Concours hippique en springconcours te Hoofddorp - Boerderij afgebrand 74ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. In het Paleis van den Koning I Don Jan's vertrekk^' fde om?evlnE van I der een cx.genhnt n aI te zoeken. Zon- I W h!arO0|^b^a^er .te «halen, begon hesloot, indien ziT^heten Ji® kieken en zij en aj' heteiJ door haar vader, ^IE DRAAGT HET MOOISTE STRANDCOSTUUM2 Een wedstrijd te Margate. Opdat 'de aandacht van de jury alleen de costuumpjes zou gelden, moesten de deelneemsters de gezichten met een kap bedekken. WAT ER OVERBLEEF. Door onbekende oorzaak ontstond brand in een grooto boer derij te Geffen. Het huis en de voorraadschuur met 10.000 K.G. hooi werden een prooi der vlammen. Wat er overbleef! Een liefdesgeschiedenis uit t oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. Naar het Engelsch door W. H. C. B. 40) zon*™^ K0n ze.er nlet' been. want Eudaldo ^"Skeeren niets begrijpen, X. SJP8 gezegd, dat zij bij de prin- een 2011 .bliiven- Gaf zij hem den haar dan zou haar stem het toch 2011 het misschien wat h^fnr Iï,ina?'r huis te Baan en hem, ander nrif. ,klecduig betrof, het een en Was terug tf^rS -.het laf van haar geringste d»l van zon<?er °°k maar het hebben zomter «Sr ?ar volbracht te 1 veiligheid was ma weten 01 Dolores in I heiu haar maar één mogelijk- hetzij door de prinses werd tegengehou den, onmiddellijk haar gezicht te vertoo- nen. Dat zou tenslotte het veiligst zijn. Ongehinderd bereikte zij eindelijk Don Jan's vensters; zoowel bij de deur als elk raam luisterde zij. Bij het laatste hoorde zij stemmen, maar hoewel zij door de zware gordijnen geen woorden kon onder scheiden, hoorde zij wel dat Don Jan en Dolores bij elkaar waren. Dit was haar genoeg, en nu kon zij naar haar kamer te- rugkeeren, want thans wist zij dat niets haar zuster kon deren. En toch, terwijl zij daar met haar han den leunde op de lage vensterbank, èn met haar voorhoofd tegen de koude, ronde vensterglazen, was er iets, dat haar weer hield om weg te gaan. Het was iets onbe stemds, dat haar pijn deed, toen zij die beide mooie menschen daar binnen als het ware vóór zich zag. Don Jan's stem drong als een van verre komende muziek tot haar door. Maar Dolores kon elk woord hooren alles was voor haar, en niet al leen dat zij den man, dien zij lief had, hoorde, zij kon hem ook zien. Het blinde meisje had nooit iets verwacht, nooit om tets gevraagd maar haar deel was zelfs minder dan niets, want noch hier op aar de, noch in het hiernamaals zou Don Jan ooit een woord van liefde tot haar spre ken. Zij voelde dat iets haar was ontno men en aan haar zuster was geschonken. Zij had zich in meisjesachtige onschuld iets toegeëigend, wat niet voor haar be stemd was; het waren louter droomen, waarmee zij niemand kwaad deed. Hij had altijd hartelijk tot haar gesproken en dik wijls vriendelijk haar hand aangeraakt, en menigmaal alleen, in het zonnetje zit tende, had de herinnering aan zijn stem haar als muziek in de ooren geklonken. Zulke gedachten waren niet meer geweest dan een reflex van een reflex in de duis ternis, waarin een schaduw soms zoo hel der scheen als het daglicht. Wat zij voelde, had zij nooit liefde genoemd; evenmin had zij ooit op wederliefde durven hopen. En toch was het liefde, maar een onschul dige en hopelooze, aan welke alle voedsel werd onthouden, en niets anders. Maar nu voelde zij dat ook dat haar werd ontnomen, waarvoor zij iets in de plaats kreeg, dat een brandende pijn ver oorzaakte, iets heel akeligs, dat de duister nis nog donkerder maakte. Zij hoorde binnen niet meer spreken; misschien waren zij naar een andere ka- róer gegaan, maar ook aan het aangren zende venster hoorde zij niets. Toen hoor de zij voetstappen en zij onderkende die van haar vader. Twee mannen kwamen er uit den corridor en zij had geen tijd meer het schilderhuis te bereiken. Met vooruit- gestrekte handen liep zij van de ramen weg en naar den buitenkant van het breede terras, waar zij, bij de balustrade gekomen, neerhurkte, niet wetende of zij in het maanlicht of in de schaduw stond. Mendoza en de koning hadden haar blijk baar niet opgemerkt, en toen de deur zich achter hen sloot, liep zij weer naar het raam om te luisteren. Zij verwachtte niet anders dan luide en booze woorden te hooren, want zij twijfelde er niet aan, of de koning en haar vader, die hadden ont dekt, dat Dolores hier was, waren geko men om haar te halen. De prinses had zeker verteld dat Dolores ontsnapt was. Maar zij hoorde slechts op gewonen toon spreken en begreep dat Dolores verstopt was. Plotseling hoorde zij tot haar schrik haar vaders voetstappen in de hal, en nu kon zij noch voorbij de deur komen, noch het terras wederom oversteken. Een oogenblik later hoorde zij dat de koning hem riep en dadelijk luisterde zij weer. Men schudde aan een deur nu werd Do lores zeker dadelijk gevonden! Maar het lawaai hield op, alsof men de poging had opgegeven, en spoedig daarop hoorde zij weer haar vaders voetstap. Denkende, dat hij in ae hal zou blijven, totdat de koning hem riep want hoe kon zij weten wat er werkelijk gebeurde? bleef zij onbeweeg lijk stil staan. Geheel onverwacht ging de deur open en hij was bij haar, voordat zij het wist. Een oogenblik aarzelen kwam niet in haar op, en voor de tweede maal op dezen avond vluchtte zij. Zoo hard zij kon, liep zij naar den corridor, die nog geen tien pas ver wijderd was van de plaats waar zij stond, en toen zij daar kwam, viel, zonder dat zij dit wist, het licht van een hanglamp op haar. Toen Mendoza haar vluchtende gestalte in het halfduister zag, stormde hij haar achterna, maar in het lamplicht gekomen, hield hij stil, wankelde een paar passen en stond toen duizelig tegen den muur. Hij had Dolores' japon en capuchon herkend en hij dacht niet anders of zij was het zelf. In diezelfde kleeding toch had hij haar in den laten namiddag gezien, toen hij haar in haar zitkamer opsloot, en zóó gekleed moest zij met de prinses zijn mee gegaan. En nu zag zij haar wegloopen van Don Jan's vertrekken. Ongetwijfeld was zij in een andere kamer geweest en daaruit ontsnapt, toen hij de deur trachtte open te krijgen. Hij streek met zijn hand over zijn oogen en haalde zwaar adem, terwijl hij tegen den muur leunde, want nu hij haar zag, beduidde dit voor hem slechts schande voor haar zelf en voor zijn naam. Nu was het met alles in zijn leven gedaan, waarin zijn eer dat had hij door elk zijner han delingen getoond het fundament was geweest. Hij was te veel verbluft om zich zelf af te vragen hoe zij en Don Jan het hadden aangelegd elkaar te ontmoeten, of wel of er een afspraak tusschen hen had bestaan. De afschuwelijke overtuiging vatte post bij hem, dat dit niet de eerste maal was en dat al lang geleden, nog voordat Don Jan met het leger naar Granada was ge gaan, Dolores haar weg naar diezelfde deur had gevonden en dat zij, zonder dat iemand het wist, reeds menig uur met hem had doorgebracht. Anders zou het onmogelijk zijn geweest dat zij, denzelf- dcn dag van zijn terugkeer, zonder een afspraak te hebben gemaakt, naar hem was toegegaan. .(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5