lering 75sten verjaardag van de Koningin-Moeder - Klompenbeurs T LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 1 j A J j I •Jk.rJf'f - Irfrw m '*+iw I)B BLOEMENHULDE aan do Koningin-Moeder op haar 75cn ver jaardag. Het voorbijtrekken van den stoet voor het palois BtiNtdjjk. PUCK VAN HEEL de bekende .voetballer, is te Rotterdam in het huwelijk getreden mot mej. ScheJlekens. HET BIJ DE LANDING TE BRIDGEPORT VERMELDE VLIEGTUIG VAN HET ECHTPAAR MOLLISON. kUlM VIER HONDERD JONGE ITALIAANSCHE FASCISTEN maken AUSTRALISCHE PADVINDERS met hun typische EEN TYPISCHE FOTO van een klompenmaker op de jaarlijkscho blaasinstrumenten (uitgeholde boomstammen) gereed voor een reis door Duitschland. De ontvangst te Berlijn instrumenten (uitgeholde boomstammen) gereed voor na^an«,j. u j. u -x i het vertrek naar de wereld-jamboree te Boedapest. klompenbeurs te St. Oedenrode, bezig met het uitenijden van een klomp. fn. óf gewond te worden door het voor- pmen van moord. yTerug!" donderde Ruw Gomez. „Terug, te ik. Zijt u Spaansche heeren, of beu- n, die dezen man het leven willen bene den? Achteruit!" Sangre! Sangre!" klonk overal. ►Neem dan eerst mijn bloed," riep de ppere, oude prins uit, zijn korten man- J achter zich uitspreidend om Mendoza J [dekken. iMaar nog drong een troep jonge edel en op, met den degen in de vuist en B>eiende oog en, om dan weer een eindje pug te wijken, uit eerbied voor zijn posi- f en leeftijd. fSangre- Sangre! Sangre!" riepen zij» pd van woede. «tusschen marcheerde de lijfwacht u bmnen, want de voorzichtige Perez jJS naar de deur geijld, wierp die wijd jen en gelastte den mannen op te tre- Met de wapens gereed voor gebruik ■maen zij een carré om den koning, t? ,Ruy Gomez, en op het gezicht hun stalen helmen, horstkurassen en hellebaarden verminderde het geschreeuw eenigszins en werd een gegrom van ver vloekingen en verwenschingen hoorbaar, i Een hooge, doordringende stem klonk scherp en snijdend als een mes boven het I gebrom uit. Niemand wist wie het was en I Philips wankelde bijna, toen hij de woor- 1 den hoorde. „Denkt aan Don Carlos! Don Jan van Oostenrijk heeft hetzelfde lot getroffen als Don Carlos en koningin Isabella!" Wederom heerschte een doodelijke stilte onder de menigte, terwijl de koning op Perez' arm leunde. De haat van de een of I andere vrouw had als door een bliksem flits de waarheid onthuld en toen waren honderden handen gereed hem, inplaats van Mendoza, van het leven te berooven. Dat wist hij en was bang. HOOFDSTUK V. De eerste angstkreet, die in de zaal werd gehoord, was von Inez geweest. Toen zij voor haar vader op de vlucht was gegaan, had zij haar schuilplaats be reikt op de galerij boven de troonzaal. Zij had niet naar haar kamer willen gaan, daar er voor haar geen sprake kon zijn van rusten, zoolang Dolores zoo in gevaar verkeerde. En toch kon zij niet terugkee- ren naar Don Jan's kamer omdat zij dan kans liep door haar vader gegrepen te worden, of den koning te ontmoeten. Zij had daarom besloten een uur te laten ver- loopen alvorens te trachten iets anders te doen. Op de galerij was zij op het houten bankje gaan zitten, dat in den ouden tijd voor de Moorsche vrouwen was gemaakt. Daar luisterde zij naar de muziek, naar het geschuifel der voeten van de dansende paren en naar het gezoem der stemmen, waarin zij dikwijls den naam van Don Jan onderscheidde. Alles had zij gehoord de kreten, toen men dacht dat Don Jan bin nen kwam, de stem van den kamerheer, die de komst van den koning aankondig de, en toen de verandering van geluiden die daarop volgde. Tenslotte had zij dui delijk elk woord gehoord van hetgeen haar vader had gezegd, en toen zij be sefte wat dit beduidde, had zij het uitge schreeuwd en was de galerij ontvlucht, om zoo mogelijk naar haar zuster te gaan en naar Don Jan's lichaam, waar het op den marmeren vloer uitgestrekt lag, met de wond in de borst. Haar instinct zei haar want redenen kon zij toen niet dat haar vader Don Jan en haar zuster samen had aangetroffen en in plotselinge woede den weerloozen man had doorstoken. Dolores' tranen waren een voldoende antwoord op haar zusters vraag, toen de meisjes eindelijk in eikaars armen lagen Geen van beiden twijfelden nog. Inez, die het eerste sprak, vertelde dat zij zich op de galerij had verborgen. „Vader is zeker eenigen tijd na de koning binnengeko men," zei ze half snikkend en in gebroken zinnen. „Plotseling hield de muziek op. Ik kon elk woord verstaan. Hij zei dat hij het had gedaan dat hij Don Jan had ver moord en toen ben ik hierheen gehold, uit vrees dat hij jou ook had gedood." „God gave dat hij het gedaan had!" riep Dolores uit, „en dat ik dood lag naast den man, dien ik lief had!" „Had hij het mij ook maar gedaan!" zei Inez hevig snikkend. Dolores was nu stil. alsof zij al haar tra nen vergoten had. Zij hield haar zuster in haar armen en kalmeerde haar, alsof zij een kindje was. Maar haar geest, werkte weer, want zij was sterk, en na den eersten heftigen aanval van leed stond de naaste toekomst haar even dui delijk voor den geest als het heden. „Je vertelde immers dat vader voor het geheele hof bekende Don Jan te hebben vermoord? Wat is er toen gebeurd? Zei de koning iets? Werd vader gearresteerd'' Herinner je Je iets?" Ik hoorde alleen maar luide kreten," snikte Inez. „Toen ben ik naar Jou toe ge gaan zoo gauw als ik maar kon ik was bang." „We zullen vader nooit meer terugzien tenzij op den dag, waarop hij zal moe ten sterven." „Dolores! Men zal ook hem toch niet vermoorden?" Door plotselingen en nog grooter angst dan tevoren hield Inez op met snikken. „Hij zal op het schavot sterven," ant woordde Dolores op een toon, alsof zij in droomtoestand sprak. „Er is geen vergif fenis mogelijk. Morgen of overmorgen zal zijn laatste uur geslagen zijn." De waarheid, waarvoor zij waren ge plaatst, vertoonde zich ln afgrijselijke duidelijkheid. Wie den moord ook had be gaan, zou er voor moeten sterven; daar van was zij zeker. En Mendoza had dien zelf bekend Zij kon niet weten wat er werkelijk was gebeurd, en hoewel de gelui den, die zij door de deur had gehoord er wel op konden duiden dat Philips zelf de daad had bedreven, kon er geen twijfel bestaan omtrent de woorden, die Men doza slechts ln tegenwoordigheid van den koning had gesproken boven Don Jan's lichaam, en die hij in de groote balzaal in in het bijzijn van alle genoodlgden had herhaald. De eenige verklaring, waarnaar zij kon gissen, was, dat, toen haar vader de kamer binnentrad, onderstellende door hetgeen hij zag, dat er een strijd was ont staan tusschen den koning en Don Jan, en dat deze zijn broeder wilde aanvallen, hij, Mendoza, zijn degen had getrokken en zonder aarzelen Don Jan had doorstoken. Het eenige wat haar duidelijk voor den geest stond, was, dat haar vader zou moe ten boeten, en zonderling genoeg besloten was te boeten voor iets, dat hij misschien niet had gedaan. De donkere schaduw van het schavot rees voor Dolo res' oogen op. (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5