Het clubkampioenschap van Nederland op den weg - Brand in pakhuis
74sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON.
De Moord op Abbotshall
MOTORWFDSTRIJDEN TE MONTH EE IU om do Grand Prix do
France. In de bocht. De passagier hangt geheel buiten het zijspan, om
het evenwicht to bewaren.
BRABANTSCHE BOERINNEN - een groote pompoen van S5 pond bewonderend op de land- eu
tuinbouwtentoonstelling to Horst.
DE 87-JARIGE ARIE IN 't IIOL uit
het St. Jacobus Gasthuis .te Schiedam,
die op zijn dringend verzoek door de
K.L.M. in staat gesteld is een gratis
luchtreisje naar Londen te maken.
OM HET CLUBKAMPIOENSCIIAP VAN NEDERLAND OP DEN
WEG. Eukele rijders bij een controle-post op de Veluwe toege
juicht door jeugdige toeschouwers.
1>' EN KOLEN PAKHUIS ia do Sumatrastraat in de residentie, CLARA BOW de bekende Amerikaan-
sche filmster met haar neefje, en nichtje
brak brand uit. De zolderverdieping brandde geheel uit. aan het schommelen op het buiten te
Beverly Hills.
OPENING VAN IIET RLGBÏ-SEIZOEN. Typisch moment tijdens een rugby-wedstrijd to
Blackheath.
Een Detective-verhaal
door PHILIP MAC DONALD.
Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S.
18)
Maar vanmorgen vertelde zij een ander
verhaal, sir, toen ik met haar praatte, na-
°at u mij verlaten hadt. Ik dacht heele
maal niet aan Deacon, om u de waarheid
vertellen, toen zij zoo iets bekende van
zich vergist te hebben „Wat is dat!" zei
Jk, en vroeg haar niet zenuwachtig te zijn.
Toen vertelde ze mij, dat ze niet dien ge-
hcelen tijd in de linnenkamer geweest
was. Zij was ongeveer tien minuten bene
den geweest. Zij was erg opgewonden en
scheen te denken, dat wij zouden meenen,
dat zij een misdadigster was, omdat baar
êeheugen haar in den steek gelaten had.
Boyd lachte. Anthony niet.
«Hoe laat was dat uitstapje uit de lin
nenkamer?" vroeg hij.
"Voorzoover het meisje zich kan her
inneren was het ongeveer tien minuten,
nadat zij Deacon zijn kamer had zien bin-
bengaan, sir."
En ik veronderstel, volgens jou, da.
deze Deacon zijn kamer verliet, terwijl het
pasisje weg was, uit het huis sloop. Wacht
te door het studeerkamerraam klom. Zijn
feester doodde, weer naar buiten klom,
joch ergens verborg tot de drukte voorbij
?as, ongepierkt in zijn kadêt terugkwam,
en toen beweerde, dat hij haar niet ver
laten had."
Boyd keek verwijtend. „U wordt sarcas
tisch, sir, dat merk ik, maar feitelijk is het
wel ongeveer zoo, dat hij deed."
„Is het zoo? Je begrijpt, Boyd, mij lijkt
het heelemaal niet juist."
„U zoudt zoo niet denken, sir, wanneer
ik u vertel, dat wij weten dat Deacon onze
man is." Boyd ging zachter spreken. „Ko
lonel Gethryn, die vingerafdrukken op het
wapen de houtvijl zijn van Deacon!"
..Zijn ze dat?" zei Arïthony geprikkeld.
„Hoe weet je dat? Hoe heb je ze ver
geleken?"
Boyd keek hem aan, bijna met mede
lijden. „Kreeg vanmorgen van iedereen
afdrukken, sir." Hij glimlachte gelukkig.
„Gaf ieder van hen natuurlijk toen ik
alleen was met hen een stuk wit papier.
Ik was ook erg geheimzinnig er mee, door
hen te vragen of zij het herkenden. Zij
herkenden het niet. Spreekt vanzelf, wan
neer je bedenkt, dat elk velletje er een utt
mijn aanteekentioekje was." Hij keek weer
op zijn horloge.
„Eén oogenblik" zei Anthony. „Heb je
iets van een motief gevonden?"
Het horloge werd weer in den zak gesto
ken. „Dat hebben wij, sir. Ja, u moogt wel
verbaasd kijken maar wij hebben het.
En het motief is op zichzelf een aardig
bewijsstuk. Een toevallige opmerking, die
sir Arthur maakte, toen ik voor koffietijd
met hem praatte, bracht er mij op Gister
morgen was hij met den overledene naar
het dorp gewandeld. De overledene ging
naar de bank, en, gelukkig, sir Arthur
ging met hem mee. Mr. Hoode inde een
honderd pond, niet minder di-: dat to
biljetten van tien. Wij wisten dit niet eer
der, omdat sir Arthur het had verteld aan
den chef sir Richard Morley van
nacht, en sir Richard had het op de een
of andere manier niet genoeg van belang
gevonden om er bij stil te staan."
Boyd's toon verried zijn opinie over den
politiechef. „Nu, sir, ik onderzocht het.
Die honderd pond ontbraken. Maar wij
vonden ze!"
Anthony stampte wild met zijn hak in
het grint. „Ik vermoed, dat ze verborgen
waren achter het schuifpaneel in Deacon's
kamer, heelemaal volgens Bartjes?"
„Ik weet niets van een schuifpaneel, sir,
en ook niets van Bartjes. Maar het was
wel in mr. Deacon's kamer, dat wij ze von
den. Ik vergeleek de nummers met de aan-
teekeningen van de bank."
„Wat zegt Deacon er van?"
De detective snauwde verachtelijk. „Zei,
dat mr. Hoode ze hem gaf voor verjaars
geschenk! Heel waarschijnlijk, vindt u
niet, sir?"
„Waarom die vernietigende ironie, Boyd?
Het is zóó onwaarschijnlijk, dat het waar
schijnlijk waar is."
Boyd snoof. „Nu, sir, denk eens aan!
Bekijk het van alle kanten, om zoo te zeg
gen. Deacon's ahbi blijkt heelemaal fout
te zijn. Zijn gaan en komen gisteravond
stemt overeen met het tijdstip van den
moord. Een honderd pond, door den over
ledene van de bank gehaald, zijn gevon
den, gestopt in een boordendoos in Dea
con's kamer een goede bergplaats, maar
niet voor een „verjaarscadeautje". En, sir,
Deacon's vingerafdrukken zijn gevonden
op het wapen, waarmee de moord gepleegd
tsi Nu, het is een geval uit duizenden, om
zoo te zeggen. Ik wou, dat ze allemaal zoo
eenvoudig waren."
„Uitstekend, Boyd .uitstekend. Ik geef
toe, dat je eenig recht van spreken hebt.
Ja ik vermoed vreemd die vinger
afdrukken! Erg vreemd!"
Boyd glimlachte. „Het is een feit, zij
geven den doorslag, om zoo te zeggen."
Zijn vriendelijk gezicht werd ernstig.
,,'t Is heelemaal duidelijk, sir, zou ik den
ken. Die moord een van de ergste, die
ik meemaakte werd gedaan om een on-
noozele honderd pond!"
Anthony was niet ontroerd. „En je
schuldige, veronderstel ik," zeide hij,
„kwijnt in de gevangenis in Marling."
„Als u bedoelt, dat we Deacon gearres
teerd hebben, sir, dan: wij hebben het
niet gedaan. Hij weet er niets van, dat wij
de afdrukken van zijn vingers gevonden
hebben. En ik ben bang, dat ik u vragen
moet, sir, officieel, om hem niets te zeg
gen van wat ik u verteld heb. U begrijpt,
dat dit een van die gevallen is, waarbij
we, in afwijking van den gewonen regel,
het liefst zouden hebben een uitspraak
van den lijkschouwer om een beslissing te
hebben tegen onzen man, en hem dan
arresteeren. Ik laat hem in het oog hou
den tot het verhoor morgen, en we zullen
hem daarna snappen." Het horloge kwam
weer te voorschijn, een trek van schrik
werd zichtbaar op het gelaat van zijn
eigenaar. „Nu moet ik toch werkelijk
gaan, sir. Ik ben vreeslijk laat. Heb rap
port uit te brengen op het bureau. Goeden
dag, sir, ik zal u morgen zien, wanneer u
nog hier bent. En wel bedankt voor uw
hulp. U waart het, na wat u in de studeer
kamer zei, dat het iemand uit het huls
was, om zoo te zeggen, hetgeen mij op het
goede spoor bracht, ofschoon ik het eerst
anders inzag. Nu zie ik, sir zooals ik
vroeger al heb gedaan dat u in het al
gemeen de dingen wel weet."
Anthony onderdrukte een glimlach bij
deze poging om de pil te vergulden. „Dus,
ik bracht Je op het rechte spoor?" zei hij
zachtjes. „Of het verkeerde, mijn vriend;
of het verkeerde! Ik heb er niet mee op.
Ik heb er heelemaal niet mee op. Het is
mij te veel practijk! De Losbandige Secre
taris, is Ontbrekende Bankbilletten, het
Lompe Wapen met de Vingerafdrukken!
Het is zelfs geen goede shilllng-sensatie-
roman! 't Is te vervloekt gewoon, dat
is het!"
Indien Boyd hoorde wat hij zei, liet hij
het niet merken, maar holde naar de auto,
die stond te wachten.
Anthony keek hem na, tot hij uit het
gezicht was. Hij overlegde bij zichzelf.
Neen, hij had er geen vrede mee. En hoe
paste Zij er ln? En waarom had zij in
'sHemels naam gezegd; „Wie schoot op
hem?" terwijl het hoofd van den armen
kerel gebeukt was?
,Dit spreekt haar vrij van de eigenlijke
daad," zei hij, half luid. „Dat is een troost,
tenminste. Maar het is verward, erg ver
ward. Slaap ik, droom ik, of zie ik gezich
ten? Ik denk, dat ja, ik denk, dat een
beetje praten met den moordenaarsach-
tigen secretaris mij goed zal doen maar
ik zal denken aan het officieele bevel hem
niet te vertellen dat hij spoedig opgehan
gen zal worden."
(.Wordt vervolgd).