Een trouwe Poppenmoeder.
ANECDOTE.
RAADSELS.
OPLOSSINGEN,
Onderwerp waar moeder over begon,
tem te gevaarlijk. Hij wist immers
Ie goed hoe dikwijls hij tegen Gerda
Kzegd dat ze niets geen verstand had
teekenen?
oed Willem, ga maar", antwoordde
Ier en even later liep de jongen In de
menden regen. Gelukkig behoefde hij
ter te gaan, en na een minuut of vijf
i hij voor het huis waar Theo woonde
jok aan de bel. Juffrouw Van Vliet
hem open.
oo Willem, kom je eens naar Theo
Daar doe je goed aan Jongen. Op 't
nblik ls hij niet al te lekker, en ligt
en divan.
al ik dan maar liever weggaan, juf-
lee kom, doe je natte jas maar uit en
mee naar binnen. Je bezoek geeft
wat afleiding voor Theo. Hij is tegen-
rdig niets vroolijk. Misschien heeft hij
onder de leden en komt het daar-
:hter juffrouw Van Vliet betrad Wil
de kamer waar Theo lag.
lier ls bezoek voor je jongen", zei
rouw Van Vliet. .Treft dat niet mooi
roo'n regenmiddag? 'k Zou zeggen,
en jullie eerst maar wat. dan is er
ks misschien nog wel gelegenheid voor
spelletje. Met een lusteloos gezicht
't, m Theo overeind,
do len je ziek?" vroeg Willem.
k Weet niet, 'k ben zoo vervelend",
ï-k noordde Theo.
leb je liever dat ik wegga?" vroeg
!em, „dan moet Je het maar zeggen
nee", antwoordde Theo, en uit
aamte over zichzelf klonk zijn ant-
ird eigenlijk hartelijker dan hij meende
nee. blijft maar gerust hier."
SO i. Theo schaamde zich. Met opzet was
Willem den laatsten tijd uit den weg
aan, omdat telkens als hij hem ont-
itte, hij weer aan dien middag moest
iken toen hij met opzet Willem's
e(| s verknoeiden. Om de mecanodoos te
ei) nen! En nu hij die doos bezat, had hij
eens plezier om er mee te spelen,
'illem moest het toch vast wel gemerkt
ben dat hij hem ontliep. En nu kwam
toch weer hier't Was toch wel een
te vriend.... Ja, Theo schaamde zich.
«ffrouw Van Vliet was onderhand even
kamer uit geweest. Nu kwam ze weer
nen met twee kopjes thee.
Alstublieft heeren" lachte ze, „daar
ben jullie een kopje thee. Dat zal wel
iken, denk ik.
Sou en of" antwoordde Willem „Dank
rel, juffrouw.
Hoe is 't met de hoofdpijn. Theo, al wat
tr?" vroeg juffrouw Van Vliet verder.
0 ja moeder, 't schikt wel. Ik ga op-
an,"
Best," antwoordde ze.
't Dacht wel dat het je goed zou doen
je bezoek kreeg. Nu jullie kunt je best
ren vermaken. Ga maar wat lezen of
1 spelletje doen, ik heb nog wat te wer-
i. Straks kom ik nog wel eens kijken",
loeder Van Vliet begreep best dat het
schen die beiden wel vlotten zou als ze
kamer uit was.
En 't ging ook uitstekend,
rheo werd hoe langer hoe vriendelijker,
;en Willem. Eerst keken ze wat in het
«ie Verkade's Album dat Theo had. en
rn speelden ze een spelletje domino. Af
toe kwam juffrouw Van Vliet eens bin-
0 en tracteerde de beide jongens op een
ekje of een stukje chocolade.
-Zullen we nu nog wat met je mecano-
os spelen, Theo?" vroeg Willem.
Plotseling betrok Theo's gelaat.
Hè nee" zei hij ..daar heb ik niets geen
1 ln. En 't is boven, heelemaal onder in
ju kast."
luist kwam juffrouw Van Vliet weer
•nen en hoorde de laatste woorden.
Traten jullie over Theo's mecanodoos?
j ik je eens wat zeggen Willem?
Theo is heusch zoo'n mooie prijs niet
hrd, want zoolang als hij hem heeft, heb
hem er nog maar een paar keer mee
spelen."
,Wat geeft dat nou, moeder", mompelde
keo.
-Nou maar. Ik zou er wel mee spelen als
hem gewonnen had, geloof dat maar
rust" riep Willem uit.
Be verhouding tusschen de beide jon-
us was beter, als zij in lang geweest was.
Je moet maar eens vaker komen, Wil
li" noodigde juffrouw Van Vliet, toen ze
uitliet, ,,'t Is een echt gezellige middag
Heest".
En Willem was het hiermee volkomen
üis.
(Wordt vervolgd).
Liesje woonde met Vader, Moeder, haar
ouder zusje Rita en haar jonger broertje
Jantje in Indië. Ze had altijd in 't warme
land gewoond behalve het Jaar verloftijd,
dat Vader met zijn gezin in Holland had
doorgebracht. En nu zouden zij weldra
voorgoed Indië verlaten om in Holland to
gaan wonen.
Heerlijk vond Liesje het: Oma en Opa,
de Tantes en Ooms en verdere familie
leden terug te zien, maarze zou in
Indië zoo veel moeten achterlaten; niet
alleen haar vriendinnetje, doch ook haar
poppenkinders! Ze was nu te groot om nog
met hen te spelen, had- er met al haar
lessen ook eigenlijk geen tijd meer voor,
maar toch was het haar een veilige ge
dachte te weten, dat de blondjes en
zwartjes in een rustig hoekje van haai
kamer om een tafeltje zaten en in het
groote poppenledikant lagen.
Moeder had gezegd, dat ze haar poppen
niet mee kon nemen naar Holland. De
familie zou haar uitlachen: zoo'n groot
meisje, dat nog met poppen speelde! Neen,
dat ging niet! Maar wat dan?
Vader en Moeder hielden vendutie van
alles, wat ze niet mee naar Holland konden
nemen en nu had Moeder voorgesteld, dat
Rita. Liesje en Jantje daar hun speelgoed,
dat ze niet meenamen, bij zouden doen
om in Holland voor de opbrengst ervan
nieuwe schatten te koopen.
Rita had daar wel ooren naar. Ze wilde
zich in Holland een eigen boekenkastje
aanschaffen, want al zou er ook van haar
heel wat zijn. dat verkocht werd, voor
haar boeken had ze al een plaatsje in één
der kisten besproken.
Jantje had het een prachtig denkbeeld
gevonden: opruiming te houden hij
speelde nooit graag lang achter elkaar
met hetzelfde speelgoed! en droomde
reeds van een mooien electrischen trein,
welke in Holland zijn eigendom worden
zou.
Maar Liesje voelde er heelemaal niet
voor: haar poppen ten verkoop aan te
bieden. Wie weet, waar ze dan terecht
kwamen! Misschien zouden ze allemaal
verspreid worden en zou het wel zeker
zijn, dat de nieuwe moeders goed voor
haar kinderen waren?
De heele poppenfamilie ging aan haar
oog voorbij. Daar waren:
Lotje, de onbreekbare pop, die ze „altijd"
gehad had; Lena, met het echte haar;
Truusje. de badpop; Dolly, de Japansche
pop; Piet, het matroosje, en Marijke, hel
Zeeuwsche boerinnetje.
Geen enkele van haar halve dozijntje
wilde ze verkoopen. Lotje, Lena en Truusje
waren mee naar Holland geweest, nu zes
jaar geleden.
Liesje herinnerde zich nog best, dat
Vader en Moeder druk bezig geweest
waren met pakken. Ook toen was er ven
dutie gehouden en zij was zóó bang ge
weest, dat haar drie lievelingen verkocht
zouden worden, datzij ze in haai
eigen bed verstopt had, waar Moeder ze
eindelijk vond. Ze had haar poppenkin-
deren mee naar Holland en later weer
terug naar Indië mogen nemen en zou zij
ze nu in den steek laten? Neen, dat zou
niet gebeuren! Maar wat dan?
Liesje dacht en dacht enkreeg op
eens een prachtigen inval: Cootje, het
jongste zusje van haar vriendinnetje Willy,
was een echte poppenmoeder en zou zeker
goed voor haar kinderen zorgen. Stellig
zou zij wat graag haar halve dozijntje
als pleegkinderen willen aannemen.
Moeder vond het een uitstekend plan en
Cootje was in de wolken van blijdschap,
toen ze haar poppefamilie op eens met zes
leden uitgebreid zag. Zij beloofde goed
voor hen te zorgen en nu en dan een brief
over hen te schrijven en kiekjes te sturen.
Lie«'e was h-o'omaal arweiucht Ze zou
nu, als ze in Holland kwam, geen nieuw
speelgoed of mooie boeken kunnen koopen,
maar ze wist dat haar zestal bij elkaar
gebleven was en goed verzorgd werd.
Welke poppenmoeder zou dat geen heer
lijke gedachte vinden?
iNadruk verboden).
Ingezonden door drietal Kret.
„Wimpje, als je nu heel zoet bent dan
brengt de ooievaar je vandaag een
broertje of een zusje en een doos met
chocolaadjes".
„O Pappa, dan wou ik graag, dat het
broertje of zusje ook van chocolade was".
RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE
KIEZEN. DE GROOTEREN 4.
DE KLEINEREN 3.
L
Ingezonden door Corrie Delfos.
Het geheel van 4 lettergrepen, 12 letters
is iets heel moois in enkele maanden van
het jaar. 6, 7, 8, 9, 12 houden de meeste
menschen van en heeft dikwijls een heer
lijke geur 6, 11, 5 trekt men aan, 3, 9,
7, 10 dragen sommige heeren, een 10, 7, 12
maakt men in de rekenles. De eerste 5
letters zijn een vrucht.
II.
Ingezonden door Do van den Berg
Een woord van 2 lettergrepen, 6 letters,
is een groot dier in de noordelijke pool
streken. Mijn le is een ander woord voor
oever, mijn 2e is een bewoner van een
groot land in het oosten van Europa.
III.
Ingezonden door Adé Pool.
Mijn geheel van 3 lettergrepen is een
gracht in Leiden waar heel veel over
gepraat en geschreven is. Mijn le en 2e
samen zijn allen die dit lezen, mijn 3e
een gladde visch.
IV.
Ingezonden door Marie Biesheuvel.
Ik ken een woord van zeven letters. Als
ik er acht afneem, dan blijven er drie
letters over. Hoe kan dat?
V.
Ingezonden door Marjanne van den Anker,
Tc Heb gehoord en ook gelezen
Dat een kous een mensch kan wezen.
Wat voor mensch was dat dan?
VI.
Ingezonden door Lientje Keiler.
Ik blijf wie ik ben
Ben ik jong, dan blijf ik jong,
Ben ik oud, dan blijf ik oud.
'k Heb oogen en zie niet
Ik heb ooren en hoor niet.
Een mond en spreek niet
Een neus en ruik niet.
Gewoonlijk hang ik aan de wand
Toch heb je mij ook wel in je hand.
VU.
Ingezonden door Joke van Rijnbach.
Mijn geheel van 8 leTters hangf in de
kamer, 4, 5, 6 is zwart kleverig, 1, 2, 3
een jong diertje, 6, 7, 8 is iets wat je
op het hoofd kan dragen.
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET
VORIGE NUMMER.
1. Apeldoorn, apen, oor, doom, appel,
Polen.
2. Zeven, want die 6 jongens hebben allen
dezelfde zuster.
3. Pa, radijs, Paradijs
4. Lamp, lam, la, 1.
5. Perzik
E m m e n
t o e r
zee
i k
k
6. Kruid, nagels, kruidnagels.
A.
Alva ii
VAN
K
Koba
B
0
Opoe
O
O
Ober
E
P
Pakje
K
M
Moed
E
A
Avro
R
N
Niet
E
S
Sint
N
-o-
OPLOSSING VAN DEN REBUS UIT
HET VORIGE NUMMER.
Een muis kroop in een laars toen er een
poes aan kwam loopen.
(Nadruk verboden).