Electrische trein ontspoord
nabij Kromme
nie - Göl
ibels in Rome
W\
De roode Vulpenhouder
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
1
DRAADLOOS OVERGEBRACHTE FOTO van de aankomst van den KLEEDERDRACHTEN-FEEST op de landbouwtentoonstelling te Berlijn. De
Duitschen minister Göbbels met zijn echtgenoote te Rome. Koning Victor
Emanuel van Italië, begroet den minister.
stoet der vrouwen en meisjes uit Spreewald.
DE BOUW VAN HET v. HEUTZ-MONUMENT
aan het Olympiaplein te Amsterdam. Do voorzijde
met den toren.
Geautoriseerde vertaling naar
het Engelsch van Molly Thynne,
door A. W. v. E.v. R.
U)
zeesJI6 j °Pende reeds den mond om te
e„8™;dat hij er wél over gesproken had,
Wi noodlottige gevolgen, toen Kean
baai 2 ?t; ,r€de viel. Later was hij dank-
!-?üen geen kans had gehad, Iets te
vbHoïei°Pderstel. dat je de la van mijn
en7, °P mljn kantoor hebt geopend
ha/i e Penhouders hebt gezien, anders
ai, JP 26 Plet te voorschijn gehaald, zoo-
beeiL anmorSen deedt. Je hebt toen zeker
dat wa? ik gedaan had. Ik was bang,
et rikt e,r mil weer om zou vragen en kon
R.ïcn komen de hare weer terug te
EeriJht 1' 'k °°k de kans liep, dat het
Vfilnc.it >-er om zou vragen, en daarom
een „hem bU mil houden. Ik kocht dus
inktok?. en penhouder en maakte er
dien kken op, met de bedoeling, haar
Ie dat?" haren teruS te geven. Raadde
^kolkte.
1 begreep natuurlijk, dat je had ge
probeerd, een duplicaat te nemen, maar
ik wist volstrekt niet, met welk doel."
„Ik geloof, dat ik al dien tijd het meest
bevreesd was voor Sybil. Zij heeft meer in-
tuitie dan ik ooit van iemand gezien heb,
en ik was doodsbang, dat iets in mijn ma
nieren of houding ten opzichte van de
zaak haar achterdocht zou opwekken. Den
Hemel zij dank, heeft zij nooit vermoed,
dat er iets niet in orde was!
Dezen keer zweeg Fayre met opzet,
maar hij was somber gestemd, want stuk
voor stuk begonnen de figuren van het
legspel op hun plaats te komen, en daar—
tusschen lag Sybil's brief met de inge
sloten enveloppe.
Er valt niet veel meer te vertellen",
vervolgde Kean. ..Het was te laat, om te
Whitbury den trein naar Londen te halen,
dus reed ik naar Carlisle, er op rekenende,
dat de express daar een uur wachtte Ik
had nog juist den tijd om de auto te stal-
len en den trein te pakken, en kwam op
hetzelfde uur en met denzelfden trein in
Londen aan, als wanneer ik hem in Whit
bury had genomen. Ik zorgde er voor, wat
met de drie mannen te praten, die aan
hetzelfde tafeltje zaten als ik in den res
tauratiewagen, en zinspeelde op HUjn be_
roep, er bij voegende, dat ik te Staveley
was geweest. Ik dacht wel niet, dat ik er
gens last mee zou krijgen, maar als ik
gedwongen was geweest een alibi op te
leven, twijfel ik niet, of zij zouden voor
den dag zijn gekomen, en zou men het
als vanzelfsprekend hebben aangenomen,
dat ik den heelen weg met den trein had
afgelegd- Maar vanaf het oogenblik, dat
ik de boerderij verliet, liep alles mij tegen.
Eerst had ik een aanrijding met den
voerman, waardoor jij op het spoor van
den geheimzinnigen Page kwam. In elk
geval had je gelijk, wat het nummerbord
betreft. Ik brak het zelf als voorzorgs
maatregel. In Carlisle vernieuwde ik het
en liet ik het spatbord herstellen. Jij
nam aan, dat de auto, toen die den 26en
Maart uit de eerste garage in Carlisle was
weggehaald, naar Londen werd gereden.
Maar inderdaad bracht lk ze van de eene
naar de andere zijde van de stad, waar de
reparaties werden uitgevoerd, en daar
bleef ze staan, tot ik ze den lsten April op
weg naar Staveley ophaalde. Het nieuws,
dat de zaak, waarin Leslie moest getuigen
was uitgesteld, en dat hem daarvan al be
richt was gestuurd, was, geloof ik, de erg
ste schok, dien ik ooit gehad heb. Ik was
er zoo absoluut zeker van dat hij in Lon
den was. Het was, alsof een afgrond zich
onder mijn voeten opende. Totdat ik zelf
de kranten had gelezen met de eerste be
schrijving van den moord, hoopte lk, dat
hij het briefje niet op tijd zou hebben
gekregen. Zoodra ik het las, wist ik, dat,
tenzij ik hem vrij kon krijgen, het onheil
mij bedreigde
Hij hief zijn gebalde handen in de
hoogte en liet ze met zoo'n zwaren slag
neervallen, dat de tafel er van schudde.
„Alles liep mij tegen", riep hij met on
uitsprekelijke bitterheid. „Als de politie
Leslie's revolver niet gevonden had, of als
die vervloekte kat niet juist op dat meest
bijzondere oogenblik in Leslie's heele
leven in de klem was geraakt, zou ik hem
zonder eenigen smet hebben vrij gekre
gen. Zooals de zaken nu stonden, was het
van het begin af hopeloos."
Hij stond op, pakte de blaadjes papier
bij elkaar en ging naar Fayre toe.
„Alles staat hierin", zei hij, ze hem over
reikende. „Het is door twee van de be
dienden ais getuigen geteekend. Ik geloof,
dat zij dachten, dat het mijn testament
was", voegde hij er spottend bij. „Ik wou
graag, dat je dat morgen het allereerst
naar Grey bracht."
Fayre sprong op en legde zijn hand op
den arm van zijn vriend.
„Wat ben je van plan te doen, Edward?"
vroeg hij. Kean aarzelde-
„Ik denk, dat ik er vandoor ga," zei hij
norsch, misschien lukt me dat wel.
„Waar wil je heen?"
Kean keek hem eigenaardig aan.
„Ik weet het niet," zei hij. „Op mijn
woord, Hatter, ik weet het niet."
.Edward!" begon Fayre dringend, maar
Kean viel hem in de rede.
„Je kunt iets voor me doen, oude jon
gen!" zei hij haastig. „Ik zou Cynthia
graag willen spreken. Ik moet haar iets
zeggen, dat ik niet ongesproken kan laten
Het is nog vroeg, en zij zal nog wel niet
naar bed zijn. Wil je er heengaan er haar
vragen, of ik haar kan spreken? Wat lk
te zeggen heb, neemt niet meer dan tien
minuten In beslag."
Fayre keek hem verbaasd aan-
„Begrijp je niet, dat Je op staanden
voet weg moet, als je wilt vluchten?" ver
maande hij. .Edward, jij hebt geen tijd
te verliezen. Om Godswil, laat het er niet
op aankomen!"
„Er is tijd genoeg!" zei Kean droog. „Ik
kan de nachtboot naar Ostende halen. Ik
geloof, dat wij elkaar niet meer zullen
ontmoeten, Hatter, en het is het laatste,
wat ik Je zal vragen. Wil je het doen?"
„Ik zal het doen," antwoordde Faire met
tegenzin, „maar ik vind het eenvoudig een
dwaasheid op dit kritieke oogenblik!"
„Ik zou graag willen, dat je er nu heen
ging, en haar vroeg, of ik kan komen.
Vertel haar niets anders. Als zij mij kan
ontvangen, bel mij dan hier op, dan zal
lk dadelijk komen. Als lk weg ben, kun je
haar de heele geschiedenis vertellen, maar
maak dit eerst zoo gauw mogelijk in ordel"
Fayre liep naar de deur. Halverwege
bleef hij zoo plotseling staan, alsof hij een
schot had gekregen,
„Groote God, Edward!" riep hij uit. „Sy
bil! Je kunt haar niet zonder iets te zeg
gen achterlaten!"
Met een ruk strekte Kean de schou
ders, alsof hij zich geweld aandeed iets
onder de oogen te zien, dat hij voor het
eerst duidelijk zag-
„Sybil stierf een uur voordat ik je van
avond opbelde", zei hij langzaam.
(Wordt vervolgd).