2 Beëediging nieuwbe noemden vice-president van den Raad van State De roode Vulpenhouder 74»te JaargangLE1DSCH DAGBLADTweede Blad FEUILLETON. OP DEN 44en VERJAARDAG VAN HITLER is een Hitier fonds ge- vormd, waaruit geld voor levensmiddelen aan arme menschen gegeven wordt. Het uitdeelen der bonnen voor levenemiddelen. DE ONTHULLING VAN DEN GEDENKSTEEN TE STIEN8 VAN TROELSTRA als Friesch volksdichter en schrijver. Foto genomen tijdens de plechtigheid. J-PRINS HENDRIK EN PRINSES JULIANA woonden in Twee Steden Palace in de residentie een propaganda-filmavond bij van de veree niging Nederlandsch Fabrikaat. DE ENGELSCHE KONING BIJ DE LEG ER-CUP-FIN AL. De koning drukt de 6pelers in de voetbal* wedstrijden tusschen soldatenelftallen van verschillende regimenten de hand. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van Molly Thynne, door A. W. v. E.v. R. jK>) Ze bevatte een brief van Baxter aan Gregg en terwijl Fayre hem las, voelde hij zich rood worden van schaamte over het geen hij deed. Als het niet terwille van het gevaar was geweest, waarin Leslie ver keerde, en om het onwaardige spel, dat Gregg, naar hij meende, in deze scher mutseling op leven en dood speelde, zou hij de brieven weer in de lade hebben te ruggelegd en die op slot gedaan, want de brief was van een gebroken man aan een vriend, voor wien hij niets verborg. Hij scheen meer in verdriet dan in boosheid te zijn geschreven, en Baxter zei er in, dat hij het spoor van zijn vrouw tot Brighton had gevolgd, waar zij openlijk met kapitein Draycott verblijf had gehou den, en dat hij zich voorstelde zijn uiterste best te doen, om zijn vrouw over te halen, *eer bij hem terug te keeren. Blijkbaar wat het een antwoord op een brief van Qregg, die hem tot handelen had aange spoord. Hij was niet van plan iets te doen, verklaarde hij, voordat lüj overtuigd was, dat de stap het geluk van zijn vrouw zou verzekeren, en dan nog alleen op voor waarde, dat Draycott haar in geval van scheiding zou trouwen. Het was een eer lijke, oprechte brief, droevig in zijn vol komen onzelfzuchtigheid. Op de enveloppe had Gregg met potlood gekrabbeld: „L. heeft haar in Parijs verscheidene malen met een man gezien, wiens naam hij niet te weten kon komen. Door het vergelijken van data heb ik vastgesteld, dat Draycott in dien tijd in Egypte was. Daar L, wist, dat ik er belang in stelde, nam hij de moeite, hen tot het hotel na te gaan, maar hij is overtuigd, dat zij daar onder een valschen naam verblijf hielden. Een prachtig feit om te noemen, als zij zich met den jongen bemoeit, en ik zal niet aarzelen er gebruik van te maken. Dray cott moet niets van zulke dingen hebben." Deze aanteekening was blijkbaar gemaakt na haar scheiding en haar volgend hu welijk met kapitein Draycott, en maakte den indruk, alsof Gregg om een of andere reden verlangend was. macht over haar .e hebben, en zich voorstelde, daar gebruik van te maken, als het noodig was. Het leek, alsof Gregg's macht, om haar kwaad te doen. met Draycott's dood een eind had genomen, in welk geval hij, het geen hij wist, moeilijk gebruikt kon heb ben als middel om haar te dwingen hem op de boerderij te ontmoeten. Meteen be greep Fayre, dat hij eindelijk een aanne melijke reden had gevonden voor een op roep aan mrs. Draycott. Gesteld, dat Gregg nog steeds macht over haar had ge had en om een of andere reden had beslo ten dwang op baar uit te oefenen. Gege ven, de verbittering van den man, gepaard aan zijn opmerkelijk slecht heumeur, dan viel het niet buiten de perken der moge lijkheid, dat hij zoo opgewonden was ge worden, dat hij zich niet langer had kun nen beheerschen bij haar weigering om op zijn voorstellen in te gaan, en haar in een oogenblik van blinde woede had doodgeschoten .Gregg kennende, kon Fayre niet gelooven, dat het met voorbe dachten rade was gebeurd. Aan den an deren kant achtte hij hem zeer goed in staat de revolver als een bedreiging te ge bruiken, waarschijnlijk zonder de be doeling hem af te vuren. Fayre deed den brief weer bij den bundel, alvorens hij er den tweeden uit trok, en hij was blij, dat hij dat gedaan had, want, terwijl hij er nog mee bezig was, ving hij het geluid van een naderende auto op. Snel als het weerlicht wierp hij het pak brieven in de la terug, deed die dicht en op slot en was in de spreekkamer terug, voordat Gregg uit zijn auto was gestapt. Hij hoorde hem de voordeur openen en de gang doorgaan, waar de meid hem blijkbaar tegemoet kwam, want eenige minuten later verscheen hij aan de deur van de spreekkamer en noodigde Fayre uit in de studeerkamer te komen. Zijn manier van doen was niet minder harte lijk dan den vorigen keer, maar toch kreeg Fayre den indruk, dat hij bijna sar donisch wachtte op een verklaring van zijn bezoek. Hij haastte zich hem te ver zekeren, dat hij als patiënt kwam en ging voort, zekere onvervalschte, terugkeeren- de symptomen als gevolg van de zwaxe koortsaanvallen te beschrijven, waaraan hij in de Oost geleden had, zich beklagend, dat zij zich meer schenen te herhalen, waarschijnlijk als gevolg van het Engel- sche klimaat. Gregg luisterde zwijgend naar hem, en toen hij had uitgesproken, deed hij hem de gewone vragen en maakte onderwijl aan- teekeningen op den onderlegger. Eindelijk onderwierp hij hem aan een zeer nauw keurig onderzoek. „U bent den laatsten tijd weer aan het fietsen gegaan, zie ik," zeide hij, toen hij den stetoscoop weer in zijn zak stak. „Ja. Is er wat tegen?" vroeg Fayre, die voor den spiegel boven den schoorsteen mantel zijn boord stond om te doen. „Niets. U bent zoo gezond als men maar kan verwachten van iemand, die het grootste deel van zijn leven in de tropen heeft doorgebracht. Werkelijk, u bent een bewonderenswaardig voorbeeld van wat een matig leven voor een man in een heet klimaat kan doen. Ik feliciteer u." De woorden klonken onschuldig, maar Fayre, die plotseling Gregg's gezicht in den spiegel zag, liet er zich niet door mis leiden. Hij bemerkte en die ontdekking was verre van aangenaam dat de dok ter hem op de hem eigen wijze bespotte. „Ik zal u een recept geven, als u wilt," ging dr. Gregg voort, niet wetend, dat Fayre in den spiegel naar hem keek, „maar ik waarschuw u, dat het waar schijnlijk hetzelfde is als dat, wat u al hebt." „Dank u," zei Fayre voorzichtig. Hij wachtte op den volgenden zet van den ander. „Ik geloof, dat ik mij gelukkig mag achten, er zoo goed te zijn afgekomen." „Dank uw eigen gezond verstand," was Gregg's kort antwoord, terwijl hij zich naar de schrijftafel wendde. Fayre stak de hand in zijn borstzak en de dokter keek hem van terzijde snel aan. „U bent mij niets schuldig," zei hij kortaf. Fayre kreeg een kleur, toen hij de porte feuille te voorschijn haalde en opende, maar hij wachtte zwijgend op Gregg's ver klaring. Die kwam met ontstellende duide lijkheid. „U bent niet hier gekomen om mij te raadplegen, mr. Fayre. Dat had u eiken dag op Staveley kunnen doen. En ik be twijfel, of u voor uw lichaamsbeweging weer aan het fietsen bent gegaan. En die verf, die u gisteren op uw jas had, was daar met opzet op aangebracht. O, ik weet wel, dat het echte verf was," viel hij in, toen Fayre den mond opende om te spre ken. „Dat heb ik onderzocht, zooals u wel dacht, dat lk doen zou. Ook ontdekte ik. dat u van hier regelrecht naar Stockley's garage bent gegaan, als gevolg van iets, naar ik veronderstel, dat mijn bediende u vertelde. Hij beschreef u intusschen „een heel praatzieke heer!" Ongelukkig voor u betaalde ik dien avond mijn rekening bij Stockley en sprak lk hem even. Stockley is ook een praatziek heer. Nu zou ik graag willen weten wat heeft dat allemaal te be- teekenen?" (Wordt vervolgd). Ontvangst door de Koningin. Beelaerts van Blokland bij het verlaten van het paleis na Een, die niet ontvangen werd. Boor de Koningin beëedigd te zijn als vice-president van den Raad van State.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5