Houttransport uit Zweden - 50-Jarig bestaan Vereen. „Rembrandt '§Wm ?4»te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. In het Paleis van den Koning EEN GROOT HOUTVLOT IN DE HAVEN VAN ZAANDAM. Het vlot 5s van Zweden naar Zaandam gesleept. DE KRUISER „VON DER TANN' om daar gesloopt te worden. Dit is het laatste van de bij Scapa Flow gezonken Duitsche schepen, dat gelicht is. HET 50-JARIG BESTAAN VAN DE YEREENIG1NG „REMBRANDT"werd in het Rijksmuseum te Amsterdam herdacht. Tij Irns de rede van den voorzitter dr. Holdering. Links minister M arch an t. HET DOOR DEN KUNSTSCHILDER C. W. SMITH te Maassluis vervaardigde schilderij, voor stellende Prinses Juliana met haar gevolg schaatsen rijdend op den Zuidvliet tusschen Schipluiden cd Maassluis in den winter 1932'33. wordt naar Rosyth gesleept MODERN TENNISCOSTUUMPJE gedragen door de Engelsche tennis ster mrs. Fearnley-Whittingstall bij de tenniswedstrijden te Highgate, welke ook door Prinses Juliana bijgewoond werden. DE LONDENSCHE BOBBIES" AMUSEEREN ZICH. Een vroolijke scène bij een. zwemfeest van de Londensche politie. Bobbies in uniform te water. Een liefdesgeschiedenis uit 't oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. Naar het Engelsch door W. H. C. B. 32) ,,Don Jan zal het Je vertellen, zoodra je hem ontmoet," vervolgde zij. .Ik zond hem vanavond twee brieven. De eerste ver brandde hij ongeopend, omdat hij dacht dat het een liefdesbrief was, maar den tweeden brief, dien hij vóór het souper kreeg, zou hij nu wel hebben gelezen. „Wat hebt u hem geschreven?" vroeg Inez. „In hoofdzaak het volgende: als hij ge duld had en slechts twee dagen wilde wachten en gedurende die dagen niet trachten je zonder bijzijn van anderen te spreken wat een schandaaltje zou ver oorzaken en jou zou benadeelen, als iemand het te weten kwam dan zou de koning alles naar Don Jan's genoegen schikken en je vader zou zijn toestemming geven. Je hebt Don Jan sinds zijn terug keer nog niet gezien, is het wel?" vroeg tij bezorgd. „Heelemaal niet," antwoordde bet blinde meisje met overtuiging. „De hemel geve dat ik het had gekund!" „Daar ben ik blij om," fluisterde de prinses. „Maar als je nu met mij meegaat naar mijn vertrekken en daar zult blijven, totdat alles is geregeld wel. dan bestaat de kans, dat je hem even zult zien. Maar ik beloof niets, want dat zou gevaarlijk kunnen zijn." „Heusch? Denkt u dat dat mogelijk is?" Inez zat in het donker droevig te glim lachen. „Misschien. Wellicht komt hij mij of mijn man bezoeken en dan zou ik jullie even alleen kunnen laten." „Wat zou ik dat heerlijk vinden," zei ze oprecht gemeend. „Ga dan nu met me mee, en ik zal mijn best doen," antwoordde de prinses. „Graag! Maar wilt u een oogenblik wachten, terwijl ik mij kleed. Ik heb een oude jurk aan en ben bijna niet toon baar." Dat was waar, maar Inez bedacht dat zij, zooals zij nu gekleed was, Eudaldo nooit zou kunnen passeeren. Zij moest dus eerst Dolores kleeren aantrekken, en die lagen in haar kamer. Voordat de prinses nog had kunnen antwoorden, was zij al weg en sloot de deur van de slaapkamer achter zich. Dona Ana, die opnieuw eenigszins was beetgenomen, kon moei lijk anders doen dan rustig hier in donker blijven wachten, wilde zij zich niet tegen een of ander meubel stooten. Toen trof het haar dat Dolores zich blijkbaar in donker kleedde, want zij had geen licht gezien toen zij de deur uit ging. Op dit oogenblik herinnerde zij zich de blinde zuster, en kwam toen tot het besluit, dat menschen, die voortdurend met blinden omgaan, zich op den duur gemakkelijk in donker leeren redden en alles zonder licht kunnen doen .De zaak interesseerde haar echter niet erg veel, en terwijl zij er nog over aan het denken was, ging de deur weer open. Och ja, een rok en een lijfje zijn gauw genoeg aangetrokken. Onmid dellijk daarop voelde zij een hand op de hare en stond toen op. „Ik ben klaar en als u meegaat, zal ik de deur open doen. Mijn hoofd en gezicht heb ik bedekt," zei ze terloops, maar steeds fluisterend, „want ik ben bang voor de avondlucht." „Ik was juist van plan je te raden dat in elk geval te doen. Het is beter dat wij geen van beiden door iemand in de corri dors worden herkend, zoo ver weg van mijn vertrekken." De deur ging open en, vergeleken bij de duisternis in de kamer, was het alsof een stroom van licht binnenkwam. De prinses liep vooraan en Eudaldo stond zoo gauw als hij maar kon op om de beide dames uit te laten, zonder naar haar te kijken, toen zij de hal overstaken. Inez volgde Dona Ana op het gehoor op een pas af stand. De oude knecht zag Dolores' klee ren en capuchon, die hij ook verwachtte te zien, en koesterde niet de minste ver denking, evenmin als toen hij kort geleden Inez de deur had zien uitgaan. De rol. die Inez had te vervullen, was echter veel moeilijker dan die van haar zuster, die slechts moest voorwenden blind te zijn. Heel wat anders was het om blind te zijn en vlak naast een slimme vrouw als de prinses, die elke aarzeling zou mer ken, het te doen alsof men kon zien. Bo vendien, al was zij uit de gevangenschap, waarin zij zich zelf had geplaatst, ontsla gen, was het totaal onmogelijk te voor zien wat er zou gebeuren, zoodat de prin ses zou merken dat zij bedrogen was, en dat kon elk oogenblik plaats hebben. Daar kwam nog bij dat de prinses met een glijdenden, onhoorbaren pas snel liep Gelukkig moest Inez als de jongste aan haar linkerzijde loopen. zoodat zij zoo als haar gewoonte was, als zij ergens in het paleis alleen liep haar linkerhand ongemerkt tegen den muur kon blijven houden. Al maakte dit de zaak gemakke lijker, een groot bezwaar zouden de trap pen van enkele treden kunnen vormen, die zij op en af zouden moeten, om de ver trekken der prinses te bereiken. Bij zoo'n trap zou vast en zeker het bedrog aan het licht komen en wat dan! Zij was met de prinses meegegaan om haar zuster zoo mogelijk te helpen en niet om weer opgesloten te worden. Vóór alles moest zij dus trachten aan Dona Ana te ontkomen, want met haar haar ver trekken te betreden, zou bepaald noodlot tig zijn; veel tijd om te denken had zij echter niet gehad. Maar nu concentreerde zij haar heele denkvermogen om een uit weg te vinden en toen zag zij maar één kans: zij moesten voorbij den pilaar waarachter zich de verborgen toegang tot de Moorsche galerij, boven de troonzaal bevond en net was volstrekt niet waar schijnlijk dat Dona Ana het bestaan daar van kende, want die kwam nooit in dat gedeelte van het paleis, en als Inez, voor dat zij de bewuste plaats bereikten, een beetje achterbleef, kon zij onhoorbaar achter den pilaar komen en dan ver dwijnen. De prinses sprak weinig, en op het wei nige wat ze zei, antwoordde Inez door den dikken sluier, dien zij droeg, op gedemp- ten toon en met slechts enkele woorden. Zij wist precies waar zij was door steeds in voeling te blijven met den muur links van haar en door het tellen van het aan tal passen tusschen het eene bekende punt en het volgende. Maar zij werd zenuwach tig, want het scheen haar toe dat de prin ses langzamer begon te loopen, alsof zij het niet goed vond dat Inez iets achter bleef. Daarom liep zij wat vlugger, om geen argwaan te wekken, maar plotseling hoorde zij de prinses stilstaan en vreesde dat haar kans om te ontkomen verke ken was. (Wordt vervolgd), J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5