2 - De Rijksdagverkiezingen in Duitschland FEUILLETON. De roode Vulpenhouder Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad „Zeker niemand geweest?" vroeg hij als naar gewoonte, terwijl hij zijn pijp stopte. „Wie zou er geweest zijn?" antwoordde zijn vrouw bits. „Er gebeurt hier naar mijn weten nooit iets!" Mrs. Gunnet was twintig jaar geleden in Glasgow in dienst geweest en, zooals zij dikwijls zei, zei kon maar niet wennen aan zoo'n dood plaatsje ais Keys. Gunnet strekte zijn beenen behagelijk naar den warmen gloed van het vuur uit. „Er gebeurt genoeg voor mij, al is het voor jou dan ook altijd hetzelfde," zei hij tevreden. „Er is een groote boom omge vallen in Fannings weide, en vóór het morgen is, zullen er wel meer zijn als 't zoo doorgaat. Ik had niets anders te doen dan mij overeind te houden in den wind bij de Vier Hoeken, en hij blies mij heerlijk naar huis toe. Oei, sluit de deur als je blieft!" Hij graaide naar de kranten, die door een windvlaag van de tafel en dwars dooi de keuken dwarrelden. Zij werden ge volgd door een half leeg pakje tabak, dat hij tevergeefs trachtte te redden. „Sluit die deur toch!" riep hij, met zijn hoofd half onder tafel. Toen hij weer overeind kwam, kreeg hij den bezoeker in het oog. „Neem mij niet kwalijk, mr. Leslie, ik zag niet, dat u het was. Daar de buiten deur vlak tegenover deze kamer is, komt de wind er wat hard in." Maar mrs. Gunnets scherpe oogen had den iets ongewoons in de manieren van den bezoeker ontdekt. „Is er iets niet in orde, mijnheer?" viel zij in. „Komt u voor George?" De nieuwgekomene knikte. Hij hijgde van de haast, waarmee hij had geloopen en zijn gezicht was grauwbleek onder de gewone bruine kleur van een man, die in de open lucht leeft. Toen hij sprak deed hij dat op een harden, drogen toon, alsof hij vreesde, anders misschien de macht over zijn stem te zullen verhezen. „Hoor eens. Gunnet, je moet met me mee naar de hoeve. Daar is iets gebeurd." Hij zweeg, daar hij blijkbaar niet voort wenschte te gaan in het bijzijn van mrs Gunnet, die hem met groote, ronde oogen nieuwsgierig aanstaarde, Gunnet stond langzaam op. „Is er wat aan de hand, mr. Leslie?" vroeg hij. „Het is werkelijk een stormach tige avond, maar als u mij heusch noo- dig hebt Leslie stootte een schel lachje uit, dat in een soort gekraai eindigde. Het was dui delijk, dat hij zich met geweld bedwong. „Noodlg main?" Weer beheerschte hij zich. „Het spijt mij, Gunnet, maar ik vrees dat ik je van je avondeten weg moet halen. Ik zal hem niet langer houden, dan beslist noodzakelijk is, mrs. Gunnet", ver volgde hij, toen zijn oog op het maal viel, dat zij juist bezig was op te dienen. Gunnet heesch zich met weerzin in zijn jas en knoopte die toe, zijn oogen op het onthutste gezicht van zijn bezoeker ge richt. „Kijk eens, mijnheer," zei hij op gewich- tigen toon, „het is beter, dat ik er alles van weet. U kunt gerust in bijzijn van mijn vrouw spreken. Zij weet wanneer zij zwijgen moet." Leslie greep de leuning van den stoel vast, waarachter hij stond. Zijn keel scheen plotseling droog te zijn geworden. „Er is een vrouw daarginds op de hoeve, in mijn zitkamer," zei hij met onnatuur lijk kalme stem. „En zij is dood." Zwijgend staarde Gunnet hem een oogenblik aan, daarna haalde hij met een bureaucratische aanmatiging, die bijna belachelijk afstak tegen zijn gewonen, vrijen, opgeruimden aard, zijn aanteeken- boekje te voorschijn. „Een vrouw?" Wie is zij?" „Dat weet ik niet! Ik heb haar voor zoo ver ik weet, nooit eerder gezien. Ik vond haar, toen ik vanavond thuis kwam." Gunnet haalde zijn overjas van den haak en slipte er langzaam in. „Houd de rest maai- voor u. tot wij er zijn. En jij, mondje dicht, moeder," voegde hij er basch bij, terwijl hij naar buiten stapte. „Er is hier niemand om tegen te praten dan de kat," stribbelde mrs. Gunnet tegen, „en die antwoordt niet." Zij had dien avond echter geen reden tot klagen over het dorpje Keys. Zelfs in Glasgow had zij nooit zulk een avond vol afwisseling doorgemaakt. Gunnet's thuis komst en zijn vertrek een uur later werden gevolgd door de komst van een sergeant en een agent van Whitbury, het stadje, waarheen. Gunnet had getelefoneerd. Aan mrs. Gunnet werd de gewichtige taak op gedragen hun den weg uit te duiden naar John Leslie's hoeve, en zij zou er heel wat voor over hebben gehad als zij met hen had mogen meegaan. Gunnet liet hen binnen, toen zij op de boerderij kwamen. John Leslie stond vlak achter hem, en het ontging hem niet, dat de sergeant bij' het binnentreden een scherpen onderzoe kenden blik op hem wierp. „Heb je den dokter opgebeld?" was zijn eerste vraag. „Ik kreeg hem niet aan de telefoon, mijnheer," verklaarde Gunnet. „Hij was uit, maar ik liet de boodschap voor hem achter, bij zijn terugkomst onmiddellijk hier te komen, om het lijk te schouwen." Hoe somber hij ook bestemd was door de heele onaangename geschiedenis, kon Les lie toch een inwendig lachje niet onder drukken bij het aanhooren van den als herboren Gunnet. De gemoedellijke, bijna babbelachtige dorpeling had zich reeds met de majesteit van de wet omhuld en drukte zich dienovereenkomstig uit. Gunnet voerde hen naar de zitkamer. Voordat Leslie zoo haastig naar de politie was gegaan, had hij de lamp op den schoorsteenmantel neergezet en daar brandde zij nog en verlichtte de schrijf tafel met haar tragischen last. iWordt vervolgd), ONDERZOEK NAAR WAPENS in Berlijn. De politie onderzoekt voorbij gangers naar wapens in -de Koslinerstrasse. EEN' N A nONAAL-SO CI A LI STIS OH PRO- PAGANÜA-VXIEGTUIG stortte te Ber lijn op een kraan. De piloot bleef ongedeerd. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van Molly Thynne, door A. W. v. E.v. R. HOOFDSTUK II u,. een gegrom van voldoening bukte George Gunnet zich en knoopte de veters van zijn tweeden J>as in zijn beste oogenblikken al C JÏÜÏ1 van snel handelen, en nu was •«elli» keuken met het brandende streelende geur van geroos- ook wel geschikt, traagheid te s luist van zijn laatste ronde thuis en voor iemand, die pas uit den avond van buiten kwam, een vredige, weelderige I ïTv 4, 2Gn uniformjas over een stoel _C5 ei op zijn gemak in zijn overhemd mrs. Gunnet, die met gjwijvigheid bezig was het avondeten e aaien, dat hij, naar hij voelde, ■tn verdiend had. Voetbalwedstrijd HollandHongarije. Hongaren wonnen met 2—1. Moment voor het Hongaarsohe doel. Rijkspresident von Hindenburg stemt. 0 °D Hindenburg bij het verlaten van een stemlokaal, na het uitbrengen van zijn stem bij de Rijksdagverkiezingen. JIM MOLLISON na zijn geslaagde Oceaan- vlucht bij aankomst op het Palomar"- vliegveld te Buenos Aires. BE DOOR DE BERLIJNSCHE POLITIE haar in verband met de brandstichting in lander, op wien papieren ten name van v. ziet is het portret gelijk aan het di VERSTREKTE FOTO van den dooi- het Rijksdaggebouw gearresteerden Hol-< d. Lubbe gevonden werden. Zooals men ïzer dagen door ons gepubliceerde. UIT DE>T WEDSTRIJD HOLLAND—HONGARIJE in het Amsterdamsch® stadion. Het eerste Hongaarsohe doelpunt. Van der Heulen heeft 't nakijken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5