheimzinnige, sinistere vrouw daarin nasporingen doen de! „Tien tegen één, een geheime la!" dacht Anthony, en probeerde de loketten. Hij had geen succes en voelde zich bedro gen. Zijn theorie van de wezenlijke reali teit van vertelselboeken had hem bedro gen, scheen het, Afkeerig om het op te geven, probeerde hij opnieuw, ditmaal heelemaal uittrek kende zes kleine, ondiepe laden, welke zich onder de loketten bevonden. De bo venste la, ontdekte hij met vreugde, was meer dan een inch korter dan de vijf andere. Hij tastte in den achtersten hoek met zijn lange, gevoelige vingers. Hij voelde een dunne houten rand. Hij drukte, en niets gebeurde. Hij rukte, en schoof gemakkelijk weg. Het Groote Vertelselboek Theorie kwam toch tot haar recht! Hij gluurde in de open holte. Zij was vol pa pieren, waarin klaarblijkelijk pas gewoeld was, en die verkreukeld leken. „Stoute, stoute Laura!" zeide Anthony, verheugd, en haalde ze er uit. Er waren brieven, een klein leeren me morandumboekje. een grooter aanteeken- boekje, en een bundeltje uitknipsels van kranten. Hij trok een stoel naar de schrijftafel, en begon te lezen. Toen hij er mee klaar was. bracht hij de twee tioekjes en de brie ven op hun plaats terug. Zij waren, oor deelde hij, van geen beteekenis. De kran tenuitknipsels hield hij, en deed ze in zijn zatoorteleullle. ge onwettigheid pan deze handelwijze hinderde hem blijkbaar niet. Hij bracht de laden weer op haar plaats, er voor zorgend, dat de dingen bleven, zoo als hij ze gevonden had. Op zijn weg naar de deur hield hij stil om de kleine gepo lijste rozenhouten tafel te onderzoeken, naast de groote staande klok, en welke de kameraad was van die, waarop de twee groote vazen stonden, waarover hij met Boyd gesproken had Een vlek op het glanzende hout was hem opgevallen. Bij nauwkeurig onderzoek vond hij een flauwe schram, ongeveer twaalf inches leng en twee breed. Deze schram vertoonde een rij van dunne tandjes, tallooze, en met regelmatige tusschenruimte in de lengte en breedte. Anthony was ontevreden over zichzelf. Hij behoorde dit opgemerkt te hebben bij zijn eerste bezoek aan de kamer. Niet, dat het van belang scheen de houtvljl was klaarblijkelijk daar neergelegd, waar schijnlijk door den moordenaar, misschien ook door iemand anders maar hij be hoorde het, overwoog hij, opgemerkt te hebben. Hij verliet de kamer, ging door de hall, die nog leeg was, en den tuin in. Hier, op en neer loopend langs het betegelde pad buiten de studeerkamer, werd hij zich be wust moe te zijn. Het gemis van één nacht slaap en de inspanning van den dag lieten zich geiden. Om zich wakker te houden, liep hij. Hij dacht ondertusschen na. Opeens stopte hij en stond te loeren naar den muur boven de studeerkamerramen. Terwijl hij loerde, mompelde fui bij zichzelf: „Dat stuk doode klimplant, dat is slordig, erg slordig!" Tien minuten later vond sir Arthur hem, met slaperige oogen, handen in den zak, nog opkijkend naar den muur, en een klein beetje wankel op zijn voeten. „Hallo, Gethryn, hallo!" Sir Arthur keek hem doordringend aan. „Je ziet er dood moe uit, mijn jongen. Dat gaat zoo niet. Ik schrijf je een whlsky-soda voor." Hij greep Anthony bij zijn arm. „Ga mee." Anthony wreef zijn oogen. „Heusch, ik word oud, ik word oud," zei hij. „Zei u iets van drinken? Voorwaarts!" HOOFDSTUK VH. De bevooroordeelde detective. Thornton, het tweede meisje van me vrouw Lemesurier, had het genot van een vrijen avond. Toen mevrouw Lemesurier en haar zuster bezig waren haar koffie na het eten te drinken, kwam Thornton's plaatsvervangster binnen. „Mevrouw", zeide ze, „daar is een heer". „Wat, wie?" Lucia schoof haar stoel achteruit. „Daar is een heer, mevrouw, in den salon. Hij zegt, dat hij u graag spreken wil. Hij zei, dat het erg dringend was, mevrouw. Hij wou zijn naam niet zeggen". Het meisje trok zenuwachtig aan de ban den van haar schort. „Zal ik gaan, liefste?" vroeg Dora rus tig. Innerlijk was zij ongerust. Zij had gedacht, dat haar zuster bijgekomen was yan haar aanval van 's middags, maar nu werd ze weer onwel Bleek! Zenuw achtig! Heelemaal niet de gewone Lucia. Mevrouw Lemesurier stond op. „Neen, neen 't Is beter, dat ik hem spreek. Elsie, hoe heet hij? o, je zei, dat hij zijn naam niet zeggen wilde. Goed. In den salon, zeil je? Zij verliet langzaam de kamer .Vóór de deur van den salon wachtte zij even, span de zich in om zich goed te houden, kreeg het gedaan en trad binnen. Anthony ging haar tegemoet om haar te begroeten. Haar hand greep haar bloote hals. „U!" fluisterde zij. Anthony boog. „Ja, mevrouw". „Wat wilt u? Waarvoor bent u hier terug gekomen?" Zoo zacht was haar stem, dat hij nauwelijks haar woorden kon verstaan. „U moet weten," zei Anthony, „wij wor den steeds meer melodramatisch. Gaat u toch als 't u blieft zitten." Hij schoof een stoel aan. Werktuigelijk ging ze zitten, haar eene hand nog aan haar blanke hals. De groote oogen, open door vrees, keken hem zwak aan. „Nu", zei Anthony, „laten we de atmos feer zuiveren. Allereerst, begrijpt u toch, als 't u belieft, dat ik met geen ander doel hier ben dan om u van dienst te zijn. Ik was er vanmorgen nog niet in het reine over, vandaar miin lompe manieren. De beurt is aan u. Laten we aannemen, dat u mij alles er van vertelt". Zij trachtte langs een anderen weg te ontsnappen. Zij keek hem in zijn gezicht, een bijna teer licht in haar oogen. (Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5