De strijd in Jehol - Krom broodjes-ra pen - De Grand National De roode Vulpenhouder 74sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. Krombroodjes-rapen te Sittard. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van Molly Thynne, door A. W. v. E.v. R. 20) „Ik heb hem nooit verstopt. De la zit vol met doeken en zijden zoekdoeken en dergelijke dingen en ik legde hem ach terin uit vrees, dat mrs. Grey, die mijn kamer doet, er aan zou zitten. Zij bergt ttiijn zakdoeken op, als zij die gewasschen heeft, en ik wilde geen gevaar loopen met dien revolver." „U blijft er bij, dat u niet vóór acht uur naar de boerderij bent teruggekeerd?" „Ik maakte een lange wandeling, zooals ik zei, en keerde niet terug vóór bij ach ten. Verduiveld, als ik mrs. Draycott had vermoord denkt u dan, dat ik mijn revol ver in een la had laten liggen, waar ieder een hem kon vinden? En nog wel zonder hem schoon te maken of weer te laden!" Leslie's prikkelbaarheid had nu de over hand verkregen. ,Dat staat aan de jury ter beoordeeling, mr. Leslie!" zei de lijkschouwer. Er klonk een scherp afkeurende toon in zijn stem en Fayre begreep, dat Leslie in een opwelling van drift den goeden indruk, dien hij ln het begin gemaakt had, groo- tendeels bederven had. „U hebt geen verklaring voor het feit, dat mrs. Draycott naar de boerderij ging?" „Zooals ik al zei, kende ik mrs. Draycott niet. Waarom zij er heen is gegaan, is mij een raadsel." Onder een zacht gemurmel van stem men ging Leslie naar zijn plaats terug, ter wijl het publiek, dat meerendeels uit zijn vrienden of buren bestond, fluisterend van gedachten wisselde over de onverwachte wending, die het onderzoek had genomen. Hij was populair in het district, en Fayre merkte op, dat, niettegenstaande de be zwarende getuigenis van de politie, er tot dusver weinig vijandigs lag op de gezich ten, die zoo ernstig in Leslie's richting keken. Het hart zonk hem in de schoenen, toen Cynthia werd opgeroepen. Hij had gehoopt, dat zij niet gehoord zou worden, „Wilt u ons met uw eigen woorden pre cies vertellen, wat er op den avond van den 23en Maart gebeurde?" zei de lijk schouwer. Cynthia had een verhoogde kleur en haar oogen schitterden wat meer dan ge woonlijk; overigens toonde zij geen ver legenheid over de positie, waarin zij ver- keerde. „Ik ontmoette mr. Leslie, zooals wij had den afgesproken, bij het Galstonboschje," begon zij. „Hoe laat was dat?" viel de lijkschou wer haar in de rede. „Zoowat kwart over vier. Wij praatten ongeveer drie kwartier, en daarna ging ik terug naar Galston en mr. Leslie liep door het boschje in de richting van Besley." jsilnk meisje," fluisterde Kean Fayre in het oor, „zij houdt haar zinnen bij mekaar „U bent zeker van de richting, die mr. Leslie insloeg?" „Absoluut. Nadat ik een paar passen had geloopen, keerde ik mij om, om hem nog iets te zeggen, maar hij liep zoo vlug, dat ik er van afzag. Hij ging toen precies in de tegenovergestelde richting van de boerderij." De lijkschouwer boog zich voorover. „Naar ik begrepen heb was u niet erg vriendschappelijk van mr. Leslie geschei den?" „Ik was op dat oogenbllk woedend op hem en ik denk, dat hij mij verwenschte. Maar opeens kreeg ik spijt en dat is de reden, waarim ik mij omkeerde, om hem te roepen." „U vond, dat hij u slecht behandeld had?" „Dat nu juist niet, ik was boos, omdat hij mij te goed wilde behandelen, of ten minste, wat hij goed noemde. Ik was het niet met hem eens en werd driftig. Hij had zich in het hoofd gezet, dat hij, omdat hij geen vooruitzichten had en nog in lang niet aan trouwen kon denken, mij in een scheeve positie bracht en daarom verplicht was, de verloving te verbreken." „Was dit de eerste keer, dat hij voor stelde de verloving te verbreken?" „O, hemel, neen! Hij begon er al over tien minuten, nadat wij verloofd waren." Een zach', zenuwachtig lachen golfde door de zaal en de jury, die bij de vraag van den lijkschouwer de ooren had ge spitst, viel vermaakt in zijn matheid terug. „Was het een oud twistpunt tusschen u?" „O, ja. Daarom was ik ook boos. Wij hadden het er zoo dikwijls over gehad, da' ik er beu van was." „Dus, toen mr. Leslie de verloving wilde verbreken, weigerde u en hield hem aan zijn woord?" Een hooge blos overtoog Cynthia's wan gen, maar zij was te verstandig, om aan stoot te nemen aan die veronderstelling. Met een ontwapenende openhartigheid keek zij den lijkschouwer aan. „Hij wenschte de verloving niet te ver breken. Daarom was de heele twist zoo onzinnig. Hij opperde het maar eenvoudig uit plichtsgevoeL Ik zou hem niet aan zijn woord gehouden hebben, als ik ge dacht had, dat hij vrij wenschte te zijn!" .Drong hij deze keer meer aan dan ge woonlijk?" „Neen. Daar had hij geen tijd voor. Ik werd dadelijk driftig." „Weet u zeker, dat de tegenwoordigheid van mrs. Draycott in de buurt niet een van de oorzaken van dien twist was?" „Heel zeker. Ik had nog nooi' van mrs. Draycott gehoord. Miss Allen vertelde mij, dat haar zuster zou komen en had mij dien avond te dineeren gevraagd, maar ik wist toen nog niet, dat zij zoo heet'e." „Had u haar naam nooit in verband met dien van mr. Leslie gehoord?" „Nooit." Lady Cynthia was de laatste getuige. Met opgeheven hoofd en vlammend rood/» wangen keerde zij naar haar plaats terug, maar zij had meer goeds uitgericht, dan zij wist, want haar moedige houding had niet alleen de sympathie van de toehoor ders gewonnen, maar ook van de Jury, waaronder twee leden waren, die pach ters van haar vader waren en haar van haar prille jeugd af hadden gekend. Er hing een gespannen stilte, toen de lijkschouwer verrees, om de jury toe te spreken. Fayre kwam tot de meening, dat hij een man was van middelmatig verstand, langzaam, maar nauwkeurig en misschien wat overbewust van het ge wicht van zijn ambt. „Heeren van de Jury", begon hij, ,„u heb' de getuigenissen gehoord, die voor u zijn afgelegd, en zijt nu geroepen, uw oor deel te vellen. Als er iets is, dat u nog niet volkomen duidelijk is, ben ik hier om u in te lichten. Op welke wijze de overledene den dood vond, hebt u uit de verklaring van den dokter gezien, en daar uit blijk', hoe onwaarschijnlijk het is. dat zij door haar eigen hand stierf. Toch moet u de mogelijkheid van zelfmoord niet geheel verwerpen. Hoe onwaarschijn lijk het ook lijkt, toch is het niet abso luut onmogelijk, dat zij zelve he' noodlot tige schot afvuurde. Als gij evenwel be slist, dat de overledene niet vrijwillig stierf, moet u vaststellen, of zij s'ierf door de hand van iemand, die u bekend is, of door de hand van een onbekend persoon. Ik neem aan dat u nu gereed zijt daar over te oordeelen, heeren." (Wordt vervolgd). HET LANUENFEEST IN NICE. Een vroolijk groepje Hollanders bij het Landen- feest te Nice. De Grand National. Gregelach, Remus, Delaneige en een paard zonder berijder bij het nemen van een der zwaarste hindernissen in den Grand National. De Sittardsche kindere n trekken op Halfvasten na-ar den Kollenberg voor het traditioneele krombroodjes-rapen. Vanaf den berg worden de broodjes over de kinderen te grabbel gegooid. GEVANGEN GENOMEN CHINEES CUE SOLDATEN AAN HET JEHOL-FRONT. Met de handen omhoog moeten de gevangenen voor de Japansche bewakers ge knield blijven zitten. KROMBROODJES-RAPEN TE SITTARD. De buit wordt verorberd. (Zie foto rechts.) Nil D£ LENTE GEKOMEN IS leveren de hoeden- fabrikanten de sfcroohoeden weer af.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5