ulling gedenkramen te Delft - Successen der Leidsche roeisters De roode Vulpenhouder jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. Blijkbaar was miss Allen niet op de hoogte van Gregg's bertekking tot St. Swithins en het feit. dat hij mrs. Draycott voor haar huwelijk had gekend Op den terugweg naar zyn club kocht Fayre een sterk vergrootglas. Hiermede ge wapend begaf hij zich naar zijn kamer en onderzocht de fotografie nauwkeurig bij het licht van een sterke leeslamp. De foto stelde een man voor. die op een bank in een, naar het leek. tuin van een particulier huis zat. Hij staarde recht voor zich uit. met een gezicht, waarop alle uit drukking ontbrak, en zijn handen hingen los tusschen zijn knieën. Hij was armoedig gekleed en zijn kleeren waren haveloos en zagen er uit, of er geen zorg aan werd be steed. Naast hem hing een krant over de leu ning van de bank. Zelfs zonder het ver grootglas was de naam van de krant, die in groote letters bovenaan de eerste blad zijde stond, duidelijk te ontcijferen Het was de naam van een bekend Duitsch dag blad Daaronder stond de datum in veel kleine letters, en zelfs met behulp van het vergrootglas had Fayre eenige moeite dien te lezen. Eindelijk gelukte het hem. Er stond: 16 Januari 1920 en het adres, dat met een gewoon rubberstempel op de ach- Srziide van het kiekje stond gedrukt, was dit vanTet Staatskrankzinnlgengesticht te Schleefeldt, een klein stadje in Noord- Duitschland. Toen Fayre eindelijk opkeek, zag zijn gelaat in het helle licht van de electrische lamp wit en vertrokken. Hij scheen tien jaar ouder te zijn geworden in evenzooveel minuten. HOOFDSTUK XX. Fayre sliep dien nacht slecht en stond den volgenden morgen uitgeput en droe vig gestemd op. Gedurende de lange uren, waarin hij rusteloos in bed had heen en weer gewoeld, tevergeefs trachtende de oplossing te vinden van het raadsel, dat hem kwelde, was het hem niet mogelijk geweest, tot een gevolgtrekking te komen. Als hij deed, wat hij zijn plicht achtte, zou hij op zijn minst twee van zijn beste vrienden in vreeselijke moeilijkheden brengen en bovendien het gevaar loopen, dat de zaak, waarvoor hij zich zooveel moeite getroostte, op het spel werd gezet. Als hij echter de ontdekking, die hij juist gedaan had, voor zich hield, zou hij zulk een groote verantwoordelijkheid op zijn schouders laden, dat hij er niet aan durfde te denken. Hij had reeds tegenover heel wat moeilijker problemen gestaan in zijn ambtenaarsloopbaan, maar zelden voor iets, wat hem zoo van nabij raakte of hem zulk een hulpeloos gevoel gaf. In deze stemming vond Cynthia hem, toen zij hem vanuit het huis van haar tante in Grosvenor Square opbelde en hem vroeg haar mee uit lunchen te ne men. Vreeselijke kiespijn had haar de gelegenheid gegeven, die zij zocht, en zij was haastig naar de stad gegaan, schijn baar om den tandarts te raadplegen, maar in werkelijkheid om te hooren wat voor vorderingen Fayre bij zijn onderzoek had gemaakt. Een oogenblik was Fayre uit het veld geslagen, toen vond hij het vooruitzicht van een geheelen middag in haar gezel schap zeer welkom. Hij vreesde haar scherpe oogen en rechtstreeksehe manier, iemand aan te vallen, maar zijn eigen ge dachten vreesde hij nog meer. Cynthia was de verpersoonlijkte jeugd en moed, en na den nacht van ellendigen twijfel ver langde hij werkelijk zeer naar haar op wekkend gezelschap. Alsof zij wist, waaraan hij behoefte had, was zij zelfs nog levendiger dan gewoon lijk. toen hij haar kwam oppikken en haar naar een eenvoudig, maar zeer chic, klein restaurant bracht, dat hij en ver scheidene oudere leden van zijn club ge woonlijk bezochten. Cynthia had een rus tig plaatsje bedongen, waar zij haar radde tong vrij kon roeren. Zij had veel te ver tellen Bill Staveley was er in geslaagd haar nog een samenkomst met John Leslie te bezorgen, en zij vertelde, dat hij opgewekt was en de toekomst hoopvol te gemoet zag. „Hij zegt, dat het hem niet kan schelen wat er gebeurt, zoo lang hij weet, dat hij onschuldig is en dat ik in hem geloof, maar hij weet niet, hoe donker het er voor hem uitziet," zei Cynthia. „Hij is u en Edward Kean zeer dankbaar en vol ver trouwen in u beiden. Ik probeerde hem niet te laten merken, hoe bang ik was. Oom Fayre, zij kunnen hem toch niet ver- oordeelen als hij onschuldig is?" Fayre vond het hard haar te moeten vertellen, dat Gregg zich volkomen ge rechtvaardigd had. Tot zijn verlichting nam zij het beter op dan hij verwacht had. „Ik heb hem nooit werkelijk verdacht," zei ze. „Ik denk, dat ik zoo gemeen zou zijn geweest, heel blij te zijn, als hij het gedaan had, omdat John er door zou zijn vrijgesproken, maar het zou mij toch ook gespeten hebben. Het zou vreeselijk zijn geweest, als het een van onze kennissen was geweest, dus in dat opzicht is het een verlichting. Heeft mr. Grey nog iets ge daan om Page op te sporen? Ik heb altijd het gevoel gehad, dat wij daar onze hoop op moesten stellen." „Hij is bezig langs den weg van Carlisle naar Londen een onderzoek in te stellen, of de auto misschien werd aangehouden en als dat mislukt, is hij van plan openlijk om Page te ad verteeren. Als de man, zoo als ik nog denk, niets met den moord had uit te staan, zal hij wel uit den hoek ko men. Aan den anderen kant zou het ver keerd zijn hem door een advertentie te gauw te waarschuwen .Het is onze laatste toevlucht." (Wordt vervolgd j. «IJ SCAPA FLOW GEZONKEN DLTTSGHE SLAGKRUISER „PBINZ REGENT LUTPOLD" - PEGGY MC. MATH het Amerikaanse!»» meisje, dat ontvoerd werd en tegen een los- is weer naar boven gebracht. Het wegsleepen van het omgekeerde schip prijs van 60.000 dollar aan haar vader teruggegeven werd. MOTOBWEÜSTRUDEN om het terroinkampioenschap van Noord-Brabant, georganiseerd door do Tiiburgscho motorclub. A. Roessingh van Yterson bi] een hindernis* HET H1TLEH-BEELD in Mme Tussaud's wassen beelden-museum te Londen, werd door drie mannen met roode verf besmeurd. Het wegbrengen van het beeld naar het politiebureau. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van Molly Thynne, door A. W. v. E.—v. R. 16O n, .1.'ploofdat u gelijk hebt, met wat u r .„3nP, ouwde menschen zei," sprak hij ilelijk „alleen vergat u er bij te zeg- 1 sommigen van hen geneigd zijn n 1 u zond€n als de lasten van ande- 1, houders te laden." niet e»„°?en vanzelf op terecht." zei ze ie n droevigen glimlach. „Geloof mij, ?1J er niet zelf op te laden." heenging, viel hem iets in Gregg's houding bij het verhoor u h JL. 1 VTeemd?" vroeg. ,.U moet t S hebben, dat- uw zuster hem t onbekend was." -ij1 jjhudde het hoofd, h.h - dathij haar niet herkend had. him gegrepen dat hij de Baxter's niet ,Gt v<-h?el wein'S zaS- en ik se- hos V. 2311 voor dien tijd ooit vineerLiii? naam Draycott had hem hij h-iar",. v s kunnen zijn, maar toen ®ist hij zèlfl £et eerst op boerderij zag, zeus haar naam niet." DE ONTHULLING VAN DE GEDENKRAMEN IN DE KERK TE HELPT. De plechtigheid werd bij gewoond door Prinses Juliana (midden). DE LEIDSCHE DAMES-STUDENTEN die eenige mooie successen behaalden op de internationale uni- versiteits-voe'iwedstrijden op de Theems. DE VOETBALWEDSTRIJD NOORD NEDERLAND NOORD DUITSCHLAND te Leeuwarden gespeeld. De uitsche keephr tracht den bal met zijn oogen in bedwang te houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5