ducht Dan de Fransche vliegers Rossi en Codos - Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. Oogstmaand. 1 liefdesgeschiedenis uit 't oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. Naar het Engelsch door W. H. C. B. vader is bij den koning," zei hij. {J„"i°et€n dus wachten." >i Dolores hoorde nauwelijks wat hij irto^,7er,anderde niet van houding. De last rf" v k naar haar, zuchtte en ging aen haard zitten, waar een vuur- ..^„„■det brandend houtskool stond. iroven hij zijn doorzichtige handen ij, van tijd tot tijd langzaam zijn >k v„™ ooidraaiende, alsof hij die lerhoo. armen wilde. Buiten liep de ka ter toii»vau dienst langzaam heen en ïndo ™en5 v°orbij de open deur ko el: hij naar Dolores' gezicht nr? antichambre was niet veel meer onirwï breede gang, die naar 'en „werkkamer leidde. In die gang Vfonden \J?. a"dere deuren, en door deze net d tunings particuliere vertrekken •Izooals b 'crbinding. ■endow 2!?? ,Gomez was gezegd, bevond fe.T'iï den koning maar niet ket etJï. feneraal stond er rechtop en '®en grootón terwijl de koning in BbeweeJhil,?6 tegenover hem zat. Zijn Jiiur in don °°g«n staarden naar het l-MId tot tul1001611 schoorsteen, dat van listige n.JJd gele flitsen uitzond in het nt fan gen twintigtal groote kaarsen. Aan een tafel zat Antonio Perez, de secretaris. Hij was voorzien van schrijf gereedschap en scheen den loop van het gesprek te noteeren. Af en toe stelde Phi lips een vraag, waarop Mendoza met een slem antwoordde, die niet geleek op zijn eigen stem. Tusschen de vragen wa ren groote intervallen van stilte. „U zei dat. u al lang een gevoel van wrok jegens zijn hoogheid koesterde," zei de koning. „Dat is zoo, nietwaar?" „Ik vraag uwe majesteit om veront schuldiging. Ik heb niet gezegd wrok Ik zei dat ik al lang met groote bezorgdheid vervuld was over de liefde van zijn hoog heid voor mijn dochter." „Heeft hij dat gezegd, Perez? vroeg Philips den secretaris, zonder hem aan te zien. „Lees voor!" „Hij zei: Ik heb al lang de bewondering van zijn hoogheid voor mijn dochter kwa lijk genomen," las Perez uit zijn aanteeke- ningen voor. „Ziet u wel," zei de koning. „U nam het kwalijk. Dat is wrok koesteren. Ik had dus gelijk. Wees voorzichtig, Mendoza, uw woorden zouden u morgen kwaad kunnen doen. Zeg precies wat u bedoelt, maar dan ook niets anders." Eenigszins trotsch boog Mendoza zijn hoofd, want hij verafschuwde Perez, en het scheen hem toe dat de koning comeaie speelde ter wille van zijn secretaris. Het leek op een misplaatst tusschenspel in een drama. „Waarom nam u zijn hoogheid kwalijk dat hij uw dochter het hof maakte? vroeg Philips, het kruisverhoor vervolgend. „Omdat ik nooit geloofde dat daaruit een werkelijk huwelijk zou voortvloeien," antwoordde Mendoza vrijmoedig. „Ik had de overtuiging, dat zij slechts een stukje speelgoed van Don Jan van Oostenrijk zou worden, of, indien zijn hoogheid haar trouwde, het huwelijk al spoedig van on waarde zou worden beschouwd, opdat hij met een gewichtiger persoon zou kunnen tro'iwen." „Schrijf dat op!" zei de koning op scher pen toon tot Perez. „Schrijf het nauwkeu rig op; het is van belang." Hij wachtte tot de pen van den secretaris tot rust was ge komen. Toen kwam plotseling de volgende vraag. „Hoe zou een door onze heilige kerk in gezegend huwelijk van nul en geene waar de kunnen worden verklaard?" „Gemakkelijk genoeg, als uwe majesteit dat zou wenschen," antwoordde Mendoza onvoorzichtig, want hij begon langzamer hand boos te worden. „Schrijf dat antwoord op, Perez. Met andere woorden, Mendoza, u denkt dat ik geen eerbied heb voor het sacrament van het huwelijk, dat ik op elk oogenblik van onwaarde zou kunnen laten verklaren, indien dit zou strooken met mijn politieke doeleinden. Bedoelt u dat?" Dat heb ik niet gezegd, sire .Ik zei dat, zelfs als zou Don Jan mijn dochter trou wen „Ik weet heel goed wat u hebt gezegd," viel de koning hem met gemaakte min zaamheid in de rede. „Perez heeft alles op schrift." De gemeene, zwarte oogen van den secretaris keken van zijn papier op en hij knikte langzaam, terwijl hjjj naar Mendoza zag. Hij begreep de heele situatie volko men, maar de generaal was te eerlijk om dat te begrijpen. „Ik heb in het openbaar verklaard dat ik Don Jan, die weerloos was, heb gedood," zei hij op ruwen toon. „Is dat nog niet genoeg?" „O ,neen!" antwoordde Philips bijna glimlachend. „Dat is niet voldoende. Wij moeten ook weten waarom u zoo'n afschu welijke misdaad hebt begaan. U schijnt niet te begrijpen dat ik door u persoonlijk dit verhoor af te nemen, u de schande bespaar van een onderzoek door een rechtbank en waarschijnlijk op de pijn bank. U moest heel dankbaar zijn, mijn waarde Mendoza." „Ik dank uwe majesteit," zei de oude man koel. „Dan is het goed. Dus, wij weten dat uw haat jegens zijn hoogheid reeds van ouden datum was; en misschien hadt u al eenigen tijd geleden het plan opgevat hem bij zijn terugkeer te vermoorden." Na een oogenblik gewacht te hebben, vervolgde de koning: „Ontkent u nog he denmiddag gezworen te hebben Don Jan op staanden voet te zullen dooden, als hij poogde een samenkomst met uw dochter te hebben?" Mendoza stond verrast en met verwil derde, wijd geopende oogen staarde hij Philips aan. „Dat hebt u gezegd, nietwaar?" vroeg de koning nadrukkelijk. „Ik vraag u op uw eer: hebt u het gezegd?" „Ja," antwoordde Mendoza eindelijk. „Maar hoe wist uwe majesteit dat?" De enorme onderlip van den koning kwam naar voren en een leelijke trek in zijn kleurlooze gezicht, die aanduidde, dat hij plezier had, vertoonde zich. Langzaam bewoog hij zijn kaak, alsof hij op iets beet, dat hij lekker vond. „Ik weet alles," zei hij langzaam. „Ik word in mijn eigen huis goed gediend. Perez, wees nauwgezet en schrijft alles op. Ik meen ook te weten dat uw dochter zijn hoogheid vanavond heeft ontmoet. U zult dit ook wel ontdekt hebben. Het meisje is onvoorzichtig. Bekent u te weten dat die twee elkander hadden ontmoet?" Mendoza knarsetandde als hij lichame lijk gepijnigd werd. Hij fronste zijn wenk brauwen, en toen Perez opkeek, zag de oude man hem met een blik zoo vol haat en toorn aan, dat de secretaris zijn oogen neersloeg. De koning was in Mendoza's oogen een heilig en half goddelijk wezen, dat het recht had elke door hem ge- wenschte vraag te stellen en dat hij theo retisch niet verkeerd kon handelen; maar hij vond het ondraaglijk dat deze lief doende, zwarte vos het recht zou hebben aan te hooren dat Don Diego de Mendoza zijn dochter's schande bekende. Antonio Perez was geen avonturier van lage ge boorte, zooals velen ongemotiveerd aan namen, want zijn vader bekleedde vóór hem een eervollen post aan het hof, maar hij was volstrekt niet de gelijke van Men doza, die, hoewel onbemiddeld, een van de edelste namen van Spanje droeg. .(Wordt vervolgd), j KAMPLEVEN. Het leven in de buitenlucht, in bosch en heide geeft goeden etenslust. Als er ,,voor den k;ok in de keuken'' geblazen is. EEN NIEUWE POSTJAGEB een vliegmachine, waarmee men binnenkort in vier dagen naar Indie wil vliegen, wordt gebouwd in Pander's fabrieken te Rijswijk. WEGWEDSTRIJD van de Amsterdamsche Renners club „Olympia" over 120 K.M. Bij een controlepost. Een helper tracht een renner wat op te frisschen. Brand te Amsterdam'. Een zolder van een perceel in 'de le Jan v. d. Heidenstraat te Amsterdam brandde geheel uit. Ook de naastgelegen verdiepingen kregen brandschade. DE FRANSCHE VLIEGERS Rossi (links) en Codos, die na een geslaagde Oceaanvlucht, via Parijs en Weenen doorvlogen naar Syrië, waardoor zij het wereldrecord langen afstand verbeterden. De bouu) Van een brug te Zaltbommel. oprit naar de nieuwe brug aan de zijde yan Zaltbommel is .thans bijna gereed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5