1
ONTSIERENDE RECLAME.
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 1 September 1933
Derde Blad No. 22532
pening Vleeschwaren- en Conservenfabriek
„De Rijnstreek" te Hazerswoude.
INGEZONDEN.
LAND- EN TUIN50UW.
SCHADE AAN STADSCHOON!
je Hazerswoude vond de opening plaats
i de vleeschwaren- en conservenfabriek
Rijnstreek" te Hazerswoude, in het
|ijn van den burgemeester, den heer v.
jHeulen, den secretaris, de wethouders
[raadsleden dier gemeente. Aanwezig
ben voorts eenige honderden genoodig-
i, terwijl talrijke bloemstukken waren
inengekomen.
pet openingswoord werd gesproken door
i lieer G. W. Zandvoort, directeur van
[nieuwe fabriek, tevens eigenaar van de
lende firma I. Zandvoort. slagerijen te
pen, Oegstgeest en Noordwijk. Ook
ak de burgemeester van Hazerswoude
bens de gemeente en diverse der aan-
autoriteiten. Na het ronddienen
iden eerewijn werd het fraaie gebouw
|de vleeschwaren- en conservenfabriek
levens aangesteld als regeeringszouterij
|r de Ned. Varkenscentrale bezich-
en trok de algemeene bewondering.
massale machines in de worstkeuken
feden de grootste aandacht. In de koel-
llen hmg een 50-tal prima stamboek-
Ikens. die uitmuntten door bijzonder
Ink vleesch, afkomstig van de selectie-
Esterij van den heer Bonda.
Hierboven een groepsfoto, genomen tij -
Es de opening, waarop o.a. de heeren
[Zandvoort Sr., G. W. Zandvoort, mevr.
bdvoort en haar dochtertje, de architect
[heer J. Stigter uit Leiden en het per-
Vel.
fabriek ligt zeer gunstig aan den
idijk, onder de gemeente Hazerswoude.
voorzijde van het nieuwe fraaie ge-
iw. dat door zijn stevige kubistische
geving een zeer aangenamen indruk
kt, is gelegen aan den verkeersweg van
naar Utrecht, en van dezen weg
;esloten door een hekwerk, samenge-
uit steenen pilasters met ijzeren
ihenhekwerken. terwijl drie stel zware
n deuren toegang geven tot het
cksterrein. Aan de achterzijde wordt
fabriek begrensd door de Rijn, hetwelk
mogelijk maakt het slachtvee, naar
ize, aan te voeren per as of te water.
bouw is opgevat als laagbouw. De
:entraliseerde indeeling is zeer gunstig
;rojecteerd. De slachthal, het voorkoel-
fis en de wDrstmakerij-kokerij liggen in
midden van het gebouw en hebben een
gte van plan. 5.20 Meter, tusschen vloer
plafond gemeten. Om deze localiteiten
!n zijn de kantoren, de koelhuizen,
wasscherij. varkenshokken, ketelhuis,
ichinekamer, magazijnen, garages, expe-
1?. kleerenberg'plaats, toilet voor het
rsoneel en het schaftlokaal gerang-
ikt.
verlichting van alle localiteiten. ge-
tiedt door direct met de buitenlucht in
binding staande ramen reeksen, welke
le beweegbaar zijn, waardoor een goede
"lichting, maar tevens een goede venti-
[e gewaarborgd is.
die localiteiten zijn zoodanig geprojee-
id. zooals dit door de logische gang van
bedrijf wordt vereischt.
Li de varkenshokken is een aparte af-
'fling als waag, voor de weging van het
ichtvee, terwijl er zich tevens zeven ge
pareerde varkenshokken bevinden, sa-
icngesteld uit afscheidingen van gewa-
•nd beton, en voorzien van ijzeren, naar
Eerszijden te openen deurtjes.
Een aparte gang voert vanuit de slacht-
"ats naar het ketelhuis, en de achter de
?lhuizen geprojecteerde machinekamer.
Het hanghuis staat in rechtstreeksche
"binding met de worstmakerij-kokerij,
koelhuizen, en de expeditie, terwijl de
-peditie aan het kantoor grenst.
Het kantoor, dat aan de voorzijde van
gebouw is gelegen, is op het zuideh
^projecteerd. Door middel van toezicht-
pen, die in de verschillende muren zi};i
ngebracht, is het geheele bedrijf vanuit
kantoor te overzien,
geheele inrichting, welke met recht
aanspraak kan maken, een model inrich
ting te zijn, voldoet vanzelfsprekend, aan
alle wettelijke voorschriften.
Het koelhuis en de gekoelde spekzoute-
rij zijn samengesteld uit dubbele muren,
dubbele vloeren en dubbele plafonds,
waartusschen overal tweedik, geprepareer
de kurkplaten zijn aangebracht, waardoor
het geheel volkomen tegen warmte invloe
den van buiten af zijn geïsoleerd. De
vloeren in de koelhuizen zijn eveneens
Kiezerling-cementvloeren, de plafond's
samengesteld uit Terra-cotta platen, ter
wijl alle wanden zijn afgewerkt met
Amerikaansche witte cement, zoodal
reiniging niets te wenschen overlaat. In de
gekoelde spekzouterij zijn vijf stuks pekel-
bakken aangebracht samengesteld uit ge
wapend beton, en met een gezamenlijke
inhoud van ruim 20 M3. terwijl voldoende
ruimte overblijft, voor opslag van spek
in drogen toestand.
De koeling der koelhuizen geschiedt
door een ammoniak-compressor, aange
dreven door een electro-motor, welke zijn
opgesteld in de achter de koelhuizen ge
legen machinekamer.
De technische installatie, is voorzien
van alle moderne machine's, kookketels,
autoclaaf enz., zooals deze in een dusdanig
bedrijf worden vereischt.
Door het geheele gebouw, zijn transport
banen aangebracht, voorzien van een
automatische weegbrug met afleesklok in
de expeditie.
Voor voeding der kookketels, de auto
claaf. de broeikuip, enz., alsmede voor de
verwarming van het kantoor, het schaft
lokaal en de machinekamer, door middel
van radiatoren, is er in het ketelhuis, een
staande stoomketel opgesteld van een
ruim voldoende capaciteit.
Alle vleeschbewerkings- en bussensluit-
machine's worden door electriciteit aan
gedreven, terwijl ook h.et geheele gebouw is
voorzien van een electrische lichtinstalla
tie. Deze kracht- en lichtinstallatie is van
een zeer speciale uitvoering, samengesteld
uit anti-cchroom materiaal, hetwciK een
groote bedrijfszekerheid, en p.en lan0^
levensduur waarborgt.
De geheele samenstelling en afwerking,
alsmede de diverse installatiën getuigt er
van, dat men er naar gestreefd heeft, een
vleeschwaren- en conservenfabriek in wer
king te kunnen stellen, welke voldoet aan
de meest strenge eischen van hygiëne.
Aan de voorzijde van het gebouw, liggen
van links naar rechts, geprojecteerd: De
twee afzonderlijke autogarage's, de expe
ditie, met zijn groote toegangdeuren, aan
weerszijden geflankeerd door een lage
bloembak, welke hieraan iets fleurigs ge
ven. voorts het kantoor met zijn breede
vensters, en zijn apart entrée, keurig ge
dekt met zijn groote luifel van gewapend
beton, en afgewerkt met uitgewasschen
granito. Hiervan terugspringend zijn een
magazijn, de rookkast en het schaftlokaal
gelegen.
Door het hoogteverschil der daken van
de verschillende lokaliteiten is een mooi
lijnenspel verkregen, terwijl de rookkast.
welke als toren is opgelost, het gebouw tot
een fraai geheel maakt.
Het gebouw is uitgevoerd volgens het
ontwerp en onder leiding van den heel
Jan Stigter. architect te Leiden Het ge
tuigt dat de architect zich volkomen heeft
ingeleefd iri den aard en de eischen aan
een dusdanig bedrijf te stellen waarin hij
bijzonder goed geslaagd is en waarvoor
hem alle lof toekomt
Aannemers van genoemd werk waren de
heeren gebr Randsdorp te Lisse. die bijge
staan door diverse onder- en neven-aan
nemers hier een mooi stuk werk hebben
tot stand gebracht.
Buiten verantwoordelij Rheld der Red)
Copie van al of niet geplaatste
stukken wordt niet trrugcrftreven
DE NIEUWE LEIDSCHE STADHUIS
PLANNEN.
Hetzij mij vergund den geachten inzender
fn tie twee gestelde vragen, inzake het
Pjo Blaauw te doen opmerken, dat juist
Let plan Blaauw aan de publiciteit
[?^.nebben prijsgegeven, het voorstel een
I erostige inbreuk zoude beteekenen
l p "et recht van zijn geestelijk eigendom.
JACQUES VAN DER HEYDEN.
|r Garenmarkt 9.
r* Augustus 1933.
■Fa
I U5t' Was du ererbt von deinen Vatern
hast
Erwirb es, um es zu besitzen.
ELe Botschaft hör'ich wohl
allein mir fehlt der Glaube-
|t '-H Leidsche-stadhuis-vraagstuk, dat
I ?'•- brand van '29 in een acuut stadium
I :u; schijnt de oplossing thans nabij;
|E'in-Vler iaren van overleg en proef-
cfcen n,0Sen de autoriteiten nu niet
fciaïi? n wanhoopsbesluit brengen! De
e te belangrijk, immers het sym
bool van Leidens glorie staat op het spel,
één der schoonste stalen van Nederland-
sche kunst is in het geding
In den breede behoeft niet nogmaals
betoogd te worden hoe historici en aethe-
tici over dit gebouw oordeelden en getuig
den; hoezeer de kunstwerken tentoon
spreiden wat innerlijk een volk. een tijd
perk beheerscht, vereischt geen nadere
verklaring, maar dat een monument als
het oude Leidsche stadhuis getuige van
den geest en de wilskracht van Hollands
grootschen tijd, daar zij nog even aan
herinnerd.
Dat juist Leidens voornaamste huis die
ideeën vertolkte, was zoowel de trots der
Leidenaars als van de andere vaderlan
ders. In dit verband zij gereleveerd, dat
in 's lands geschiedenis, ja, in 's werelds
evolutie de naam der stad Leiden zulk een
eervolle plaats inneemt dat het elk be
zoeker van de Sleutel-stad bevredigt in het
schoone, dat Leiden biedt, iets van het
groote. verhevene te herkennen.
Is het niet een allereerste plicht, dat
zinvolle schoone gebouw te bewaren, in
ongerepten staat te bestendigen? Velen
getuigden van dien plicht en bij de her
stel-plannen. van Leidens Stadhuis stel
den de vroede vaderen:
"Er wordt nadrukkelijk de aandacht op
gevestigd, dat het gewenscht is aan den
ouden gevel met zijn bordes en andere
toe0angen de functie te hergeven, welke
hij in de traditie van Leiden heeft....".
„Het zwaartepunt van het stadhuis als
representatief centrum van het stadsbe
stuur, moet aan de Breestraat liggen, het
administratieve centrum kan zijn hoofd
accenten vinden aan Vischmarkt en
Koornbrugsteeg. De hoop wordt uitge
sproken. dat het mogelijk zal blijken de
beiden elementen tot eenheid te verbin
den, welke noch te kort doet aan het door
de historie overgeleverde, noch aan het
recht van onzen tijd om zich in eigen
vormenspraak te uiten."
Bekende architecten beproefden hun
talenten op ontwerpen, die Leiden weer in
het vooruitzicht van den ouden gevel en
een daaraan harmonisch passend, goed
geoutilleerd gemeentehuls zouden kunnen
stellen.
Na bestudeering der ingezonden plan
nen en na lezing van het verslag der
Raadhuis-Advies-Commissie. blijkt dat
met uitzondering van bouwmeester Krop
holler, geen der architecten aan het nieuw
te bouwen gedeelte die vormen en verhou
dingen hebben kunnen verleenen waar
door met het antieke gedeelte een harmo
nieus totaal verkregen wordt.
Hoe verdienstelijk de ontwerpen van de
architecten, Blaauw, Buurman, van der
Laan en Mertens voor een stadhuis ook
mogen zijn, door de groote tegenstellin
gen, welke deze met den ouden gevel too-
nen, werden ze ten eenen male onaan
vaardbaar. Hoe aan de R.A.C. het antago
nisme tusschen den ouden gevel en den
nieuwbouw in Blaauw's plan ontging is
absoluut raadselachtig Nog meer be
vreemding wekt het. dat deze commissie
de tegenstellingen tusschen beide deelen
wil toespitsen door bij den nieuwbouw
ander materiaal toe te passen. Het is
moeilijk met weinig woorden de contrasten
in Blaauw's ontwerp aan te toonen. Stel
U voor de niet-hooge typisch Hollandsche
renaissance gevel horizontaal gelijnd, met
overal nogal weeke sculpturale versierin
gen en klassieke détails tegenover een
vlak-gemuurde, soms tot een hoogte van
vijf verdiepingen opgetrokken gevel, waar
in talrijke ramen mathematisch juist als
op een dambord boven en naast elkaar
zijn geplaatst
Zelfs van het intact laten van het oor
spronkelijke aspect van het oude gebouw
en van het oude stadsdeel is bij Blaauw's
plan geen sprake: een geheel nieuw gepro
jecteerde buitengevel-rooilijn, waaraan bo
vendien een nieuw plein is ontworpen en
dan een toren op een zelf-bedachte plaats,
een toren, die noch oud noch nieuw is,
een toren, wiens vormen een concessie doet
aanneo Duitsche renaissance, een
toren, waarin absoluut niets van moderne
tendenzen, te bespeuren is. dus totaal on
waar, een wangedrocht, die als eenige ver
dienste kan hebben: een doorloopende her
innering aan den troebelen toestand in
zekere kringen anno domini 1933!
De plattegronden van het plan Blaauw
zijn ongetwijfeld knap. zakelijk ontworpen,
maar de wijdsche gangen, de nuchtere in
deeling van alle ruimten en de hoogbouw
strooken niet met het intieme karakter van
het oude stadhuis. Men herinnere zich, dat
Dudok's plan gekenmerkt werd door een
voorbeeldige distributie der ruimten; daar
Dudok's ontwerp een gaaf geheel, in zui
veren stijl vertoonde zou zijn ontwerp zeer
zeker de voorkeur verdienen boven dit van
architect Blaauw.
Het schijnt hopeloos hu weer opnieuw te
moeten ageeren tegen een ontwerp, dat het
oude stadhuis-aspect voor immer dreiét te
ontluisteren. Is het zóó onmogelijk de con
sequenties. voortvloeiende uit het besluit,
dat de oude gevel hersteld moet worden, te
blijven eischen?
Het gepraat over den bouw van het stad
huis maakte sommigen zóó beu. dat zij de
oplossing der quaestie a tout prix forceeren
willen, zij zouden genoegen willen nemen
met op papier geteekende. aardig lijkende
maar inderdaad schijn-effecten, en zij
hebben met woorden formules bedacht,
waardoor alles aannemelijk wordt
Laat de beoordeelaars tot bezinning ko
men. Wiens voorlichting en raad kan beter
opgevolgd worden dan van den geboren
Leiaenaar. H P. Bremmer. den onbetwist
baar in de kunstwereld erkenden aesthe-
ticus?
D.d. 21 Augustus 1933 publiceerde deze
zijn oordeel:
..Wil men een kunstwerk van eenige be-
teekenis hebben, dan dient men te onder
scheiden of men met een kunstenaar te
doen heeft, met iemand die gedreven door
een innerlijk idee, die in zijn werk open
baring weet te brengen, of met iemand, die
een bouwwerk in elkaar zet, dat aan be
paalde utiliteitsgronden voldoet en daar
omheen dan eenige toevoegsels te pas
brengt, die door de conventies der tijden
ontstaan zijn en den schijn van een kunst
werk er aan geven. Dat op het gebied van
bouwkunst, vooral heel moeilijk is uit te
maken of men met werkelijk aesthetische
neigingen of met conventioneele opvattin
gen te doen heeft, daarvan ben ik me zeer
sterk bewust.
„Van wat mij van de plannen en ont
werpen onder oogen kwam, lijdt het voor
mij geen twijfel, dat mijn keuze zou vallen
op dat van Kropholler. Van dezen bouw
kundige heb ik door de jaren heen het
werk gevolgd en ik meen, dat na Berlage,
onder wiens invloed hij zeer zeker zijn in
zichten ontwikkeld heeft hij 't meest kun
stenaar onder bouwkundigen van onzen
tijd genoemd kan worden. In zijn gebou
wen vind ik de eenheid, die uit een inner
lijke overtuiging ontstaan is, langzaam ge
groeid tot iets van vaste en overtuigende
stelligheid, tot iets wat een sterke en ge
zonde persoonlijkheid doet kennen, met
een zin voor voornamen eenvoud in zijn
vormen, zooals ik die zoo veelvuldig in vele
zijner bouwwerken bewonderd heb. Daarin
is die gedragenheid en gelatenheid, die mij
de overtuiging geeft, dat zijn gebouwen in
de toekomst, hoe verschillend de opvattin
gen door de tijden heen weer zullen zijn.
dat hechte en sterke bezitten, dat de toets
der tijden zal kunnen trotseeren".
Het plan Kropholler genoot ook de meest
gunstige beoordeeling voor de ontworpen
binnen- en buitengevels, vooral ook wat de
aansluiting met 't oude gedeelte betreft
door de Raadhuis-Advies-Commissie, maar
deze opperde bezwaren tegen de platte
gronden en sommige gedeelten der binnen
architectuur.
Is het nu absoluut ondoenlijk met
schetsplannen voor het exterieur die aan
alle redelijke eischen voldoen, geconci
pieerd door een bouwmeester wiens repu
tatie borg staat voor een alleszins kunst
volle realisatie, de plattegrond to projec
teeren. die practisch en doelmatig het
stadhuis doen functioneeren? Aan het be-
zwaa* der R. C, togen de plaatsing der
bureaux van den ontvanger kwam Krop
holler tegemoet door zijn „variant" plan.
In 's bouwmeester's streven door zijn
inwendige ruimteverdeeling (die voor hui
dige begrippen daarvan afwijkt) meer
overeenstemming met den renaissance-
bouw van den bestaanden gevel te brengen
is hij volgens sommiger idee te ver ge
gaan. doch dat Kropholler daardoor een
eenheid bereikte als door geen zijner
medestanders, is ongetwijfeld. Een bouw
meester van zijn kunde en ervaring is
herzien van zijn plattegronden zeer zeker
toe te vertrouwen. De geheele opzet van
Krophollers ontwerp getuigt van groote
piëteit ten aanzien van dien ouden pracht-
vollen gevel, waardoor de volle luister van
voorheen zal stralen over tijdgenoot en na
geslacht! Dat deze bouwmeester er toe
kwam den wereldberoemden ouden toren
te herplaatsen, lag in de rede.
Die stadhuistoren, volgens den Delft-
sehen hoogleeraar Eugen Gugel: „fier om-
hoogrijzend, een onschatbare type van
zijn soort ..strekt aan het monument
als karakteristiek bijwerk tot sieraad"; die
toren waarvan A. W. Weissman in zijn
Geschiedenis der Beeldende Kunst getuigt:
„achter hel raadhuis staat een toren met
doorluchtige spits, die door zijn sierlijke
vormen veel tot het pittoreske aanzien
van het gebouw bijdraagt; „de toren, die
naar het oordeel van mr. J. C. Overvoorde,
Leidsch archivaris, en van prof. dr. P. J.
Blok. Leidsch hoogleeraar. bij den ouden
gevel behoort, deze zal door geen anderen
vervangen kunnen worden.
Twijfelde men aanvankelijk naar de
bestaande gegevens den ouden toren te
kunnen herstellen, thans staat onomstoo-
telijk vast, dat de sierlijkste Nedeiiandsche
toren volkomen herbouwd kan worden.
Bouwmeester Kropholler schrijft in zijn
toelichting: „Bij het voorliggend plan is
uitgegaan van de gedachte, dat ook de
plaats van den toren voor den aanblik
in de Breestraat bijzonder© beteekenis had
en dat voor en aleer werkelijk gebleken
is de groote belemmering welke de hand
having van de oude plaatsing met zich
zou brengen voor de dispositie van het
nieuwe stadhuis, zou de oude plaatsing de
voorkeur moeten worden gegeven. Daar
door herkrijgt de Breestraat-gevel zijn oe-
kroning en hiermede zijn volle belang
rijkheid in het stadsbeeld terwijl het
representatief zwaartepunt van het stad
huis er weer geheel door wordt terugge
bracht naar den ouden hoofdingang,
waarbij immers de toren verrees". „Verre
weg de meeste onzer oude raadhuizen her
inneren ons trouwens aan hetgeen voor
weinigen onbegrijpelijk kan zijn: dat een
raadhuistoren alleen beteekenis heeft,
wanneer hij het representatief centrum
der gemeente aanduidt en de plaats (of de
aslijn) aangeeft waarin de toegang hier
van ligt„Bij dit stadhuis wordt het
representatief gedeelte vereischt in den
omtrek van den ouden hoofdingang Het
blijkt mogelijk den toren op zijn oude
plaats te handhaven temidden der repre
sentatieve ruimten, de raadzaal gelegen
aan den binnenhof noordelijk van den
toren, de feestzalen aan de Breestraat
Z.W. van dezen".
Bij het lezen van dit citaat uit Krop
hollers werk wordt gevoeld en begrepen,
dat deze bouwmeester z'n onderwerp gees
telijk geheel verwerkt en zuiver doordacht
heeft.
Epiloog: Aangezien het uiterlijk van
Krophollers ontwerp ook volgens de R.A C.
een fraaie oplossing biedt bij de kwestie
van de aansluiting van ouden gevel met
het nieuw te bouwen gedeelte; aangezien
het ontworpen complex ook volgens de
R.A.C. goed passend in 't stadsbeeld sluit;
aangezien met het herbouwen van den be
roemden stadhuistoren door Kropholler
het door brand verwoeste stadhuis zoo
volkomen mogelijk, dus ook in het stads-
silhouet. herstelt, worde gevraagd aan
bouwmeester Kropholler op te dragen de
plattegronden zoo om te werken, dat aan
de ernstige bezwaren tegen zijn plan ge
opperd. wordt tegemoet gekomen
J. J GERSTEL.
Rotterdam. 30 Augustus 1933.
Henegouwerlaan 64.
HET VOORSTEL COSTER.
Eind December 1932 werd ik voor de
keus gesteld te bedanken voor de aan mij
verleende muziekvergunning of in het
vervolg in plaats van f. 10.f. 16.
per maand te betalen. Dus een verhooging
van f. 6.per maand in tijdsomstandig
heden, dat vele café's hun deuren hebben
moeten sluiten i.v.m. het niet na kunnen
komen der zware belastingen hen opge
legd en in hoofdzaak de personeele be
lasting.
Doordat mijn localiteit. 41/» M2 grooter is
dan 100 M2. dus dientengevolge de 41/: M2
voor de volle 50 M2 wordt gerekend, moet
ik dan nu f. 72.extra betalen en dat in
een tijd van groote malaise in ons bedrijf.
Dank zei de welwillende bemoeiingen
van den heer Coster wordt getracht een
herziening van het bovenstaande te ver
krijgen en is het prae-advies van B. en W.
zoodanig gesteld, dat het voorstel van den
heer Coster wordt omzeild.
Er wordt niet gevraagd om verlaging
der muziekbelastlng, doch om de plotse
linge verhooging niet langer te laten
doorgaan en een meer billijker verdecling,
het gevolg hebbende dat b.v. 4'/i M2 niet
gelijk gesteld zal worden met 50 M2
Indien het prae-advies van B. en W.
wordt gevolgd, zullen vele vakgenooten
met mij hun localiteiten moeten verklei
nen om aan de extra-verhooging te ont
komen
Verder vraag ik mij af hoe of het komt,
dat er geen rekening mede is gehouden
met het verschil tusschen een verlof en
een vergunningzaak daar een Vergun
ningzaak toch in een betere conditie ver
keert en de lasten voor beide gelijk zijn
(uitgezonderd het vergunningsrecht).
Dit bovenstaande diene om een juisten
blik te geven aan de betrokken Autoritei
ten en vakgenooten en dank ik U zeer,
Geachte Redactie, voor de aan mij ver
leende plaatsruimte en teeken ik met de
meeste hoogachting Uw. dw. dr-
J. J. DOEDENS.
Lunchroom „De Bijenkorf".
Steenstraat 27, Leiden
DE AARDAPPELEN-INVOER IN
ENGELAND.
Men meldt uit Londen:
De minister van landbouw heeft onder
handeld met vertegenwoordigers der aard-
appelenuitvoerende landen in verband
met de noodzakelijkheid van het tot stand
komen van een regeling van den aard-
appeleninvoer.
Thans is overeengekomen, dat gedu
rende de maanden September, October,
November en December de invoer uit
Nederland niet meer dan 3000 ton zal be
dragen, die uit België niet meer dan 250
ton. Andere landen, die gewoonlijk geen
aardappelen naar het Vereenigd Konink
rijk uitvoeren, is verzocht, gedurende de
rest van het jaar niet in te voeren.
Foto Bleuzé.
Even voorbij de spoorboomen troont op den Rijnsburgerweg een reclamebord, dat
velen al een doorn in het oog is geweest! De entrée van dezen mooien, breeden
verkeersweg is er "<aarlljk niet op vooruitgegaan!