tl De studenten-roeiwedstrijden op het Noordzeekanaal itr De roode Vulpenhouder f4*te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. De Varsity ^Enthousiaste supporters dragen Triton's Oude Vier na de overwinning in het hoofdnummer "der Varsity, wellce gisteren op het Noordzee- kanaal werd verroeid, op de schouders. TER GELEGENHEID VAN HET 25-JA RIG BESTAAN VAN DE VOETBALVEREEN1G1NG D.V.C. wer'd te Delft een wed strijd gespeeld tusschen oud-internationals en een Delftsch elftal. Staatsraad Kan doet den aftrap. HITLER BIJ DE VLOOT. Hitler in een stoombarkas voor de „Schleswig Holstein", waarop hij zich" inscheepte voor de yloot- manoeuvres. |DE VARSITY OP HET N riemsgieken OORDZEEKANAAL. Tijdens den strijd tusschen de acht- juniores, welke door Njord gewonnen werd. DE ElROPEESCHE heidskoninginnen, SCHOONHEIDSKONINGINNEN IN BARCELONA. De schoon- die meedingen naar den titel „Miss Europa bij aankomst te Barcelona op weg naar Madrid. SUZANNE LENGLEN'S BEZOEK AAN AMSTERDAM. Wegens den regen konden de wedstrijden, waarin zij zou meespelen, niet doorgaan. CONCOURS HIPPIQUE TE BREDA. Luit. H. F. M. baron van Voorst tot Voorst op „Mauringh" komt in 'de sloot terecht. ■70) Geautoriseerde vertaling naar net Engelsch van Molly Thynne, door A. W. v. E.—y. R. Ifh- ff het mis," zei hij. „Blake, mijn tr Ti ïr werd aangehouden, en verloor I rï11., jantje bijna door." IFavr. 5 i Blake gesproken," antwoordde IvacM-' "Hij had dien avond vrij en I «n 2 2hn vrouw in Londen. Er werd hem lbK,rhtevaardins beteekend. die hij bij jou lie 7I1 f,n- d'e JU zoudt behandelen, naar I van a' dacht, dat het een vergissing I v. fn hant van de politie was geweest." neerschte een poos stilzwijgen, ge- «Uft» uwelken tijd Kean nadenkend Ivelrt r'J scbeen volstrekt niet uit het ■*«a geslagen. ■Kat mi' f3-1 ik d'en avond in York was, I te, "?ak je daar dan uit op? De 4e Maart Ihet Hat. avond van den moord, als je I Favrf op aanstuurt," zei hij eindelijk. I Hno i8m° onbewogen voort, leti wat J1® kende je mrs. Draycott al, I Pari, ^fn JU en zij in de lente van 1920 lEt:'ouwri J nog §een Jaar met Syb l^i'edie.; h lk k€n Je te goed, om je te het Km, °°r de veronderstelling, dat Kean Lcen f nlgair avontuurtje was." .Fe hrioCrp zijn sigaret in den haard. gelijk," antwoordde hij effen, „dat was het niet. Je hebt je gevoel voor logica nog niet geheel en al verloren, Hat ter. Ik had er mijn redenen voor mrs. Draycott op tc zoeken, en daar zij in dien tijd in Parijs zat, ging ik daarheen. Ik logeerde in het Bristolhotel. en zij in een klein hotel aan de overzijde van de rivier. Is dat voldoende?" Fayre liep naar de schrijftafel en trok de bovenste lade uit. Daaruit haalde hij twee „Red Dwarf'-vulpenhouders en wierp ze op tafel Behalve de bruine moddervlek onder aan den zijkant van een dier pen houders, waren zij volkomen aan elkaar gelijk, tot zelfs de zwarte inktvlek toe. die aan den bovenkant zat. Een hiervan is de penhouder, dien ik op de boerderij opraapte. Kun je een ver klaring geven van den ander, of de reden opgeven, waarom je hiervan in je pleidooi geen gebruik maakte? Wij hebben het be wijs dat hij niet aan Leslie toebehoorde, en dat hij daar een poosje voor den moord was gevallen. Daardoor zou tenminste de aanwezigheid van een derden persoon op dien avond zUn bewezen" Weer aarzelde Kean. Toen richtte hij het hoofd op en sprak openhartig: „Omdat hij het eigendom was van den persoon, die ik wilde sparen. Ik waarschuw je eerlijk, Hatter, dat ik, hoezeer je er ook in geslaagd bent, mij er in te verwikkelen, niet van plan ben, den naam van den eigenaar van dien penhouder te noemen. Nog meer bewijsstukken?" Fayre was pijnlijk getroffen door de verachting in zijn stem. Hij haalde zijn portefeuille uit den zak en nam er een kiekje uit. dat hij naast de penhouder op tafel legde. „Ja," antwoordde hij, met meer verdriet dan toorn in zijn stem. „Dit. Ik had het je graag bespaard, als het gekund had, Edward." Kean nam het op en bekeek het. „Dus dat heb je ook uitgevonden! Je hebt het heel kranig aangelegd, Hatter!" „Wist je het dan?" „Dat Sybill's eerste man nog leelt? Dat weet ik al zes jaar. Ik haalde hem zelf uit Duitschland en plaatste hem in een ge sticht in Dorset. Je weet zeker, dat hij ongeneeslijk krankzinnig is? Drie specia listen hebben hem ongeneeslijk verklaard." „Heb je zes jaar met Sybil geleefd, ter wijl je al dien tijd wist, dat Gerald Lee in leven was?" Kean keek hem open aan. „Ik zou wel eens willen weten, wat je in mijn plaats had gedaan," zei hij kalm. „Sybill's hart was zoo zwak, dat de minste schok doodelijk kon zijn. Lee was onge neeslijk krankzinnig en zelfs niet in staat haar te herkennen. Ik overdrijf niet, als ik zeg, dat enkel het gezicht van hem haar gedood zou hebben. En liever dan de kans te loopen, dat zij zijn bestaan te weten zou komen, zou ik je hier in deze kamer met mijn eigen handen dooden en er de gevolgen van dragen!" Hij sprak zeer vriendelijk, maar uit zijn stem sprak zijn overtuiging, en Fayre be sefte, dat hij voor niets zou terugdeinzen, om zijn vrouw te sparen. Sybil weet het al." zei hij, en terwijl hij sprak, voelde hij. dat hij alles zou hebben gegeven, om die woorden ongesproken te maken. Voor het eerst verloor Kean zijn zelf- beheerschlng. Zijn gelaat werd plotseling grauw en scherp. „Onmogelijk!" En met plotseling opkomende drift stiet hij uit: „Weet je wel, wat je zegt? Groote God, man, het kan niet waar zijn!" „Het is waar, tenzij ik een vreeselijke vergissing heb begaan," antwoordde Fayre vast. „Ik dacht, dat zij het ontdekt had en het voor jou geheim hield." „Mijn God. als die vrouw haar maar niets verteld heeft!" mompelde Kean. ..Dat is de eenige oplossing. Hoe weet je dat?" „Door een brief, dien Sybil mij schreef, en dien ik juist ontving, toen ik de foto van Lee had gevonden. Ik nam het als vanzelf sprekend aan. dat dat het was, waarop zij zinspeelde." „Heb je er haar niet over gesproken?" „Ik heb haar daarna niet meer gezien. Ik wilde haar opzoeken, maar had er geen gelegenheid voor." Kean zonk in een stoel neer en bedekte het gelaat met de handen. „God zij dank!" momplde hij.,, Er moet een vergissing in het spel zijn. Het is onmogelijk, dat zij het ontdekt heeft. Zij zou nooit Het aanhoudende gerinkel van de tele foon onderbrak hem. Met een half waan zinnigen uitroep nam hij den hoorn van den haak. „Ja, hier sir Edward Kean," zei hij werk tuigelijk, daar zijn geest nog geheel ver vuld was van de onthulling, die Fayre juist gedaan had. En terwijl hij luisterde, werd de reeds spookachtige bleekheid van zijn gelaat nog heviger. „Sybil!" zei hij bijna onhoorbaar, terwijl hij den hoorn liet vallen. „Zij hebben van Westminster opgebeld. Zij heeft weer een aanval." Een oogenblik staarde hij met niets- ziende oogen voor zich uit, toen wendde hij zich met een bijna kinderlijk smeeken den blik tot Fayre. „Ik moet naar haar toe, Hatter! Om 's hemels wil, houd mij niet op!" Als eenig antwoord nam Fayre Kean's hoed en tas en reikte hem die over. „We moeten dit gauw uitmaken, Ed ward," zei hij ernstig, „wat er ook gebeurt. Kean worstelde zich reeds in zijn jas. „Bij de eerste gelegenheid beloof ik je een volledige verklaring! Is dat voldoen de, Hatter?" Fayre knikte. Een oogenblik later was hij alleen met zijn onrustige gedachten. Hij liep naar de tafel, nam het kiekje op en legde het in zijn portefeuille terug. Terwijl hij dat deed, werd de deur ge- opend en keek Farrer, de oude eerste klerk, naar binnen. „Ik meende sir Edward te hooren weg gaan, sir," zei hij. „Hij is weggeroepen. Lady Kean is weer ingestort. Ik betwijfel, of hij vanmorgen nog terugkeert. Het is het beste, dat je alle afspraken, die hij voor vandaag ge maakt heeft, afzegt!" De oude man klakte met de tong. „Het is jammer, dat zij zoo zwak is meende hij Hen Fayre, die zoo overspannen was, dat hij bijna een zenuwtoeval kreeg, lachte merkinghard0P bb d'e onmogelijke op- (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5