De Ha Ie wijn-opvoering te Amsterdam Marsch 6e reg. Veld-Artillerie h het Paleis van den Koning "4"' jaargang- LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. GISTEREN PASSEERDE HET 6e REGIMENT VELDARTILLERIE UT ONZE STAD DEN AFSLUITDIJK. De begroeting op Friescben bodem door den len luit. der marechaussee v. d. Kroon. Het zoontje van luit. v. d. Kroon, ook in uniform, bood den commandant een Friesche koek aan. PRINSES JULIANA woonde gisteravond de ..Halewijn"-opvoering bij in den Stads schouwburg te Amsterdam. De aankomst dei- Prinses. De conferentie eet. Overzicht tijdens liet diner in Grosvenor House te Londen voor de deel nemers aan de economische wereldconferentie. LEERLINGEN VAN I)E SPAANSCHE .MILI TAIRE SCHOOL te Zarzuela toonen hun rij vaardigheid, door een zeer steile zandhelling te paard af te gaan. DE OPVOERING VAN „HALEWIJN" TE ^1 STERDAM. Halewijn (S. de Vries) en Herzberg (L. Sanders). RAMSAY MACDONALD IN GESPREK MET CORDELL HULL den Amerika&nschen gedelegeerde, tijdens het diner, dat de Engelsche regeering den gedelegeerden ter wereldconferentie aanbood. DE SPAANSCHE VLIEGERS LUITENANT COLLAR EN KAPITEIN BARRAN die een fraaie vlucht van Sevilla naar Ouba maakterf. Efn liefdesgeschiedenis uit 't oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. aar het Engelsch door W. H. C. B. toestand leek hopeloos; misschien Jan 66115 gelegenheid hebben Don V ,.J16 zeggen waarheen men van plan bpj. 6aar, te zenden en de mogelijkheid lantrkT dat Mendoza het geheim jaren Conif .waarde natuurlijk zou men haar t toestaan te schrijven. »aa„ hoorde de verste deur weer open en? ?n haar vaders voetstappen. Hij en eene kamer naar de andere *oomiP In62- Maar daar hij geen ant- den Sing hij weer weg en schoof hij opnieuw voor de deur. Maar ^heen nog niet klaar te zijn, want dei PJto°rde zij het geluid van den gren- d» T?w6n ^aren stap van haar vader in hram V.^g van haar kamer. Misschien toe jpi. .op besluit terug of had haar maar i.ï? zeggen. Zij hield haar adem in, zekfrhp-j hwam niet binnen. Voor alle de d?,. schoof hij ook den grendel op tin» 2Lvan haar kleine kamer dicht en toertni?? loorg°ed weg. Zij was thans J1Sd stevig achter slot te zitten. Maar weer vernam zij een geluid aan de deur, doch nu bijna onhoorbaar; het klonk spookachtig, want zij had geen voetstap pen gehoord. Toen werd de deur heel voorzichtig geopend en een oogenblik later stond Inez in de kamer, haar hoofd rechts en links draaiende om naar Dolores' ademhaling te luisteren en zoodoende te ontdekken waar haar zuster was. Toen deze opstond, legde het blinde meisje een vinger op haar lippen en tastte naar Dolo res' hand. „Hij heeft je brief." fluisterde zij vlug. Het was een toeval, dat ik hem zoo gauw vond. Ik moest, je zeggen dat hij, na eenigen tijd in de groote zaal te zijn ge weest ,deze onbemerkt zal verlaten en hier zal komen. Je weet dat vader dienst heeft en niet boven kan komen." Dolores' hand beerde hevig, terwijl zij fluisterde: .Hij bezwoer Don Jan te dooden als hij hier komt en vader zal het doen ook, al zou het hem zelf het leven kosten. Ga dus weer naar hem toe, gauw, en zeg hem dit in 's hemelsnaamToe, lieveling, verlies geen oogenblik, want hij kon wel eens eer der komen red hem, red hem!" „Ik kan niet," antwoordde Inez angstig, toen zij den toestand begreep. „Ik had mij zoolang verborgen en ben nu met jou op gesloten. Vader riep me, maar ik hield me stil want ik begreep dat hij me niet zou laten blijven." Zij verborg haar gezicht in haar handen en snikte luid van angst. Dolores' lippen werden bleek en zij hield zich vast aan een stoel. HOOFDSTUK III. Dolores zag noch hoorde haar zuster meer, was er zich slechts van bewust dat Don Jan ln gevaar verkeerde en dat zij hem niet daarvoor kon waarschuwen. Zij had zich zelf niet geloofd, toen zij haar vader zei dat hij het niet zou durven wagen zijn hand tegen 'sKonings broeder op te heffen en vreesde thans dat een man als haar vader, na een oogenblik toegegeven te hebben aan wat hij zwak heid noemde, daarna gevaarlijker was dan. te voren, want zijn toom keerde zich nu niet meer uitsluitend tegen den ander, maar ook tegen zich zelf. Inez snikte niet meer en zat kalm op haar gewone plaats in die eigenaardige houding van blinden, die altijd intens trachten klanken op te vangen, zoodat men, zelfs zonder het gelaat te zien, da delijk blindheid kan herkennen aan de houding van hoofd en lichaam. Zelden leunt een blinde in een stoel achterover, meestal wordt het lichaam rechtop of eenigszins voorover gebogen gehouden; het gezicht is een beetje opwaars gericht, zoo lang het totaal stil is, dikwijls naar om laag gewend als er eenig geluid duidelijk hoorbaar is. Bijna nooit slaan blinden hun knieën over elkaar, de handen worden zelden samengevouwen, maar zijn meestal uitgespreid, als om het gehoor te helpen door het gevoel; de lippen worden eenigs zins van elkaar gehouden, want blinden weten dat zij niet alleen met de ooren, maar ook met den mond hooren. De uit drukking van het gezicht verraadt stille, maar niet onbewogen verwachting en uiterste opmerkzaamheid, kalmte, die echter juist het tegengestelde is van on verschilligheid. Ook Inez zat in die houding, zooals zij soms uren achtereen kon doen, luisterend, altijd en altijd luisterend, zoowel naar de taal der natuur als naar die der men- schen. Zij zon thans op een middel om haar zuster te helpen. Dolores stond echter roerloos alsof zij verlamd was, met steeds het tafereel vóór zich, dat maar niet wilde verdwijnen. Zij zag de haar zoo bekende gestalte van den man, dien zij lief had in den somberen corridor, alleen en ongewapend aankomen, recht op de eiken deur af, die zich aan het einde er van bevond, voorbij de dieplig gende uitbouwen, waardoor het maan licht stroomde En bij een der ramen tee- kende zich een andere gestalte af, met een degen in de hand, een magere man met grijzen baard er werden enkele woor den gewisseld een korte, onduidelijke warreling van schaduwen, waartusschen hier en daar het flitsen van een kouden lichtstraal, dan een va], en toen stilte. Zoodra de beeldenreeks voorbij was begon deze zich weer te bewegen, van voren af aan, bijna onveranderd, behalve dat de beelden, duidelijker werden, zoodat zij zelfs Don Jan's bleeke gezicht in het maan licht zag. Hij lag dood op den vloer van den corridor. Het werd tenslotte ondraaglijk, en langzaam bracht zij een hand voor haar oogen om aan de obsessie te ontkomen. „Luister," zei Inez, toen Dolores zich be woog, „ik heb zitten nadenken. Je moet hem vanavond spreken, zelfs al zou je niet alleen met hem zijn. Daartoe bestaat maar één middel; je voor het hoffeest kleeden en naar de groote zaal gaan, waar ieder een dus ook hij is. Dan kun je af spreken hoe elkaar morgen te ontmoeten." „Inez ik heb je nog niet alles verteld! Morgen wordt ik naar Las Huelgas gezon den, om daar als gevangene te blijven." Inez uitte een lichten smartkreet. „Naar een klooster!" Het scheen haar toe gelijk te staan met sterven. Dolores begon haar alles te vertellen wat Mendoza had gezegd, maar het duur de niet lang of Inez, wier wangen zich met een donkeren blos kleurden, viel haar in de rede. „En wilde hij je wijs maken dat hij van je houdt?" vroeg zij verontwaardigd. „Hij is altijd even hard en wreed en onvrien- delijk geweest; hij heeft mij mijn blind heid nooit vergeven en jou zal hij nooit vergeven dat je jong bent! De Koning' De Koning vóór alles en iedereen, ja, vóór hem zelf! Maar voor zijn kinderen zijn hart en zijn ziel heeft hij geen hart! Wat zeg ik Plotseling hield zij op. .LWordt vervolgd j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5