G. P. oe, haar werkwijze en intriges DSCH DAGBLAD - Tweede Blad Maandag 19 Juni 1933 VISSCHER1 JBERICHT^N. FINANCIEN. GENEESKUNDIGE BRIEVEN. Varia uit tie Vogelwereld. door Essad Bey DE EXPLOSIE IN DEN DOM TE SOFIA. KUNST EN LETTEREN. SCHEEPSTIJDINGEN. „HET OOSTEN." Wedvlucht vanaf Orleans, afstand pl.m. - K.M. Gelost 7 uur voorm. met Z.W.- 'l donkere lucht, later W. tot N.W.- d met regenbuien, zoodat dit concours -g is verloopen. Er ontbraken Zater- ;avond vele duiven op het appèl. n concours waren 79 vogels. g E. Christiaanse 1. 5, 11, 13. 16, 20; t Houthoff 2. 26; A. Stoeke 3. 21, 22: N. -vervorst 4, 15; H. v. d. Vecht 6, 7, 10 J. Schippers 8, 18; W. Bey 9, 19; de Haas 12; I. Monteba 17. 25; D. ssee. istc vogel: 2 uur 8 min. 22 sec.; laatste !uur 3 min. 50 sec. Hiermede is het kampioenschap t/m. rleans vervlogen; geteld werden de 4 -ste vogels van elke liefhebber lste -ïpioen H. E. Christiaanse met 377 pun- n; 2de kampioen H. v. d. Vecht met 33G „ten; 3de kampioen Th. Houthoff met 4 punten. o „DE GEVLEUGELDE VRIENDEN". (Alphen a. d. Rijn). Wedvlucht Orleans, afstand 508 K.M. duiven zijn gelost om 7 uur en be- ikten hun hokken als volgt; 1 p. G. Borgers 2.47.41; 2. H. S. Mens 2.453. P. G. Borgers 3.07.17; 4. idem 2 06; 5. idem 4.17.31; 6. H. Bauer 5.37.40; p.g. Borgers 6.20.00; 8. idem 6.37 45. „DE SNELVLIEGER". Wedvlucht Orleans, afstand 508 K M. In ncours 55 duiven; los 5.30 uur, N. wind. nkomst als volgt: C. Walle le, 5e, 6e, 12e en 14e; A. P, v. d. Voort 2e, 3e, 4e, e, 10e, 15e en 16; J. R. Smits 8e, 11e en Deze vlucht is wederom zeer zwaar -weest. Eerstgeconstateerde duif 3.28.46; laatst- onstateerde duif 7.45.2. ZEILEN. EDSTRIJDEN VAN „NIEUWE MEER", -s Nathan wint in de Regenboogklasse. D; Zeil- en Roeivereeniging „Nieuwe Kt" heeft Zaterdag en Zondag op de tikinderplassen nationale en onderlinge "rtdstrijden georganiseerd, waarvan de tsiagen hieronder volgen: Zaterdag, 45 M2. klasse; 1. Walta, st, C. Vernaat, in 1.51. (In deze klasse zeilde ee de Cheren-,kruiser Prikkebeen. in .48.45. Regenboogklasse: 1. Brasemermeer, st. Nathan, In 1.57.38; 2. De Leede II, st. v. d. Mey in 2.04. (Zondag. Regenboogklasse: 1. Brasemer eer, st. H. Nathan, in 2.02.57; 2. Hollan- la. st. C. v. Staveren in 2 06.11. 12-Voetsjollen (dames)1. 't Dobbertje, mej. G. Oudshoorn, in 55.15; 2 Jolijt,, mej. M, A. Broer, in 55,20. 16 VI2.-klasse: 1. Treub III, st. H. Keeg- a, in 1.27.30. 12-312.- Sharpie-klassc: 1. Oatharina. st. G. de Vries-Lentsch, in 1.24 59; 2. "oiia, st. G. Nolles, in 1.27. B. M2.-kiasse: 1. Quistiti III. st A. B. öger. in 1.37.29; 2. Adri, st. P. Leeuwis, 1.38.09. 12-Voetsjollen: 1 Karekiet, st. Mr E. R. seep, in 1.43.55; 2. Kever, st. H. Crommc- n. in 1.48.20. Kano's T. C.-klasse: 1. Felix, st. A. J. de 'as, in 53.12; 2. Atalanta,, st. M. Ruy- 'nschildt, ta 54.20. Kano's 7.9 M2.-kIasse: 1. Pieter Masse ur st. P. Kroeb, in 0.43.30; 2. Snulfel, st. D Hoek, in 0.48.28, 12-Voetsjollen B: 1, Cupido, st. K. H. •tt, in 1.43.13; 2. Flits, st. L. J F. Broer, n 1.49.42. Sterklasse: 1. Perseus, st. G. J. E. Schee- ns. in 3.03.18. 16 312. IJselmcerkruiserjachten: 1. Para- ecium, st. dr. H. v. d. Zee, in 1 45.40 Rond- en Platbodemiachten: 1. Hanneke t L. A. Ankum, in 1 57.14. 18 312. Open Kiel- en. Middenzwaard- hten: 1. Sana Cornelisse, st. M. J. M. onde. in 1.18.15. Groote overdekte Kiel- en 3Iidden- !»aardjachten II: 1. Mermaid, st, H J. C. Boschen, in 1.56.51. Na afloop zijn de prijzen, bestaande uit xe voorwerpen, door den voorzitter van Nieuwe Meer", den heer G Hoogerhout, den winnaars met toepasselijke woordeia in het clubgebouw uitgereikt. IJMUIDEN, 19 Juni 1933. V1SCHPRIJZEN. Tarbot per K G. f. 0.75—0.50; Griet ter van 50 KG, f.25—16; Tongen per KG f.1 50—0.70; Zetschol per kist van 50 KG. f.21—17.50; Kleine Schol per kist van KG. f.22—6.50; Schar per kist van 50 KG. f.74 80- Tongschar per kist van 50 KG. f.32; Pieterman en Poontjes per kist Tan 50 KG. f. 4.70—2.10; Groote Schelv. kist van 50 KG f.20: Middel Schelv. per kist van 50 KG. f. 19—15; Kleinmid- elSehelvisch per kist van 50 KG, f.15— VVO Kleine Schelvisch per kist van 50 KG_. 650—1; Kabeljauw per kist van 125 KG. f.46—21.50; Gullen per kist van 50 KG. f.9—0,90; Lengen per stuk f. 1.13 '0; Wijing per kist van 50 KG. f. 2.80 1 W: Koolvisch per stuk f. 0.80—0.20. Aangekomen 4 stoomtrawlers; ijm 190 ®dt f,1428; ijm. 116 met f.1615: ijm. 114 f.941; ijm. 155 met f.2745: en 10 '°8gers KW 24 met f.480; KW. 112 met f'I™' Kw- «4 met f.377: KW. 167 met 1-439; KW. 36 met f.597; KW. 158 met '66; KW 101 met f.724; KW 56 met 1 1222; KW. 124 met f.617; SCH. 353 met '■462; 1 kotter E. 409 met f.239. ST003IVAART MIJ. ZEELAND. luItr„!?p,heffinK van den gouden standaard Vsu ni* hooft haar stempel op het ge- van vVfrslaKJaar gedrukt. Vermindering dP.lo goederenvervoer ontstond, ten vocrL^?ens de verhoogde Engelsche in- tatVo J overschot van de expiol- 3qsAe.r schepen bedraagt f. 254.938 (vj. '2m-l ®osloten is de netto-wjnst aa 1»»"/ (v-i- f 85.353) over te brengen ar de reserve. GENEESKUNDIGE GIDS AAN BOORD. Door dr. II. J. 31. Boonacker. Er wordt nog al eens tegen gefulmineerd, flat In de gewone krant over geneeskun dige onderwerpen geschreven wordt. Daas Z Si C'? vakbladen voor. En men moet het publiek niet zoo wijs maken Het komt i voor dat de patient uit zijn dagblad een nieuw geneeskundig snufje heeft opgedo- 1 ken. voordat zijn dokter er iets van ge- hoord heeft Dat is niet prettig voor dien dokter en dikwijls ook niet gunstig voor den patient. Tot zekere hoogte is dit alles volkomen juist. Vooral wanneer de patiënt wordt in gelicht over een afwijking, waaraan hij zelf lijdt. Meestal is deze toch niet in staat om de juiste beteekenls van het bericht te begrijpen, in ieder geval mist hij de noo- dige eritiek en het blijft dus altijd bij on volledige kennis, bij de halve waarheid en wij weten van ouds dat een leugen onder omstandigheden nog verkieslijk is boven de halve waarheid 3rele menschen schijnen er echter even wel steeds Iets aantrekkelijks ln te vinden om op geneeskundig gebied te beunhazen. Voor een deel hebben de geneeskundigen daar zonder twijfel zelf schuld aan. door hun vak .hun doen en laten hun heele geneeskundig optreden in een soort ge heimzinnig waas te hullen, hetgeen tot zekere hoogte alweer best te verdedigen is, maar soms ook wel eens wat heel ver wordt uitgestrekt. Onze tijd is niet meer van dien aard. dat men slechts gehoorzame, onderworpen patiënten mag verwachten, die de uitspraken van den arts als een orakel aanvaarden en zijn voorschriften zonder de minste eritiek opvolgen. Men begeert iets te weten omtrent den toestand van zichzelf of van de leden van zijn ge zin. Een absoluut afwachtende houding mag dan ook inderdaad niet altijd van den patient gevergd worden, bijv. in verband met maatschappelijke-, familie-verhoudin gen, enzoovoort Daarbij komt, dat er veel op geneeskun dig gebied voorkomt, waarover het zeer nuttig kan zijn, dat ook de leek wordt in gelicht, in de eerste plaats op het gebied der hygiène Het publiek mag gerust wor den ingelicht over de eischen aan woning, kleeding en voedsel te stellen, over de wijzen, waarop men besmettelijke en an dere ziekten kan voorkomen. Daarbij is het begrijpelijk, dat de meesten niet tevreden zijn met een soort bevel, maar dat zij wenschen te begrijpen, waarom en wan neer hun kind moet worden ingeënt of met een of ander serum ingespoten als voorbe hoedmiddel tegen bepaalde ziekten, waar om op doelmatige manier geventileerd moet worden, waarom het nuttigen van bepaalde spijzen wordt afgeraden, waar om in een vochtig klimaat het dragen van wollen kleeding aanbeveling verdient en nog zooveel meer. Ieder arts, die zich waagt aan het schrijven over onderwerpen, de zooge naamde populaire geneeskunst betreffende ondervindt al spoedig, hoe moeilijk het is. de juiste grens te vinden tusschen wat men wel mag zeggen en wat men'beter doet achterwege te laten. En bij de volgende eritiek heeft men dan volgens den een te weinig, volgens den anderen te veel verteld. De schrijver van het boek, welks titel aan het hoofd van dezen brief geplaatst is, heeft zich van al deze bezwaren slechts weinig behoeven aan te trekken. Het boek is voorgeschreven door den Minister van Waterstaat ingevolge het schepenbesluit 1932 en bestemd voor schepen van meer dan 200 ton. Hier komen we dus op een terrein, waar al de genoemde bezwaren geen beteekenis meer hebben Op een schip in volle zee, zonder dokter aan boord, be staat geen kwalzalverijDoor den nood ge dwongen fungeert hij, die meent er wat van te weten, of er soms werkelijk wat van weet, als dokter en als het moet, tegelijk als specialist, professor en verpleger. Het spreekt wel van zelf, dat men reeds sedert lang in dezen, hoewel noodzakelij ken, toch onbevredigenden toestand zoo veel mogelijk verbetering heeft willen brengen. In de eerste plaats werd elk schip van zekere grootte verplicht, een medicijn kast te hebben waarin volgens een lijst geneesmiddelen aanwezig moesten zijn. Maar de kennis, hoe die medicijnen te ge bruiken, ontbrak helaas in de meeste ge vallen. Zoo'n paar medicamenten, als castorolie of Rigabalsem durfde de kapi tein of stuurman wel met eenige gerust heid te geven, maar ais de zaak wat be denkelijk leek, dan stond men verlegen en werd wel eens volgens het „Godzegende- greep" gehandeld De aanwezigheid der geneesmiddelen is niet voldoende, er moet iemand zijn die weet ,hoe er mee om te gaan. En zoo moet in geval van nood. de kapitein of wie hem vervangt .tegen wil en dank. doktertje spelen. Welk een geluk als hij in zulk een geval den inhoud van het boek van Boon acker tot zijn eigendom heeft gemaakt. Hij weet dan misschien nog niet voor elk ge val hoe hij precies het beste handelen kan maar allicht zal hij meestal weten wat hij niet mag doen en dat is al veel gewonnen. Hoe hij verder te handelen heeft ten op zichte van verpleging en vervoer van den patient, hoe hij hulp kan inroepen en nog meer nuttige dingen kan hij er zeker uit leeren. En dat zal geen onaangenaam werk zijn, want het boek is prettig en duidelijk ge schreven en keurig uitgegeven Deze eigen schappen kunnen even goed gewaardeerd worden door hem, die niet gewoon is aan boord van zeeschepen zonder arts te ver- keeren. En ik twijfel er niet aan of me nigeen zal ook wel belangstelling voor den inhoud gevoelen Hier komen wij nu weer op eenigszins gevaarlijk terrein. Is het wel goed, dat iedereen maar kennis kan nemen van alles wat in dit boek staat' Er zullen er zeker zijn, die vinden dat voor den gewonen burger de grens is overschreden en dat zij door de studie van dit boek al te wijs zullen worden. Voor een enkel hoofdstuk moge dit waar zijn, daar staat zooveel goeds tegen over, zooveel, dat voor ieder waarde heeft, dat ik geen bezwaar zou hebben het werk in handen te geven van ieder, die het niet voor een grapje, maar in vollen ernst wil Om te beginnen geeft het eerste deel na een uiteenzetting van de samenstelling en verrichtingen va nhet menschelijk lichaam de hulpverleening bij ongevallen Die be handeling houdt hier niet met de eerste landstreken, waar sommige onzer vogelsoorten als „relicten" voorkomen. De bestaansmogelijkheid van dieren is afhankelijk van de levensvoorwaarden, in hun omgeving door de physikalisch- geo- graphischc gesteldheid, het klimaat, de vegetatie, de fauna en wellicht nog andere factoren geschapen. Veranderingen ten opzichte van een of meer dier factoren kunnen zekere diersoorten zoo sterk be ïnvloeden, dat ten slotte hun verdwijning door migratie of uitsterving uit be paalde streken van hun voormalig ver spreidingsgebied, daarvan het gevolg is, indien ze zich namelijk niet aan de gewij zigde omstandigheden hebben kunnen aanpassen. In den regel beginnen fundamentcele en bestendige klimatische en andere wijzi gingen niet plotseling, maar voltrekken zich geleidelijk in den loop van eeuwen of wellicht duizendtallen van jaren, en dit maakt het, althans in sommige gevallen, voor plastische diersoorten gemakkelijker zich aan de veranderingen in hun omge ving aan te passen. Zulke, onder aanvan kelijk voor hen ongewone omstandigheden, misschien zelfs wel goed gedijende over gebleven" idat wil dus zeggen, stand ge houden hebbendei soorten nu verwij derd van hun eigen verwanten en andere leden der fauna, waartoe ze eenmaal be hoorden noemt men „relicten". Bij soorten, die zich ln weerwil der ge wijzigde omstandigheden, in eenlg gebied sedert de ijstijden hebben weten te hand haven, spreekt men van „glaciale relic ten". met „marine relicten" duidt men die zee-dleren aan, welke thans leven in zoet water-meren. die eens een deel der zee uitmaakten. Voor een goed begrip der geographische verspreiding van vogelsoorten kan het soms van belang zijn rekening te houden met de veranderingen, die de In vroegere tijdperken hecrschende natuurlijke om standigheden hebben ondergaan. Zoo treft men b.v marine relicten aan onder dieren, die naar hun karakter niet in. maar aan zee leven. Jaren geleden wees prof. E. Lönnberg die aan dit onderwerp ln The Ibis" 'Oct. '321 een artikel wijdt, waaraan ik een en ander ontleen op de waarschijnlijkhkeid dat de Mantelmeeuw, levende en broedende op het groote We- nern-meer, en de groote kolonie Zilver meeuwen, broedende in de stelle klippen van hel Wettern-meer, relicten zijn, daar die meren deel uitmaakten van een breede zee-engt? die eertijds dwars door Zweden, tusschen de Oost- en Noord-Zee heenliep. Gedurende de geleidelijke opheffing van het land waren al dien tijd voor deze Meeuwen groote watermassa's toeganke lijk. waarin ze hun voedsel vonden. De generaties van belde Meeuw-soorten I merkten, om het zoo maar eens uit te drukken, niet, dat het zee-karakter der- wateren bij hun broedplaatsen geleidelijk aan het verdwijnen was, zoodat zij ten slotte in zoet-water-meren in plaats van aan zee leefden Zij konden zich voldoende voedsel verschaffen en hun broedplaatsen werden niet verwoest. Dank zij hun aan geboren conservatisme; keerden ze jaar op jaar en eeuw na naar'de broedplaatsen, die hun voorouders spoedig na het einde i der ijstijden hadden gekozen, terug en werden er niet door in de war gebracht, dat hun terugkeer in de lente hen over steeds grootere uitgestrektheden droog land voerde. Dit Is trouwens heel begrij pelijk, daar de tijdens den levensduur van een Meeuw merkbare- verschillen zeker niet groot genoeg waren om door haar te worden aangevoeld. De levensgewoonten dier vogels wijzigde zich al naar mate de verandering van hun omgeving dit noodig maakte en het eindresultaat was, dat i Manteimeeuw en Zilvermeeuw in boven- i bedoeld deel van Zweden „marlne-relic- ten" op zoetwatermeren werden. nu grepen in het ver verleden dergelijke gebeurtenissen op veel grooter schaal fn andere deelen der wereld plaats. In Vroeg- tertialre tijden strekte zich een groote zee, van de Middellandsche dwars door de tegenwoordige Zwarte en Casplsche Zee, over het Westen van Centraal Azie uit; naar het Zuid-Oosten was deze zee ver bonden met de tegenwoordige Golf van Bengalen. Nog tijdens het Mioceen strekte de zee zich ver oostelijk van de Caspische Zee uit doch de opheffing van het land bleef aanhouden tot de huidige gesteld heid bereikt was. Ook deze transformatie zal zich wel zéér geleidelijk voltrokken hebben. Toen de zee zich terugtrok, ont stonden er vele ondiepe meren en moeras sen. die langen tijd in stand bleven en waarvan er nog heden ten dage bestaan, hoewel het land meerendeels heel droog is en zich steppen en zelfs woestijnen ge vormd hebben. Met de verdwijning der zee en de toenemende droogte gingen de meeste vogels heen, daar hun levens behoeften te loor gingen. Er schijnt ech ter naar prof L.'s meening nog wat van deze oude, wellicht deels tertiaire, marine-vogelfauna in Centraal-Azie te zijn achtergebleven en beschouwt hij als zoodanige relicten aldaar o.a S.iandple- vier. Kluit en Bergeend, drie aan onze stranden en op meer dan een onzer eilan den wèlbekende broedvogels. A. A. VAN PELT LECHNER. hulp op, ook wat verder gebeuren moet, mocht niet worden weggelaten. Maar een goede eerste-helper weet hoever hij gaan mag en zal op dat punt ook halt houden, ook als hij weet, wat verder noodig is In het tweede deel vinden wij de behan deling van ziekten. Dit is alleen bestemd voor hen, die een arts niet bereiken kun nen, dus ook voor de bewoners van zeer af gelegen oorden, zooals bijv, ln Indic voor komen. Maar waarom zou een ander van deze dingen niet ook eens wat mogen weten0 In het derde deel over scheepshyglëne is veel te vinden, wat op zich zelf reeds in staat is belangstelling op te wekken maar bovendien van toepassing kan zijn in het woonhuis even goed als in een schip, zoo dat de bewoner van den vasten wal er een nuttig gebruik van kan maken. Eindelijk geeft een aanhangsel inlich tingen omtrent ziekenverpleging, verband leer, het vervoer van zieken en gewonden en nog enkele andere wetenswaardigheden. De schrijver kan geluk gewenscht wor den met zijn werk. dat ztjn weg ongetwij feld zal vinden en dat niet alleen onder hen, voor wie het officieel bestemd is. H. A. S. hoofdstuk iv. Langen tijd gold de Balkan In de oogen der Bolsjewiki als de zwakste schakel ln den keten van het internationale kapitaal. De revolutionneerïng van den Balkan was in de jaren 1924—1925 een van de gewich tigste takken van de G.P.oe. Men ver wachtte wellicht, dat de revolutie ln de rest van Europa weinig moeilijkheden zou ondervinden, als hier in het Zuidoosten het Bolsjewisme vasten voet had gekregen. Met de Bolsjewistische propaganda wer den belast drie van de beste G.Poe.-ver tegenwoordigers, Jaroslawski. Jelenskl en Loeganowski Deze stonden onder onmid dellijk bevel van den beste onder de besten, den grooten gynaecoloog en nog grooter spion dr Ooldenstein, die zijn zetel te Berlijn had. De ervaring had geleerd, dat revoluties het best worden ingeleid door een behoor lijken daad van terreur. Vooral in min of meer achterlijke landen kan een dergelijk optreden succes hebben. Derhalve werden op den Balkan talrijke terreur—organisa ties gesticht, die ondergeschikt waren aan de Derde Internationale. De Bolsjewiki gevoelden zich tot een dergelijke prestatie jegens den Balkan min of meer verplicht. Want vele jaren geleden had Krassln een bezoek aan het schiereiland gebracht, waar hij bij de Macedonische komltadsjl's de vervaardi ging en het hanteeren van bommen had geleerd. Nu vereffenden de Bolsjewiki hun oude schuld en de Weensche G.P.oe-af- deeling leverde den komitadsji's helsch machines en ontploffingsmiddelen, die Jaroslawski en Jelenskl fabriceerden vol gens de laatste mode van de G.P.oe.-tech- niek. Waar verder de revolutie slechts succes kon hebben, wanneer de kopstuk ken der regeering uit den weg waren ge ruimd, stelden de Balkanterroristen hun broodheeren den, beroemden, door ieder revolutionnair vurig verlangden „slag in het centrum" voor. Onder den „slag in het centrum" ver staat men van oudsher den dolk, dien dc overwinnende revolutie den tyran in dc borst stoot. De tyran was ln dit geval de jonge koning Boris met zijn ministers en Generaals, die de regeering vormden en die het door den oorlog zwaargeteisterde land op hun wijze trachtten op te bouwen. De dolk uit de romantische periode moest in dit, geval vervangen worden door een helsche machine. De bedoeling was, met éénslag den koning en de geheele regee ring uit den weg te ruimen en ln de daar door veroorzaakte verwarring een greep naar de macht te doen. De leiders te Weenen stemden met dit plan in. Jaroslawski fabriceerde persoon lijk een helsche machine, die ln haar wer king onfeilbaar zou zijn, en overhandigde haar aan de terroristen. De machine werd naar Sofia gebracht. Men had nu slechts een gelegenheid af te wachten, waarop alle slachtoffers bijeen te vinden waren. Die gelegenheid kwam spoedig. Een lid der regeering stierf en er werd bekend ge maakt, dat de geheele regeering en de generaliteit, de Koning niet uitgezonderd, de doodenmis ln de Kathedraal zouden bijwonen. Een betere kans kon de G.P.oe. niet verlangen. De helsche machine werd gelegd. De verschrikkelijke uitwerking der explosie is genoegzaam bekend. Dc koepel van de kathedraal stortte in en begroef vele leden der regeering, alsmede geestelijken, vrou wen en kinderen onder de pulnhoopen. Slechts door een toeval was de koning met zijn gevolg en verscheidene ministers nog niet in de kerk aangekomen. De revo lutie, die na zijn dood zou hebben moeten uitbreken, bleef dus uit. Door snel in grijpen lukte het dc regecrlng, de onlusten In den kiem te onderdrukken. De explosio ln den Dom van Sofia was de topprestatie op den Balkan. Maar de gevolgen waren voor het aanzien der Bolsjewiki vernieti gend. De publieke opinie veroordeelde deze methode en der theoretici ln liet Kreml bleef niets anders over dan to constateeren, dat de Balkan niet do zwakste schakel ln den keten van het in ternationaal kapitaal was. Maar de ontploffing had nog een ander gevolg, dat voor het publiek verborgen is gebleven Dat gevolg belrof het gedrag van dc aanstichters. Jelenskl vreesde, dat hij ontdekt werd en wist zijn overplaatsing onder een anderen naam naar Frankrijk bewerken. Het slechtst kwam dc maker van dc helsche machine, dc vroegere garde-officier Jaroslawski er af. Het was toch heel wat anders, aan het hoofd van een ijzeren troep door Rusland to rijden en de regeering met zijn vakkundigheid te dienen, dan op den Balkan ais vorsten moordenaar op te treden. Dc adellijke officier was opgevoed in het geloof aan de onaantastbaarheid van den persoon van den monarch. In de hitte van den burgeroorlog had hij veel vergeten, ook dat Hij ging nu zijn vroeger leven over denken: hij zag weder den instortenden kathedraal, de gewonde vrouwen, den jongen czaar. tegen wlen zijn aanslag was gericht. Hij dacht aan den tijd, dat hijzelf als jong officier den eed voor een anderen czaar had afgelegd. Sedert dien tijd had Jaroslawski talrijke misdaden begaan en vele eeden gebroken. Op een morgen verliet hij het gezant schap en keerde niet weer. Ht) liet een brief achter aan de G.Poe, waarin hij mededeelde, dat hij de betrekkingen met dat Instituut verbrak en als arbeider in een Duitsche fabriek ging werken. Tevens beloofde hij, nooit een geheim van ds G P.oe te zullen verraden en verzocht, dat men hem met rust zou laten. Deze brief veroorzaakte bij de G.P.oe een nog grootere paniek dan de instorting van den dom in geheel Boeigarije. Ja roslawski had de GP.oe ln de hand! Dat besef was dc GP.oe onverdragelljk- In een geheime zitting van het college werd Ja roslawski ter dood veroordeeld en Trllis- sen belastte een oud vriend van Jaro slawski met de executie van het vonnis. De vriend reisde naar Dultschland en vond de fabriek waarin Jaroslawski, dio stil en teruggetrokken leefde, ais een voudig arbeider werkzaam was Dc vrien den ontmoetten elkaar, bezochten een kof fiehuis en spraken over vele zaken. On derwijl strooide de vriend vergif ln het glas van Jaroslawski, Jaroslawski dronk en stierf des nachts. Den volgenden dag lag zijn lichaam ln het lijkenhuis. De on troostbare vriend verscheen en vroeg ver lof, het lijk nog eenmaal te mogen zien. Dat werd toegestaan en de vriend wist het lijk te fotografeeren. De foto moest aan het college der G.P.oe worden voor gelegd Zoo eindigde het leven van den garde- officier Jaroslawski, de voortreffelijke technicus van den burgeroorlog. Een agent der GP.oe sterft, of door de hand van den vijand of door de hand van de G.Poe WEEKBLADEN. Een redacteur van „Het Leven" is als bedelaar op stap gegaan door steden en dorpen en hij vertelt daarvan onder den titel „De weg naar Veenhuizen" in het nummer van deze week. WIJ vinden er verder praatjes met plaatjes over het c'r- cusleven, een onderhoud met den houder J jarigen Bart Blauwendraad te Soester'ocrg en foto's van diverse actueeie gebeurte nissen. A. C. Josephus Jltta schrijft in „De Groene Amsterdammer" over „De S.D.AP. op een keerpunt", waarbij hij de hoop uit spreekt dat de S.DA.P. tot een herziening van haar methoden zal besluiten. Dr Van Blankonsteln bespreekt de Londensche conferentie. Verder de gebruikelijke ru brieken en een plaat van Jordaan inzake het Duitsche transfermoratorium. De „Wereldkroniek" vangt een serie ar tikelen aan, waarin de chef van de Pe- tersburgsche geheime pilltie interessante mededeelingen doet omtrent de bestrij ding van de revolutionaire terreur in de jaren 19051909. Lezenswaardig Is verder het geïllustreerde verhaal over den neger koning van Haïti, bijgenaamd „De zwarte Napoleon". De rubriek „Toerisme en Groot toerisme", geeft foto's (met toelichting) van Weer.en en Oostenrijk. „Zonneschijn", het weekblad voor Jong Nederland, brengt weer een schat van vroolijke lectuur: verhalen, versjes, plaat, jes en spelletjes. Dit nummer geeft tevens den uitslag van een tweetal prijsvragen. Onder de winnaars treffen wij de namen aan van meerdere jongens en meisjes uit Leiden en omgeving! Steunt, bij gelijken prijs en kwaliteit, De Nederlandsche Industrie. Hiermede dient gij Uw land En bestrijdt gij de werkloosheid. HOLLAND—OOSI-AZIK LIJN OLDEKERK. ultr., 17 Juni tc Shanghae SS11, 17 Juni v- Ams( '1 Hamb. WAALKERK, 17 Juni van Amst. te Antw. KOri I.LOÏD ?T°7AEAn0E. uitl' 17 Junivan Bombay. 17 Junl v Londen te R'dam SLAMAT, 17 Juni van Batavia n. R'dam, IIALUYON I.IJN ROZENBURG, 16 Juni van Kirkcaldy tc Sunderland. ROTTERDAMZUIDAMERIKA LIJN ALWAKI, thuisr16 Juni te Santos ALPHACCA, uitreis pass. 16 Juni Ferman- do Noronha. KON NED STOOMB -31IJ IRIS, 17 Juni van Amst. n. Kofienhagen AMAZONE, 17 Juni van A'dam te Kopen hagen, HOLLAND—AUSTRALIË LIJN, GAASTERKERK, 17 Juni van Bremen n. Londen. .MAATSCHAPPIJ NEDERLAND TARAKAN. uitreis, pass. 16 Juni Perim. HOLLAND—AMER1KA-LIJN. ROTTERDAM, 17 Juni van New York naar Rotterdam. o DIVERSE STOO.MVAARTBERICHTEN. DORDRECHT, 17 Juni van Eastham te Londen. MIRACH R'dam naar Archangel, pass. 16 Juni Noordkaap. MIRZA. 16 Juni van Hamburg n. Rouaan. WAALHAVEN, 16 Juni van Rochefort te Rouaan. WOENSDRECHT, Constanza naar Antwer pen, pass, 17 Juni Istanboul. W1ERINGEN, 16 Juni van Archangel naar Velsen. JUNO, 14 Juni van Hongkong n. Canton. PAULA, 14 Juni v. Soerabaya n. Singapore. ALETTA. 14 Juni van Soesoe n. Singapore SCHIE, 15 Juni van R'dam te Lovisa. WAAL R'dam n. Oostzee, pass. 16 Juni Elseneur PRINS BERNADOTTE, sleepboot, 21 Juni van Umea te A'dam verwacht, met een houtvlot op sleeptouw. 3-3 I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 7