urmmLciSt UT5EIWITTER LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 10 Maart 1933 Vierde Blad No. 22385 GERECHTVAARDIGDE tEGING VAN VERWEER. PARLEMENTAIR OVERZICHT K Dr. J. v. d. Tempel. Tan den Tempel, lid van de Tweede wilde de actie ten behoeve van ederlandsch fabrikaat bovenal zien verweersbeweging tegen het nood- autarkistisch streven in het buiten- met deze beperking evenwel, dat de gne niet mag ontaarden in klein alistisch gedoe. toestand is thans zoo ernstig en de osheid neemt zulke verontrustende ingen aan, aldus de heer Van den El, dat het absoluut noodzakelijk is, itigdelijk middel aan te grijpen om en achteruitgang te voorkomen, aar leest het groote publiek eiken eer toenemende misère, ondervindt het ook zelfs steeds meer aan den doch zich realiseeren, wat er wer- gebeurt en dien overeenkomstig jen, doet men toch nog in zeer on- mde mate. Daarom is verweer op dit [blik meer dan ooit geboden, kan idie alleen daarom reeds gToot nut pen, dat zij ertoe kan bijdragen, dat roote publiek op de juiste wijze rea- en het Nederlandsche bedrijfsleven rerkelijk op doelmatige wijze gaat Anderzijds moet deze reclame- gne natuurlijk opgevangen worden de producenten, die ervoor moeten dat' het publiek inderdaad ook Nederlandsche waar voor concur- nde prijzen kan betrekken. Want propaganda-beweging heeft uiter- niet de beteekenis, dat dwang op de iets wordt uitgeoefend. Men blijft te vrij zijn aankoopen daar te doen, men denkt het best en goedkoopst «uien slagen. Deze vorm van steun .et Nederlandsche bedrijfsleven mist Mk alle nadeelen, welke de eigenlijke rtie aankleven. Als de actie in dezen voerd wordt, zullen ook zij, die een oog hebben voor het nauwe ver- tusschen in- en uitvoer van een land, de redelijkheid van dit verweer niet kumien betwisten, Nederland wordt op het oogenblik in vele opzichten gehandicapt. Terwijl de in dustrie van een groot land in 't algemeen reeds over een vrij ruime binnenlandsche markt beschikt, wat vooral in dezen tijd van productie op groote schaal van ont zaggelijk belang is. mist onze nijverheid deze voordeelen. Wij moeten het voor een groot deel van de vrije wereldmarkt heb ben en deze wordt thans door de gewel dige protectie in het buitenland, alsmede door de valutaconcurrentie van landen met gedeprecieerde valuta, steeds meer in gekrompen. En al zullen wij nu moeten erkennen, dat elke verweerbeweging, die cie tendenz heeft het internationaal ruil verkeer te beperken dus ook de actie, welke thans zal worden gevoerd iets van achteruitgang in zich draagt ten aan zien van de doelmatigste voorziening in de behoeften der menschheid, zullen wij deze propaganda toch in alle opzichten moeten steunen, teneinde erger voor onze eigen nationale economie te voorkomen." Bent u voorstander van het stelsel, dat er in bijzondere gevallen, desnoods met geldelijke opofferingen, voorkeur aan het Nederlandseh fabrikaat wordt gegeven? „De Commissie uit het N.V.V. en S.D.AP, waarvan ik voorzitter was. heeft hierom trent reeds enkele jaren geleden een uit voerig rapport uitgebracht. Ongetwijfeld mag in bepaalde gevallen de voorkeur voor onze nijverheid tot uiting worden ge bracht, zelfs met een geldelijke opoffering van de zijde der Overheid, al kan een vaste regel te dezen aanzien niet worden ge steld. De Rijkscommissie voor werkverrui ming is trouwens met onvolprezen ijver bezig om de regeering op dit gebied van advies te dienen. Het voornaamste deel van de werkzaamheden dezer commissie bestaat in het bevorderen van het gebruik van producten der Nederlandsche nijver heid en in elk concreet geval, dat te harer kennis komt, tracht zij bemiddelend op te treden tusschen opdrachtgevers en producenten. Enkele malen is op haar voorstel overheidssubsidie verleend, waar door belangrijke werken voor ons land behouden bleven. Het groote publiek valt daar natuurlijk buiten. De massa kan men alleen bereiken door een intensieve voorlichting. En daarom kan men den producenten ook niet genoeg den goeden raad geven, dat zij moeten be grijpen, dat deze actie alleen dan kan slagen, indien men het vertrouwen wekt, dat goede waar ook binnen onze grenzen tegen concurreerende prijzen te verkrijgen is. Men kan wel verlangen, doch zal veelal niet bereiken dat het publiek zich bij zijn aankoopen welbewust geldelijke opoffe ringen getroost, terwille van eigen nij verheid. Daarom is het welslagen van deze propaganda ook voor een belangrijk deel afhankelijk van de houding van di recties van groote warenhuizen, winke- liersvereenigingen, inkoopbureaux. coöpe raties, kortom van al die lichamen, welke in rechtstreeks contact staan met den particulieren afnemer. In hun welbegre pen eigen belang, zullen zij het groote publiek, dat toch reeds zoo moeilijk voor feitelijke medewerking bij de bevordering van algemeene belangen te bewerken is, erop moeten wijzen, dat zeer veel artikelen van buitenlandschen oorsprong, welke men ondoordacht of zelfs uit een voorop gestelde meening koopt, evengoed uit Ne derland betrokken kunnen worden. Zoo kan men met zeer veel sleur breken. De distribuanlen kunnen echter den over gang voor het groote publiek zeer verge makkelijken. Op hun medewerking moet men dus ook vooral een beroep doen. Een voornaam punt blijft natuurlijk ook de onderlinge verhouding van de Ne derlandsche industrieën. „Er bestaat mijns inziens in het bij zonder op dit terrein nog veel te weinig contact tusschen groote en kleine onder nemingen. Op dat gebied staan wij onge twijfeld bij het buitenland achter. Men werkt elkander nog te weinig in de hand. Misschien is het een uitvloeisel van onzen nog steeds sterk individuallstischen aard, cat vele kleine ondernemers voor hun aan koopen dikwijls noodeloos via agentschap pen van buitenlandsche huizen op het buitenland georiënteerd blijven. Een klein bedrijf kan veelal de uitwerking van be paalde maatregelen van voorkeur minder goed beoordeelen dan een groot-bedrijf, terwijl dit op zijn beurt daartoe wederom minder in de gelegenheid is dan de over heid." In de Kamer bent u steeds opgekomen voor het zooveel mogelijk uitbesteden van groote publieke werken aan Nederland sche bedrijven. „Inderdaad, en dienaangaande is ook wel resultaat bereikt. Ik vind het bijvoor beeld volkomen natuurlijk, indeze abnor male tijden dat men den belangrijken bruggenbouw over de groote rivieren door de Nederlandsche nijverheid doet uitvoe ren. Waarbij uiteraard zorgvuldig ge waakt moet worden tegen misbruik. Dit is slechts een voorbeeld. Dat bestrijding van de werkloosheid daarbij steeds mede een der leidende gedachten is, behoeft wel geen nader betoog. Uitbreiding en ver sterking van het Nederlandsche bedrijfs leven is een algemeen belang, maar tevens in het bijzonder een arbeidersbelang. Bo venal onder de tegenwoordige omstandig heden, nu de afschuwelijke werkloosheid het bestaan van honderdduizenden valide arbeiders ondermijnt." Ziet u de werkloosheid in de naaste toekoms nog toenemen? „In elk geval: ik zie op het oogenblik hoegenaamd geen lichtpunten voor de al lernaaste toekomst. De ellendige politieke toestanden, internationaal, dooven elke kiem van verbetering. Maar wij blijven hopen, zelfs vertrouwen, op een uiteinde lijke verandering in de conjunctuur. Doch zelfs als die mocht intreden zal, als alle teekenen niet bedriegen, gedurende langen tijd ook in Nederland een groot leger van werkloozen blijven bestaan. In dit verband mag er ook wel op worden gewezen, dat het niet alleen kan gaan over voorkeur voor het Nederlandseh fabrikaat, maar dat, binnen de aangegeven grenzen, ook het vraagstuk van de voorkeur voor Ne derlandsche werkkrachten alle aandacht verdient. Wij zijn nu eenmaal gedwongen tot verweer en hebben ons daarbij slechts te hoeden voor middelen, die erger zijn dan de kwaal. Een aantal landen zoekt dat verweer in depreciatie van hun valuta. Voor ons land is deze valuta-concuv- rentie uitermate lastig. Het gaat daarbij niet alleen om valuta-concurrentie op de eigen markt, maar in het bijzonder ook om deze concurrentie op de vreemde af zetmarkten. Onderzoekingen hebben bij voorbeeld uitgewezen dat, in vergelijking met het eerste halfjaar 1932 met dat van TWEEDE KAMER, VERSCHILLENDE WETSONTWERPEN. Bij den aanvang der vergadering waren aan de orde de volgende wetsontwerpen: 1. Wetsontwerp Regeling van den invoer van metaaldraadgloeilampen. 2. Wetsontwerp Regeling van den invoer van overhemden en zakdoeken. 3. Wetsontwerp Onteigening ten be hoeve van een spoorwegverbinding van de Oranje-Nassaumijnen I. Ill en IV met het spoorwegemplacement van de Staats mijnen te Nuth. 4. Wetsontwerp Onteigening ten behoeve van 'n spoorwegverbinding van de Staats mijn Maurits en van den mijnspoorweg in aanleg van Nuth naar de Staatsmijn Maurits met het Julianakanaal. 5. Wetsontwerp Goedkeuring van het Verdrag tot ontwikkeling van de middelen tot het voorkomen van den oorlog van 26 September 1931, 6. Wetsontwerp Onteigening van per- ceelen, erfdienstbaarheden en andere za kelijke rechten in de gemeente IJssel- monde, noodig voor het verbreeden van de rivier de Nieuwe Maas onder de gemeenten Usselmonde en Ridderkerk ter verkrijging van een ankerplaats voor Rijnschepen.' 7. Wetsontwerp Wijziging der Wet op de Kanselarijrechten. De ontwerpen 1 en 2 werden aange nomen. Bij de wetsontwerpen 3 en 4 bespraken de heeren Van Braambeek, Van der Bilt en Bongaerts de exploitatie van de betrok ken spoorwegen, maar nadat de Minister van Waterstaat had verklaard, dat de wijze van exDloitatie later besproken zal kunnen worden, was er voor verdere dis cussie geen aanleiding en werden de wets ontwerpen aangenomen. Bij ontwerp No. 5 een speech van den heer Wijnkoop, die daarin uitweidde over de verhouding tusschen Nederland en Japan en deswege door den Voorzitter tot de orde werd geroepen, maar de heer Wijnkoop ging voort en betoogde dat er een oorlog tegen Rusland wordt voorbe reid. De neer Van Poll had een enkel be zwaar, dat door den heer Vliegëh werd be streden. De Minister is met een kort woord ingegaan op het betoog van den heer Wijnkoop en verklaarde diens mede- deelingen en veronderstellingen tot sprookjes. Voorts verdedigde de Minister RECLAME. wordt nu GRATIS aangevuld door het gebruik van Edel. weiss Want bij aankoop vao 2 pakken Edelweiss Zeep poeder geeft Uw winkelier U een mooie theedoek cadeau.' bij 3 pakken een ijzersterke handdoek of 2 fijne, witte zakdoeken. Prijs per pak 14 cents 6962 3931 de invoer in Amerika uit landen met gedeprecieerde valuta beduidend min der is gedaald dan die uit landen met een gaaf geldwezen. Doch dat is een tij delijk kwaad. De ervaringen hebben nu wel reeds bewezen dat depreciatie van de valuta, hoe schadelijk ook voor de con currenten, op den duur vooral verwoestend inwerkt op de landen die haar toe passen. Wij moeten het hebben van andere middelen van verweer. Een van die mid delen kan zijn de propaganda voor Ne derlandseh fabrikaat. Ik hoop, dat zij zal slagen en dat zij in ruimen geest zal worden gevoerd. den Volkenbond tegen enkele aanvallen van den heer Wijnkoop. Het ontwerp werd aangenomen, evenals ontwerp No. 6. BINNENSCHEEPVAART. Behandeld is daarna het wetsontwerp, houdende een bevrachtings-regeling voor de binnenscheepvaart. Al dadelijk ontwikkelde de heer Van dei- Bilt hiertegen bezwaren. Hij meende, dat door deze regeling, die in normaal-ge groeide verhandelingen ingrijpt, de bin nenvaart zal ophouden een vrij bedrijf te zijn, en dit terwijl de te groote vloot in tact blijft. Hij meende dat er, evenals in Duitschland, minder-ingrijpende maat regelen genomen hadden moeten worden, en dat allerlei schadelijke gevolgen zullen ontstaan. In Engeland heeft men de over tollige schepen opgekocht; dit was prac- tlscher. Ook de heer De Visser verklaarde zich tegen het ontwerp, maar op heel an dere gronden, omdat het n.l. niets zou be- teekenen en de ellende laat voortbestaan. Juridische bezwaren had de heer Goseling, evenals mej. Katz, maar deze meende dat, waar het ontwerp een crisis-regeling is van tijdelijken aard, men over de bezwaren moest heenstappen. Op dit standpunt stond ook de heer Duymaer van Twist, die opmerkte dat de stijging van den vracht prijs, waarin sommigen sprekers een be zwaar zagen, door de schippers juist wordt begeerd. Minister Verschuur, die zijn rede nog moet voortzetten, heeft gewaarschuwd tegen overdrijving, zoowel van de voor- als van de nadeelen, maar meente te mogen voorspellen, dat hét ontwerp voor de schippers in ieder geval verbetering be- teekent en dat daardoor de aanneming wordt gerechtvaardigd. Heden voortzetting. HAGENAAR. GESPREK MET CLARK GABLE. een tafeltje in het restaurant van Islio's werd gesproken over succes in Jriemeen en over dat van Clark Gable [fae week de hoofdrol speelt in „On feilbare banden", in het bijzonder. p;en kenden hem nog uit de dagen. ir een oude zooveelste-handsch |se studio's afreed en slechts zelden I daar wat te doen kreeg. lEigenaardige met Clark is." merkte ha hen. die hem langer kenden, op. |iij altijd naar iets schijnt te verlan- |3t hij niet heeft. Twee dingen heb- pm belet te doen wat hij werkelijk [rilleneerst de armoede en nu het Ik heb 't hem zelf hooren zeggen rogevaneen gesprek gaf stof tot na si Wat zou het toch zijn, dat Clark "erlangt en niet kan hebben? r t' een regenachtigen Zaterdagavond onverwacht een kans om het hem je vragen. Ik had een langen tocht ■aïi s'°Ple hij een klein restaurant fc Rilt koffie te drinken. En daar ver ™!?wood vond ik Clark Gable rus- |ES 21 boekje achter een kop koffie, i. was even verwonderd mij daar ta l" ik was heni tg vinden lm een ftbpjj 013 €W1 regenachtigen Zater- „Wat voer je hier uit?" vroeg ik. terwijl ik bij hem aan het tafeltje ging zitten. Het. was tien uur, maai- ik dacht niet meer aan den grooten afstand, dien ik nog moest afleggen want dit was een kans om iets meer over Clark's geheime wenschen te weten te komen. „Waarschijnlijk begrijp je het niet," lachte hij terwijl hij zoo makkelijk moge lijk ging zitten in een van die eigenaardig onhuiselijke stoelen, zooals men alleen in kleine afgelegen restaurants kan vinden, „ik heb een week of drie iederen dag ge werkt, zonder een kans te krijgen eruit te breken en nu ben ik maar wat gaan zwer ven. op goed geluk, zonder doel. Ik houd ervan door den regen te rijden," Langzamerhand kwam hij los en bij drie koppen koffie en een ontelbaar aantal si garetten zat Clark Gable te filosofeeren over „het leven". „Soms kan Ik het wel eens zijn met men- schen. die den gang van zaken willen ver anderen," zeide hij onder anderen. „Jeugd behoort de tijd voor plezier en vroolijk leven te zijn en ouderdom om te werken. Ik herinner me dat. toen ik nog een jon gen was op de boerderij een van onze buren zijn hebben en houden verkocht en naar de stad verhuisde, „om van het leven te genieten". Hij was toen een jaar of vijftig en had een aardig sommetje opge spaard. Een tijdje later ontmoette ik hem weer hij zag er veel ouder uit. Hii ver telde me, dat hij met zijn vrouw een jaar naar Europa geweest was. lateT hadden ze in New-York en in Califomië gewoond maar kwamen toch weer terug naar hun geboorteplaats in Ohio, waar hun vrien den en kennissen woonden. Nooit zal ik zijn laatste woorden vergeten: ..Ik geloof, dat lk te oud ben om dat vroolijke leven nog te kunnen waardeeren." „Ik was toen nog maar een jongen, maar ik beloofde meeelf te zullen' zorgen, dat lk het leven leerde kennen, voor lk te oud was geworden om ervan te kunnen ge nieten. „In die dagen was armoede voor mij liet ergste wat er bestond. We waren altijd min of meer arm geweest. Je weet wel wat ik bedoel, genoeg te eten kleeren en een dak boven ons hoofd maar verder ook niets. Soms hoorde ik anderen praten over zo- njerreisjes boottochten. Jagen, zeilen, maar die dingen kende ik alleen uit ge ïllustreerde bladen en advertenties. Ik wil de zelf ook reizen en miln wensch werd gedeeltelijk vervuld gedurende de jaren dat ik verbonden W3s aan reizende too- neelgezelschappen. Maar dat was toch eigenlijk maar een eentoonig rondtrekken altijd dezelfde theaterties ta dezelfde stad jes en '«avonds deaeUde stoffige hotelka mertjes. Er was wel iets van een avontuur in. maar het was niet dat soort reizen, waarvan ik gedroomd had. Een enkele maal gingen we 's Zondags visschen. maar ook diat had ik me anders voorgesteld. „Ik verlang niet naar het gezelschap van anderen Liefst ben lk alleen. Dat komt misschien door mijn opvoeding op een boerderij, daar leer je op je eigen bee- nen te staan. Zoo'n uitstaple alleen zoo als vanavond, is een opluchting voor me na weken lang al die menschen om me heen gehad te hebben. „In die jaren, toen ik precies genoeg verdiende om te kunnen eten, verlangde ik toch niet zoozeer naar geld en luxe. als naar de vrijheid om alles te kunnen zien, wat het leven kan bieden. Ik wist. dat daar geld voor noodig is en dacht, dat succes me alles zou brengen, wat ik maar kon wenschen. ..En nu is het succes gekomen, ik ben niet arm meer en nog steeds verlang ik meer van de wereld te zien. Succes is niet makkelijk, je moet hard werken om het niet te verliezen, vooral als het afhankelijk is van het wispelturige publiek. .Begrijp me goed." ging hii haastig ver der „ik zou mijn filmloopbaan niet willen opgeven voor een reisje naar Europa of naar Canada, maar het is eigenaardig, dat ik nu nog even gebonden ben. als in den tijd. dat ik niet voldoende verdiende. .Ben tijdje geleden had ik met Wallace Beery afgesproken naar zijn berghut te vliegen om daar een dag of tien te gaan Jagen Driemaal moesten we het uitstellen en eindelijk hadden we een dag afgespro ken. dat we allebei vrij waren, maar op het laatste moment moest ik naar de stu dio's komen om een paar scènes opnieuw op te nemen. Zoo liep het weer mis. „Ik klaag niet. Ik lach mezelf uit. Dit laatste jaar heeft me geleerd, dat het voor naamste is als je zelf de resultaten van je werk kunt zien en ieder nieuw succes ls een aansporing om harder te gaan werken. „En tochalles wat ik van jagen. zeilen en reizen naar verre landen weet. heb ik uit de geïllustreerde bladen en uit de films. Clark stond op. Hij moest terug naar Hollywood en door de mist en regen was een lange tocht. Toen begTeep ik. wat hij bedoelde met het gezegde dat armoede en succes hem verhinderden te doen, wat hij graag zou willen. CIRCUS HOLLYWOOD. Leeuwen als filmacteurs. Het leeuwendeel van alle Hollywoodsche filmrollen wordt tegenwoordig gespeeld doorleeuwen! De filmstad kent ver scheidene dierentuinen, waarvan de levende have af en toe verhuurd wordt aan de studio's. Den laatsten tijd echter is er zooveel vraag naar wilde beesten dat de leeuwen gedwongen zijn om over te werken. Alle beschikbare leeuwen zijn reeds weken .vooruit besproken. Wallace Beery en Joan Crawford in de film ..Menschen in 't Hotel", die binnen kort hier vertoond wordt. Nu de publieke belangstelling tegen woordig in zoo groote mate naar wilder- nisfilms uitgaat heeft ook Paramount een tweetal Afrika-films onder handen geno men. en wel in de eerste plaats .King of the Jungle", naar het romantische avon turenverhaal van Charles Thurley Stoneham. De hoofdrol in deze film moet gespeeld worden door een wezen, dat den veelzeggenden naam draagt van „The Lion Man", en die met leeuwen omspringt als een gewoon mensch met jonge honden. Helaas zijn wel de leeuwen geëngageerd, doch men heeft nog niemand kunnen vinden om de „leeuwenman" te spelen. De weinige candidaten die physiek voor deze rol in aanmerking kwamen, voelden niet veel voor het idee om met vijf en twintig leeuwen samen te spelen, terwijl de opera teurs veilig achter de tralies staan te draaien. Een ander verhaal waarin de koning der dieren een belangrijke rol zal spelen is „Safari", een scenario van Harvey Eox, dat de avonturen behandelt van een gezelschap dat ta den Soedan gaat jagen In deze film zullen vele van de pacht- avonturen verwerkt worden die Cary Cooper bij zijn Afrikaansche reis mee maakte, en die hij op ettelijke duizenden meters celluloid vastlegde. „The Lives of a Bengal Lancer", de autobiografie van Francis Yeats Brown, die in het afgeloopen jaar door Ernest B. Schoedsack in Britsch Indië werd verfilmd, wordt in de Hollywoodsche studio's met atelieropnamen aangevuld, waarin opnieuw een aantal leeuwen him medewerking moeten verleenen. Voor de verfilming van „The Island of Lost Souls", de griezelroman van H. G. Wells, zijn een twintigtal panters ge huurd, terwijl ten slotte Cecil B. de Mille voor ,-Het Teeken des Kruises" een groote kudde leeuwen heeft gebruikt. De leeuwen in Hollywood schijnen zich goed bewust te zijn dat er van -hen slechts comedie verwacht wordt: op een bevel van den regisseur brullen zij allervervaarUjkst, maar bijten doen zij niet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 13