Het afscheid van burgemeester Lovink te Alphen. Tandaansls is gevaarlijk Dinsdag 29 Augustus GEMEENTERAAD V. LEIDEN Reorganisatieplan-Schiiller. GAAT NIET TE VER IN ZEE! WAAGT UW LEVEN NIET! mm WWIIIWIWIMMIMIMIdBfcliWIftaawlMHWMWWMMI 1 HARTELIJKE TOESPRAKEN IN DE RAADSVERGADERING Nadat gistermiddag door den burge meester dr. H. J. Lovink, te Alphen, reeds een afscheidsreceptie was gehouden van halfdrie tot 5 uur in het secretariegebouw, presidleerde deze des avonds de laatste raadsvergadering, na zijn 10-jarlg verblijf in de gemeente Alphen: hij nam aan het einde der vergadering tevens officieel af scheid van den raad! Wat deze receptie betreft, kunnen wij mededeelen, dat deze door talrijke personen werd bezocht. O.a. door verschillende deputatie's van ambte naren en het personeel in gemeentedienst, aismede bestuursleden van vereenigingen, terwijl ook talrijke vooraanstaande perso nen en andere Inwoners der gemeente van den burgemeester afscheid kwamen nemen. Om 7 uur vergaderde hierna den raad onder presidium van den scheidenden voor zitter. Voor het verslag der gewone agenda verwijzen wij naar het nieuws uit Alphen. Na het afhandelen daarvan, hield dr. Lovink de navolgende afscheidsrede: Or. Lovink. Afscheidsrede van den Burgemeester. Mijne Heeren, Aan het eind van onze agenda gekomen zijnde, de laatste welke ik de eer zal heb ben met Uwen raad te behandelen, moge ik van deze gelegenheid gebruik maken, enkele woorden tot U te richten. In de allereerste plaats een woord van grooten dank. In de ruim 10 jaren dat ik het voor recht heb gehad Uwe vergaderingen te mogen leiden en dit ook steeds te hebben kunnen doen zonder de vergadering te missen, zal de samenwerking met U, mijne Heeren, door mij niet gemakkelijk verge ten worden. Dit wil niet zeggen, dat er steeds overeenstemming ln opvatting was over de gemeentelijke zaken, hetgeen bij onze verschillende levensbeschouwing ook niet wel mogelijk is. Maar zelfs dan nog, heb ik steeds het gevoel gehad dat onder linge waardeering en eerbiediging andere meening toch den ondergrond der debat ten beheerschte. Een en ander had tenge volge, dat onze discussie gewoonlijk een zakelijk karakter droegen, met als resul taat een vruchtbare samenwerking, tus- schen U en het dagelljksch bestuur der gemeente. Ik zal dan ook steeds met groote voldoening aan de Alphensche raadszit tingen terugdenken. Ook al omdat gij bij eenig onwillekeurig of formeel verzuim mijnerzijds het Uwen voorzitter niet moei lijk gemaakt hebt. In de 2e plaats moge het mij veroorloofd zijn, een wensch uit te spreken welker vervulling mij oprecht zou verheugen. De tijden zijn voor onze gemeente ln het bijzonder moeilijk: juister zou het nog zijn indien ik zou zeggen, zij zijn zwaar. En ik durf niet te zeggen, dat er eenig uitzicht ls, dat wij op het diep ste punt zijn gekomen. Integendeel. De korte opleving die wij in den laatsten tijd in den economischen toestand hebben kunnen waarnemen, schijnt weder voorbij te zijn, zoodat wij ons opnieuw zullen moeten wapenen om den ongelljken strijd te kunnen voortzetten. Ik heb niet den indruk, dat men in Regeeringskringen voldoende inzicht heeft in de groote moei lijkheden, waarmede kleinere gemeenten, zooals Alphen, hebben te kampen en die al eenige jaren achtereen tonnen heeft moeten uitgeven om in de ergste nooden van de slachtoffers van de huidige crisis te voorzien. Tot dusverre heeft onze ge meente. dank zij de groote soberheid, welke sinds jaren is betracht bij het doen van uitgaven alsmede tengevolge van den gunstigen toestand der gemeentelijke water- en llchtbedrijven. zich staande kunnen houden cn geen buitengewoon be roep op de Staatskas behoeven te doen. Zij heeft van de ook haar verleende autono mie steeds een zoodanig gebruik gemaakt, als de wetgever zich de toe.passing daar van heeft gedacht Ik hoop, dat bij de hoogere autoriteiten die geroepen zijn het geheel te overzien en te leiden, steeds sterker de overtuiging zal gevestigd wor den, dat de drang naar versobering welke ons bijna dagelijks in allerlei circulaires wordt voorgehouden, zelfs bij kleine futi liteiten, in de toekomst gepaard moge gaan met een streven aan gemeenten geen meerdere lasten op te leggen of uitgaven op gemeenten af te wentelen. Ik zal hier over niet uitweiden, maar het is Uwen raad bekend, hoe telkens drang wordt uit geoefend, gelden te voteeren voor zaken die op zich zelf toe te juichen zijn, maar die onder de huidige omstandigheden achterwege behooren te blijven Ik hoop. dat het uw raad zal mogen gelukken een halt toe te roepen aan ieder die, zij het dan ook met de beste bedoelingen, een aanslag op de gemeentekas wenscht te doen, terwijl ik verder de wensch uit spreek, dat de autoriteiten niet alleen door woorden, maar ook door daden, onze sober levende plattelandsgemeenten krachtig zullen steunen. Ik moge thans een enkel woord richten tot mijne medeleden in het dagelijks bestuur der gemeente. Ik geloof niet te veel te zeggen, wanneer ik mag vaststellen, dat onze vergaderingen zich steeds gekenmerkt hebben, door den wil oprecht samen te werken, in het belang der gemeente. Al kan niet altijd de zoo noodige eenheid in onze voorstellen be reikt worden, zoo mag gelukkig geconsta teerd worden, dat slechts zelden een niet eenstemmig advies den raad bereikte. Aan onze persoonlijk verhouding, heeft dit echter nooit afbreuk gedaan. Aan U, mijne heeren wethouders, en ook aan den ook in de administratie zoo doorkneden secre taris, mijn hartelijken dank voor uwe medewerking. Ik moge daarbij den wensch uitspreken, dat het U gegeven moge zijn, nog veel, zeer veel voor de plaats onzer inwoning te kunnen doen. Ik zou niet vol ledig zijn, wanneer ik hierbij ook niet memoreerde de samenwerking met de ver schillende commissies van bijstand door uwen raad daarvoor aangewezen. Vele commissies kunnen inderdaad wel eens tot punten van ernstige wrijving met den burgemeester of de wethouders aanleiding geven. Maar ik kan niet zeggen, dat zich ook in intiemen kring ooit moeilijkheden hebben voorgedaan. Integendeel. Zeer nauw is altijd de samenwerking geweest met de voor ongeveer negen jaren inge stelde commissie voor openbare werken, omdat deze commissie het meest betrok ken was bij de wettelijke, aan het dage lijks bestuur opgedragen taak. De advie zen dezer commissie zijn door ons steeds in hooge mate gewaardeerd. Wanneer ik dan ook in afwijking van de gemeente om geen namen te noemen, dit thans weldoe, dan zal het ongetwijfeld door uwen raad beaamd worden, indien ik hier de naam noem van den heer den Ouden, die vanaf de instelling der commissie van openbare werken daarvan lid was. Hem moge mij nen warmen dank gebracht worden voor zijne deskundige adviezen, die tal van malen voor de gemeente, niet alleen waardevol, maar ook van financieel voor deel waren. Mede een woord van dank aan de directeuren van gemeentewerken en van de water- en liehtbedrijven voor de hulp en steun mij steeds bereidwillig ver leend, aan de hoofdambtenaren ter secre tarie, aan den inspecteur van politie en aan allen, hoog of laag geplaatst, voor hunne medewerking. Ook aan zoovele andere ingezetenen mijn hartelijken dank, die desgevraagd, of uit eigen initiatief, mij hunne medewerking, hulp of voorlich ting hebben verstrekt. Ik zal hiermede eindigen. Met weemoed verlaat ik deze plaats, waar ik naast zooveel goeds, ook diepe smart heb ondervonden, waarvan de sporen nog niet vervaagd zijn. Ik dank U allen, dat gij mij hebt willen aanhooren. Wees er van overtuigd, dat het wel en wee dezer gemeente mij, ook na 1 September, na aan het hart zal blijven liggen. Afscheidsrede van wethouder Hemgreen. Hooggeachte Voorzitter. In de vergadering van het college van B en W. hebben wij nog geen officieel af scheid van elkaar genomen. Daarom past het mij thans als oudste wethouder een enkel woord tot U te richten In die kwali teit doe ik dat, omdat ik meen te weten, dat namens de raad het oudste lid dezer vergadering U zal toespreken. Toen ik voor de eerste maal hoorde dat U besloten had ontslag te vragen, uit uw ambt, heeft dat mij niet al te zeer verbaasd. Ik nader zelf den leeftijd dien U nu hebt. En wanneer ik dan in aanmerking neem dat velerlei gewichtige bezigheden welke beslag leggen op uw persoon en werkkring, is het mij verklaarbaar dat een ambt moet worden neergelegd, dat meer tijd vraagt dan U te geven hebt. hoe lief het U misschien ook was. Al is het te begrijpen, dat dit afscheid U niet zonder weemoed Iaat, U behoeft uw burgemeester ambt niet neer te leggen zonder voldoening over wat onder uw be stuur is tot stand gekomen. Het beeld van de gemeente en met name het Centrum is in de laatste 10 jaren heel wat ten goede veranderd. Over de verhouding tegen de leden van het dagelijks bestuur hebt gij mijnheer de burgemeester uw voldoening uitgesproken. Ik gevoel behoefte om, ook namens mijn collega wethouder Spreij c.h. waardeering uit te spreken voor de loyale en tactische wijze waarop U onze vergaderingen hebt geleid en U daarvoor dank te zeggen. U verlaat de gemeente niet mijnheer de burgemeester om nu in rust uwe verdere dagen te slijten. Laat ik daarom afscheid van U mogen nemen met den wensch. dat God U nog lang bij de gezondheid en werkkracht zal sparen die U in staat zullen stellen tot de taak welke nog op U rust. Afscheidsrede van het oudste raads lid, de heer J. H. Ruting. Hooggeachte voorzitter. Het ls mij een voorrecht en tevens een aangename plicht om als oudste raadslid in jaren van den gemeenteraad, ln deze laatste vergadering die door U wordt ge leid, namens den raad het woord te mogen voeren. Zooals op den levensweg van wel haast ieder mensch mijlpalen voorkomen, al verschillen zij zeer in uiterlijken vorm, ls dit ook nu voor U weder het geval, wegens het verleende eervol ontslag en daaruit voortvloeiend vertrek als burgemeester dezer gemeente en als voorzitter van den raad Scheiden geeft weemoed. Scheiden doet leed! Ruim 10 jaren is het U gege ven geweest de vergaderingen van den raad dezer gemeente te leiden en zooals gij terecht hebt opgemerkt, is U als voorzitter van die vergaderingen steeds op uw post geweest. Gij hebt die vergaderingen geleld met grooten takt en een ieder onzer was steeds in de gelegenheid zijn meening op de hem eigen wijze te uiten. Elk onzer heeft ongetwijfeld waardeering voor U en voor de vriendelijken en dikwijls lankmoe dige wijze waarop gij ons hebt aangehoord De goede toon, die hier mocht heerschen, werd nimmer verstoord en gij hadt steeds waardeering voor de wijze, waarop elk onzer meende zijn oordeel te moeten uit spreken, ook wanneer dat oordeel niet al tijd strookte met uwe eigen opvatting of overtuiging. Gij wist in onze vergaderin gen behalven een goede toon ook een goede geest te bewaren. Waardeering hebben wij voor U voor de royale wijze waarop U ons toestond vragen tot U of tot het college van B. en W. te richten en voor de nog royaler wijze, waarop de vragen steeds in een der volgende vergaderingen werden beantwoord en toegelicht. De goede geest, die in onze vergaderingen, onder uwe lei ding heerschte, was dan ook aanleiding dat menig gewichtig besluit kon worden genomen na uitwisseling van elkanders ge dachten en onder waardeering van elkan ders oordeel, tengevolge waarvan meerma len overeenstemming werd bereikt, on danks het aanvankelijk leek alsof die overeenstemming zou behooren tot de vrome wenschen. Kenmerken de eerste jaren uwer bewindschap zich als „vette" en was er veel vooruitgang op schier elk ge bied, bloei ln industrie, leven in handel en scheepvaart, steeds hoogere welvaart in landbouw, helaas de laatste jaren van uw verblijf alhier, zijn niet alleen als „ma gere" te noemen, doch als bijzonder moei lijke voor het gemeentebestuur, welke gij, als hoofd derzelve, steeds hebt geleid. Te veel om op te noemen, is tijdens uw 10- jarig bestuur alhier ontworpen, voorbe reid en afgewerkt kunnen worden. Vergun mij van dezen te noemen: woningbouw op groote schaal, daar waar voorheen weiden lagen, zijn nu gansche straten gelegd; uitbreiding en verfraaiing in onze ge meente zijn steeds waar het mogelijk was en de middelen het toelieten, in toepas sing gebracht. Welk een verandering voor heen of thans, als wij zien de wandelwegen met goudvisschenvijver strekkende tot aan den Staatsspoor. Een rustig oord met ver gezichten. voor menigeen verkwikking schenkende na dagelijkschen arbeid en heete atmosfeer. Laat ons zien in 't vredig dorpje Aarlanderveen. welk een verbete ring van trottoirs en boulevard en nu een breedere brug bij den ingang in 't zicht, wij denken aan Oudshoorn, zijn voormalige gevaarlijken weg met gevaar lijke plaatsen in den Gnephoek- Ook dit wacht nog op meerdere medewerking. Ondankbaar zouden wij toch zijn als wij nu, daar U gaat scheiden de Lindenho- venstraat niet zouden noemen. Als in woner daar brengen wij een woord van dank aan allen die hier aanmedegewerkt hebben, deze wegverbreeding tc aanvaar den en in uitvoer te brengen, in 't bij zonder aan U, daarom is het dubbel jam mer dat gij in deze de finale niet hebt kunnen zien, want het einde kroont het werk. Wij willen de groote werken, als nieuwe begraafplaats en verlegging der oude Aar niet vergeten. Alle in het tijd perk uwer leiding uitgevoerd of in uitvoer onderhanden genomen. Vooral de laatste jaren zijn zeker voor U als voorzitter van deze vergaderingen moeilijke jaren ge weest, omdat dikwijls ingrijpende maatre gelen moesten worden besproken en ge troffen in verband met den nood der tij den tengevolge van de wereldcrisis, waar door de raad werd genoopt tot het nemen van maatregelen, waaraan kort te voren geen onzer ooit aan had gedacht. Maat regelen, ook dikwijls met overvolle tribune voor het publiek tijdens de raadsvergade ringen. die diep ingrepen in het maat schappelijk leven. Gij hebt in den moei lijken tijd onze vergaderingen met tac geleid. Een bijzonder woord van harte lijken dank, oprecht gemeend, is hiervoor naar mijn meening, thans op zijn plaats. Ik ben overtuigd dat ik spreek namens ons allen, wanneer ik U hiervoor hulde breng. Niettemin hebt gij, zoowel in voor- als tegenspoed gewerkt en gewaakt voor het welzijn der gemeente en hare inwoners, steeds stond gij op de bresse der vele werkloozen en minder bedeelden te trach ten, vooral door werkverschaffing en werkverruiming hunne nooden te helpen lenigen! Trots de vele maatregelen, welke getroffen moesten worden in 't belang der gemeentehuishouding en hare inwoners, steekt Alphen a. d. Rijn nog gunstig af bij vele andere gemeenten in den lande Dit alles zal zeker nog langen tijd worden ge prezen en gewaardeerd. Moge het U gegevn zijn na dezen in de liefde en de waardee ring van de inwoners voor het laatst Uwer gemeente Alphen de belooning te ontvangen voor de hooge opvatting van uw taak onder ons verricht. Gedurende den tijd dat gij het voorrecht had aan het hoofd van deze gemeente te staan hebt gij getracht voor de ingezetenen zooveel in uw vermogen was uwe bereidwilligheid te toonen in een gewillig gehoor bij dag ais bij avond, om reden Uw veel omvatlende werkkring als lid der Staten-Generaal U geen gelegenheid schonk altijd in de plaats te zijn, gij dit met uw tijd hebt aangevuld, om ieders belang te willen aanhooren. Bij de annexatie der gemeenten Oudshoorn en Aarlanderveen met Alphen tot een ge meente in 1918 dichte een uwer inwoners mij onbekend, deze reEelen: Breng eenig Nederlandsch dorp op aan zien en vermogen, op Roem en Luister, en op weelderige Landedouw. 't Is Alphen, dat om haar uitgestrekte groote. Veel eer de naam van stad als Dorp verdienen zou. Dit dorp dat overal op 'theerlijkst is be schouwd. Werd als het middelpunt van Rijnlandsch Oord beschouwd. Aan deze hebt gij uwe beste krachten gegeven, hoe moeilijk het in de laatste jaren is geworden, dit te bevestigen. Het zij mij dan vergund U, namens den raad en de geheele gemeente thans hartelijk dank te zeggen voor al hetgeen gij in het belang dezer gemeente gedaan hebt. Velen zullen U met leedwezen zien heengaan, maar bij die talrijken zullen er ook zijn, die een aangename herinnering aan uw persoon en uw beleid blijven bewaren. Moge het U, nadat gij het ambt van bur gemeester dezer gemeente bebt neerge legd, gegeven zijn te mogen meeleven met het wel en wee van deze gemeente, want ik ben overtuigd als gij eenmaal uw poli tieke loopbaan zult hebben afgelegd, dat wij u een welverdiende rust toewenschen. Moge ik dan van deze gelegenheid gebruik maken om Alphen dan alsrust oord onder uwe aandacht te brengen. Moge gij als ge te 's-Gravenhage gevestigd zijt dikwijls met uwe gedachten bezig gehou den worden met aangename herinneringen aan vele inwoners dezer gemeente, waarbij g ook menigmaal droeve oogenbllkken (Vervolg van gistermiddag) 20o. Bespreking van de reorganisatie van den bestratingsdienst (voorstel van den heer J. H. Schüiler). De heer SCHULLER leest een uitvoerige schriftelijke uiteenzetting voor, waarin hij de houding van B. en W. becritiseert, die de reorganisatie van den bestratingsdienst nog steeds niet op de agenda hebben ge plaatst. Hij acht het aanleggen van stra ten geen seizoenarbeid, zooals B. en W. en daarom het aanbesteden daarvan niet al tijd juist. Voorts vindt hij eigen beheer economischer dan aanbesteding. Hier moet n.l. ook met andere factoren rekening worden gehouden, dan alleen met de kosten van het werk zelf. (onderhouds kosten, duurzaamheid van het werk, ar beidsvoorwaarden, enz.). Hij bespreekt een rapport van ir. Driessen. oud-directeur van gemeentewerken, uit het jaar 1926, die eveneens de voorkeur gaf aan eigen be heer. Spr. betreurt het, dat met. zulk een uit spraak van een verdienstelijk ambtenaar nu ineens geen rekening meer wordt ge houden en alleen gekeken wordt naar een wijze van uitvoeren, die eeltige centen goedkooper is Spr. dient tenslotte een voorstel in om het z.g. buitengewone onderhoud der be strating in eigen beheer te houden. Wethouder SPLINTER had verwacht, dat de heer Schüiler o.a. zou spreken over een eigen beheer- en een aanbesledings- systeem. De heer Schüiler acht. aldus spr. het in eigen beheer nemen het „eenig goede". De reorganisatieplannen zijn reeds achter haald. Spr. blijft van meening, dat er wel degelijk sprake is van seizoenarbeid. De directeur van gemeentewerken heeft dui delijk onderscheid gemaakt tusschen het dagelijksch werk en het buitengewoon on derhoud. Dit laatste moet o.m. in den zomertijd geschieden. De heer Schüiler zegt, dat alle aanbeste ding knoeiwerk is. Spr. is het hiermee niet eens, al zijn er wel af en toe fouten gemaakt. Spr. noemt diverse groote steden (o.a. Rotterdam) waar ook niet de voor keur wordt gegeven aan het eigen beheer systeem. Het rapport 1926 van ir. Driessen bespre kend, merkt spr. op. dat van 1914'26 in onze stad weinig aan de straten was ge daan. Op dat moment was echter nog niet aan de twee systemen gedacht. De arbeidsvoorwaarden zijn reeds in de bestekken opgenomen. De stad is ook al in drie secties verdeeld, zoodat in dit op zicht de heer Schüiler eveneens bevredigd kan zijn. Spr. beantwoordt voorts verschil lende door den heer Schüiler gestelde vra gen en toont aan de hand van cijfers aan. dat het eigen beheer systeem z. i. zeker r.iet goedkooper uitkomt dan aanbeste ding, speciaal wat het materiaalvervoer betreft. Wat betreft de tarieven, wil spr. opmerken, dat ook bij de verlaging nog weekloonen worden verdiend van f42 a f. 45. Het werken in tarief prikkelt tot opsdhieten. De heer SCHÜLLER zegt, dat de straat makers te hard moeten werken, hetgeen bij den heer Splinter en anderen heftige interrupties ontlokt. Zij hebben, aldus de wethouder, steeds te langzaam gewerkt. Het is onbillijk dat de straatmakers 30°/o meer verdienen dan andere gelijkwaardige krachten bij de gemeente. De heer SCHÜLLER zet nogmaals zijn meening uiteen, dat het straatmaken sei zoen-arbeid is. Voorts merkt hij op, dat het verloop van zaken te Rotterdam en hier analoog is geweest. Tenslotte zegt hij, dat het punt „vervoer" in eigen beheer of aanbesteding door hem tot de eerstvol gende begrooting bewaard zal blijven. De heer WILBRINK zet uiteen dat de berekeningen van den heer Schüiler ab soluut foutief zijn. Rotterdam heeft sinds jaren aanbesteding van het straatmakers- werk. De heer VAN WELZEN constateert uit levering van het overheidsbedrijf aan het particuliere bedrijf door B. en W.; dit be- teekent totale afbraak van de positie van het personeel in overheidsdienst. zult toeven bij uwe Dierbare, hier ter plaatse heengegaan- Wij bevelen ons zei ven in uw verdere vriendschap aan. God schenke u nog een lang leven in goede ge zondheid. Hij beware u, uw gezin en uwe familie en geve U een gezegende levens avond. Rede van den secretaris den heer K. Salverda. Hooggeachte Burgemeester. Zooals U dat hebt toegestaan in de eerste vergadering van den raad, waarin U haar leiding overnam, zoo wilt U thans in de iaatste vergadering die onder U pre sidium staat mij wel veroorloven een kort woord tot U te richten. In die eerste ver gadering hebben U en ik ons verbonden ln goede onderlinge samenwerking het be lang van de gemeente te dienen en daarbij heb ik U in de uitvoering van uw taak, waar ik U daarmede zou kunnen dienen, mijn hulp toegezegd. Wanneer ik uit het woord van weerdeering dat U mij in uw afscheidsrede toevoegde, mag afleiden dat de hulp van mijn zijde niet al te veel be neden uw verwachting is gebleven, mijn heer de burgemeester, dan wil ik U de verzekering geven, dat door de welwillend heid waarmede U mij altijd tegen geko men zijt en het vertrouwen dat ik van U heb mogen genieten, mijn ambtsplicht tegenover U mij nimmer tot last is ge weest. Voor die welwillendheid en dat ver trouwen wilde ik U in deze vergadering gaarne dank zeggen. Ik spreek daarbij den wensch uit. dat het U nog lang gegeven zal wezen, .uw werkkracht te geven aan de veelzijdige belangen, welke uw aandacht hebben. Hierop sloot de voorzitter onmiddellijk de openbare vergadering. RECLAME. Tandaanslag houdt bacteriën i durend in contact met de taJ Wanneer tandaanslag 1000 maal vergroei zult U verschillende soorten levende 1 aantreffen, o.a. de lacto-bacillen. Dit j bacteriën die bederf veroorzaken. Zij 1 zich met de atoompjes van voedsel, del op de tanden bevinden cn schelden een 1] zuur af. waardoor het glaznur wordt c Lacto-bacillen komen in onnoemelijk groottl tallen voor. Tandaanslag. van étn enkel geschraapt, kan reeds milhoenen levende J nisrnen bevatten. De eenige manier om deze bacteriën te v deren is eerst den tandaanslag. waarin jj en zich vermenigvuldigen, te verwilderen 1 aanslag hecht zich aan de tanden vast et I ondanks gewoon borstelen zitten. Daarccl ben de Pepsodent Laboratoria steeds hc| dacht geconcentreerd op die eigenschap hun tandpasta, die speciaal het verwijden den tandaanslag bewerken. Thans heboaJ nieuw en ommekeer teweegbrengend i vervaardigd om dezen tandaanslag tc i ren. Het is tweemaal zoo zacht als de mate die men gewoonlijk in tandpasta s aantrek! heeft het een uiterst goede uitwerking, ti de tanden blinkend wit worden. Neemt proef met Pepsodent-tandpasta en let eensq geheel anders Uw tanden eruit zullen gaas I Groote tube 0.75, dubbele tube ƒ1,25. De heer SCHÜLLER komt nog terug op de opmerking van weth Splinter, als zouden waarborgen to arbeiders in de bestekken zijn opgem Spr, leest eenige gevallen voor, wa z. i. het tegendeel blijkt. De VOORZITTER zegt, dat dit gei zijn, die hier niet te controleeren Laat spr. zich tot den directeur va meentewerken wenden, dan kan het en wederhoor" toegepast worden. De heer SCHÜLLER gaat voort en i gevallen, die door hem persoonlijk g stateerd zijn, en dus, aldus spr,, juis De heer BOSMAN: „Geconstateerd den ook wel eens feiten, die onjuist Het voorstel van den heer Schülli eigen beheer) wordt hierna verworpe 17—11 st. Voor de S.D.A.P. en de heer v. W Hierop volgt de rondvraag. In antwoord op een vraag van den Bergers, zegt de VOORZITTER dl worden aangedrongen op zooveel na in dienst nemen van Nederlandsche sici in de café's De heer COSTER vraagt, of er ui einde gemaakt kan worden aan dei koop van fascistische en communis bladen en verzoekt om invoering va snordersverbod. Deze vragen zullen volgende vergadering beantwoord De heer MANDERS vraagt of de huisplannen wel oordeelkundig in i kenhal zijn opgehangen. Hem is het i deel ter ooie gekomen; had de dal van de Lakenhal dit niet zelf ii doen? Of ware hetmiet juist geweest, del hierover te raadplegen of een andera viseur. Het eerste is gebeurd aid1 VOORZITER overigens zijn er, wa Stadhuisplannen betreft in onze sta 70.000 adviseurs, aldus spr. De lieer MANDERS stelt eenige u over de wegen in de Leidsche Hout en zoekt om verlegging van de trams: ten gunste van het verkeer, nu „Ze zorg" herbouwd is. Zooals zij nu I wordt groot gevaar veroorzaakt en t malen enorm veel oponthoud bij de 5 wegboomen. Plannen daaromtrent a onderzoek, aldus de VOORZITTER. Ook verzoekt de heer MANDERS. nu werkloozenaantal wederom toeneem! uitvoering van werken, teneinde hen zooveel mogelijk te helpen. De heer VAN ES vestigt de aandac de aanplakborden, die vermoedeli]! oordeelkundig zijn geplaatst, doch door toch velen gedupeerd worden, die bij de Mare. Oude Singel Zuids Heerengracht, Oude-Rijn e.a. belemJ in hooge mate het uitzicht. Wat f de burgemeester of de wethouder i' van zeggen, als zulke borden voor huis waren geplaatst? Verschillende ken en doorkijkjes worden er door dorven. Wie krijgt er de opbrengst van?m» kwam deze wel eens aan het Ned Weeshuis ten goede. J De heer WILBRINK: het aspect stad wordt er zeer door bedorven. B>J het bord naast de Marekerk, op gem« grond geplaatst, absoluut misplaatst- Spr. begrijpt niet, dat dit de goed»™ van B, en W. heeft kunnen wegdrag Wethouder SPLINTER merkt op. dj heer Schaap, reclame-adviseur van meente de plaatsen voor de boracj een reclamebureau oordeelkundig uitgebracht, deze zijn door B eni'. gewijzigd, maar het is moeiliJ»o iedereen naar den zin te maken w' dert het als zoo'n bord tegen een muur staat? Er zullen wel eenige e zijn, die minder gunstig uitvielen. deze reclame geeft aardige lnlw^i^ deeltelijk voor het Ned. Herv. We»" gedeeltelijk voor de gemeente. bj: De heer VAN ECK merkt op, da' advies der Raadhuiscommissie riTtjj lagen ontbraken: er was maar stukken gevoegd- Hij vraagt of o jj leden de andere bijlagen alsnog verkrijgen. Zal onderzocht worden. Hebben de raadsleden nu de stelling der Stadhuisplannen bliek is geopend, daar nog wel gang? Deze kwestie is niet onder de zien. aldus de voorzitter, doch a» kenhal zal worden meegedee' leden van den Raad op vertoon toegangskaart alsnog vrij entn* Hierop volgde sluiting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 10