LEIDSCH DAGBLAD
Jaargang
Donderdag 3 Augustus 1933
No. 31
E S ONTEVREDENHEID.
1EIMP
ging tegen den winter. Mevrouw
•elen zat in de huiskamer achter de
Ichine druk bezig met het verstellen
Jien der wlnterkleediag van het vo-
ar Ze had er handen vol werk mee.
(vonder ook! In 't gezin Van Zoelen
acht kinderen. En was de oudste nu
len meisje geweest dan had moeder
pardig hulp van kunnen hebben.
dat was nu eenmaal niet zoo.
|wamen er drie jongens en dan pas
ftnnie het oudste meisje. Ze was elf
l'el hielp ze moeder met de kleine
eden en met boodschappen doen,
het moeilijke werk kon moeder haar
et toevertrouwen.
lor had nu juist een jurk voor Annie
landen, 't Was een donkerbruine,
ehte. warme winterjurk. Zorgvuldig
door moeder bekeken en toen even
gelegd
jurk kan tenminste nog best mee",
eder in zichzelf. ..Aan hals en mou-
[ordt ze we! wat kaal, maar daar is
Met een kanten kraagje en man-
zal de jurk er weer keurig uit-
|at is vast."
eling werd de kamerdeur geopend
|m Annie binnen.
moeder", zei ze, „wat bent u aan
"en? Is dat mijn jurk?"'
Annie", groette moeder terug. „Is
I zóó laat, dat jU uit school bent?
ag ik mijn werk wel zoolang opber-
ant als mijn heele troepje thuis is.
ir van naaien niet veel."
irwijl had Annie haar bruine jurk ln
d genomen.
u aan mijn jurk bezig, moeder?"
1de ze haar vraag
kind, ik ben de winterkleeren aan
zien. Weet je wat we met jouw jurk
ioen? We koopen een kanten kraag-
nanchetten en dan zul je eens zien
rdlg ze er weer uitziet."
teleurstelling teekende zich op
l gezicht.
moeder" zei ze, ..wat vervelend;
z dan geen nieuwe?"
Annie, een nieuwe krijg je dezen
niet, althans voorlooplg niet Er ls
noodig bij het begin van den win-
ik er heusch niet aan denken kan.
rbij. Je jurk is nog heel netjes. Je
r nog best een poosje mee doen."
zegt u maar", pruttelde Annie. Ik
aast nooit wat nieuws van u. Rina
wee nieuwe jurken van haar moe-
n roode van fluweel en een groene
En nou krijg ik weer niets.'
er had haar ontevreden meisje ge-
ten uitspreken. Nu zei ze echter:
ie hoor eens hier."
wierp Annie een blik op het gelaat
moeder, toen kwam ze schoor-
nader.
Ie", zei moeder ernstig, terwijl ze
bje bij de hand nam, .Armle, hoe
heb Ik je al gezegd toch tevreden
u zijn? Nooit zijn je kleeren mooi
naar je zin. En je weet toch wel,
der voor je doet wat ze kan. en
als het werkelijk noodle is ook
kleeren krijgt? Maar je kijkt altijd
ylendinnetje Rina. Natuurlijk kan
nieuwe kleeren krijgen dan jij.
want Rina is maar heel alleen. Zij heeft
geen broertjes of zusjes voor wie haar
vader en moeder ook moeten zorgen. Maar
Rina is een heel lief meisje dat tevreden
is met alles wat haar ouders voor haar
doen. Ze is er ook niets gelukkiger door,
al krijgt ze meer kleeren dan jij.
'k Denk zelfs dat ze nog graag met je
zou willen ruilen. Je weet. wel, dat ze het
altijd heerlijk vindt om hier te komen
spelen.
Hoe dikwijls heeft ze al niet gezegd dat
ze wou dat ze ook zooveel broertjes en zus
jes had.
.O, Annie." en 't was als werd moeders
stem nog ernstiger. ..Annie, leer toch te
vreden zijn met hetgeen jij hebt. Als je nu,
terwijl je jone bent, geen tevredenheid
leert, zul je later een ongelukkig mensch
worden dat zich nergens in ban verblij
den. Ga nu maar heen Annie, en denk nog
eens aan mijn woorden."
Pruilend liep Annie de kamer uit. Ze
mocht nu nooit eens ergens om vragen
of moeder gaf haar een standje. Was dat
nu zoo erg dat ze graag een nieuwe jurk
had? Moeder kon makkelijk zeggen dat
Rina een lief meisje was. Rina kreeg alles
wat ze verlangde, en dan was het gemak
kelijk genoeg om lief te zijn.
Stel je voor dat moeder tegen haar zei:
„Annie. je mag een fluweelen en een
wollen jurk uitkiezen. Lieve help, of ze ook
lief zou wezen! Maar jawel hoor, oude jurk
werd wat opgeknapt en dan was het al
weer mooi genoeg.
Met een boos gezicht haalde Annie haar
boeken voor den dag en begon aan haar
huiswerk. Toen ze later weer beneden
kwam, wierp moeder een onderzoekenden
blik op haar. Maar nog steeds had An
nie's gezichtje die pruilende, ontevreden
uitdrukking, die moeder zoo goed kende.
Moeder zuchtte. Zouden haar ernstige
woorden dan niet den minsten indruk op
haar dochtertje gemaakt hebben?
Den volgenden dag was het Woensdag.
„Moeder," vroeg Annie, toen ze dien
middag om twaalf uur uit school kwam,
„moeder. Rina heeft gevraagd, of lk den
heelen middag bij haar mag komen. Ik
mag ook blijven eten en Rina met haar
moe zullen me samen thuisbrengen. Ik
mag toch, hè moeder?"
Even keek moeder in het vragende, tot
haar opgeheven gezichtje. Nu viel daar
geen ontevredenheid op te lezen, alleen
een uitdrukking van blijde verwachting.
Moeder aarzelde. Ze had Annie dien
Woensdagmiddag zoo goed kunnen ge
bruiken om met de kleintjes te spelen.
Dan had ze zoo heerlijk met haar naai
werk kunnen opschieten. Maar toen moe
der de verlangende uitdrukking in Annie's
oogen zag, kon ze toch niet besluiten om
„neen" te zeggen. Ze wist hoe graag Annie
bij Rina was.
Mag ik moeder? herhaalde Annie haar
vraag.
„Ja, kind, ga maar," antwoordde moe
der, „en," voegde ze er hartelijk aan toe,
„ik hoop dat Je een prettlgen middag zult
hebben."
Annie kuste haar moeder onstuimig. Hé,
ze was toch een beetje bang geweest dat
ze niet zou mogen.
,,'k Zal u eerst helpen met vaten was-
schen, moeder," beloofde ze.
Klokslag twee uur stond Annie bij Rina
voor de deur. 't Meisje had voor het raam
op den uitkijk gestaan en voor Annie nog
bellen kon .deed ze al open.
„Dag An" zei ze, „kom maar gauw
binnen."
Annie hing haar mantel en hoed aan
den kapstok en wilde toen de huiskamer
binnen gaan. Maar Rina hield haar tegen.
„Nee zeg. ga eerst even mee naar boven.
Moeder is ook op mijn kamertje. We zijn
aan het uitzoeken en jij kan mooi mee
helpen."
„Uitzoeken?" herhaalde Annie verwon
derd.
„Ja, ga maar gauw mee. dan zul je het
wel zien", lachte Rina.
Gearmd liepen belde meisjes nu de trap
op en traden toen Rina's kamertje binnen.
't Was een aardig meisjeskamertje waar
op Annie in haar hart al dikwijls jaloersch
was geweest. Nu dacht ze daar echter niet
aan
„Dag mevrouw", groette ze Rina's moe
der, die voor een open kast in het kamer
tje stond.
„Dag Annie, we zijn druk aan het uit
zoeken kind. en jij kunt ons best wat
helpen."
„Ja, dat zei ik ook al moeder", lachte
Rina, „maar be begreep er niets van."
„Dan zullen we het haar eerst eens uit
leggen". zei mevrouw Hartman. Zie je,
Annie. ieder jaar als het winter wordt,
kijk ik Rina's garderobe na. En alles wat
we maar even kunnen missen ruimen we
meteen op."
,Wat doet u daar dan mee, mevrouw?"
vroeg Annie nieuwsgierig.
„Dat zal ik je eens vertellen kind". Ik
ken heel wat menschen die het nog al arm
hebben.
Ze kunnen dus ook lang niet alles koo
pen wat ze noodig hebben. Aan zulke
menschen brengen Rina en ik altijd het
goed dat we missen kunnen. Dat werkje
willen we nu vanmiddag weer gaan doen
en ik dacht dat het wel aardig was voor
Rina en voor jou ook als je ons kwam hel
pen en straks met ons meeging. Heb je
er zin in?
„O ja, mevrouw, heel veel", antwoordde
Annie.
„Dat dacht ik wel. Nu, kijk dan eens
hier. Van deze jurk. mantel en kousen
moet een pakje gemaakt worden- En van
het stapeltje dat daar op dien stoel ligt
ook. Dat kunnen jullie met z'n beidjes
best doen. Onderwijl snuffel lk nog eens in
de kast of ik nog iets van mijn gading
vinden kan."
De twee meisjes maakten de pakjes klaar
en mevrouw haalde uit de kast nog een
paar kleedingstukken en een paar schoen-
tjes.
„Ziezoo" zei ze, „dat is voor vandaag
voldoende. Meer dan drie bezoeken kun
nen we vandaag toch ook niet afleggen.
Een half uurtje later stapte mevrouw met
de beide meisjes de deur uit, ieder voor
zien van een pakje.
„Waar gaan we eerst heen, moeder?
vroeg Rina.
.Kerst maar naar juffrouw Jansen. Dat
is 'het dichtst bij ook"-
Maar dat trof slecht: juffrouw Jansen
was niet thuis. Toen er na herhaald bel
len niet open gedaan werd, duwde me
vrouw zelf de deur maar open en ging
met de twee meisjes naar binnen. Ze kwa
men in een kleine kamer. Eerst scheen
het alsof daar niemand was, maar opeens
kwam er een kinderkopje over den rand
van het ledikant kijken, dat in een hoek