Financieel aspect voor 1934.
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 12 Mei 1933
Vierde Blad
No. 22438
FAILLISSEMENTEN.
EEN DROOM VAN LIEFDE.
X
Tekort op den gewonen dienst geraamd op 122 millioen.
jrisislasten niet meer uit het Leeningsfonds 1914 gefinancierd.
n uiteenzetting van minister
DE GEER.
NRCt." schrijft:
■ar men den laatsten tijd meermalen
tekort hoort ramen voor de begrooting
l934 heeft de minister van Financiën
■n'woo'rd op onze vraag, of te dien aan-
reeds met eenige waarschijnlijkheid
cijfer kan genoemd worden, eenige in-
■ingen gegeven.
begon met eraan te herinneren, dat
K be°grooting van 1933. wegens de da-
der Inkomsten, aanvankelijk een te-
moest worden geraamd van f. 147 6
—oen.
D tekort werd blijkens de millioenen-
kta voor f. 125.5 millioen gedekt. Voor
[515 miliioen door besparing: voor f. 54
fclloen door belastingverhooging. en voor
mj millioen uit het reservefonds. Rond
millioen ongeveer het bedrag van
spoorwegtekort bleef dus ongedekt.
Raar zoowel de besparing als de belas-
t'crhooging tijdens de behandeling in
imer met f.3 millioen werd vermin-
•d steeg het tekort tot f.22 millioen+6
i|ioen=f. 28 millioen.
lêkking voor dit resteerend tekort werd
londen door de indiening van het ont-
■p op de omzetbelasting. Dit ontwerp
een jaaropbrengst leveren van f. 60
en. De inwerkingtreding werd gesteld
I Juli a.s. zoodat een bate van f. 30 mil-
in zou verkregen worden in 1933.
Venwel is dit ontwerp door de oude Ka
niet meer behandeld, ook niet in de
jes. zoodat tijdelijke totstandkoming
■we: uitgesloten schijnt.
"enmin is nog in openbare behande-
gekomen de reeds vroeger ingediende
September 1932 opnieuw door de re-
Bj aan de orde gestelde weeldever-
,'sbelasting. De opbrengst daarvan is
lamd op f. 10 millioen. (Deze f. 10 mil-
II maken deel uit van de bovengenoem-
[54 millioen belastingverhooging).
hsien de Kamer vóór 1 Januari 1934
10; de gelegenheid mocht vinden, de
letbelasting en de weeldeverteringsbe-
ing te behandelen, en indien tevens
de tijdelijke opcenten op de invoerrechten
en den bier- en suikeraccijns, benevens de
tijdelijke opcenten op de gemeentefonds
belasting en vermogensbelasting met 1
jaar worden verlengd de eerstgenoemde
tijdelijke opcenten eventueel te vervangen
door de in voorbereiding zijnde technische
herziening van de Tariefwet dan is
voor 1934 de volgende rekening od te
maken:
De opcenten op de gemeentefondsbelas
ting en de vermogensbelasting brengen,
doordat zij in 1933 pas van 1 Mei af werk
ten en daarentegen in 1934 gedurende het
geheele jaar zullen gelden, f. 9 millioen
méér op. De omzetbelasting geeft een bate
van f. 60 millioen. Te zamen een vooruit
gang van f. 69 millioen. Het bovengenoem
de tekort van f.28 millioen (waarin de
totstandkoming der weeldeverteringsbelas-
ting reeds is verdisconteerd) werkt bij
gelijkblijvende uitgaven, ook in 1934 door.
Blijft dus een voordeelig saldo van f. 69
min 28=41 millioen.
Hiertegenover staat echter zooals in
de Memorie van Toelichting op voormeld
ontwerp-omzetbelasting is uiteengezet
dat voor 1934 vooreerst zullen wegvallen
de f, 18 millioen, welke in 1933 voor het
laatst uit het Reservefonds konden worden
geput, en dat bovendien rekening zal zijn
te houden zoowel met een verdere daling
der middelen als met een verhoogde uit
gaaf voor de Staatsschuld, ten gevolge o.a.
van de noodzakelijke consolidatie. De ver
hoogde uitgaaf voor de staatsschuld wordt
thans door het departement geraamd op
f. 10 millioen. de verdere daling der mid
delen op f 25 millioen. Indien dit laatste
cijfer veiligheidshalve op f.30 millioen
wordt gesteld, en bovenden een post van
f. 10 millioen wordt opgenomen ter gedeel
telijke dekking van het vermoedelijk tekort
over 1932, zal 't budget van 1934 derhalve
bezwaard worden met f. 18+10+30+10
millioen=f. 68 millioen.
In plaats van een voordeelig saldo van
f.41 millioen, zal er dus een tekort zijn
van f. 27 millioen.
Dit tekort betreft intusschen slechts den
gewonen dienst.
Daarnaast bestaat de dienst van het
Leeningfonds 1914. Dit fonds kon tot voor
enkele jaren zichzelf bedruipen en zelfs
allengs een groot saldo vormen. Die toe
stand Is geheel veranderd. Vooreerst door
het terugloopen van de Inkomsten ook
daar. Maar in veel sterker mate doordat
de crisisuitgaven (voor werkloosheid en
steun aan bedrijven) ten laste van het
Leeningsfonds 1914 zijn gebracht. Wél
stonden daar eenige nieuwe crisismidde
len tegenover, maar deze bleven bij de uit
gaven vér ten achter.
De groote omvang van de crisisuitgaven
heeft er dan ook toe geleid, dat het sal
do van het Leeningsfonds op 1 Januari
1931 nog f.235 millioen in den loop van
1933 geheel zal zijn verbruikt.
Dit heeft tweeërlei gevolg Vooreerst,
dat de crisisuitgaven van 1934 niet meer
uit het saldo zullen kunnen worden gefi
nancierd. En in de tweede plaats, dat ook
voor den oorspronkelijken dienst van het
Leeningfonds (financiering van rente en
aflossing der oorlogsleeningenniet meer
uit het saldo zal kunnen worden geput.
Ook dit laatste verdient de aandacht.
Het saldo immers was normaal bestemd om
tot 1943 jaarlijks tot een bepaald bedrag
te worden aangesproken ter overbrugging
van een tekort in den oorspronkelijken
dienst van het Leeningsfonds. Na 1943 zou
dit niet meer noodig zijn en konden zelfs
de heffingen worden verlaagd, terwij! in
1959 de laatste oorlogsleening zou zijn af
gelost.
Deze normale bestemming van het saldo
heeft het nog kunnen volgen in de jaren
1931 en 1932. In die beide jaren immers is
het saldo toereikend geweest om. naast de
dekking van het crisistekort te voorzien in
de overbrugging van het tekort op den
oorspronkelijken dienst van het Leenings
fonds In 1931 is voor dit laatste doel noo
dig geweest ruim f.35 millioen. in 1932
ruim f.33 millioen.
Voor 1933 wordt het crisistekort ge
raamd op f. 95 millioen en het tekort op
den oorspronkelijken dienst van het Lee
ningfonds op f. 41 millioen. Daar het saldo
op 1 Januari 1933 nog bedroeg f. 82 6 mil
lioen, zal het niet voldoende zijn om het
crisistekort geheel te dekken en zal het
bovendien zijn normale bestemming in
1933 niet meer kunnen volgen, zoodat het
tekort op den oorspronkelijken dienst van
het Leeningfonds dit jaar ongedekt blijft.
Voor 1934 beteekent een en ander het
volgende:
Het erisistekort, weder te ramen op f. 95
millioen. zal naar den gewonen dienst
moeten worden overgebracht, indien men
althans niet de sedert 1919 afgesloten
reeks der crisisleenlngen wil heropenen,
waartegen groote bezwaren bestaan. Die
overbrenging naar den gewonen dienst
zou trouwens ook om wettelijke redenen
noodig zijn. Immers de wet, waarbij de crl-
sisuitgavcn ten laste van het Leeningfonds
werden gebracht, expireert met 1 Januari
1934. Zonder wetswijziging zou dus reeds
op formeelen grond de overbrenging naar
den gewonen dienst geboden zijn.
Voor het tekort op den oorspronkelijken
dienst van het Leeningfonds geldt deze
formeele overweging niet. Naar de be
staande wetgeving blijft dit tekort dat
trouwens in 1934 en volgende jaren wegens
tot stand gekomen aflossingen zal dalen
(voor 1934 wordt het geraamd op f. 31 8
millioen) ten laste van het fonds. Ook
materieel is een overbrenging van het te
kort naar den gewonen dienst hier niet in
die mate noodzakelijk. Indien het ten laste
van het fonds blijft, zal dit hierop neer
komen. dat de liquidatie der oorlogsleenin
gen Iets minder snel zal gaan dan aan
vankelijk bedoeld was. De heffingen, die
na 1943 aanmerkelijk hadden kunnen wor
den verlaagd, zullen dan na dat jaar nog
eentgen tijd op het bestaande peil moeten
worden gehandhaafd. Dit is te betreuren,
maar bij het vrij vlugge tempo, waarin do
liquidatie der oorlogslasten ln ons land ls
opgezet, desnoods te aanvaarden.
m
Met de crisislasten, die aan de eigenlijke
functie van het Leeningfonds 1914 geheel
vreemd zijn. staat de zaak geheel anders.
Zij zijn tijdelijk bij het fonds onderge
bracht wegens het daarin aanwezige saldo,
dat grooter was dan ter overbrugging van
het tekort op den oorspronkelijken dienst
van het fonds tot 1943 noodig was. Nu deze
crisislasten echter door omvang en duur
het saldo overwoekerd hebben, zal hun
tijdelijke onderbrenging bij het fonds niet
kunnen worden verlengd en zullen ztj dus
naar den gewonen dienst moeten worden
overgebracht.
De conclusie uit het voorafgaande is. dat
liet tekort op den gewonen dienst voor
1934. naar de thans beschikbare gegevens,
en in de onderstelling dat de voormelde
belastingmaatregelen tot stand komen,
kan geraamd worden op f. 27 95 f. 12Ï
millioen
Hierbij is verwaarloosd eenerzijds het
natuurlijk accres der uitgaven, anderzijds
de automatische daling van de uitgaven
ten gevolge van de doorwerking der reeds
te voren genomen besparingsmaatregelen,
voorzoover deze om de bekende redenen
'wachtgelden, enz.) niet terstond hun vol
ledig effect konden hebben.
Steunt, bij gelijken prijs
en kwaliteit,
De Nederlandsche Industrie.
Hiermede dient gij Uw land
En bestrijdt gij de werkloosheid.
RECLAME
KNIEËN ALS VERSTEEND.
Vrouw die 10 jaar rheumatiek had loopt
nu gemakkelijk 6 K.M.
„Sinds ik hier kwam uit Engeland, nu
10 jaar geleden." schrijft ons een vrouw,
„heb ik vreeselijke rheumatiek gehad. Ik
heb veel moeten liggen en eindeloos geld
eraan besteed. Ik kocht medicijnen,
waschmiddeltjes. smeersels en allerlei pre
paraten, tot ik er genoeg van had. Ik
hoorde zoo vaak van Kruschen Salts, dat
ik dacht: laat ik dat eens probeeren. In
dien tijd waren mijn knieën zoo stijf ge
worden. alsof ze versteend waren. Ik was
werkelijk wanhopig, want ik voorzag dat
het niet lang meer zou duren, of ik zou
me heelemaal niet meer kunnen bewegen
en dat maakte me zoo treurig Welnu, ik
kocht een flacon Kruschen Salts en nam
eiken ochtend een theelepel vol. Toen de
flacon op was. zei ik: Och. het is hetzelfde
als het andere: ik ben niets beter. Maar
mijn man zei: Doorzetten. Probeer nog
eens een flacon. Geef het den tijd op je
bloed in te werken. Wel. toen kocht ik
nog een flacon en voordat die op was
waren mijn knieën niet meer zoo stijf. Ik
kon het zelf nauwelijks gelooven. toen ik
weer kon bukken en opkomen zonder hulp.
Ik was er zóó blij over. Ik ging door met
Kruschen en werkelijk, ik ben dezelfde
vrouw niet meer. Onlangs liep ik 6 K.M.
en voelde me best, terwijl ik vroeger nau
welijks door de kamers kon loopen. Mijn
man is den heelen winter zonder werk
geweest, maar ik moet mijn Kruschen
hebben, vóórdat ik geld aan mijn eten.
besteed. Het is tc belangrijk dat men ge
zond is en goed kan loopen. Ik voelde me
verplicht U dit alles te vertellen, opdat
het ook anderen goed kan doen."
Mevr. E. A.
Wat hoeft er nog meer gezegd te worden
om andere lijders te overtuigen? Het
beste is. probeer Kruschen zelf eens
Kruschen Salts ls uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en drogisten
a f0.90 en f. 1.60 per flacon. Stralende
gezondheid voor één cent per dag 731
Surséance van betaling:
Verzocht door de N.V. Bloembollenkwee-
kerij en Handel voorheen J Onderwater
Co.. Lisse. Verhoor: Zaterdag 1 Juli
1933 des v.m. 10 uur ln het Palels van Jus
titie te Haarlem. Jansstraat 81. Bewind
voerder: Mr. A. Bruch, Haarlem.
KARIN HARDT.
larin Hardt debuteerde ln de film „8
isjes ln een boot" welke men hier deze
Jee:: kan zien. Zij loste op ontroerende
■wij'f een héél moeilijke rol op en is het
^Bddelpunt van een groep van 18 meisjes
- 'I spreekt, de titel van 8. Evenals in
J de film „Madchen in Uniform" spelen in
«dn Madels im Boot" geen beroepsactri-
doch deze film toont opnieuw duide-
■Vk dat men geen actrices met cliché-
■tlioonheid noodig heeft, om indruk te
■«tiental.
Karin Hardt.
Karin Hardt zaï, nadat men haar één-
•vV": sezien. niet spoedig vergeten
'-den. Haar zuiverheid van gevoel door-
rffd 5pel en uitdrukkingskracht wars
lii'ü 1 3anst«llerij van vele beroemde
■•'.sterren werd na dit debuut alge
meen geprezen.
onder r®gie van Erich Wasch-
IvaoLi belangrijk van eenmaal aan-
hormen af. De regisseur werkte
kiesche situatie met groote beheer-
)g uit.
GELUIDS-IMPORT UIT ALLE
WERELDDEELEN.
I ce?.ïo^'cr0t00n d€r studio's zwerft over de
I Van" lwer Nlet alleen als begeleider
turner,!! erc of grootere expedities die
VMr h?Men maken, maar ook alleen
lei», 'ivma®elen van verschillende ge-
I geb-ïisi v comPleteering van de zeer uit-
Een ȕ,00ieraad der solo's.
M"-', n+j s"°Pname expeditie van de
S» o^rin!^S"Mayer maakte onlangs
de bekena ,?uropa' waar ZÜ verschillen-
oekende klokken on. De Bic-Ben in
Londen opnam. Zij bracht tevens mee op
namen van groote menigten, van het ver
trek van verschillende soorten stoomboo-
ten, van spoorwegen, vliegvelden enz. Deze
opnamen worden in de studio's in voor
raad gehouden en zoodra men ze noodig
heeft in een bepaalde schène, worden ze
overgebracht op de bijbehoorende geluid-
strook.
VERPLAATSBARE KLEEDKAMERS.
Vroeger ging steeds veel tijd verforen,
toen de artisten tusschen de opnamen
naar hun kleedkamers moesten gaan om
zich te kleeden voor de volgende scène.
Om aan dit bezwaar tegemoet te komen,
maakt men steeds meer gebruik van ver
plaatsbare kleedkamers die van de eene
studio naar de andere gereden kan wor
den en een complete toilettafel en klee-
renkasten bevat.
Vrijwel alle beleende actrices maken
hiervan gebruik. De acteurs daarentegen
lossen de kwestie eenvoudiger op.
John Barrymore en Ramon Novarro la
ten ergens in een hoek een kapstok op
hangen en er een paar kamerschermen
omheen zetten. Lionel Barrymore heeft
zijn kleedkamer op den zolder boven een
studio, dat precies het middelpunt van
het geheele complex vormt, zoodat deze
steeds in een paar minuten te bereiken is.
John Gilbert heeft zijn auto hiervoor
Ingericht en laat deze steeds wachten bui
ten de studio waar hij opnamen maakt.
Olark Gable heeft de gewoonte de af-
deeling van de sound-mixer 'waar het ge
luid gecontroleerd en geregeld wordt) als
kleedkamer te gebruiken en daar hij met
alle technici van de studio's zeer goed be
vriend is. gaat dit ^uitstekend
BLIJFT DE DUITSCHE FILM GESCHIKT
VOOR EXPORT?
In de laatste weken heeft men steeds
weer de vrees hooren uiten, dat men het
volgende seizoen we) niet meer op de
Duitsche film zou kunnen rekenen, daar
nu immers, na de nationale reorganisaties,
111 de Duitsche ateliers niets anders dan
films van een geprononceerd nationaal en
partij-propagandistisch karakter zouden
worden vervaardigd.
Op grond van veelvuldige gesprekken
met de desbetreffende officieele en offi
cieuze instanties, kan ik. aldus Albert San-
der mede uit hoofde van mijn op eigen
aanschouwing steunende ervaringen ver
zekeren dat zulks niet het geval zal zijn
en dat de Duitsche filmindustrie in staat
zal blijven, het buitenland met even zoo
vele en even goede, naar alle waarschijn
lijkheid zelfs betere amusementsfilms te
verzorgen dan tot dusverre.
Natuurijk zullen nationale films ver
vaardigd worden, maar, zegt de Duitsche
regeering als een dergelijke film wordt
vertoond, dan zal het publiek het ook
duidelijk weten: ..thans zult gij een natio-
nale propagandafilm zien. Verstolen, hei-
melijke en daarom hinderlijke massa-pro-
paganda, zooals elke Russische film die
bevat, zal men dus in de toekomstige j
Duitsche film vergeefs zoeken.
Overeenkomstig het. streven der nieuwe
regeering, om de ontwikkelingskansen van
elfen tak van nijverheid en industrie zoo- j
veel mogelijk te vergrooten. zal de Duit
sche film niet in boeien geslagen, doch in-
tegendeel moreel en materieel met alle
beschikbare middelen gesteund worden.
Zulks is echter slechts door de vervaardi
ging van internationaal gangbare films
mogelijk.
Wat verwacht, de nieuwe Duitsche re
geering dan van de nieuwe Duitsche film?
Wel. volstrekt niets nieuws! Sinds jaren
hebben de Amerikaansche Hays-organi-
satie en de ernstige filmcritiek in de heele
wereld naar zuivere films verlangd, naar
films, waaruit de wansmaak geweerd is en
die niet meer den stempel der artistieke
knoeierigheid dragen. In de Angelsaksische
landen, vooral in Amerika, heeft men aan
dit verlangen nog geen gehoor kunnen ge
ven. In Duitschland zal deze wensch wor
den vervuld!
De heer Arnold Raether, tegenwoordig
co-referent van de „Film-afdeeling van I
het Rijksministerie voor Volksvoorlichting
en Propaganda", deelde mede, dat men j
vooral de zuivere amusementsfilm met alle I
ten dienste staande middelen zou steunen. I
Maar dan moet ook aan de eischen. die
men aan goed amusement stelt, worden
beantwoord. Het komt er dan niet voorna-
melijk op aan zooveel mogelijk meisjes-
beenen te exposeeren, doch de film moet
cultureel niveau bezitten. En dit is een
eisch, die overal door lieden van bescha
ving wordt gesteld. Voorts moet de Duit
sche film de Dultschers laten zien, zooals
zij in werkelijkheid zijn en niet zooals zij
zich tot dusver in de hoofden van vele
filmvaklieden gespiegeld hadden. De Duit-
schers zijn geen volk van champagne
drinkers. brassers, gigolo's, gekken en mis
dadigers. maar een natie van ernstig den
kende en eerlijk werkende mannen en
vrouwen.
Den nieuwen bewindhebbers is er vol
strekt niets aan gelegen, lachen en jolijt,
vroolijke muziek en zang te verbieden en
de lichte muze in een corset te klemmen.
Men wil slechts niet langer werklooé toe
zien, hoe de lichte muze tot een cocotte
gedegradeerd wordt De nieuwe nationale
geest is niet kwezelachtig, doch is integen
deel vervuld van blijden levenslust. Hij wil
niet, dat het Duitsche volk in zak en asch
gaat zitten en daarom zal alles in het
werk worden gesteld, om het weer levens
vreugde te schenken. En aan een film kan
en zal men vreugde beleven, ook indien de
indecentie van ontkleedingsscènes niet uit
voerig wordt getoond en onkiesch uitge
sponnen slaapkamertafereelen er niet meer
in voorkomen
Dat men producenten en regisseurs, die
slechts met zulke middelen meenen tc
kunnen werken, uit dien droom helpt, zal
cok in het buitenland met instemming
worden begroet.
De zuivere amusementsfilm zal en moet
blijven bestaan en op hooger niveau wor
den gebracht.
Misschien zal men zeggen: „alles goed
en wel. maar hoe staat het met de feiten?"
In dit verband kan men volstaan met op
het door de U.F.A gegeven voorbeeld te
wijzen Te Neu-Babelsberg wordt op het
oogenbllk aan het tot stand komen van
vijf zuivere amusementsfilms gewerkt, te
weten „Stern von Valencia" met Liane
Haid, Ossi Oswalda, Paul Westermeier en
Peter Erkelenz: „Saison ln Kairo" met
Willy Fritsch: Renate Muller, Leopoldine
Konstantin; „Liebe muss verstanden sein" j
met Rose Barsony. Wolf Albach-Retty en
Georg Alexander; „Ein gewisser Herr
Gran" met Hans Albers en Albert Basser-
rnann en „Lockvogel" met Brigitte Helm.
Kort geleden kwam gereed „Amor an
Martha Eggertb en Herman Thimig. twee bek. nde en graag geziene vriendeti der
bioscoopliefhebbers. ziet men hier in de film „Een droom van liefde" (Traum von
Schön brunm).
der Leine" met Magda Schneider. Wolf
Albach-Retty, Otto Walburg, Lissy Arna,
enz. Zooals men ziet, propagandistische
tendenz-films zijn het niet!
REGISSEURS AAN HET WERK.
Vele bezoekers van studio's, die in de
gelegenheid gesteld werden enkele op
namen mee te maken, bleken zich meer
te Interesseeren voor de pantomime, die
gedurende het draaien van de camera's
door den regisseur wordt opgevoerd, dan
voor het spel van den acteur zelf
In vroeger dagen, voordat de microfoon
zijn intrede in de studio's deed, konden de
regisseurs vrij hun meening over het spel
uiten en daardoor heeft menigeen den in
druk gekregen, dat een regisseur iemand
is, die met een megafoon staat te dansen
en te gillen.
Thans evenwel, nu gedurende de op
namen absolute stilte in de studio's moet
heerschen, moet de regisseur leiding geven
door gebaren en hierbij ontwikkelt ieder
zich in eigen richting.
Onder de regisseurs van de Metro-Gold-
wyn-Mayer zijn er verschillende, die door
deze eigenaardige pantomime een beziens
waardigheid voor de bezoekers geworden
zijn.
Jack Conway, die vroeger zelf acteur
was, leeft de geheele scène met de spelers
mee. Zijn mond beweegt zich in een ge
luidloos meespreken van den dialoog en
op zijn gezicht weerspiegelt zich de mi
miek van de acteurs.
Sidney Franklin en Edgar Solwyn
„spelen verstoppertje". Zij verbergen zich
achter de camera in een donker gedeelte,
waar de spelers hen niet kunnen zien. Zij
gaan van het standpunt uit. dat zelfs de
beste acteurs neiging hebben gedurende
een scène naar den regisseur te kijken
Franklin houdt zich daarbij doodstil en
zorgt door geen enkele beweging de aan
dacht te trekken. Gedurende de eerste op
namen, die John Barrymore onder zijn
regie maakte, verwonderde hij zich hier
over en zocht in alle richtingen de studio
af „Waar hangt dat ventje toch uit?"
riep hij.
Harry Beaumont kan zijn handen niet
stil houden. Gedurende de geheele scène
geven zij het tempo aan.
Victor Fleming, die opvalt door zijn
buitengewone, lengte heeft de eigenaardige
gewoonte gedurende de opname te blijven
staan. Hij leunt tegen een muur of paal
en balanceert op één been, terwijl hij de
knie van het andere met beide handen
vasthoudt.
Ook Howard Hawks ls niet van de
kleinste, doch heeft een geheel tegen ge
stelde houding. Zijn collega's zeggen dat
hij „op zijn nek zit". Hij gaat namelijk
languit op een vouwstoel liggen en steunt
met zijn hoofd op de zeer lage rugleuning.
W. S. van Dijke. de regisseur van een
groot aantal natuurfilms gaat zoover
naar voren als het beeldvlak van dc
camera hem toestaat. Zoo dicht mogelijk
bij de spelers zit hij met gespannen aan
dacht de actie te volgen.
Charles Riesner, bekend als regisseur
van een groot aantal komische films, kan
niet stil zitten. Hij draagt speciale schoe
nen met rubber zolen, zoodat hij achter
de camera's kan ijsbeeren zonder ln con
flict met den microfoon tc komen.
Clarence Brown heeft de eigenaardige
gewoonte gedurende een scène met zijn
rechter oor te spelen en aan de manier
waarop hij dit liefkoost of mishandelt,
kan men zien of een scène goed gaat of
mislukt.
Sam Wood geeft een soortgelijke aan
duiding met zijn hoed. Hoe verder deze
achter op zijn hoofd staat, hoe beter de
scene is; bedekt de hoed zijn oogen, dan
is dit een vast teeken, dat de scène over-
gemaakt moet worden!