DE VIJANDEN VAN HET BiJENDORP
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Woensdag 8 Maart
PARLEMENTAIR OVERZICHT
iimiüMiiiiitimmmiiiuMMKiMmmi
p factie1507
Directie Aifannïsfr. 2500
IIE!fllll!imil!tllli!üll!IIIHl!!!!!mi!3IS!!l
RECHTZAKEN.
TWEEDE KAMER.
INTERPELLATIE OVER
«DE ZEVEN PROVICIEN".
De heer Albarda heeft geïnterpelleerd
over het gebeurde met „De Zeven Provin
ciën."
Hij heeft eerst stilgestaan by de voorge
schiedenis en uiteengezet, dat naar zyn
meening de Regeering en de vlootvoogd 'n
verkeerde salarlspolitiek speciaal wat
het bekend maken van de tweede korting
betreft hebben gevoerd, waardoor de
geest van het personeel is bedorven. Deze
verkeerde politiek bracht de revolutionaire
handelingen voort: de autoriteiten zijn
daarvan de schuld en niet de bonden. Wie
de schuld aan de bonden geeft aldus de
heer Albarda moet daarvoor feiten en
daden aanvoeren; hy van zyn kant tracht
te aan te toonen. dat de bondsbesturen
alles hebben gedaan om een verkeerde,
on-wettige actie te voorbomen en te be-
stryden. Voorts crittseerde hy het feit,
dat de commandant en de officieren van
.De Zeven Provinciën" niet op de hoogte
bleken van de ontstemming aan boord en
dat eerstgenoemde het schip heeft verlaten
ondanks hem waarschuwingen hadden be
reikt. Zelfs gaf men een Instuif aan boord.
Den volgenden dag brak de muitery uit.
Geen enkele voorbehoedsmaatregel was ge
nomen. En toen het conflict ontstond,
sprong de oudste officier over boord en
was er geen enkele andere officier, die een
kerel bleek en die door moreelen moed de
bemanning wist te beheerschen. en haar
van een onbezonnen daad terug te houden.
De afgevaardigde heeft verder getracht
aan te toonen, dat het optreden der mui
ters geen revolutie beteekende. maar een
demonstratie. Er is geen enkel geweld ge-
gepleegd of voorbereid, ook niet tegenover
de officieren. De heer Albarda erkende, dat
de muiters een ongeoorloofde daad hebben
gepleegd, en die wenschte hy niet te ver
dedigen. maar er was geen sprake van een
greep naar de staatsmacht. Men heeft de
beteekenis van het gebeurde sensationeel
overdreven en daardoor den naam van ons
land geschaad en de wraakgierigheid aan
gewakkerd. Toen is de zaak met geweld
opgelost, hoewel een aantal korporaals
hadden aangeboden naar het schip te vlie
gen en de menschen tot rede te brengen.
Dit mocht niet. maar waarom is het dan
niet door een officier gedaan. Het gepleeg
de geweld achtte de heer Albarda niet ge
rechtvaardigd; het was blind geweld, dat
23 dooden meebracht. En het gooien van
de bom was bovendien in strijd met het
standpunt in Genève ingenomen. Hij be
pleitte tenslotte het verschaffen van bur-
geriyk-rechtskundigcn bystand aan de ge
arresteerden.
VRAGEN.
De vragen van den interpeliant luidden:
1. Hebben nadere mededeelingen uit In-
dië niet de meening bevestigd dat de be
woordingen van het telegram van den In-
dischen vlootvoogd waarvan de inhoud op
31 December des voormlddags tusscben 9
en 10 uur ..voor den boeg" ter kennis van
de schepelingen is gebracht, terstond by
velen de opvatting hebben doen postpatten
dat van de tweede salariskorting in af
wachting van een salarisherziening was
afgezien, alsmede dat die opvatting door
den marine-commandant te Soerabaja en
door verscheidene dagbladen aanvankeHjk
Is gedeeld?
2. Waarom heeft de vlootvoogd, toen
toch ook hem gebleken moest zyn. dat de
opvatting van zyn telegram door de sche
pelingen niet strookte met de bedoeling
neergelegd in het telegram van den Minis
ter van Koloniën aan den Gouverneur-Ge
neraal, niet op de snelste wyze maatrtge-
len getroffen om het misverstand weg te
nemen, en waarom heeft de commandant
der marine eerst op 3 Januari nadat de
vloot was uitgevaren een rectificatie ge
geven in een dagblad?
3. Heeft de regeering toen in Nederland
de berichten vernomen werden omtrent de
vreugde, waarvoor het telegram van den
vlootvoogd stof had gegeven geen aanlei
ding gevonden om aanstonds te bevorde
ren, dat het misverstand werd opgehel
derd?
4. Was de audiëntie, welke het Cambo
op 30 December telegrafisch by den Minis
ter van Defensie had aangevraagd en wel
ke op Januari door dien Minister schrif-
telyk is geweigerd, indien zij tydlg was
verleend, niet een goede gelegenheid ge
weest om door tusschenkomst van dat Co
mité het vlootpersoneel ten aanzien van
de regeeringsbedoelingen uit een verkeer
den waan te verlossen en ook om omtrent
de stemming van dat personeel en de
•actie van het Cambo te worden Ingelicht?
5. Is het der regeering bekend, dat de
bonden van het marine-personeel en ook
het Cambo niet alleen na het uitbreken
van de muitery op de ..De Zeven Provin
ciën". daarover hun afkeuring onbewim
peld hebben uitgesproken, maar dat zy ook
te voren en inzonderheid de bestuurders
van den Bond van Marine-Schepelingen
hier en in Indië hun krachten hebben in
gespannen om het ontstemde vlootperso
neel ook dat op de .Zeven Provinciën",
van illegale acties te weerhouden?
6. Wanneer ontving de bemanning van
de „Zeven Provinciën" mededeellng van de
bssiuiten der regeering om op de salaris
sen van het Europeesche mindere perso
neel nog 4 percent en op die van het ln-
heemsche personeel nog 7 percent te korten
zulks met ingang van 1 Februari? Is de
regeering niet van oordeel dat die beslui
ten bij de bemanning, die te Soerabaja de
meening had opgevat dat geen tweede kor
tingen zouden worden toegepast plotse
linge en diere teleurstelling moesten te
weegbrengen?
7 Konden en mochten de commandant
en de officieren van de .Zeven Provin
ciën" onbekeDd zijn met de stemming die
onder de bemanning van het schip leefde
vooral nadat zich te Sabang reeds onrust
barende teekenen hadden vertoond?
3 Had de commandant met een aanta'
zyner officieren het schip mogen verlaten
voor een samenziin aan den wal. terwijl hi*
moest weten dat de veest onder de beman
ping verbitterd was?
9 Is het waar dat die commandant twer
keer gewaarschuwd was eenmaal dooT
middel van een raoDort van een politie
ambtenaar die vernomen had dat de be
manning zonder den commandant wilde
uitvaren, en eenmaal door den vlootvoogd,
die hem vermaand had op zyn hoede te
zyn; en dat die commandant desondanks
geen enkelen voorzorgsmaatregel heeft ge
troffen en zelfs de aan boord achterbly-
vende officieren niet ingelicht heeft?
10. Is de regeering dan niet van oordeel,
dat de stemming, waardoor de muitery is
voortgebracht veroorzaakt ls door den zeer
betreurenswaardigen gang van zaken by de
voorbereiding van de saiariskortlngen en
dat de uitereaard volstrekt ontoelaatbare
handeling van de schepelingen die eigen
machtig met het schip zün uitgevaren
niet had kunnen plaats hebben. Indien zy
niet door de achteloosheid van den com
mandant en zyn officieren mogeiyk en
zelfs gemakkelyk was gemaakt?
11. Is het waar dat het schip is uitge
varen en is biyven varen onder de Neder-
landsche vlag; dat van het schip tenmin
ste driemaal op 5 9 en 10 Februari, is
geseind dat men slechts een protestde
monstratie bedoelde geen geweld in den
zin had naar Soerabaia wilde gaan om
een dag vóór aankomst aldaar het schip
aan het wettig marlne-gezag terug te ge
ven. en dat het schip zelfs op 10 Februari,
toen het eskader het ontmoette niet ge-
vechtskiaar was gemaakt? Zoo ja. ziet de
regeering dan niet een groot onderscheid
tusscher. de in zeer afkeurenswaardigen
vorm ondernomen demonstratie en een
muitery, die een poging tot stryd tegen
het Nederlandsch gezag zou hebben be
doeld? Moest met dit onderscheid by het
optreden tegen het schip geen rekening
zyn gehouden?
12. Is het waar. dat eenige korporaals van
de marine te Soerabaja. onmiddeliyk na
het bekend worden van de muitery. op 3
Februari zich by den commandant der
marine hebben aangeboden om met een
vliegtuig naar de „Zeven Provinciën" te
gaan teneinde de muitende bemanning tot
onderwerping te bewegen en dat dit aan
bod is afgewezen? Zoo ja. heeft dan de
commandant der marine eigenmachtig dat
aanbod afgewezen, zonder dat de vloot
voogd de Indische regeering en de Neder
landsche regeering daarmede in kennis
waren gesteld? Is de regeering niet van
meening dat aanvaarding van het aanbod
een kans zou hebben opgeleverd om aan
de muitery zonder bloedvergieten een ein
de te maken?
13. Is het waar, dat het bestuur van het
Verbond van Vereenigingen van Overheids
dienaren op Zondag 5 Februari te Ban
doeng aan den vlootvoogd heeft verzocht
zich draadloos te mogen wenden tot de
bemanning van de „Zeven Provinciën"
met den dringenden raad om naar Oleh-
lueh terug te keeren en zich te onderwer
pen aan het gezag, en dat dit verzoek
nadat het door den vlootvoogd ter kennis
van de regeering was gebracht, eveneens
is afgewezen?
14. Indien de belde vorige vragen beves
tigend worden beantwoord, is de regeering
dan niet van oordeel, dat niet al het mo
gelijke is beproefd om een oplossing met
geweld te vermyden?
15. Hoe riimt de regeering het gebruik
van een bom. uit een bombardementsvlieg
tuig in vredestyd neergeworpen op een
schip met Nederlandsche onderdanen met
de verklaring enkele dagen te voren door
den Minister van Buitenlandsche Zaken in
de Ontwapeningsconferentie te Genève af
gelegd. dat de Nederlandsche regeering het
Fransche voorstel, om het gebruik van
bombardementsvliegtuigen zelfs tegen vy-
andelijke troepen in oorlozstyd te verbie
den. van harte toejuichte?
16. Is de regeering niet van ooi-deel. oat
bil de rechtspleging over de muiters voor
den Krijgsraad in Nederlanasch-Indie de-
z=n den rechtskundigen bystand behoeven
van verdedigers die van de regeering en
van d? militaire overheden onafhankelijk
zijn én wil zii met den grootster scoed be
vorderen. dat dit door een wijziging en
aanvulling van artikel 114 van de van het
jaar 1314 dateerende ..rechtspleging voor
de zeemacht" mogeiyk wordt gemaakt?
DE MINISTER VAN DEFENSIE
ANTWOORDT.
De Minister van Defensie heeft de in
terpellatie beantwoord. Hy zegt nogmaals
de verschyning van een Witboek toe.
waarin alleen zal worden opgenomen, wat
over de zaak bekend wordt. Als de ge
beurtenissen zyn opgeblazen, dan heeft de
socialistische pers daaromtrent allereerst
schuld. Ik sta hier riep de Minister uit
vo.gens die pers als een moordenaar (be
weging), als een verwoester van men-
schenlevens, inplaats van als iemand, die
zyn plicht deed. maar er is meer hart
voor noodig om in h6t alg6m6€n bolang
hard te zyn. dan om een slap beleid te
toonen (Instemming).
De Minister heeft de gevoerde salaris-
politiek verdedigd en ontkend, dat het
personeel de overtuiging moest krijgen,
dat de tweede korting niet zou doorgaan.
De vlootvoogd ontkent onjuiste mededee
lingen te hebben gedaan; een onjuiste
uitlegging van zyn woorden heeft hy on
middeliyk gerectificeerd. Ook is het niet
waar, dat met het bericht van de tweede
korting gewacht is, tot de schepen waren
uitgevaren, want het grootste deel der
schepelingen was nog aan <en wal.
De Minister heeft verder betoogd, dat
hem van een onbewimpelde afkeuring der
muitery door de bonden niets is gebleken.
Twee bestuursleden van het Cambo, aan
boord van „De Zeven Provinciën", zyn na
het uitbreken der muitery met een vlet
naar den wal geroeid; zij hebben 's avonds
de politie gewaarschuwd. De Minister
heeft niet den indruk gekregen, dat de
bonden krachtig zijn opgetreden tegen de
muitery. (Protesten by de socialisten).
De commandant had moeten en kunnen
begrijpen, dat de stemming aan boord
slecht was; hy dacht dat de stemming
wel niet goed, maar toch niet verbitterd
was. De Regeering meent echter, dat de
commandant byzondere maatregelen had
moeten nemen. Hy was inderdaad twee
maal gewaarschuwd: eenmaal door den
commandant der zeemacht, die hem een
waarschuwingstelegram had gezonden.
Daarop had de commandant zyn officie
ren gezegd, waakzaam te zyn (Gelach).
De Regeering is niet van oordeel, dat de
slechte stemming en dus de muitery is
voortgekomen uit de salaris-berichten. Die
gebeurtenissen zyn voortgekomen uit een
verkeerden geest. De muitery is bevorderd
door de omstandigheden, maar de Minister
moet zich zyn oordeel over verschillende
punten voorbehouden in afwachting van
de uitkomsten van het onderzoek.
De uitlating, dat men geen geweld in
den zin had. is in strijd met een bedrei
ging door het achtervolgde schip, dat men
zou schieten, als men dichterby kwam.
Het zich meester maken van een oorlogs
schip is geen demonstratie, maar is mui
tery, en het was overheidsplicht, die mui
terij zoo spoedig mogeiyk te onderdrukken.
Inderdaad zyn eenige korporaals bereid ge
weest naar het schip te vliegen, maar dit
aanbod (evenals het zenden van een tele
gram) is afgewezen, het kon niet worden
aanvaard, want die aanvaarding zou in
stryd met de krijgsmacht zyn geweest.
Een overheid, die zich respecteert, mocht
dat niet doen en mocht niet onderhande
len. Er is niet direct met geweld opge
treden. Er is herhaaldelyk gesommeerd.
Naar die sommaties ls niet geluisterd.
Men heeft aan boord van „De Zeven Pro
vinciën" alle gelegenheid gehad voor een
vreedzamen afloop. De schuld van het
bloedbad ligt allereerst by hen. die den
geest van de menschen hebben bedorven
en in de tweede plaats by de muiters
(Luide Instemming). Het gebruik van de
bom was niet in strijd met het standpunt
te Genève, en het was nog het minst-
schadeiyke wapen, dat men gebruikte:
een torpedo of geschut zou veel erger zyn
geweest. Het zich laten bystaan door een
raadsman naar keuze ls alleen mogehjk
voor krygsraden in Europa; ln Indië mag
men alleen een zee-officier-jurist kiezen,
en deze zal stellig zyn plicht doen zonder
aanzien des persoons. Voor de toekomst
kan overwogen worden, om de bepaling te
wyzigen.
Verdere redevoeringen
De heer Alberda heeft hierna gerepli
ceerd. Een motie verklaarde hy niet te
zullen voorstellen; het Nederlandsche volk
zal by de stembus uitspraak kunnen doen.
De heer Marchant erkende het gebeurde
als een hoogst-ernstig feit, waartegen een
machtige repressie noodig was. Maar toch
is het de vraag, of die bom wel noodig is
geweest. Had de commandant niet eerst
een poging kunnen doen om aan boord
van het schip te gaan? De afgevaardigde
geloofd, dat er dan nog kans op eenvreed-
zamen afloop ware geweest. Intusschen
gaf hy te kennen, dat het aanbod der
korperaals niet kon worden aanvaard. Een
gezag, dat toegeeft, dat het niet met eigen
middelen kan optreden abdiceert. De afge
vaardigde schetste den geest van de marine
en meende dat de organisaties gehand
haafd dienen te biyven, maar de Regeering
dient de zaak in de hand te houden en
zorgen dat zy in de goede richting blyven.
De heer Eerdmans heeft een philippica
gehouden tot de sociaal-democraten, die hij
aanwees als de schuldige bedervers van
den geest op de vloot Jaren-lang hebben
de socialisten in die richting gewerkt, ook
in het parlement, en de gevolgen zyn niet
uitgebleven. De oude. fiere zeemansgeest
is blykbaar verdwenen en voor muitery
heeft men geen hoogere leden dan:
salaris-korting. De sociaal-democraten,
die hier muitery vergoelyken en er zich
niet principieel en onder alle omstandig
heden tegen verklaren, komen in strijd
met ons staatmacht, met hun eed van
getrouwheid aan de Grondwet. Krachtig
kwam de heer Eerdmans op tegen het
systematische streven der Sociaal-demo
craten, om alles wat nationaal is ver
dacht te maken. moet tegen dat streven
voortaan worden opgetreden door de
Overheid, niet met kleine middelen, die
ergernissen doen ontstaan, doch met een
rechtvaardig en sterk gezag.
In het verdere debat heeft de heer
Tilanus als zyn meening te kennen ge
geven. dat er aan verschillende kanten
fouten zijn begaan, en dat op de vereeni-
gings-bestuurders vee! schuld rust: heeft
de heer van Rappart de noodzakelijkheid
van een grondige reorganisatie der marine
bepleit; heeft de heer Wlinkoon opnieuw
ziin sympathie met de muiters betuigd en
dè heer van Dis meer maatregelen ge
vraagd tegen revolutionaire lectuur.
Nadat de Minister erkend had. dat er in
de verhouding tusschen officieren en
manschappen nog wel iets te verbeteren
valt. diende dc heer Alberda alsnog een
motie in. waarin de Regeering wordt ult-
genoodigd de wetswiizlging inzake bijstand
van schepelingen door burgerjuristen zoo
sooedig mogelijk tot stand te brengen.
Hierover wordt heden gestemd.
HAGENAAR.
ONZE TELEFOONNUMMERS:
(op 2 lijnen)
DE JUWEELENDIEFSTAL BIJ
DR. PHILIPS.
Tegen den medeplichtige 2'/i jaar
gevangenisstraf geëischt.
Gistermiddag stond voor de Haagsche
Rechtbank terecht de 23-jarige Oosten-
rykschen schoenmaker A. M„ gedetineerd
ln het Huls van Bewaring, die op 22 Nov.
van het vorige jaar op den Schenkweg
werd betrapt by het vervoeren van ju-
weelen, die op 24 Juni 1932 ten nadeele
van dr. ir. G. L. F. Philips uit het flat
gebouw aan de van Hogenhoucklaan 60 te
Den Haag werden ontvreemd. Bovendien
werd verdachte ten laste gelegd, dat hy op
24 Juli opzettelijk behulpzaam is geweest
by den door L. D. gepleegden diefstal, door
op den ultkyk te staan, teneinde D. voor
ontdekking te vrijwaren.
De verdachte D. is inmiddels door de
Oostenrijksche Justitie veroordeeld tot 1
jaar zware kerkerstraf.
Getuige dr. ir. Philips vertelde hoe de
inbraak ontdekt was. De vrouw van den
huisbewaarder J. verklaarde dat er alleen
by den hoofdingang een portier is. Wel is
er een achteruitgang, waarvan de deur
gewoonlyk aan stond.
Verdachte ontkende in het gebouw te
zyn geweest.
President: Maar verdachte D. heeft uit-
drukkeiyk verklaard, dat u met hem
samen binnen is geweest.
Verdachte: Dat zegt hy nu. omdat hy
er is ingeloopen!
Een agent van politie gaf als getuige
eenige inlichtingen omtrent den toestand
zooals hy dien aantrof, nadat hem deze
inbraak ter kennis was gebracht.
Dc Inspecteur van politie Bouwhof, die
in deze zaak het onderzoek leidde, ver
klaarde evenals de vorige getuige, dat er
geen sporen van braak gevonden zyn.
De inspecteur Amiabel. die M. aanhield,
verklaarde dat hy na fouilleereing de
sieraden en het geld op dezen heeft be
vonden. Door het vocht was het bankpa
pier dermate aaneengeplakt, dat de waarde
en de hoeveelheid daarvan eerst later kon
den worden vastgesteld.
Na onderzoek ln het perceel Schenkweg
kwamen ook de Engelsche ponden onder
den vloer van de keuken te voorschyn.
Vervolgens had het verhoor van ver
dachte plaats Deze erkende met D. be
kend te zijn geweest. D. was op 24 Juli
niet meer ln dienst van de fam. Philips.
M ontkende te voren met D. een af
spraak te hebben gemaakt om samen by
ir. Philips in te breken. Wel had D. hem
zyn voornemen daartoe reeds eerder ken
baar gemaakt. Op den bewusten Zondag
middag zijn beide mannen naar de van
Hogenhoucklaan gegaan. D. is daarop het
gebouw langs de achterzyde binnenge
gaan. terwyi hy te voren had afgesproken,
dat M. zou fluiten zoodra er onraad was.
Na 15 a 20 minuten kwam D. naar bui
ten. Hij droeg toen een pakje by zich,
terwyl ook de zakken van zyn kleeren
uitpuilden. Het pakje was nogal zwaar,
doch M. ontkende geholpen te hebben dit
te dragen.
De gestolen buit werd vervolgens naar
een perceel aan den Schenkweg vervoerd,
waar men die onder den vloer van de
keuken begroef.
Kort daarop arresteerde de politie beide
mannen, als verdacht van deze diefstal,
doch na eenigen tyd werden zy wederom
vrijgelaten.
Verdachte verhaalde daarop van zyn
verdere afspraken met D„ die naar
Oostenrijk terug wilde, doch er bezwaar
tegen had dat M. meeging. Na hun uit-
wyzing is M. teruggekomen en stelde zich
in verbinding met zyn vroegeren patroon,
ten einde weer toegang tot het vroeger
door hem bewoonde perceel te krijgen.
Pres.: U wilde natuurlyk alles in veilig
heid brengen?
Verdachte: Als myn patroon voorgesteld
had alles naar de politie terug te bren
gen, zou ik dat hebben gedaan.
Pres.: Waar wilde u heen met den buit?
Verdachte: Dat weet ik niet: ik werd
onmiddeliyk gearresteerd.
Mr. Polman, requisitoir nemend, herin
nerde aan het vroeger optreden van M.,
die met de vuist op tafel slaande be
zwoer onschuldig te zyn. Volgens spreker
staat de medeplichtigheid aan dezen dief
stal vast en is M. derhalve daaraan
schuldig.
Ondanks de ontkenning van verdachte
meende het O. M. dat alle elementen van
medeplichtigheid aanwezig waren. Met
het oog op de vroeger en ook thans door
M. aangenomen houding meende spr. een
strenge straf te moeten vragen. Verdachte
heeft van de hem hier te lande als
vreemdeling verleende gastvrijheid mis
bruik gemaakt
Ten slotte eischte de officier tegen ver
dachte 2'/t jaar gevangenisstraf.
Mr. Moresco. de verdediger, verzocht by
schuldigverklaring veel lichter te straffen.
Uitspraak op 21 Maart.
Overzicht onzer belangrijk
Veemarkten.
De slag die wederom werd toeeehi
aan onze melkveehoudery doordat
de kaasexport naar Duitschland
zeer belangryk wordt verlaagd zal
zelfsprekend ook weer zyn stempel
op het veemarktleven Inclusief
pryzen van het gebruiksvee Zij zyn
abnormaal laag en we dachten reedi
kan haast niet minder worden, doel
vreezen nu dat ze nog verder zullen
len, hetgeen haast onvermijdelijk
slachtveepryzen staan aan het
dezer week al weer op iets lager nli
We noteeren van 3550 cents pet
geslacht. By uitzondering wordt een
kwaliteit Jong rund 68 cents hoogei
kocht doch dit ls slechts sporadlscl
geval. De boer zyn veestapel Is due
geen bezit meer.
Inkrimping zal het eenige redi.
zyn en hiertoe zal men noodgedwi
over moeten gaan. Het gekste ls
er over de grenzen zooveel ls te plai
In de meeste landen en wel vro
groote afnemers van ons vee zijn de
zen veel hooger, doch men maal
import door hooge tarieven en contii
teering eenvoudig onmogelijk, i
houdt zich lang goed, betrekt nog.
vee van ons. Meestal jong vee, wat
ook nog tameiyk wordt betaald,
het ls niet voldoende om hier de pi
te redden. Onze welders durven haas.
niet te koopen. De magere koeien zij
verhouding tot de vette nog te
Vooral de goedsoortlge magere si
koelen zyn ln deze verhouding te
Men brengt een vet beestje van 700
ter markt, ontvangt meestal nog
f. 150 en moet het voor een beste vaift'en I
weer betalen. Deze handel staat dus§om hi
vast.. Versche melkkoeien waren gis
haast onverkoopbaar. Meerdere
jonge pasgekalfde koeien brachten sli
f. 100 per stuk op. JfM
De vette kalveren werden behojgn wc
prijshoudend verhandeld; terwijl va sier
nuchtere geen prys was te maken i. er v
f. 3 per stuk was zoo de gemiddelde pi p ult<
In de schapen was het weer wat kal^k on
Concenten loopen weer ten einde. 8
verwachten we weer eenige verbek
De export naar Marokko zal naar we
nemen als proef nog worden voort
en misschien ook nog wel met Texe
soorten, zoodat er misschien hier
Leldsche markt nog aankoopen
gedaan.
De varkensprijzen bleven stabiel, flioorki
jevoi
met
oren
mee
tsblac
Ut v:
en. D
di
de
enko
Mini;
de
Ite z
intie
<n g'
ha
idsve:
mie
lijn
er bl
hi
Minis
tas
JUNI
erk
Ikens
Kar
k
pet be
va:
he
Tegi
irer h
er e
len,
ilng
lenta
gebri
(Memoi
jtevoelc
'ilde li
ziet
ten.
bU
Ie m
de tot
hebbe
;el ni
de eei
■er h(
ln de
de I
het t
een ls
o Is, o
»er hi
hen 1
verkri
tot i
denk'
aan:
en ge
in
plate
Ta; is
in
altree
15 cent per pond. Het goedkoope
vleesch werkt vanzelfsprekend rem
op de varkensprijzen, anders zouden
ongetwyfeld al weer Iets gestegen
VAN DER
HAAGSCHE POLITIERECHTER
Ook in Alphen wordt een strijd
schen amateurs en professionals gt
den en wel op het gebied der visset
De kruidenier was des Zondags t
Tocht gaan visschen en het toeval v
dat ook Janus, de beroepshengelaar,
lyntjes in dit gezellige watertje had
geworpen. Beiden hadden het heel
kunnen vinden, deelden de koffie e
geurige sigaartjes broederhjk, totdi
snoek ten tooneele verscheen. Des
ruchte roover in de zoete Holiani
wateren, belust op een Zondagsch h:
beet in een regenwurmeen roodi
dobber ging onder.
„Da's mijnl" riep de beroepshengi
verheugd.
„Dat wou je wel, hè", voorkwam dek
denier, die. even duidelyk als hij
krent in een bak meel kon onderschei
zyn dobber uit het leger vroolyke kar
van zijn collega herkende.
„Wop jy 't nu beter wete as m
dreigde de professional. Eén ding ve
hij echterzyn concurrent had op
missen met zijn amateurschap de berc
beukers overtroffen op het hoofd van
Dit moest de goede visscher ook op
vinden.... zyn arm professialhoold
deerlijk gekneusd door de amateursv
Zeven gld. moest de kruidenier afwe
„Direct betalen", riep hy bly.
Boter by de visch! (Vad,
EEN OPLICHTER.
los
ge
tide
met
ur
Mii
z:
ring
geer
inde
hi
de
Gisteren stond voor de Arrondissema
Rechtbank te Almelo terecht de 41-jsT
B. B. zonder vaste woon- of verblijfphj
thans gedetineerd te Haarlem, die betf
ken is by de schaking te Losser, het ven]
jaar gepleegd.
B. heeft daar een meisje .na val
voorspiegelingen omtrent een huwelijk
hy met haar wilde sluiten, met zich r
weten te lokken. Na een week werden 5
den op verzoek te Bergen op Zoom aar.1
houden. Toen B. Twente bezocht heeflj
tevoren een familie te Wierden ocgo|
door eveneens haar dochter voor te
gelen, dat hy met haar in het huw
wilde treden. Deswege stond B. thans!
terecht. Tegen B„ een bekende recidiT
werd 3 jaar gevangenisstraf geëischt.
iel
har
sint
::n i
na
jat
mee
21
r
I Vol
Mi
kop
Pi
'c
J da
('tel
197. Maar Pietje de Bie was een echte bengel en In-
plaats van naar school, ging-ie de étalages bekyken er
begon kattekwaad te verzinnen. Toen le een agent met
zyn lange sabel aan zag komen, goo'de Pietje plotseling
zyn boekentasch voor de voeten van den agent en deze
viel holderdebolder op den grond Maar Pietje zou boeten
voor zijn ondeugende streek, want
193. Toen de agent ontdekte, dat niemand anders drn
het zoontje van De Bie hem had laten struikelen,
ie Pietje vast en bracht hem naar het -riitiebureau waa
de bengel in een donker hok voor erge misdadigers
opgesloten. Eerst laat in den nacht mocht Plette aaa
zijn korf, waar vader hem met een stok opwachtte.