De opening der Staten-Generaal - Vliegtuig neergestort 74ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. De Moord op Abbotshall De opening der Staten-Generaal. Links: de enorme menigte die van het voorbijtrekken van den Koninklijken stoet langs het Voorhout getuigo was. Rechts: do fakkeloptocht langs het Huis ten Bosch voor de Koningin. SLZANJfE LENGLEN geeft te Londen lessen in tennisspelen. Jeugdige bewonde raars van de tennisster tijdens een demonstratie. De kinderhulde in den Paleistuin. Twintig duizend kinderen defileerden gistermiddag in den tuin van het Paleis voor de Koninklijke Familie. Een kleiu ge deelte van het groote aantal deelnemers. Een Detective-verhaal door PHILIP MAC DONALD. Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S. 19) Archibald Basil Travers Deacon zijne ouders hebben een boel te verantwoorden was in den salon. Hij lag op noncha lante manier in een gemakkelijken stoel, oij de open ramen. Een boek lag omge keerd op zijn knie Anthony, zachtjes binnen komend, had moeite te gelooven dat dit de man was, uien hij zocht. Hij had verwacht het ge wone soort particulier, secretaris; hij vond oen man, achter in de twintig, met het ge zicht van een geslagen, maar prettig uit eend, bokser, de oogen van een advocaat on het lichaam van Hercules. Anthony kuchte. De secretaris heesch zich overeind, net proces duurde lang. Eenmaal overeind, keek hij op Anthony's zes voet neer. vanaf een hoogte, die er nog vijf inches bovenuit mng. Hij stak een hand uit en Anthony's hand verdween er in. Een geweldige glim- spleet zijn gelaat. Hij bulderde langzaam: ,,U moet Gethryn kijn. Hoorde een heele boel van u. Zoo, u bent hier vermomd, een bloedhond! Bru tale jongen!" k>ij gingen zitten en Anthony haalde sigaren te voorschijn. Toen deze aangesto ken waren, zeide Deacon: „Vreemde geschiedenis, dit!" ..Erg vreemd," stemde Anthony toe Een stilte ontstond. Blijkbaar bestudeer den zij elkaar. Deacon sprak het eerst. „Boyd" zeide hij, een kussen schuivend achter zijn breede schouders. ..heeft 't heelemaal aan het verkeerde eind." „Hé?" Anthony schrok. „Ik merkte op, dat uw vriend de defec tieve, die er uitziet als een Wesleyaan 1), het bij het verkeerde eind heeft." „Inderdaad" zeide Anthony, „hoe meent ge?" „Uw voorzichtigheid, broeder, is prij zenswaard, maar ik geloof, dat u begrijpt, wat ik bedoel Chef-detectivs-inspecteur Boyd, of wat hij mag zijn, W. B. Boyd, van Scotland Yard's afdeeling voor Opsporing van Misdadigers gezegend zij zijn slaap muts! lijdt aan den waan. dat ik, te weten Archibald enz. Deacon, de man ban, die John Hoode doodde. U kunt mij volgen? Anthony trok zijn wenkbrauwen op. Hoe veel weet u, vraag ik mij met verba zing af?" „Dat hangt heelemaal af van uw bedoe ling. Als u vraagt of ik er iets van weet, hoe de chef er toe kwam. dan antwoord ik „niets." Maar als u bedoelt, hoeveel ik weet van Scotland Yard's verdenking je gens mij, dan is dat een andere geschie denis." 1) Wesleyaan is behoorend tot de gods dienstige groep der Methodisten (gesticht door Wesjey). „Nummer twee is bedoeld," zei Anthony. Brand los." „Kameraad Boyd" zei de secretaris, „is een hardnekkige en onvermoeide slimmerd en hij heeft enkele gekke dingen gevonden Maar wat hij niet goed ziet, is. dat zij al leen maar gek zijn en niet meer. Ten eer ste sprak ik hem niet tegen dat was idioot van mij toen het duidelijk was, dat ik in mijn kamer geweest was gister avond van tien uur af tot ze den baas in zijn studeerkamer dood vonden Ik sprak hem niet tegen, omdat de vergis sing mij scheen te zullen verlossen uit een zeer compromitteerende positie. U moet weten, dat ik omstreeks kwart over tien mijn kamer verliet, naar beneden ging, de voordeur uit, en van een prettige wan deling in mijn eentje genoot. Toen ik terugkwam, vond ik de geheele vervloekte plaats hl beroering, want de moord was juist ontdekt. Er was zulk een algemeene herrie, dat niemand mij opmerkte, tot ik al binnen was' Mijn wat is de officieele term daarvoor? mijn „achterhouden van de waarheid" gaf Boyd draad num mer een. Draad nummer twee was het geld. En het geld was het, dat mij deed grijpen naar een ahbi, toen het mij op een pre senteerblaadje werd aangeboden het ahbi, bedoel ik. U begrijpt, 't was zoo ver duiveld lam die geschiedenis, en ik liet dien ouden bloedhond Boyd zichzelf in de war brengen, omdat ik tijd noodig had om te denken. Het zit zoo: de baas en ik wa ren werkelijk goede vrienden hij was een goede kerel hoewel wij wel eens tegen elkaar bromden, en ik -sloof, dat de arme oude man werkelijk aan mij gehecht was; in ieder geval bewees dat geld het. Hij was een erg zuinige oude Schot, zoo als u weet, maar hij had buien van buiten gewone loyaliteit. Ik vertel eenige dagen geleden ben vergeten hoe 't er op kwam dat ik Woensdag jarig was. Nu, gister avond, of beter gezegd gistermiddag om vijf uur toen ik hem enkele stukken bracht in zijn studeerkamer, wenschte hij mij toe, dat ik den dag van gisteren nog dikwijls mocht beleven, maakte excuses, dat hij de plechtigheid vergeten had, en schoof een enveloppe in mijn zak: in die enveloppe waren tien ritselend papiertjes van tien pond. alle mooi en nieuw en een beetje gekreukeld. Natuurlijk sputterde ik tegen, maar hij wou er niets van hooren „Neen, mijn jongen," zei hij. „je houdt ze. Je moet een ouden heer als mij laten doen, wat ik wil." Dus krabde ik eens door mijn haarbos en bedankte plechtig. Vond, dat het verduiveld netjes van hem was, dat begrijpt u. Toen ik er van door wou gaan, hield hij mij tegen, kuchte en hum-humde en keek verlegen. „Deacon," zeide hij, „um-e-um-praat met niemand over dit kleine cadeautje, met niemand, beloof je met dat?" „Als u het liever hebt, zal ik het niet doen, zei ik. Hij gTijnsdo zoo'n beetje en mompelde wat. Maar ik begreep hem best. Hij bedoelde zijn zus ter. Zij is een van die heilige furies, die toch zoo kwaad niet zijn. Ik heb altijd ge merkt, dat zij de portemonnaie met een stevige vuist vasthield. Misschien daarom gaf hij mij geen cheque." Anthony nam zijn sigaar uit zijn mond. „En Boyd," zeide hij, „vindt uit, dat Hoode dit geld in huis heeft, stelt een onderzoek in, en vindt het, in uw boordendoos, die er uit ziet als een slim bedachte plaats om het te verstoppen, maar in werkelijkheid een toevallige brandkast was. Hij ontdekt ook, dat u niet in uw kamer waart, gister avond, al dien tijd, waarvan u hem in de meening had gebracht, dat u er waart, en dat u het huis binnen kwaamt waar schijnlijk door de veranda-deur juist nadat het lijk gevonden was. Hij bekijkt u en brengt uw in het oog loopende kracht in verband met de groeven in Hoode's schedel. Hij ziet de titanische lengte van uw beenen en overweegt, dat u de eenige persoon in het huis bent, in staat om door het open studeerkamer-raam te stappen zonder sporen achter te laten op het bloemperk. Hij maakt een sommetje, en de oplossing is: X is gelijk aan den moor denaar in Archibal Deacon is, gelijk aan X. Dat is het, wat u begrijpt, is het niet zoo?" „U hebt het heelemaal gesnapt, oude jongen!" „Maar dat is niet alles," zei Anthony, die dacht aan de vingerafdrukken en aan zijn belofte, aan Boyd gedaan. „Er is, vrees ik, meer." Hij trok aan zijn sigaar. ,,A propos, u deelt het niet?" .Neen," zeide Deacon, en lachte. Anthony glimlachte. „Ik zou het niet ge loofd hebben als u ja gezegd hadt. Kunt u mij soms niet op weg helpen? Hebt u zelf geen verdenking? Ik heb een hoop gege vens, maar niets om ze aan op te hangen." „De oplossing, oude jongen, is een puzzle. Alleen maar vermoedens. Maar wat zijn die gegevens? Hebt u iets nieuws gevon den?" .(Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5