ROOMBOTER PRIJS!
Uit LEIDSCH! KAASHUIS
CASINO
Herinneringen van
een Oud-Commissaris van Politie.
J-
DROSTE
H00GEW0ERD 8 - TELEF. 1784 iK
Bericht van Inzet.
LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Maandag 20 Maart 1933
TARIEF VAR SCHOENREPARATIE.
(femfanriad: L A.VAN WIJK, Haarlenuuerstr. 161 bï de Janvosttnsteeg Hani nwchinehao dal
Aan 't zeitde adres te huur: een WINKELHUIS, Heerenstraat 35.
Mary: Mooi geworden, hè? Ja, zoo komt ook
hier de invloed van de jeugd, 't Is een ver
jongingskuur. Tusschen twee haakjes, jij bent
wat dikker geworden, hè?
Mies: Hoe kom je er bij kind, kijk naar je zelf.
Mary: Nou, niet zoo gauw boos zijn, kleine. Ik
weet al waar het aan ligt. Jelui hebt in Indië
natuurlijk niet zoo'n goed modemagazijn, als
waar we hier toen samen gekocht hebben.
Mies: Juist, eigenlijk moest onze eerste gang
daarheen zijn!
v.
DE MOORD IN DE DAKGOOT.
Er zijn dingen, die je leven lang dwars
zitten, al kan je nog zooveel verontschul
digingen aanvoeren en al ga je gerechte
lijk vrij uit. Zoo heb ik er eens één
in een dakgoot doodgeschoten en dat spijt
me nog altijd, schoon ik volkomen in
mijn recht was, wantmaar laat ik
bij het begin beginnen.
Een meisje kwam me met tranen in
de oogen vertellen, dat haar een juweelen
ringetje was ontstolen, waaraan ze bizon-
der gehecht was, want het was het kost
baarste stuk dat het lieve kind bezat en
het was een gedachtenis. Ze had hei
's morgens in haar slaapkamertje afgedaan
en 'smiddags was het weg. Er waren
geen vreemden in huis geweest, voor zoo
ver ze wist natuurlijk, en daarom, ver
moedde zij, dat het dienstmeisje, dat altijd
vol bewondering was voor het ringetje,
het had weggenomen, ofschoon het meisje
nooit op oneerlijkheid was betrapt en het
al een paar jaar bij hen in betrekking wrs.
Ik had medelijden met het meisej, maar
evenzeer met het dienstmeisje, waarom ik
besloot persoonlijk de zaak te onderzoeken;
misschien kon ik ze met den mantel der
liefde bedekken.
Ik ging mee naar de woning en het
meisje wees wij de plaats aan, waar zij
het ringetje had neergelegd, dat was op
de waschtafel van het zolderkamertje- Dat
kamertje had een openslaand raam in een
zoogenaamde koekoek en daarlangs liep
een smalle goot; wilde men van buiten
op den zolder van het huis komen, dan
was er geen andere weg dan door die
goot, doch daar door te gaan, leek me
een levensgevaarlijke onderneming; ik had
het voor geen geld van de wereld gedaan,
't Scheen me dus wel buitengesloten, dat
iemand door het raam was binnengekomen
en nadat ik alles minutieus had door
zocht, omdat ik bij ervaring wist, hoe
menschen iets kunnen wegleggen, om dan
later te beweren, dat het hun ontstolen
moest zijn, kon ik ook al niet anders
dan het dienstmeisje verdenken, ofschoon
dat kind op mij allerminst den indruk
maakte van een dievegge te zijn.
Ik begon eens met haar te praten en
zij vertelde mij, dat zij het ringetje had
zien liggen en dat ze het, omdat ze
het zoo mooi vond, even aan haar vinger
had gestoken, maar het toen weer had
neergelegd. Ze vertelde dat eerlijk, schoon
met een verlegen lachje en ik vond me
zelf een wreedaard, dat ik het meisje
moest verzoeken zich te laten fouilleeren,
maar er zat niets anders op. Zij had
het ringetje niet en het was niet in haar
boeltje, waar ik eigenlijk blij om was,
maar aan den anderen kant kon het toch
haast niemand anders het hebben wegge
nomen, of er moest iemand door het raam
zijn geklauterd, wat zooals gezegd, haast
onaannemelijk was.
Ik keek nog in de goot, maar zag
er geen voetafdrukken. Daarnaast was een
dergelijk huis en zoo verder nog eenige:
in al die huizen woonden heel nette men
schen en mij bleek ook niet, dat er schoor-
steenvegersjongens, loodgieters of derge-
lijken op het dak waren geweest; ik had
wel eens van dat soort knapen ontmoet,
wien het niet aan ondernemingsgeest ont
brak en die er niet tegenop zien door de
goten te scharrelen om wat weg te
pikken.
Onbevredigd ging ik weg, twee bedroefde
meisjes achterlatende, maar toch met een
zeker wantrouwen tegen het zolderraam,
zoodat ik den raad gaf, dit gesloten te
houden, verwachtende, dat ik van meer
diefstallen zou hooren, zoozeer was ik
er van overtuigd, dat de schuld niet bij
het meisje lag, waarmee ik volstrekt niet
wil beweren, dat ik zoo'n menschenkenner
ben, dat ik nooit door een onschuldig uit
ziend meisje bij den neus ben genomen.
Een paar dagen later kwam een ander
meisje uit die buurt mij vertellen, dat
zij haar gouden horloge kwijt was en
dat had ook boven op een slaapkamertje
gelegen en ook dat kamertje had weer
zoo'n raam met een smalle goot er voor.
Nu stond het bij me vast, dat er een dief
in het spel was, die den moed had door
de dakgoten te kruipen en zooiets is werk
van jongens of jonge mannen. Ik haastte
me het eerste meisje op te zoeken om
haar van den tweeden diefstal te vertellen
en om het dienstmeisje te verzekeren, dat
op haar geen verdenking rustte, maar
wel droeg ik beiden op, de oogen goed
open te houden en mij te waarschuwen,
wanneer zij jongens op de daken bemerk
ten, terwijl ik eens naging, wie er alzoo
in de buurt woonden. Nu is dat eigenlijk
een onbegonnen werk, want al de huizen
van een blok staan over de daken met
elkaar in verbinding. Maar ik had een
klein pünt van houvast; het ringetje en
het horloge waren ongeveer op denzelf
den tijd gestolen.
Mijn belangstelling voor het geval
groeide, toen ik weer enkele dagen later
bericht kreeg, dat uit een naburige woning
uit een portemonnaie een gouden tientje
was gestolen en de menschen daar waren
er al direct bij, mij te verzekeren, dat
niemand dan hun dienstmeisje dat gedaan
kon hebben, want de portemonnaie was
geopend gevonden en alleen het gouden
tientje was er uit.
Ik kon die verdenking niet deelen en
wees er op, dat den laatsten tijd in die
buurt veel gestolen werd van de zolder
kamers, maar ze geloofden in de schuld
van het meisje, dat gp staanden voet
werd ontslagen, schoon niets bij 'haar
werd gevonden.
Dit alles prikkelde me en ik besloot
er eenige dagen aan te spendeeren, zoodat
ik me 's morgens naar den eersten zolder
begaf om vandaar te loeren. Ik vond een
gelegenheid om over de daken te zien,
maar aanvankelijk werd ik niet veel
wijzer. Den tweeden of derden dag echter
meende ik iets verdachts op te merken,
zoodat ik besloot met de surveillance door
te gaan en voor alle zekerheid stak ik
een revolver met een paar hagelpatronen
bij me; in dakgoten is het geraden iets
bij je te hebben en een hagelpatroon zal
niet direct iemand dooden.
Ik stelde me verdekt op, zoodat ik
het raam in het vizier had en ik vroeg
aan het meisje van het gouden ringetje
of zij nog zoo iets had, al was 't dan
minder kostbaar; ze moest dat dan weer
op de waschtafel leggen en het raam
openzetten. Mocht de ring gestolen worden
eer ik dat kon verhoeden, dan kreeg zij
van mij een anderen, maar 't moest toch
raar loopen, als ik den dief niet kreeg.
Zoo geschiedde en ik kroop in mijn
schuilhoek, maar het ringetje liep geen
gevaar. Den volgenden dag was ik weer
vroegtijdig op mijn post, in spanning
wachtende op hetgeen misschien zou gaan
gebeuren.
Nu is dat op de loer zitten een zenuw-
sloopend werk en het was voor mij althans
onmogelijk altijd dat raam in het oog
te houden. Probeer het zelf eens, om,
geen vijf of tien minuten, maar uren
achtereen naar eenzelfde punt te kijken,
b.v. naar een deur, om te zien of een
bepaald persoon er uit komt. Je kan dat
gewoon niet en je zult zien, dat juist
op hel oogenblik, dat je even het hoofd
hebt omgewend, de betrokken persoon
buiten staat of al weg is.
Zoo ging het mij ook. Ik zat daar
met mijn revolver in de hand, maar dan
jeukte er iets; dan keek je even naar
links of naar boven; soms werd je aan
dacht afgeleid door een stem beneden;
kortom, ik keek juist niet naar het raam,
toen ik gerucht hoorde bij de waschtafel
en zonder me verder te bedenken, schoot
ik mijn revolver af. Meteen sprong ik op
de dief lag te stuiptrekken in de
dakgoot, de hagelpatroon had maar al te
goed gewerkt
v<M
was
De meisjes kwamen op het schot
hoven gestormd.
„Heeft u den dief, mijnheer?"
„Ja, hij ligt dood", zei ik, en
naar de dakgoot.
„Een kraai!" riepen beiden vol
bazing.
Het was een kraai; het ringetje
uit zijn bek gevallen. „Wat zielig!"
den de meisjes en ik vond het 01
ik kon niet goed aanzien, hoe het be.
lag te zieltogen en maakte een eind ai
zijn lijden.
Of ik dat verwacht had? Ja, ik hal
de mogelijkheid van menschelijke dievi
al haast niet kunnen aannemen, vooi
niet na het gouden tientje, want de porl
monnaie had voor een raam gelegen, wa,
geen goot was en bovendien had 'n gewoi
dief zeker de geheele portemonnaie mi
genomen. Toen ik dus een der een
dagen een kraai zag, die een inspeel
tocht deed langs verschillende n
meende ik te mogen veronderstellen, d,
hij de dief was en daarom gaf ik sinjei
de kans om te stelen, maar daarom nai
ik ook hagelpatronen mee. Het bleek, di
het een tamme kraai was, die menschi
in de buurt voor hun genoegen hielden i
bij hen vond ik ring, horloge en goudi
tientje, dat onze vriend netjes in -I
kippenhok had verstopt.
Toch spijt het me nog altijd, dat ik zij
dood heb veroorzaakt, want ik heb kin
dertjes van een speelkameraad beroofi
en de geheele familie heeft tranen mi
tuiten gehuild bij het zien van hi
kraaienlijk.
al
Steunt, bij gelijken prijs
en kwaliteit
De Nederlandsche Industrie.
Hiermede dient gij Uw land
En bestrijdt gij de werkloosheid
Hurtn Zolen h lakken, Ze soort f I.
Hteren Zolen en lakken, Ie soort f 1.50
Dames Zolen en Hakken, Ze soort f0.65
Dames Zolen en Hakken, Ie soort f I,
KINDERWERK NAAR GROOTTE BEREKEND
Booïleer, Rubberleer, Rubberhakken, Rubberzolen, Fournituren tegen zeldzaam lage prijzen
Ekho6Brep*rati© kan ra 1 uur klaar! Yoor net en sterk, alsmede solide afwerking wordt ingestaan
7574
Heden t/m Donderdag a.s.
Pop. prijzen, geheele zaal f. 0.25, Loge f. 0.45
BESPREEKT UW PLAATSEN! 352/a
Vrijdag-, Zaterdag, Zondag 2 voorstellingen UITVERKOCHT
Vraagt U eens naar
Droste's Caramel-
eitjes of naar die
heerlijke Room-
truffel-eitjes gevuld
met zachte room-
chocolade. (Per ons
verkrijgbaar.)
ook U
7576
VANAF DINSDAG
VERSCHE ROOMBOTER per pond 72 ct.
GR00TE BARNEVELDSCHE EIEREN 2^ ct
ALLE SOORTEN JAM PONDSPOT. 25 ct
3 POTTEN VOOr 70 Ct. (geen potten op rekening)
w w fcH-afci* Al vs Apothekeredijk 34. 2582
PAASCW EITJES
ALTIJD WELKOM!
7571
Aangekondigd Boelhuis
VAN RIJN, Rijp-Wetering,
op 21 Maart a.s. is wegens
faillissement voorloopig
uitgesteld.
I. D. SMITS,
7572 Deurwaarder.
Vrijdag 24 Maart a.s. des
avonds te 7 uren, afslag van
de volgende perceelen te Lei
den, ten overstaan van No
taris A. J. C. VAN DER
HEYDEN, te Leiden, in bod
gebracht op;
No. 1. Het Huis met tuin
a. d. Witte Rozenstr. 54/54a
f. 5.300.—.
No. 2. Het Winkelhuis met
afz. bovenwoning a.d. Nleuw-
steeg 16 hoek Zonneveld
straat f. 5.900.
No. 3. Het Huis en Erf a.d.
faarlemmerweg 57 c f. 4.500.-
t-4