Diner Wereldconferentie - De Dietsche Spelers naar West-lndie
74ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
In het Paleis van den Koning
Een liefdesgeschiedenis uit 't oude Madrid
door F. MARION CRAWFORD.
Naar het Engelsch door W. H. C. B.
21)
..Ga heen, Fadrique," zei Don Jan, „en
doe de deur dicht."
Toen de dwerg zag dat Fadrique de deur
uit was, verzocht hij Don Jan naar de
andere zij de van de kamer te komen.
„Zijne Majesteit droeg mij op uwe door
luchtige hoogheid te zeggen dat hij u ver
trouwelijk over een paar zaken wenscht te
spreken, dat hij spoedig na het souper hier
zal komen, en u verzoekt dan alleen
te zijn."
..Ik zal zorgen dan hier te zijn en
alleen."
„Uitstekend, uwe hoogheid. Maar nu is
ar nog iets, en wel Iets heel anders, dan
wat ik u zooeven zei, aangezien het voor
den koning geheim moet blijven. Een
dame legde een brief met twee witte
anjers op uw schrijftafel. Indien u daarop
eenig antwoord hebt, zal ik het over
brengen."
„Ik heb er geen antwoord op. ant-
woordde Don Jan streng. „Zeg aan de
dame dat ik den brief ongelezen heb ver
brand. Ga nu heen, Adonis, en als je hier
weer komt, breng dan geen boodschappen
van vrouwen, Fadrique!"
„Dus heeft uwe hoogheid den brief ver
brand zonder hem te hebben gelezen?"
„Ja, Fadrique!"
„Dat spijt me," zei de dwerg zachtjes.
Eenige oogenblikken later heerschte er
diepe stilte, want iedereen was vertrok
ken, en Dolores was alleen, opgesloten in
de kleine kamer.
HOOFDSTUK VI.
Reeds lang voor het tijdstip, waarop de
koning, de koningin en Don Jan van Oos
tenrijk in de troonzaal van het paleis zou
den komen, was zij met hovelingen en
andere genoodigden gevuld, terwijl de
gangen en vestibules, die daarop uitkwa
men, bijna even vol waren. Hoewel het
buiten koud was, heerschte er in de zalen
een zomertemperatuur als gevolg van de
duizenden groote waskaarsen, die brand
den in kroonluchters, in armblakers tegen
de muren en in hooge kandelaars, die in
alle hoeken stonden. Overal scheen het
zachte, geelachtige licht, terwijl de
van was, die in de lucht hing. meer deed
denken dat al deze menschen in een
ruime kathedraal waren samengestroomd
ter bijwoning van een plechtigen dienst,
dan aan de verwelkoming van een over
winnend krijgsman, in een troonzaal. Tus-
schen de hooge Moorsche vensters was ge
weven behangsel gespannen, dof van kleur
en rijk bewerkt. Daarboven verhief zich
puntig toeloopende, het gewelf, versierd
met fantastisch bewerkt Moorsch pleister
werk, dat deed denken aan de roomkleu
rige kuiven van golven, die door den wind
tot, scjiuim uiteen geslagea werden, hier
rechtstandig en elders weer als stofregen
vlug voorwaarts gedreven, om dan weer in
haar val uiteen te spatten in duizenden
lichte en fijne vormen. Daardoor trok het
gewelf al het kaarslicht tot zich, om het
dan te weerkaartsen tot in alle hoeken,
en alle gezichten te overgieten met een
zacht, als goud glanzend licht. Aan het
einde der zaal stond tusschen twee breede
deuren, die herinnerden aan de poorten
van een oostersche stad, de troon op een
estrade, waarheen drie breede treden, be
dekt met donkerrood laken, leidden. Daar
stonden met getrokken degen schitterend
uitgedoste officieren der garde in vergulde
borstharnassen, met bepluimde stalen
helmen op en gekleed in scharlaken met
goud. Maar Mendoza was er nog niet. want
hij moest met 's konings persoonlijke lijf
garde, die vóór den majordomus uit liep,
binnenkomen. Boven den troon was een
heel groot baldakijn opgericht van rood
en geel fluweel met het koninklijke wa
penschild
Ter rechter en linkerzijde op de breede
treden stonden gebeeldhouwde tabouret-
ten met zijden kussens die aan den
rechterkant voor de voornaamste minis
ters en edellieden van het koninkrijk, die
aan de linkerzijde voor de hofdames, die
de hoogste functies bekleedden. Deze
heeren en dames zouden allen in 's Ko
nings gevolg binnenkomen en dan hun
plaatsen innemen. Voor de groote menigte
hovelingen en genoodigden waren geen
zitplaatsen, want het was slechts aan
enkele der hoogste en voornaamste per
sonages vergund om in 's konings tegen
woordigheid te zitten. Eenigen, die by de
vensters stonden, leunden ongemerkt
tegen de uitstekende gedeelten der pilas
ters. Zoo vol was het echter niet, of men
kon in het midden der vestibule zich be
wegen om zijn vrienden en kennissen aan
te spreken en op die wijze het vervelende
uur van wachten vlugger te doen voorby-
gaan.
Gezien vanaf de hooggelegen galerij
boven het gewelf van den hoofdtoegang,
leek de vestibule op een gouden smeltkroes
van schitterende en stroomende kleuren.
Hier en daar flitste een zilverachtige
glans op donkerder achtergrond, als een
parel in wijn, want eenige hofdames wa
ren geheel in het wit-met-zilver gekleed,
en droegen diamanten, die kleine licht
flitsen wierpen, en veel parels.
De dwerg Adonis had achter het tralie
werk, dat de Mooren hier hadden gelaten,
eenige oogenblikken vertoefd, en terwijl
hij daar, waar nooit iemand aan dacht om
te komen, stond, luisterde hy naar de
volle, gedempte geluiden, die van beneden
opstegen uit de menigte menschen, die ge
wend waren hun stemmen te beheerschen
en woorden te kiezen zonder lulde uitroe
pen, die slechts lachten om te behagen en
hoogst zelden uit werkelijke vroolijkheld.
Straks, als de koning en koningin binnen
getreden waren, zouden zy heelemaal niet
meer lachen, maar slechts zachtjes fluis
teren.
De nar stond daar met een droevig ge
zicht naar beneden te kijken, terwijl op
zijn dunne lippen een soort boosaardig
heid lag, die elk oogenblik gereed stond
zich te uiten in bittere woorden, of wel
vriendelijk ironisch, naarmate 's mans ge
voelige natuur wreed of vriendeiyk ge
stemd was. Hij was nauwehjks grooter dan
een jongen van tien Jaar, maar zyn lange
armen reikten tot beneden zyn knieën, en
zyn hoofd van normale grootte, met het
langwerpige scherpe gelaat, stond een
eind naar voren op zyn mismaakte
lichaam, zoodat hy, met menschen van
gewone lengte sprekende, een beetje van
opzy, om beter te zien, en onderuit keek.
Gladllggend, rood haar bedekte zyn bee-
nigen schedel, terwijl een zorgvuldig on
derhouden puntbaard zijn spitse kin be
dekte. Een los wambuis van karmozijn
rood fluweel verborg de vormen van zyn
gebochelden rug en uitstekend borstbeen;
zyn overige kleeding was van even kost
bare stof gemaakt, en alles rood. Hij was
buitengewoon zorgvuldig op zyn uiterlijk,
en geen hoveling had blankere en beter
verzorgde handen, of besteedde meet
tijd voor den spiegel, als het gold een
schouderstrik te maken of de halskraag
van geborduurd linnen om te doen.
Met 's koning's boodschap op weg naar
Don Jan's vertrekken, was hy de galerij
met het traliewerk binnengekomen. Een
smalle, half verborgen deur, waarvan
slechts weinigen, behalve het dienstperso
neel van het palels, het bestaan kenden,
kwam direct uit een nis op een van de
hooger gelegen corridors uit. In den tyd
der Mooren plachten de haremdames hier
ongezien te komen, om te kyken naar de
ontvangst van gezanten van vreemde mo
gendheden en dergeUjke plechtigheden,
want zelfs gesluierd, mochten zij daarbii
nooit tegenwoordig zijn.
.(Wordt vervolgd),
MET HET STOOMSCHIP „ORANJE NASSAU" zijn dc Dietsche Spelers voor een kunstreis naar West-Indio
vertrokken. V.l.n.r. Adr. v. Hees, Willem v. d. Veer, Marijtjc van Toorn, Ed. Verkade en mevr. Hosang.
HE I)A M ES KA M PIOEN SCHA PP EN IN WIMBLE* BE BEKENDE AMERIKAANSCHE KONING GEOltGE legde den eersten steen voor dc nabij Londen te bouwen grootste universiteit ter wereld.
-r.,, t, -o - FILMSTER Norma Shearer arri-
DON. De bekende Engelsche tennisster miss Sen- veerde in Lon(jeil en vertrok naar Teekening van het nieuwe gebouw.
yen tijdens haar wedstrijd tegen mile Sigart (België). Gieneagles, Schotland.
IN POONA trad de zoon van Gandhi n het huwelyk met miss Laxmi Rajago-
palachari. Het bruidspaar (vooraan zittend) met in het midden de echtgenoote van
Gandhi en nr. Rajagopalachari.
EEN CONFERENTIE-BANKET.
Foto genomen tijdens het schitterende
diner in Guildhall voor de wereld
conferentie-deelnemers. Aan de
hoofdtafel MacDonald.
DE INSTALLATIE VAN DEN NIEUWEN BURGEMEESTER VAN BEVERWIJK -
mr. Seholtens. De echtgenoote van den nieuwen burgomeester worden bij aankomst
in de gemeente bloemen aangeboden