De roode Vulpenhouder 74sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. ZWARE BRAND IN EEN BOERDERIJ TE STl EN 8. Doordat een auto, die in een ONZE TENNISSPELERS IN TRAINING. Do training in het Stadion te Amsterdam onder leiding van den heer vau schuur stond in brand geraakte, ging de geheele boerderij in vlammen op. Zeven koeien r u xr t t u \xt kwamen in dc vlammen om Lam. Deze geett aanwijzingen aan van Eek. Daarachter Leembruggen, Koopman, Hughan, Wetseiaar en Kauimann. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van Molly Thynne, door A. W. v. E.—v. R. 39) „Toch is die het eenige, waarop we af winnen gaan, oom Fayre, en de tijd klopt. Hij kan best in de buurt van miss Allen's huls zijn geweest en de boerderij hebben bereikt op den tijd, dat de landlooper hem zag. Ik weet dat, omdat ikzelf het. in mijn auto gedaan heb." „En dan was de flesch in zijn zak zeker de revolver?" lachte Fayre, wetend, wat een teleurstelling het voor haar zou zijn, ais de heele zaak op niets uitliep en vast besloten haar niet met een valsche hoop te vleien. „Waarom niet?" vroeg zij ernstig. „En waarom hield hij al dien tijd zijn bril op? Die vrouw had gelijk: dat is iets onge- noons „Goed, beste meid, wij zullen hem op onze lijst van verdachten zetten, maar ik oegnjp niet goed wat we er verder aan doen kunnen „Ik wel," antwoordde Cynthia beslist. ben van plan alle garages in Carlisle aan een nauwkeurig onderzoek te onder werpen. Ik wil wedden, dat hij daar over bleef, als hij naar het zuiden ging, en dan moet hij de auto hebben gestald." „Maar ik heb je toch verteld, dat Ik laatst al In Carlisle heb rondgekeken. Het was hopeloos!" „Wat deed u?" barstte zij toornig uit. „U ging naar drie of vier van de groote, in het oog vallende garages. Daar zou ik mijn auto niet stallen, als ik in alle stilte weg wou komen. Wacht maar, oom Fayre. Als hij er geweest is, zal Ik hem vinden, dat zult u zien!" „En wat denk je dan te doen? Je kunt niet zelf in Carlisle gaan rondsnuffelen. Ze kennen je daar heel goed en er mag niet over gepraat worden." „Ik ga niet.zelf. Ik laat Tubby gaan." „Tubby Campbell?" mompelde Fayre hulpeloos. „Als u niet zoo'n armzalige fietser was, zou u zijn naam van Brooklands ken nen," hoonde zij. „Hij trouwde met de dochter van den domine in Galston, en zij hebben zich in Carlisle gevestigd. Ik heb al zoo dikwijls beloofd bij hen te ko men logeeren. Ik zal hen opbellen en een paar dagen naar hen toe gaan en zien, wat Tubby kan doen. Als er iemand raad op weet, is het Tubby. Het is een schitte rend idee, oom Fayre, dat moet u toe- geven!" „Waarschijnlijk zul jij het grondiger aanpakken dat ik gedaan heb, dat geef ik toe. Maar laat Je niet door je geestdrift van de wijs brengen. Vergeet niet, dat het waarschijnlijk op niets uitloopt. „Als u dat denkt, beteekent dat, dat u nog iets anders achter de mouw hebt," was Cynthia's scherpzinnig en onver wacht antwoord. „Wat is het? Dokter Gregg?" Dat overviel Fayre onverhoeds. „Ik heb iets bedacht," zei hij langzaam. „Maar het is nog zoo vaag, dat ik je ronduit zeg, dat ik het nog voor mij wil houden. Als er iets van komt, zul je de eerste zijn, die het hoort, maar nu moet ik eerlijk zeggen, dat ik nog voor een blinden muur sta. Ik denk, dat jou pogin gen even vruchteloos zullen blijken te zijn als de mijne." Een oogenblik keek zij teleurgesteld, toen sprak zij: „Goed. Volgt u uw eigen weg maar, dan zal ik zien, wat ik kan doen. Als u maar wist, wat een verlich ting het is iets te kunnen doen inplaats van te zitten kijken naar wat anderen doen!" Dat kwam haar zoo uit het hart, dat Fayre blij was, dat hij er niet in geslaagd was haar te ontmoedigen. Het onderzoek zou haar tenminste gedurende een korten tijd bezig houden, en ook voelde hij, dat hij Sybil met haar vragen beter kon weerstaan zonder Cynthia. Hij had er leelijk over ingezeten, dat die twee hun hoofden over dr. Gregg bij elkaar1 zouden steken, en ernstig aan het combineeren zouden gaan. Naar hij wist, vermoedde Cynthia reeds, dat er iets achter zijn eigen bezoek aan Carlisle stak. Gedurende haar afwezigheid zou hij beter In staat zijn zijn onderzoek vrij- door te zetten. HOOFDSTUK XIII. Toen zij eindelijk een vast doel had, toonde Cynthia zich een heel bekwame plannenmaakster. Den volgenden dag tegen lunchtijd was zij er al in geslaagd den Campbell's een uitnoodiging te ont lokken; zij maakte het met lady Staveley in orde en pakte haar koffer. Dadelijk na de lunch vertrok zij naar Carlisle, vol geestdrift voor de taak, die zij zichzelve had opgelegd. Haar vertrek werd bijna onmiddellijk gevolgd door de komst van Gregg, die zijn dagelijksch bezoek aan lady Kean kwam brengen. Nauwelijks was hij de eerste bocht van de eikenhouten trap om, of Fayre zat op zijn fiets en reed zoo hard hij kon naar Gregg's huls. Zijn teleurstelling, den dokter niet thuis te treffen, was zoo natuurlijk, dat de meld er van onder den indruk kwam en hem in de kleine spreekkamer liet, terwijl zij hem verzekerde dat haar meester zeker spoedig terug zou zijn, daar hij voor pa tiënten altijd tusschen vier en vijf uur te spreken was. Nu een oogenblik zichtbaar geaarzeld te hebben, besloot Fayre, zijn terugkomst af te wachten, en zette zich terneer en begon de oudbakken blaadjes door te kijken, die Gregg er ten behoeve van zijn patiënten had neergelegd. De meid, die hem herkende als de heer, die er al eens. eerder op bezoek was geweest, ging met een zuiver geweten weer naar het achterste deel van het huis terug en liet hem aan zijn lot over. Hij wachtte tot zij uit het gezicht was en opende toen, met een schuldigen glimlach bij de ge dachte aan lord Staveley's opdracht van den vorigen dag, de deur, die naar de stu deerkamer leidde. Een snelle blik door het raam overtuigde hem, dat de voortuin verlaten was en dat hij zijn plan ongestoord kon volvoeren. Do andere deur, die naar het voorportaal leid de. was gesloten en die opende hij voor zichtig, ze op een kier latende staan, om zeker te zijn, dat hij de voetstappen van de meid zou hooren, als zij terug mocht komen. Daarna ging hij voor de schrijftafel zit ten en doorliep haastig, doch zorgvuldig de stapels papieren, waarmede ze overdekt was. Zooals hij verwachtte, had geen er van betrekking op het onderwerp, dat hem bezig hield. Ook in de bovenste lade, die hij ongesloten vond, was niets van be lang te vinden. De schrijftafel was fabriekswerk en leek precies op die, die hij In zijn kantoor in Indie had gebruikt, waarvan hij de sleu tels nog steeds aan een ring in zijn zak had. Hij probeerde een sleutel en tot zijn vreugde paste die op de twee rijen laden aan beide kanten. Het onderzoek van de twee eerste laden leverde niets op, maar achter in de derde vond hij een sleutel tezamen gebonden brieven, waarop stond: Baxter. Nog eens keek hij haastig uit het venster, maar van Gregg was niets te zien, en toen haalde hij de eerste enve loppe uit den stapel te voorschijn er» opende die. LWordt vervolgd' DE GROOTE JACHT OP WILDE ZWIJNEN te Sherpur (Britsch Indie). Gezeten op de groote olifanten trekken de jüü '/:j r' deelnemers een rivier over. DE BEROEMDE TOONEELSPEELSTElt mevr. Mann Bouwmeester, vierde onder groote belangstelling haar 83on verjaardag. DE BETUWE IN BLOEI. Boomen in bloei nabij het dorp Lent. DE MOLEN „ZELDEN GOED" TE BOX MEER is door brand verwoest. De ruïne van den molen. NIEUWE ITALIAAN SCHE KOLONIALE POSTZEGELS ons toegezonden door den Haagsehen Postzegelhandel Manuskowski.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5