litler bij de vlootmanoeuüres - Terugkeer Franschen vlieger Mermoz
De roode Vulpenhouder
'4ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
I
WARMTE IN LONDEN.Moeder met twee kin-
deren aan het wandelen in Kensington, in ver
band met de warmte luchtig gekleed.
DE TERUGKOMST OP LE BOURGEX van den Frenschen aviateur Hermoz, die heen en terug ge
vlogen heeft ovef het Zuidelijk deel van den Atlantischen Oceaan.
DE BEKENDE FILMACTRICE BENNY POR
TEN bij haar optreden in Kurfürstendamm-
theater te Berlijn in ,,Eva oder Ivonne".
Geautoriseerde vertaling naar
het Engelseh van Molly Thynne,
door A. W. v. E.—v. R.
-i't was zooeven erg grol," zei ze. „Het
ELW. maar ik had juist een akelig
Binst. e achter den rurMr. Fayre, wat
PSLfn wij nu doen?"
I Ke keek haar diep ellendig aan.
it mWe.et het niet," zei hij wanhopig,
kept i, v Grey spreken. Daarna ik
fect het niet."
Hv^borg zijn gezicht in zijn handen,
lei mKov.e,r hunnen wij niet beschikken!"
!*<Hen n ^dht. „Hoe armzalig klein
BrootS wi menschen ons toch, als er
pó'en ri »gen gebeuren! Dat kind daar
om hi,.a: n°S Seen levenservaring heeft,
Iets cm«i„ï le'den, heeft nu te doen met
Sub e*il if Sro°ters, dan ik ooit gekend
Rar ei»! n llaar niet helpen. Zij moet
fcctord iv w,e® gdan. mr. Fayre! Op mijn
van i mi ®e'°°£. dat ik wel in de plaats
-Ak ooL >|ZOU w'hen zijn!"
®ston<j~ antw°ordde Fayre, terwijl hij
dl qen' erjt is niet de eerste keer, dat
°°od voor oogen heeft, en hoe
ouder ik word, hoe meer ik mij begin af
te vragen, of die wel zoo erg is, als wij
denken. Maar voort te blijven leven, ter
wijl al het licht uit je leven je ontnomen
is! Ik wou, dat ik wist, wat te doen!" ein
digde hij kortaf.
Miss Allen staarde hem verbaasd aan.
„Hij zal toch natuurlijk in hooger be
roep gaan?"
„Dat denk ik wel, maar ik vrees, dat het
niet veel helpen zal. Ik kan geen reden
vinden, waarom het vonnis zou worden
herzien. Kean pleitte schitterend, maar de
feiten spraken te sterk. Laat Cynthia daar
niet op rekenen!"
Zij praatten nog een poosje en daarna
haastte Fayre zich naar zijn hotel terug,
in de hoop er Grey te vinden.
De procureur wachtte in hun gemeen
schappelijke zitkamer op hem.
Sir Edward is naar de stad terugge
gaan," zei hij. „Hij kon niet wachten. Hij
zei, dat ik u moest zeggen dat het hem
speet u niet te hebben getroffen. Hij is
ziek van deze zaak. Ik heb nog nooit
iemand gezien, die zoo van zijn stuk was,
omdat hij een zaak verloren had.
U gaat zeker in hooger beroep.
Natuurlijk, maar ik verwacht er niet
veel van en sir Edward ook niet.
Fayre keek hem strak aan.
„Wat is, eerlijk gesproken, uw meernng?"
Grey aarzelde even en antwoordde toen
°^n?ïeloof, dat het hopeloos is. Alleen
door een wonder kan Leslie nog gered
worden."
„Zoodat het hooge beroep eenvoudig
geheel onnoodlg angst bezorgt aan twee
menschen, die al meer dan hun deel van
lijden hebben gehad?"
„Zoo kunt u het noemen," antwoordde
Grey kort. „Het is evenwel zijn laatste
kans, en wij mogen die niet laten loopen!"
Fayre knikte nadenkend.
„Ik reis met u mee," zei hij. „Heb ik nog
tijd om te pakken?"
„Ruim. Ik ga Leslie opzoeken. Ik hoopte,
dat u hier zoudt blijven, en hem dan
zoudt willen spreken, zoordat hij wordt
weggebracht. Ik denk, dat ik dat wel ge
daan kan krijgen, en het zou hem nu veel
goed doen."
Fayre's gelaat werd nog verdrietiger,
maar hij klemde de lippen vast opeen.
„Het spijt mij," zei hij op vasten toon,
„maar ik moet op staanden voet naar de
stad. Als ik kon. zou ik blijven en in elk
geval kom ik later terug."
Grey trok de wenkbrauwen op.
„Wat bent u van plan?" vroeg hij.
„Dat weet ik niet. Ik wou bij God, dat
ik het wist," antwoordde Fayre, terwijl hij
in zijn kamer verdween om zijn koffer te
pakken.
Vroeg in den morgen kwamen hij en
Grey in Londen aan Fayre reed dadelijk
door naar zijn club en dwong zichzelf tot
een paar uren rust, maar hij sliep niet, en
om negen uur had hij zich gebaad en ont
beten en was hij op weg naar Kean's
kantoor.
Hoe vroeg hij ook was, Kean was er
reeds en was hard aan het werk. Hij
schoof zijn papieren terzijde, toen Fayre
binnentrad en ging hem tegemoet.
„Ik dacht wel, dat je zoudt komen," zei
hij somber. „We zullen natuurlijk in hoo
ger beroep gaan."
Fayre keek hem even doordringend aan,
als hij Grey had aangekeken.
..Met wat voor gevolg?"
Kean wond er geen doekjes om.
„Geen enkel, als ik iets van de wet
ken," zei hij. „Het spijt mij, Hatter, ik heb
mijn best gedaan!"
Fayre wendde zijn oogen niet van
Kean af.
„Dat kwam ik je vragen," zei hij lang
zaam. „Je hebt een schitterend pleidooi
gehouden. Het was een prachtige verde
diging, maar je faalde. Iedereen, behalve
ik, moet gedacht hebben, dat je je uiterste
best deed."
Hij zweeg even, en Kean viel scherp In:
„Ik heb harder gewerkt voor deze zaak,
dan ik ooit in mijn leven gedaan heb."
Fayre knikte.
„Dat geef ik toe. Daar heb ik het niet
over. Er zijn mij den laatsten tijd eenige
dingen ter oore gekomen, die ik aan nie
mand verteld heb, zelfs niet aan Grey."
Weer zweeg hij. Het viel hem zeer moei
lijk woorden te vinden voor hetgeen hij te
zeggen had, en Kean deed geen moeite
hem te helpen.
„Sinds ik zekere dingen ontdekte," ging
Fayre voort, „heb ik gevochten tegen de
overtuiging dat jij Leslie van de verden
king hadt kunnen zuiveren als je dat ge
wild hadt. Kun je me in de oogen kijken
en ontkennen, dat je van het begin af
aan iets hebt verborgen gehouden, en dat
je Leslie's verdediging op je nam, omdat
je hem louter door Je welsprekendheid
hoopte vrij te krijgen, zonder gedwongen
te zijn die persoon te verraden?"
Kean was naar het haardkleedje geloo-
pen en scheen verdiept in de keus van een
sigarette uit de doos op den schoorsteen
mantel.
„Ik weet niet, hoe je dat alles hebt ont
dekt," zei hij eindelijk, „of wat je hebt
meenen te ontdekken, maar je hebt in
één opzicht gelijk. Ik beschermde iemand"
„Je hebt geprobeerd Leslie te redden, en
dat is je niet gelukt," ging Fayre hals
starrig voort. „Wat voor stappen denk je
nu te nemen?"
Kean aarzelde.
„Voordat ik die vraag beantwoord," zei
hij langzaam, „stel ik je voor open kaart
te spelen. Wat weet je?"
„Ik weet, dat je, om een reden, die ik
tot dusver niet heb kunnen ontdekken,
het hebt doen voorkomen dat je den 14en
Maart per spoor naar Staveley Grange
bent gereisd, terwijl je inderdaad met de
auto van Londen naar een station ten
noorden van York bent gereden en daal
den trein hebt genomen. In York werd je
aangehouden, omdat je zonder licht reed"
Kean glimlachte.
.(Wordt vervolgd), i
CAPT. SEARS de man, die den krans, welke namens
Hitier bij den Cenotaaph was neergelegd, weggenomen
had, bij aankomst te Amsterdam, waar hij een lezing hield.
/ER BEZOCHT DE DtlTSCHE VLOOTMANOEUVRES TE IvIEL.
de sloep met den Rijkskanselier bij de ,,Sehleswig Holstein".
EEN GROEP WEESKINDEREN bezocht het,
Voorjaarsfeest in den Haagschen Dierentuin. Do
bestorming van den draaimolen.
DE EERSTE AUTOBUS van den Ato-
dienst, die een geregelde verbinding onder
houdt over den afsluitdijk, passeert de uit
wateringssluizen te den Oever.