De Pers over de Troonrede.
ASPIRIHt
DE AVONTUREN VAN WO-WANG EN SIMMY.
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Woensdag 20 September 1933
IHIIIIIIIIIHUKilllillUIIIIIIHIillUIIIUIIIlll
Strijd tegen de werkloosheid.
Dit is mede noodzakelijk om met succes
den strijd te kunnen aanbinden tegen de
werkloosheid. De plicht van de Overheid
om het hare te doen ten bate van hen,
die gebukt gaan onder den stoftelljken en
mcrcelen druk, dien de werkloosheid ver
oorzaakt, wordt door de Regeer in; ten
volle erkend. Zij geeft er ztch daarbij re
kenschap van, dat de beste oplossing, die
aan dit vraagstuk kan worden gegeven,
is het verschaffen van werkgelegenheid in
het normale bedrijfsleven. Haar politiek
aaj er daarom vooral op gericht zijn, dat
normale bedrijfsleven weder in beweging
ite brengen. Daarnaast zal zij zelf door het
ondernemen van openbare werken, de
werkgelegenheid moeten trachten te ver-
grooten. Om dit doel te kunnen bereiken,
nal een beroep op de kapitaalmarkt moe
ten worden gedaan Dit beroeD zal alleen
kans van slagen hebben indien een vol
komen vertrouwen bestaat van Regeering
en Volksvertegenwoordiging om een ge
zonden flnancleelen toestand te herstellen
en te handhaven. Daarom is het volstrekt
noodzakelijk, dat het evenwicht in onze
Staatsfinanciën in den kortst mogelijken
tijd wordt bereikt.
Daarbü komt nog iets anders. Op het
gebied van het internationaal economisch
leven voltrekken zich veranderingen van
een omvang en een beteekents als slechts
het geval is, wanneer men zich op een
keerpunt in de wereldgeschiedenis be
vindt. Niemand onzer weet hoe deze ver
houdingen zich in de toekomst zullen ont
wikkelen, doch ook niemand onzer gelooft,
dat de oude toestanden zullen terugkee-
ren. Groote veranderingen zullen daarom
moeten worden gebracht in de economi
sche structuur van ons land, om van de
veranderingen in onze Overzeesche gebie
den met haar groote gevolgen voor de wel
vaart, ook in Nederland, nog geheel te
zwijgen. Het overgangstijdperk dat wij
daartoe zullen moeten doormaken, zal on
getwijfeld nog zware eischen stellen. Aan
die eischen zal alleen dan kunnen wor
den voldaan. Indien te voren het evenwicht
in de begroottng is hersteld.
Zware verplichtingen.
Het tegenwoordig tijdsgewricht legt
zware verplichtingen op allen, die op eeni-
gerlei wijze betrokken zijn bij het bestuur
van stad en land.
Van vele gemeentebesturen wordt het
bijna onmogelijke gevorderd om hun huis
houdingen in orde te houden De Regeering
kan het verklaren, dat deze besturen reik
halzend uitzien naar de hulp, die, naar zij
vermeenen, het Rijk zou kunnen bieden.
De zorgwekkende toestand, waarin de
Rijksfinanciën verkeeren, maakt het ech
ter volstrekt onmogelijk, dat de bedragen,
died oor het Rijk ten bate van de gemeen
ten worden aangewend, worden verhoogd.
Integendeel is beperking daarvan onver
mijdelijk. Bij die beperking is de Regeering
bereid te zoeken naar de wegen, waardoor
de lasten zooveel mogelijk worden verdeeld
in verhouding tot de draagkracht. Bij ge
heel dit vraagstuk houde men steeds voor
oogen, dat hier van een tegenstelling tus-
schen het Rijk en de gemeenten geen
sprake zal mogen zijn. Belde behartigen
tesamen het algemeen belang. Gezonde
gemeente-financiën zijn voor het behoud
oener gave volkshuishouding even onmis
baar als gezonde Rijksfinanciën. Het is
evenzeer in het belang der gemeenten, dat
het Rijk niet ln flnancleele moeilijkheden
verkeert als het is in het belang van het
Rijk, dat de gemeentefinanclën ln orde
zijn.
Het is noodig de maatregelen, met be
trekking tot de gemeentefinanclën voor te
stellen, uit dit oogpunt bezien, wil men ze
naar billijkheid beoordeelen.
De Regeering spreekt ten slotte als haar
vaste vertrouwen uit, dat de Staten-Gene-
raal bereid zullen zijn hun medewerking
te verleenen, opdat de ln deze nota aan
gekondigde plannen zoo spoedig mogelijk
tot uitvoerig zullen kunnen geraken.
Boven het belang der afzonderlijke groe
pen staat het belang van ons geheele volk.
Dit belang kan in dezen zwaren tijd alleen
dan op de juiste wijze worden behartigd,
wanneer vóór alles de zoo noodzakelijke
eenheid wordt betracht. Het ls de oprechte
wensch der regeering, dat haar roep om
die eenheid ook buiten de volksvertegen
woordiging alom weerklank zal vinden.
DE HOOFDSTUKKEN.
Omtrent de wijziging voor de hoofdstuk
ken afzonderlijk kan nog worden gemeld,
dat lager is geraamd: voor hoofdstuk II
(Hooge Colleges van Staat) f 33.700. voor
hoofdstuk III (Buitenl. Zaken) f.206 326.
voor hoofdstuk IV (Justitie) f. 846.655.
Hoofdstuk V ((Binn. Zaken) is f.3.768.977
hooger geraamd.
Dc noodzakelijkheid tot bezuiniging in
verband met de tijdsomstandigheden
noopte voor den dienst 1932 het artikel
Bijzondere Vriiwllliee Landstorm" te ver
minderen met f 27.500 Deze vermindering
werd voor den dienst 1933 gehandhaafd De
voor 1932 en 1933 toegestane bedragen zijn
echter onvoldoende om de noodlge uitga
ven te doen. als gevolg van het feit. 'dat
het instituut in de laatste jaren steeds in
sterkte toeneemt. In verband hiermede
wordt voorgesteld het artikel weder op het
voor den dienst 1931 toegestaan en aan
vankelijk voor 1932 geraamd bedrag van
f. 392.343 te brengen.
Voor hoofdstuk VI (Onderwijs Kunsten
en Wetenschaupen) wordt f5.305.755 min
der uitgetrokken. Men zie ook onder
Stadsnieuws.
Er is f. 581 662 minder uitgetrokken voor
hoofdstuk VIII (Defensie), f 732 138 min
der voor hoofdstuk XI (Kolomen) en
f.20 000 minder voor hoofdstuk XII (On
voorziene uitgaven).
Steunt, bij gelijken prijs
en kwaliteit,
De Nederlandsche Industrie.
Hiermede dient gij Uw land
En bestrijdt gij de werkloosheid.
De „N.R.Ct." (lib schrijft o.a.:
Op enkele hoofdpunten, als het herstel
van het evenwicht der rfjksbegrooting. het
verscherpte toezicht op het financieele be
leid der gemeenten en de handhaving van
het gezag, bevat de door H M. de Koningin
in de Staten-Generaal uitgesproken
Troonrede mededeelingen, welke hoe
veel vragen zij ook nog openlaten met
instemming kunnen worden begroet.
Op economisch gebied had daarentegen
een beslister geluid kunnen klinken, waar
van dan meer leiding ware uitgegaan.
Wat het financieel herstel betref*» wekt
het voldoening dat zij er voor alles naar
zal streven het herstel te bereiken door
aanzienlijke beperking van de uitgaven.
De regeering gewaagt van eischen van
aanpassing tengevolge van de wijzigingen
in de economische wereldstructuur. Liever
hadden wij gehad dat was aangegeven,
waarin de eischen bestaan. Wij kunnen
hiervoor herinneren aan de wijze, waarop
de minister-president in zijn rede naar
aanleiding van de regeeringsverklaring
van 31 Mei heeft gesproken van een
structueele inzinking, een afdaling naar
een lager stabilisatie-niveau, waarop het
leven moet worden ingericht
Heilzaam zal het voor de regeering zijn,
zich hiervan vóór alles bewust te blijven.
De nood dwingt haar immers ertoe zeer
veel te doen. wat dit proces vertraagt. Zij
heft nieuwe belastingen en zij lokt prijs-
verhoogingen voor tal van producten uit.
waardoor de productiekosten eveneens stij
gen. Reeds verlaagde loonen en salarissen
krijgen nog minder waarde Exportindus
trie, scheepvaart, handel en middenstand
worden nog meer bemoeilijkt in hun be
staansvoorwaarden. Mag onder deze om
standigheden met den steun aan den land
bouw zoo ver worden gegaan, dat alleen
die tak van onze volkshuishouding, self
supporting wordt gemaakt op kosten van
de andere noodlijdende takken0
Het ,.Alg. Handelsblad" spreekt van een
vastberaden geluid
„De regeering van dr. Colijn bevestigt
in de troonrede het vierhoeksprogram van
„werkelijk nationale politiek" dat zij
reeds onmiddellijk na haar optreden in
Mei van dit jaar aangaf. En dat ons kan
behoeden voor het fascistische voorbeeld
van onze oostgrens, dat uit.wanhoop
werd geboren De troonrede geeft de lijnen
aan voor den verderen uitbouw van ons
crisis-defensie-stelsel, dat ons moet be
schermen tegen verdere „grondige ver
warring" van onze volkswelvaart en ons
moet steunen in het proces vanaanpas
sing aan verschuivingen, „die in menig
opzicht een blijvend karakter schijnen te
dragen." Wij spatieeren het woord schij
nen. Ook de regeering kan de toekomst
niet met zekerheid voorspellen Dat tee
kent ook meteen de moeilijkheid van haar
positie Zij moet rekening houden met het
onverwachte, het onwaarschijnlijke zelfs,
zooals zij ook hoopt dat „eerlang" de
„opgaande lijn" in de statengemeenschap
zal terugkeeren en zij kan haar schepen
niet overijld achter zich verbranden. Zij
moge dan al zooals zij reeds gedaan
heeft ook verder den afze.t der natio
nale productie (tevens werkgelegenheid)
in binnen- en buitenland willen bevorde
ren, voortaan ook met behulp van het
opgedrongen maar gevaarlijke dwang- en
strijdmiddel der retorsie, maar zij zal
verstandig doen daarbij de soepelheid van
ons bedrijfsleven zoo weinig als doenlijk
is aan te tasten door al te veel „gemasz-
regel".
Wat deze troonrede besluit en als het
ware omsluit, is de gezagsparagraaf die
blijk geeft van een onverzettelijken wil
om ons volk, hier en in de overzeesche ge
westen, te bewaren voor de uiterste in
vloeden van links en rechts, van buiten en
binnen, die onze onafhankelijkheid zou
den bedreigen, of ons met geweld regiems
zouden willen ojxlrtngen, die vreemd zijn
aan onzen volksaard, welke zich het best
bevindt bij vrijheid, in de natuurlijke en
rechtvaardige gebondenheid wel te ver
staan welke elke ordelijke gemeenschap
nu eenmaal behoeft. Het beroep dat in
den slotzin op ons volk gedaan wordt om
de toekomst onder verhoogde krachtsin
spanning moedig en waardig te dragen,
zal niet vergeefsch zijn en ook onvermij
delijke, eerlijke meeningsverschillen kun
nen overbruggen, wanneer de nationale
leiding voorgaat in waardigheid, durf, ge
zond verstand en billijkheid
V
Het „Vaderland" (lib.) schrijft:
De geest, die deze Troonrede ademt, is
gelijk aan die van de Regeeringsverklaring,
waarmee het Kabinet op 31 Mei voor de
Kamer is getreden. Er spreekt kracht uit
het stuk en onderscheidt zich zeer gun
stig van de weinig zeggende Troonrede
van verleden jaar Met betrekking tot ver
schillende punten van haar beleid, wijst de
Regeering thans concrete maatrege
len aan
Ten aanzien van andere, zeer belangrijke
onderdeelen van zijn politiek, hult het Ka
binet zich evenwel in nevelen. In de eco
nomische paragraaf, waarmee de Troon
rede opent, mist men een aanduiding van
de centrale gedachte, die de Regeering bij
haar steun aan den landbouw leidt.
Het schijnt dat de regeering zooveel
mogelijk streeft naar een loonende land
bouwproductie Ten aanzien van geen
enkelen anderen tak van bedrijf wordt
evenwel een zoodanige politiek gevoerd.
Slechts door indirecte middelen, zooals
bijv. beperking van den invoer, wordt de
industrie geholpen, terwijl handel en
scheepvaart niet dan nadeel hebben on
dervonden van de in het belang van den
landbouw en de nijverheid getroffen maat
regelen. Handel en scheepvaart zullen ook
in sterke mate den ongunstigen invloed
or.ciervinden van de „verder gaande maat
regelen in het belang van den afzet onzer
producten binnen de eigen grenzen", die
worden aangekondigd
Deze politiek is alleen verdedigbaar, in
dien tegelijkertijd maatregelen worden ge
troffen, die de exportnijverheid, den han
del en de scheepvaart in staat stellen den
verscherpten strijd op de wereldmarkt te
blijven voeren Een blijvende verlaging
van het kostenpeil voor deze takken van
bedrijf is daarvoor noodzakelijk. De steun
aan den landbouw, die door den consu
ment wordt betaald en de verhooging van
overheidslasten, hebben echter een tegen
gestelde tendens. De vraag laat zich ech
ter stellen, of de landbouwsteun, vergele
ken bij de aan andere bedrijfstakken ver
leende hulp, niet te ver gaat en of ook elk
gemis van indlvidualiseerende toepassing
zich op den duur niet moet wreken in een
verslapping van het verantwoordelijk
heidsbesef bij de betrokkenen.
Deze vragen mogen worden gesteld, om
dat de regeering alle gewaagde experi
menten op monetair en economisch ge
bied afwijst en de aanpassing aan het ver
laagde wereldniveau dus slechts door ver
laging van productiekosten kan worden
verkregen. De Troonrede geeft echter om
trent deze cardinale kwestie echter geen
uitsluitsel.
„De Maasbode" (R K t
„Dat wij op een der keerpunten van de
wereldhistorie staan, is bijna een gemeen
plaats geworden in vele redevoeringen.
Daarom zou het menigeen kunnen ont
gaan, dat in de rede, waarmee H. M. de
Kamer opende, juist dit enorme feit op
den voorgrond wordt geplaatst en tot uit
gangspunt van het nieuwe regeerbeleid
wordt gemaakt. Het is niet slechts een
momenteele „grondige verwarring" welke
de wereld te zien geeft doch terecht heeft
de Koningin nu de volksopinie duidelijk
attent gemaakt op het vaststaand feit,
dat. hoe het toekomstig wereldbeeld ook
worden zal. „bij de productie zoowel als bij
den ruil van goederen zich overal ver
schuivingen openbaren, die in menig op
zicht een blijvend karakter schijnen te
dragenWie ook slechts over eenig
oriëntatie-vermogen beschikt bij het be
zien van de huidige wereldkaart, begrijpt,
dat hier voor geen ernstlgen twijfel meer
plaats is, al kunnen de meeningen ver
schillen over den uiteindelijken stand van
zaken, en wat in verband daarmee de toe
komstige positie van ons Rijk zal zijn.
Tegen dit perspectief post de forsche
economische paragraaf van de Troonrede.
De Troonrede trekt lijnen van een plan,
dat zeer veel goeds in zich verbergt. Mo
gen de mannen van uiteenloopende over
tuiging, welke zich niet schamen hun
moeilijken arbeid te stellen onder de
schutse van den Almachtige, gesteund
door de Kamers en gedragen door het
heele volk, pas nog zoo nadrukkelijk door
H. M. tot eendrachtige samenwerking op
geroepen, er in slagen op dit historisch
keerpunt ons kleine land met zijn groote
geschiedenis en zijn wilskrachtig volk door
de donkerten naar een betere toekomst te
leiden."
„Het Centrum" (R.-K):
„Het valt niet te ontkennen, dat er voor
dezen zorgyollen tijd nog heel wat ver
langens zijn overgebleven, waarover de
Troonrede zwijgt, maar die mogelijk bij de
uitvoering van de verder gaande maatre
gelen in 't belang van afzet onzer
producten binnen de eigen grenzen toch
nog vervuld kunnen worden. Wij denken
aan de bescherming van den Nederland-
schen naam en vlag tegen misbruiken, aan
steun door tal van maatregelen aan den
middenstand door afschaffing cadeaustel
sel, wijziging Winkelsluitingswet enz., en
niet het minst aan de omzetting van de
geheele maatschappij, waardoor wij moe
ten komen tot een corooratieve samenstel
ling. Dit neemt niet weg, dat deze Troon
rede als geheel vertrouwen wekt en dat 2e
de groote krachtsinspanning, die van ons
volk gevraagd zal werden, tracht duidelijk
te maken. Wij zijn ervan overtuigd, dat
de komende periode een der gewichtigste
en een der moeilijkste zal zijn die ooit in
de moderne oolitieke geschiedenis van ons
land is vaorzekomen Wil het aan de Re
geering gelukken ons land daar zonder al
te veel kleerscheuren doorheen te helpen,
dan is voor alles vertrouwen noodig en
aan de hand van het in de Troonrede ont
wikkelde program meenen wij gerechtigd
te zijn haar deze onverdeeld te schenken".
„Het Huisgezin" (R -K.) ziet geen pers
pectief in de Troonrede.
„Zij is een Troonrede als andere en
oudere, alleen nog wat klaaglijker gesteld,
in den toon van ïk-kan-het-niet-gebeteren
dat-de-toestand-zoo-slecht-is.
Van een nieuwen, forschen stijl, in over
eenstemming met de figuur van den mi
nister-president. in overeenstemming ook
tret wat er nieuws gist bij jongeren en ook
ouderen, is weinig te bespeuren
Men zou kunnen zeggen, dat de zaak op
den ouden, bekenden voet zal worden
voortgezet."
De „Tijd" (R.-K.)-
Al is het de toon, die de muziek maakt,
dan klinkt de muziek van deze Troonrede
bijzonder onwelluidend. Er van afgezien,
dat men de bittere noodzaken van 1933 in
een verzorgder vorm had kunnen zeggen
dan in een zoo slordige departementale
stijlloosheid, de warme, nationale stem
wordt niet gehoord.
Met afbraak en bezuiniging aldus,
schrijft het blad verder, maken we geen
huishouden, waar blijft het positieve de
constructieve welvaartspolltiek?
„Indertijd heeft Minister Colijn laten
verluiden, dat de Regeering het grooten-
deels eens was met het Urgentieprogram
en de adressan van onze industrieelen,
werklieden boeren en tuinders. In de
Troonrede bemerkt men er even weinig
van als van de hand boven het. hoofd van
den middenstand, tusschen kapitaal en ar
beid bevochten. Pas zijn de katholieke en
neutrale middenstandsorganisaties opge
komen voor de verarmende burgerij,
had de Troonrede daarop niet eeniv be
scheid kunnen geven door aankondiging
van maatregelen tot wijziging van d'e Win
kelsluitingswet, afschaffing van het ca
deaustelsel, credietverleenmg enz.? En ter
wijl de Regeering zoo uiterste krachtsin
spanningen van het volk vordert, had het
gezag zich nu ook niet ondubbelzinniger
moeten uitspreken tegen de querulanten
kankeraars en beroepsopruiers, die den
algemeenen nood exüloiteeren zonder tot
het herstel, ruét en orde toe te laten
„De Volkskrant" (R.-K
„Het eenig positieve dat het staatsstuk
aankondigt is, dat zoodra het budget-
evenwicht zal zijn bereikt (een stille aan
maning tevens om alle voorgenomen maat
regelen aan te nemen?) voorstellen zullen
worden ingediend voor productieve werk
verruiming tot leniging der werkloosheid.
Deel van deze plannen zal zijn bevorde
ring van woningbouw tegen verlaagde
kosten regeeringssubsidie of verlaagde
loonen?) om voor arbeiders woningen te
krijgen, waarvan de huurprijs meer in
overeenstemming is met het loonpeil.
Daar ook voor bestaande woningen huur-
verlaging zal worden mogelijk gemaakt,
zal althans een der zorgen, waaronder het
arbeidersgezin zucht, worden verlicht.
Dit is schier het eenige lichtpunt, dat
men in de Troonrede ontwaart, die overi
gens volkomen naar het model der vroe
gere is gesneden en feitelijk niets bevat
(zich daardoor sterk onderscheidend van
het persoonlijk woord door de Koningin op
den jubilé-Zaterdag gesproken i wat als
oen terugslag kan worden beschouwd op
wat in jong- en nieuw-Nederland leeft en
bruist."
De eerste Troonrede in welke, in dit
parlementaire tijdvak, de Regeering haar
program in enkele groote lijnen teekent en
den weg aanduidt, waarlangs zij hoopt te
gaan in dezen voor Overheid en volk zoo
zwaren tijd mag een kloek en evenwichtig
staatstuk heeten, schrijft „De Standaard"
(A.-R.). Kloek door het ernstig blijk van
haar werkelijkheidszin en haar logischen
bouw. Evenwichtig door haar voorzichtig
heid, die wel kracht moet kennen, maar
geen krachtsoverschatting.
Het spreekt vanzelf, dat nieuwe verras
sende dingen in deze Troonrede niet wor
den gevonden. Ons volk heeft ook aller
minst behoefte aan verrassende invallen
en nieuwigheden. Het heeft hieraan be
hoefte. dat het zichzelf klaar voor oogen
stelt, hoe de werkelijkheid is en welke
roeping, die werkelijkheid het stelt. En
net mag dankbaar zijn een Regeering te
hebben, die het niets verbergt en overtui
gend en helder den weg wijst, dien zij
krachtens haar roeping en taak wil be
wandelen.
Feitelijk heeft dus de Troonrede ten in
houd. wat indertijd in ons program van
actie reeds werd beaamd. Dit geeft het
bewijs, dat wij het voorrecht hebben van
een regeering. die te midden van de on
vastheid van het gebeuren, voor zichzelf
steun vindt in een weloverwogen vaste
lijn voor haar handelen.
Dit stemt tot dankbaarheid.
Te meer. omdat zij het bewijs geeft het
besef te kennen aan hetwelk onze geliefde
Koningin steeds weer zoo treffend uiting
geeft het besef dat heel haar werk ge
dragen moet worden door een bede; een
bede tot den Souverein aller souvereinen
tot God den Heere; de bede, dat het Hem
behagen moge ons volk te sterken, opdat
het onder verhoogde krachtsinspanning
moedig en waardig zal dragen hetgeen
onvermijdelijk is.
Het is een somber beeld, dat de Troon
rede ook nu weer geven moet schrijft
de .De Nederlander" van den economi-
schen toestand van ons land en van de
wereld.
Na te hebben opgesomd wat in de Troon
rede wordt aangekondigd en in uitzicht ge
steld. besluit het blad'
„Alles tezamen een kloeke Troonrede,
waarvan de ernst vertrouwen inboezemt
en din in algemeene strekking beantwoordt
aan de beste verwachtingen, al zal omtrent
de onderdeelen uiteraard de concrete
inhoud der ontwerpen, met de daarop ge
geven toelichting, moeten worden afge
wacht.
Dankbaarheid vervult ons vooral bij
veel wat wij in het buitenland zien. dat
Hare Majesteit, draagster van onze eeuwen
oude tradities, weder te midden van Haar
getrouwe Staten-Generaal, en toegejuicht
door een vrij volk, deze rede heeft mogen
uitspreken.
RECLAME.
a&wm
bent U zoo vatbaar
ofschoon U fodi noq
/niet zoo oud bent?
Neemt Uw toevlucht
tot Aspirin, het voor
het organisme vol.
komen onschadelijke
middel. Het bevrijdt
U van pijn en her
geeft U weer eer>
gevoel van behage-
lijkheid. /"TT*\
Uitsluitend verkrijgbaar in do oranje-bandbuisjos van
20 tabl. 70 ets. en oronlezakies van 2 tabl. A 10 ets.
7364
In de bladen van de Arbeiderspers
wordt gesoroken van een nuchter en reeel
staatsstuk, zooals bij de moeilijke verhou
dingen van het oogenblik past.
„Het kan niet anders, of de Troonrede
houdt zich bijkans uitsluitend bezig met
de crisisomstandigheden en de nijpende
zwarigheden, die deze zoowel voor het be
drijfsleven als daardoor voor de publieke
financiën meebrengen. Deze omstandig-
heden zijn ernstig genoeg en het heeft
stellig geenerlei zin, om dien ernst te ont
kennen. Alle poging om ze als minder
verwoestend voor te stollen, dan zij in
werkelijkheid zijn, zou zich wreken, Eener.
zijds zou dan minder ingrijpend van over
heidswege opgetreden worden dan noodig
en mogelijk is: anderzijds zou door nalaten
van wat gedaan kan en moet worden de
verdere toekomst nog slechts te bezwaar
lijker worden.
Dit te erkennen wil niet zeggen, dat wil
ons met alle voorstellingen der Troonrede
vereenigen kunnen. Er is meer dan één
punt, waarop de steller van dit document
het accent anders legt dan door ons wen-
sehelijk geacht wordt en aldus tot. een
andere politiek komt, dan wij als heilzaam
voor land en volk zien.
Een Troonrede, die in donkere omstan
digheden weinig vooruitzichten voor meer
licht opent.
Het Tweede-Kamerlid de heer Vliegen
schrijft in Voorwaarts:
„Ontegenzeggelijk heeft het kabinet e:
dit jaar naar gestreeft om in de Troonrede
wat meer te zeggen dan in de laatste jaren
gebruikelijk was Maar spijkers met kop
pen worden er toch maar weinig geslagen.
Dat er geen woord in staat over de voor
nemens ten opzichte van de werkloozen,
dat niet wordt medegedeeld, welke
diensten zullen worden besnoeid, dat niet
wordt gezegd, welke financieele voorstellen
er zullen komen, dat alles maakt, dat het
stuk na lezing, toch met. een onbevredigd
gevoel wordt neergelegd.
En ons trof ook dat er niet metN eet
enkel woord wordt getuigd van het voor-
nemen om ln ons land de democratische
instellingen met kracht te handhaven
tegenover de fascistische begeerten. Het zoa
het vertrouwen in het kabinet hebben ver- J
groot, als het er wél had in gestaan
Wij zullen nu de verdere bescheiden heb
ben af te wachten alvorens ons oordeel tc I
bepalen. Voor de arbeidersklasse, voor de j
georganiseerde arbeidersklasse vooral, past
dit parool: Wees nuchter en waak!"
RECLAME.
Kracntvoedsel bij lusteloos
heid en vermoeidheid
Slechts 70 cents per pus
Vraagt uw apotheker
or drogist
Nutrlda Zoetermeer
992
203. Alsjeblieft, zei Wo-Wang, als je maar naar mij
wilt luisteren. Net de bedden bij mijn tante lnMaar
Simmy luisterde heelemaal niet naar wat Wo-Wang nog
meer van zijn tante wou zeggen en kroop direct op een
van de veldbedden.
204. Wo-Wang volgde vlug zijn voorbeeld en beide11
lagen spoedig in diepe slaap Zoo vast sliepen ze den
geheelen nacht door, dat ze er niets van merkten, dat
het al lang ochtend was geworden en dat de mannen
terug waren gekomen en allerlei bij de vreemdsoortig
toestellen in orde hadden gebracht.
2-3