Het concentratie-kamp te Oranienburg - Het Twente-Rijnkanaal
De roode Vulpenhouder
74ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
BEZOEK FAN DUITSCHE PRINSEN
AAN LONDEN. Prins Hubertus van
Pruisen en prins Friedrich Franz van
Mecklenburg-Schwerin.
OP HET VLIEGELD TE ENSCHEDE had de installatie plaats van de afdeeiing VTiegtuigendienst van het
corps Vrijwilligen Motor- en Va-artuigendienst. De commandant, luit.-kol. ten Broeke Hoekstra, inspecteert de
vliegtuigen met hun bestuurders.
CONRAD VEIDT is dezer dagen getrouwd met
de Hongaarsche actrice Lily Praeger. Het paar
te Londen.
DE OUDSTE KERK VAN MONTREAL is door
brand vernield. De brandweerlieden aan het werk*.,
IN HET CONCENTRATIE-KAMP TE ORANIENBURG BIJ BERLIJN waar politieke gevan
genen ondergebracht zijn. Naast arbeidsdienst en sportbeoefening moeten de gevangenen ook
exerceeren. Appèl op de binnenplaats. Rechts richten.
DE WERKZAAMHEDEN' BU DEN AANLEG VAN HET TWENTE—RIJN-KANAAL in de om
geving van Goor. Het graafwerk. Op den achtergrond een der nieuwe bruggen over het kanaal.
DE ZESDAAGSCHE TE PARIJS.
De Zesdagen-koning Piet van Kempen
begroet zijn vrouw.
Geautoriseerde vertaling naar
het Engelsch van Molly Thynne,
door A. W. V. E.v. R.
31)
„Ik moet jullie verlaten, kinderen," zei
ze spijtig. „Als Ik niet ga rusten, zal die
slechte man, die Gregg, mij vermoorden.
Als Hatter met nog meer belangwekkende
bijzonderheden komt, vergeet dan niet, ze
mij te vertellen, Cynthia."
Langzaam üep zij op het huls toe.
Cynthia keek haar met gefronst gelaat,
dat deels van medelijlen deels van be
zorgdheid getuigde, na.
„Ik wou, dat zij niet zoo zwak was," zei
ze. „Het zijn niet alleen zenuwen. En zij
schijnt er niet op vooruit te gaan. Ik
hoop, dat wij haar niet vermoeid heb
ben. Zij zag er zoo moe uit."
„Ik ben benieuwd, dat Gregg er In
waarheid van weet begon Fayre,
maar brak met een plotselingen uitroep
den zin af en sprong overeind.
Maar hl) kwam te laat. Een oogenblik
had Sybil Kean gewankeld, zich even
hersteld, en was toen, voordat hij of
Cynthia haar konden bereiken bij de
deur, die van het terras naar de zitkamer
leidde in elkaar gezakt.
In een oogenblik was Cynthia aan
haar zijde.
„Bel om haar meid, vlug!" beval zij.
„En roep dan dr. Gregg aan de telefoon.
Het is haar hart weer!"
Gelukkig was de meld sterk, en terwijl
Fayre den dokter opbelde, droegen zij en
Cynthia de bewustelooze vrouw naar haar
bed. Gregg was niet thuis, maar in het
dorpsziekenhuis, waar Fayre hem einde
lijk aan de telefoon kreeg. Hij beloofde
dadelijk te zullen komen en ongeduldig
wachtte Fayre in de hall op zijn komst
toen Cynthia, die er angstig en bezorgd
uitzag, zich bij hem voegde.
„Zij is nog bewusteloos," zei ze. „Haar
meid is uitstekend; zij schijnt precies te
weten, wat zij moet doen, maar toch wou
ik, dat dr. Gregg kwam."
„Denk je, dat al dat gepraat over Gregg
haar kan hebben opgewonden?" vroeg
Fayre, wiens geweten hem kwelde. „Ik zou
mijzelf kunnen ranselen, dat ik zoo dwaas
ben geweest. Zij is tenslotte heelemaal van
hem afhankelijk, zoolang zij hier ls."
Cynthia legde geruststellend haar hand
op zijn arm.
„Onzin, oom Fayre, daar is Sybil veel te
verstandig voor. U treft geen schuld. Zij
heeft meer van deze aanvallen en zij wor
den hoe langer hoe erger, zegt haar meid.
Waarschijnlijk heeft het diner gisteravond
te veel van haar krachten gevergd. Dit was
afschuwelijk, volgens Eva."
Gregg kwam spoediger, dan zij hadden
durven hopen. Een geruimen tijd bleef hij
boven, en met een ellendig gevoel liep
Fayre rond en wenschte van harte, dat de
Staveley's uit de kerk mochten terugko
men, want Eva Staveley behoorden tot
aie vroolljke, handige menschen, die in
geval van ziekte van onschatbare waarde
zijn. Hij wachtte Gregg op, toen die
vertrok.
„ZIJ maakt het goed," antwoordde die in
antwoord op Fayre's vraag. „Maar zij kan
niet veel van deze aanvallen meer ver
dragen. Elke aanval kost haar weer
wat van haar levenskracht. Dat ver
doekte diner!"
„Denkt u, dat het daarvan komt?"
„Beslist. Een bedompte eetzaal en de
Inspanning, met een hoop zwaar tillende
menschen te moeten praten ls al meer
dan genoeg."
Fayre keek hem recht in de oogen.
„Kan zij sterker worden?" vroeg hij. „Ik
ben een van hun oudste vrienden, en ik
zou graag willen weten hoe het er wer
kelijk mee staat."
Gregg haalde de schouders op.
„De machine is op," zei hij. „We kun
nen ze natuurlijk lappen, maar eiken
keer, dat we dat doen, wordt ze een
beetje zwakker. Het hart ls altijd een
duivelsch ding. Ik wou, dat ik anders kon
spreken," ging hij met een klank van
echt gevoel In zijn stem voort, „zij ls een
van de liefste en dapperste patiënten, die
lk ooit gehad heb."
„Kan er niets aan gedaan worden?"
Gregg schudde het hoofd.
„In niemands handen kan zij beter zijn
dan in die van sir Victor, als u dat be
doelt. Niemand in heel Europa haalt het
op dat gebied bij hem. Dat weet lk, omdat
lk in St. Swithln's onder hem gewerkt
heb. Hij zal alles doen, wat maar gedaan
Kan worden. Ik moet naar het zie
kenhuis terug. U kunt mij de volgende
uren daar of bij mij thuis vinden, maar u
zult mij waarschijnlijk niet meer noodlg
hebben. Rust en verzorging zullen haar
goed doen. Vanavond kom ik weer kijken."
Hij haastte zich weg, het aan Fayre
overlatende, troost te putten uit het wei
nige, dat hij hem gezegd had.
Hij bleek gelijk te hebben gehad,
's Avonds was Sybil Kean beduidend beter
en kon Fayre zich weer verdiepen in zijn
eigen, of liever Leslie's zaken. Wat het
opsporen van de auto betreft, dat was het
best aan Grey toevertrouwd, en bij gebrek
aan iets anders, besloot hij, zijn aandacht
aan Gregg te wijden. De dokter had St.
Swithins genoemd en om een of andere
onverklaarbare reden riep die naam her
inneringen bij hem wakker. Langen tijd
zocht hij zich dat tevergeefs te verklaren
en eerst, toen hij in bed stapte, vond hij
plotseling het verband. Een zekere Hen
derson, iemand, dien hij in zijn studenten
tijd goed gekend had, was in St. Swithln
geweest. Hij wist niet, hoe oud Gregg was,
maar naar het uiterlijk moesten hij en
Henderson ongeveer tijdgenooten zijn
geweest. Het kon geen kwaad den man
op te zoeken en hem eenige vragen te
stellen. In elk geval behoorde hij tot
degenen, die Fayre na zijn terugkomst in
Engeland had willen opzoeken, en, mits
hij niet bij de tegenvoeters was te land
gekomen, kon hij dat nu evengoed doen
als op een anderen tijd. Hij besloot een
medisch adresboek te raadplegen en bij
de eerste gelegenheid aan Henderson te
schrijven.
HOOFDSTUK X.
Den volgenden dag luidden de berichten
over lady Kean geruststellend, en Fayre
voelde zich nu volkomen vrij, zich aan zijn
eigen zaken te wijden.
Onmiddellijk na het ontbijt begaf hU
zich naar de bibliotheek, in de hoop er een
medisch adresboek te zuilen vinden. Een
Kort onderzoek van de rijen ln kalfsleer ge
bonden boeken overtuigde hem, dat hij
tevergeefs zocht, en hij was nu verplicht
het telefoonboek te raadplegen. Tot zijn
verrassing vond hij hierin waarnaar hij
zocht. .X. S. P. Henderson, M.D. 24 a
Selkirkwal, Carlisle."
Hij krabbelde het adres en het telefoon
nummer op een oude enveloppe en be
dacht, dat het geluk hem weer eens ge
diend had. Niet alleen had hij den man,
dien hij zocht, gevonden, maar hij had
hem zelfs te Carlisle gevonden, de plaats,
die voor hem het gemakkelijkst te herei
ken was. De zaken hadden niet beter
kunnen loopen. Niets verhinderde hen,
nog dienzelfden morgen naar Carlisle te
gaan, en het schoot hem door het hoofd,
dat hij onderwijl eenige groote garages
kon bezoeken en trachten uit te vinden,
of er een auto was gestald, die overeen
kwam met de beschrijving van die eene,
die bij de hoeve was gezien. Gegeven het
Londensche nummer was het best mo
gelijk, dat de man naar het zuiden was
gegaan op zijn vlucht van het tooneel van
den moord. Tenzij hij den geheelen nacht
had doorgereden, had hij de reis bij Car
lisle waarschijnlijk onderbroken. In elk
geval was het wel de moeite waard het te
beproeven. (Wordt vervolgd).