ten Hove - Athletiek Nederland-Noord-Duitschland te Groningen
Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON.
De Moord op Abbotshall
een vraag. „Kunt u mij," vroeg hij, „nauw
keurig vertellen wie in het huis wonen?"
Mr. Syme's woordenrijkdom nam opeens
toe. „O ja. Hij wist er alles van. Op het
oogenblik waren daar miss Hoode, twee
vrienden van den overleden mr. Hoode en
het dienstpersoneel en de jonge mijnheer
mr. Deacon die secretaris was ge
weest van den gestorvene. De namen? O
ja, hij kon de namen precies opgeven.
Dienstpersoneel zijn dochter Elsie,
tweede meisje; Mabel Smith, een ander
tweede meisje; Martha Forest, de keuken
meid; Lily Ingram, het werkmeisje; Annie
Holt, kamermeisje; de oude Poole, de but
ler; Bo Belford, de andere huisknecht. Dan
waren er Tom Diggle, de tuinman, die ech
ter in het dorpsziekenhuisje was de laatste
week en er nog niet uit weg was. En dan
nog de chauffeur, Harry Wright. Natuur
lijk woonden, nu dacht hij er aan, de tuin
man en de chauffeur niet in het huis, zij
woonden in het portiershuis.
„En de twee gasten?" vroeg Anthony.
Het is moeilijk te gelooven, maar hij had
dien stroom van namen in zich opgeno
men, had zelfs nauwkeurig van ieder de
positie en plichten vastgesteld.
„Eén heer en één dame. sir. O, en dan is
er de kamenier van de dame, een meisje
met een Franschen naam. Duboise. kan
dat?" Mr Syme was zichtbaar trotsch
vanwege zijn onfeilbaarheid. „Mevrouw
Mainwaring héét de dame zij is een
slanke, mooie dame met een soort van
gouden haar, sir. En de heer is sir Arthur
Digby-Coates en hij is een erg aardige
mijnbeer, zegt Elsie."
Anthony uh*e, een kreet vao blijdschap.
Digby-Coates was een kennis uit den tijd
toen hij particulier secretaris was. Digby-
Coates kon nuttig zijn. Hastings had het
hem niet verteld.
„Daar is Abbotshall, sir," zeide mr.
Syme.
Anthony keek op. Aan zijn linkerhand
zij hadden gewandeld met de Marle aan
hun rechterhand was een verzorgde,
lieve tuin, waarvan de bloembedden, pa
den en het grasveld zich uitstrekten tot
aan een der vreemdste huizen, die hij zich
herinneren kon.
Want het was laag en onregelmatig en
had den vorm van een hoofdletter L, die
op zijn zijde is gelegd. Het was twee ver
diepingen hoog, maar aan het uiteinde van
den achterarm van de liggende L was een
extra-verdieping bijgebouwd. Deze gaf
het een grillig, grijs voorkomen, dat An
thony wonderlijk aandeed. Veelkleurige
trossen van een klimplant verspreidden
zich in een schoone wanorde van af den
grond tot de half verborgen schoorstee-
nen. Tusschen de bladeren door gluurden
de in lood gevatte ramen, zooals een
boschfee zou kunnen loeren door heur
haren naar den houthakkerszoon, die in
werkelijkheid een prins is. Een tegelpad,
waarlangs een lage taxisheg, was vóór het
huis; men bereikte dit langs een rij stee-
nen treden vanaf het lager gelegen gras
veld. Tegenover de bovenste trede was een
veranda.
,X>it hier, sir," legde mr. Syme, onnoo-
dig, uit, „is precies de achterkant van het
huis."
Anthony gaf hem zijn congé en een
briefje van vijl poad, met der wenk er bij
dat zijn verblijf te Marling niet gebruikt
zou mogen worden als een bron van ge
lagkamer-praatjes. Mr. Syme wandelde
weg met een pas, welke een zonderlinge
combinatie was van het sluipen van een
samenzweerder en de vlugheid van een
groot detective.
Anthony ging het kleine hek binnen, en
in de richting van het huls. Op de boven
ste trede, vóór de veranda, stond hij stil.
Het geluid van stemmen drong tot hem
door. De luide toon van een dezer bracht
hem er toe van de veranda weg en langs
het huis naar den rechterkant te loopen.
Hij hield stil bij het eerste raam der bene
denverdieping, en luisterde, terwijl hij in
de kamer gluurde.
Binnen stonden twee mannen, een met
een beetje ronden rug, in het zwart ge
kleed, met een doodsbleek gezicht en
zenuwachtig zich bewegende handen; de
ander groot, zwaar, met een rood gezicht,
een woeste snor, gekleed in het blauw der
politie, met de drie sergeants-strepen op
zijn arm .Het was de stem van den poli
tieman, welke Anthony's aandacht had
getrokken. Nu werd zij nog luider.
„Je weet een verdomde hoop meer van
de misdaad dan je zegt," bulderde de stem.
De ander sidderde, bracht een bevende
hand naar zijn mond, en keek gejaagd
door de kamer. Hij had. dacht Anthony,
een merkwaardige gelijkenis met een fret.
„Ik weet niets, sergeant, heusch niet,"
stotterde hij.
De sergeant boog zich met zijn groote
hoofd tot vlak bij dat van zijn slachtoffer.
„Ik geloof je vanmorgen geen zier meer
Hai> yanaacht," bulkte hij. „Nou, Se!Xord,
mijn jongen, beken jij nu maar. Om het
vol te houden tegen Jack Higgins, dat zal
je niet glad zitten!"
Anthony leunde met zijn armen op de
vensterbank en stak zijn hoofd en schou
ders de kamer in.
„Nu, sergeant," zeide hij, .zoo iets zal
hij nooit doen, dat weet je best."
De uitwerking van zijn tusschenbeide
komen prikkelde op een prettige wijze zijn
smaak voor het dramatische. Wet en Orde,
na eerst te hebben moeten bijkomen, na
derden, vol van woede, het raam, en vroe
gen wat de bedoeling was van dat onbegrij
pelijke binnendringen.
„Wel!" zei Anthony, „laten wij het noe
men den wensch om zeer van nabij de
methoden van de Dlstricts-politie te be-
studeeren."
„Wie, voor denbent u?" Het gezicht
van sergeant Higgins was zwart van
woede.
„Ik," zei Anthony, „ben Hawkstraw, de
detective!"
Voordat een nieuw gebrul kon losbasten
uit een beleedigde bureaucratie, ging de
deur van de kamer open. Een gezet man
van middelbar-n leeftijd, die er uit zag als
een kruidenier, informeerde wat die herrie
beteekende.
Sergeant Higgins werd op hetzelfde
oogenblik een zachtaardig ondergeschikte.
„Ik ik wist niet, dat u dat u in de
buurt was, sir. Deze e deze mijn
heer" hij wees in de richting van An
thony „stak juist zijn hoofd
(Wordt vervolgd).
TEIt GELEGENHEID VAN 1IET VIJFTIGJARIG BESTAAN VAN II.V.V. werd Zondag
een wedstrijd gespeeld tegen een Engelsch Corinthian-elftal, welke door de jubilareese met
7'2 werd gewonnen. Overzicht tijdens den wedstrijd. Op den achtergrond de decors van het
openluchtspel Opgang".
TENNISMEESTERS op de
Noordwijksche banen. Een
snapshot van den heer
Hemmes.
GOUWLEIDER UOFlllt die
door de nazi's uit de gevan
genis te Innsbruck is bevrijd.
Een Detective-verhaal
door PHILIP MAC DONALD.
Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S.
5)
Bik, rna rif uur, den vorigen avond, was
b» ykbi'a Hoode de studeerkamer van
broer binnengekomen en had hem
Hrnden, dood en gewond, bij den haard.
Jy Precies de verwondingen waren, kon
niet vertellen, maar volgens de
elkaar overeenstemmende berichten
XrJ rij nog al afschuwelijk.
RWr rij flauw viel. had miss Hoode een
aeeuw gegeven. Toen andere huisge-
lif.T,11 er bij kwamen, vonden zij haar
e.8 baast haar broers lijk. Dadelijk was
«o onderzoek ingesteld naar de moor-
b hrS' en waren de politie en een dokter
jLy'J .geroepen. Er werd gezegd mr.
4j.e Smg vertrouwelijke mededeelingen
hotron~ dat door den schok de geestver-
ïol van miss Hoode gekrenkt waren,
held toe kad men geen enkele zeker-
'kdivo 'rent den persoon van den mis
te Z maar (hier uitte mr. Syme aller-
hadriolf e vermoedens, welke betrekking
°P elk der huisgenooten met uit
stag van zijn dochter),
wwony stopte den woordenvloed doo?
-tr-
De nieuwe Engelsche gezant, Z. E. sir Hubert Montgomery on de
nieuwe Chineesche gezant, Z. E. Wung King, hebben Zaterdag
ten paleize Koordeinde hun geloofsbrieven overhandigd.
WALLACE BEERY de befaam BAJIES-ATIILETIEK NEDERLAND-NOORD-DUITSCHLAND TE GRONINGEN. 80 M. horden-
de ^omen^met8zijnMrahterylooP gewonnen door mej. Hagemann (Dl.) V.l.n.r. de dames Doorgeest (N.), Hargus (D.)
C^-rol Amy. Hagemann (D.) en ter Horst (N.)
BIJ DE DAMES-ATIILETIEkWEDSTRIJDEN Neder
landNoord-Duitschland te Groningen werd door de
buitenlandsche gasten aan de tribune een reusachtige
hakenkruisvlag bevestigd.
IIET CONCOURS IIIPPIQUE TE LONNEKER. Majoor
J. M. de Kruyfl. uit Breda op „Gloria".
z- E. MR. J. A. N. PATIJN onze gezant
te Rome en oud-burgemeester der residentie,
'hracht Zaterdag, vergezeld van mevrouw,
een bezoek bij de Koningin.