AVOND.
CORRESPONDENTIE.
En vragend keek moeder in de twee
naar haar opgeheven gezichtjes.
Nou fijin" vond Dina.
Cretha keek naar Bertha, die over de
tri! met borden gebogen stond.
n Bertha, moeder?" vroeg ze aarze-
ertha had ook mogen gaan, wanneer
ezorgd had, dat haar kast in orde was,
moeder streng. Nu moet ze dat eerst
n doen. en als ze daarmee klaar is, zal
wel te laat zijn om nog te gaan."
111e mogen er ook blijven eten, Gretha
Dina! Maar ik wil natuurlijk niet dat
ha er vlak voor het eten heen gaat."
og altijd stond Bertha over de teil ge-
n Maar van terzijde zag Gretha toch
dat het huilen haar nader stond dan
lachen.
Nu kinderen," zei moeder een beetje
geduldig ,wat moet ik aan mevrouw
1 zeggen? Hebben jullie beidjes er
in?"
Moeder", zei Gretha. terwijl ze een stap
voren deed, „ik wil liever eerst Bertha
haar kast helpen. Dan is ze gauwer
ar en dan dan kunnen we misschien
men nog wel gaan."
et een dankbaren blik zag Bertha
ar jonger, zusje aan. Wat was dat lief
[van haar En ze had Gretha vanmorgen
nor Das zoo afgesnauwd.
I®..Dan blijf ik ook meehelpen", zei Dina
nu Met een tevreden blik keek moeder
van de een naar den ander.
I', Daar heb ik niets op tegen meisjes",
zei ze
Ij ..'k Zal even aan mevrouw Staal gaan
peeeen, dat jullie alle drie over een paar
uurM°s vraag komen."
k- Wat werkten de drie zusjes dien mid-
da" hard!
Toen moeder na een uurtje eens kwam
:!"-n was de kast al bijna klaar.
J,.Ja. ja", zei ze lachend, „vele handen
maken licht. werk. dat zie ie maar weer."
Toen wendde ze zich tot Bertha.
„Maar ik hoop toch, dat het nooit meer
odie zal zijn Berry."
Beschaamd stond het meisje voor haar
oeder.
.Berry" dat was moeder's lievelingsnaam
r haar. En dien naam had ze nu wei
lerminst verdiend vond ze.
Plotseling bukte Bertha zich achter de
«=t Maar ik ben nog niet klaar", zei ze,
■er heb ik mijn kapotte kousen"
Even sloeg moeder een blik op het be-
haamde gezichtje van haar. Toen be-
eeo ze: Bertha had de kousen weg willen
oiDen. Maar gelukkig ze wilde nu toch
d "t uitgaan en moeder bedriegen.
Moeder trok Bertha naar zich toe en
lorde haar.
L .Geef mij die kousen maar. kind. Die
Kl ik vanmiddag heel maken. Maar dat
.1 ook nooit meer noodie zijn. nietwaar?"
Nee moeder", fluisterde Bertha, terwijl
ze haar moeder een kus teruggaf.
Mocht het al geen lange zijn, 't was
ch een heel gezellig middagje, dat de
ejsies van der Poel bij haar jarig buur-
ei-je doorbrachten.
FRANCINA.
In de stille, kleine kamer
Schijnt de blanke, volle maan.
Alles rondom ademt vrede,
't Vensterke bleef open staan.
Geen geluid! Geen vogel zingt meer
En toch is er melodie!
Ja. er zijn zelfs heele stoeten,
Die ik langs mij trekken zie.
't Zijn de Feeën en Kabouters
Uit het groote Sprokenland,
Waaraan 'k vaak niet wil gelooven
Met mijn soms zoo dom verstand.
't Bosch is nu zoo groot, een wonder!
'tDoet me menig mooi verhaal
Door mijn stilte en zijn wijdheid
In een eigen zoete taal.
O, ik kan maar niet gaan slapen,
Want de avond is zoo goed,
Dat al is er niets te hooren!
Ik toch al maar luist'ren moet!
TR. VERDONER
Nadruk verboden) SALOMONS.
Moor, de poes, was vrees'lijk dom.
Weet je, wat ze deed?
'n Kikker wou ze vangen, maar
Of dat haar ook speet!
Kwaakje, 'n echte spring-in-:t-veld,
Was voor Moor niet bang,
Wantdat poesjes schuwen 't nat,
Wist ze toch al lang!
Moeder Kwaak had 't haar verteld
Aan den rand der sloot,
Als de kikjes zaten zoet.
Luist'rend, poot aan poot.
Moeder zei heel ernstig dan:
Jullie moet in bad,
Want je hebt geen watervrees
Net als bah! een kat!
Poesjes likken zich maar schoon,
Weten niet, hoe frisch
Het in onz' geliefde sloot
Of den vijver is!
Kwaak nu sprong op zeek'ren dag
Opgewekt en blij
Langs den rand van Moeders sloot
In de groene wei.
Aangeslopen kwam plots Moor
Kwaakje sprong in 't nat!
En daar gleed toch van den kant
Heusch die domme kat!
Moor miauwde vreeslijk bang:
Stellig ga ik dood!
En ze pinkte uit haar oog
'n Traantje met haar poot!
Moortje's baasje had 't gezien.
Redde 't poesje vlug
Ook de zon had medelij
En scheen op haar rug.
Langzaam kwam ons Moortje bij,
Nam zich stellig voor:
Als ik weer een klkje zie,
Laat ik 't loopen, hoor!
Glibb'rig is zoo'n groene baas
En hij zoekt het nat.
Dat is heusch geen plaats voor 'n goed
Opgevoede kat!
Moortje droogde weldra op.
Spon dan ook weer blij.
Weet je, wat het poesje nu
In zijn taaltje zei?
Och, als iedereen toch maar
Bleef op zijn gebied,
Was er in de wereld vast
Niet zooveel verdriet!.
(Nadruk verboden).
CARLA HOOG.
De meeste vacanties zijn nu zeker al be
gonnen, en zullen velen wel gauw uit lo-
geeren gaan, of uitstapjes gaan maken.
Onthoudt het nu goed, ik word nooit boos
als men in de vacantie eens overslaat, dat
mag gerust, geniet allen maar van de
vacantie.
Wie nieuwe raadsels of anecdotes heeft,
mag ze mij nu sturen.
Mooie briefkaarten in dank ontvangen
van: Marietje en Poutje van der Mey,
Maartje Zaalberg, Annie Zaalberg, Bep
Nieboer.
Ziezoo nu deze week weer eens vele
aparte antwoorden, dat kon de vorige week
niet.
Nico Siebert, ik begrijp best hoor, wat je
mij schreef, het zou ook heel aardig voor je
zijn, wie weet of je wensch niet nog eens
wordt vervuld. Woont je tante in Leiden?
heb je den kleinen Nico al mogen zien?
Corry van den Kerkhof, zeker vind ik het
prettig in Kloosterzande, ik heb hier vroe
ger 12 jaar gewoond, ken allen en alles
zoo goed.
Drietal van Vliet, dat begrijp ik dat jullie
allen gaat genieten van het mooie boek.
Boukje hoort nu ook bij de grooteren.
Lina Hamburg, je mag mij gerust Tante
noemen, maar niet Tante Johanna, zoo
heet ik heusch niet, A voor mijn naam
beteekent Aleida, maar de heele raadsel-
jeugd noemt mij gewoon Tante. Blijf je
wonen in Leiden? of logeer je er alleen
maar?
Drietal de Geus, dat begrijp ik best hoor
dat je alle drie blij bent met den prijs van
Dorus, want je kunt alle drie het boek
lezen. Veel plezier met het schoolreisje. Ja
ik ga ook graag naar een mooien dieren
tuin.
Lilly v. d. Leeuw, prettig dat B. en jij
zijn overgegaan. Wel ja, je kunt het ook
heerlijk hebben, al ging je niet met B. naar
Duitschland, nu heb je toch ook veel pret
jes, dat zie ik yie 1 uit je brief. Ik ben ook
dikwijls in Groenendaal geweest als ik in
Haarlem logeerde.
Marjanna en Marius van den Anker, je
bent beiden zeker blij met het boek van
Marius, niet waar, want Marjanna zal het
toch ook wel lezen denk ik. Je hebt gelijk,
met prijsraadsels en vooral als er extra
prijzen zijn. heb ik het heel druk.
Adrie van Nood. ja je bent gelukkig ge
weest als je nu ook nog een prijs van gym
nastiek hebt gekregen. Je vriendin D. H,
mag het boek zeker ook wel lezen, als allen
thuis het hebben gelezen.
Mien Planjer. zulk soort raadsels als je
nu stuurde, bestaan er in overvloed. De
raadsels die ik iedere week geef zijn ge
wone raadsels, geen prijsraadsels, die heb
ik nu pas gegeven.
Drietal Wassenaar, dat kan ik nu deze
keer nog zetten, want Jan had er nu een
langen afscheidsbrief bij geschreven. Ja
hoor Jan, we kennen elkaar nu goed door
de vele brieven en antwoorden en zeer ze
ker ook door de bezoeken op Bronsgeest en
het vorige huis en nu in het voorjaar toen
je zelf kwam om mij bloemen te brengen.
Als ik nog weer in Haarlem ga logeeren,
hoop ik te komen met de auto, dus ik zal
maar zeggen: tot weerziens. Het ga je goed.
Ali de Blauw, gelukkig zijn er nu dagen
geweest, dat Ik buiten kon zitten en dat
vind ik dan heerlijk, maar er is helaas ook
weer vee! regen en Zaterdag erg onweer
geweest.
Marietje en Poutje van der Mey, wel ge
feliciteerd met het nieuwe zusje ik begrijp
dat jullie er blij mee bent, maar misschien
had Poutje nu liever een broertje gehad.
O, dus die briefkaart uit Rotterdam was
van het schoolreisje.
Gerda Spiecker. ben je zoo blij met
je prijs? Is J. de M. je vriendin? ik
heb nu deze keer niets van haar gehoord,
ik had wel gedacht dat ze mij zou schrij
ven, nu ze gelukkig heeft geloot.
Tine Punt, in de vacantie mag je gerust
eens overslaan, dat doen bijna alle kinde
ren, in de vacantie.
Hennie de l'Ecluse, ja het is heerluk voor
je dat je gelukkig hebt geloot. Nu, je doet