Haag
'nses Juliana in den
terug - Verraad van militaire
stukken
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
MYSTERIE VAN HET
DIAMANTEN KRUIS
wen in zijn zak. Daarop knoopte hij zijn
jas scheet dicht, om zich een slordlig
uiterlijk te geven (in gewone omstandig
heden was er geen netter man ter wereld
dan de kolonel), stak naar de andere zijde
van de straat over en hield toen twee
menschen in het oog, inplaats van een,
want Aaron Grafton was hem intusschen
voorbij geloopen, zonder op hem te letten.
De vrouw was nog in het gezicht en
vóór zij bij het station was, kwam de man,
aie haar het briefje gestuurd had, haar op
den weg tegemoet. De kolonel zag Aaron
Grafton achter een boom neerhurken.
„Hij wil evenmin gezien worden!"
dacht hij.
Op zijn eenvoudige, doch doeltreffende
vermomming vertrouwend, dreef de kolo
nel zijn stoutmoedigheid zoo ver, zich bin
nen het gehoor van den man en de vrouw
te wagen. De laatste was stokstijf blijven
staan, toen zij den man naar zich toe zag
komen.
„Wij kunnen hier niet praten!" zei de
briefschrijver. „Loop je een eindje met
me mee?"
Zijn stem klonk snijdend en scherp als
staal en elk zijner bewegingen verried be
dwongen wreedheid.
„Het zou niet verstandig zijn als men
mij hier met jou zien praten!" antwoordde
de vrouw zacht. „En je kunt gerust geloo-
ven, dat ik nooit meer met jou samen ge
zien zal worden. Alleen de belofte, die je
in je briefje deed, bracht mij er toe hier te
komen. Zul je doen, wat je beloofd- hebt,
als ik een eindje met je meeloop?"
„Ja. Het is voor mij even onplezierig als
voor jou, maar het kan nu eenmaal niet
anders. Kom!"
Hij raakte haar niet aan en draaide zijn
hoofd bij het spreken maar half naar
haar toe. Hij scheen zich met kracht te
beheerschen en het leek wel, of zij voor
hem terug schrikte. Weer keek zij om naar
de bijna donkere straat, alsof zij er zich
van wilde vergewissen, dat er een weg
was, waarlangs zij kon ontsnappen en
iemand dicht bij haar, op wiens bescher
ming zij kon rekenen.
„Wees maar niet bang! Ik zal er óók bij
zijn, als jullie samen praten!" fluisterde
de kolonel in zichzelf.
„Zullen wij de Heights op wandelen?"
stelde de man voor. „Daar zullen we niet
gestoord worden en
„De Heights op?" vroeg zij ontsteld.
„Waarom niet?" vroeg hij. De kolonel
liep wat langzamer en hoorde de woorden.
„Omdat je er vroeger in je vroeger
altijd liep verbeterde hij vlug, „is dat
toch geen reden, er niet heen te gaan,
wel?"
„Alleen de herinneringen!" Haar stem
klonk heel diep.
„Herinneringen? Bah!" Het was, alsof
hij die woorden als iets bitters uitspuwde.
„Vooruit!" Zijn stem klonk ruw.
De vrouw keek hem een oogenbük aan.
Haar oogen flikkerden achter haar sluier.
Daarna volgde zij hem. De kolonel liep
hen voorbij, slofte nog eens naar den
overkant van de straat en bleef achter,
zoodat hij hen kon volgen.
Het paar liep buiten het dorp om naar
een heuvel, die plaatselijk bekend stond
als de Heights, waar een groepje boomen
stond. Aan den voet van den heuvel
stroomde een riviertje, dat op één plaats
een diepe insnijding had gevormd, waar
door een steile rotswand was ontstaan.
Op de plaats, waar de stroom een stuk van
den heuvel had weggenomen was een
kloof, waarvan de bodem rotsachtig was,
zoodat het water er in draaikolken schui
mend doorheen bruiste. De Heights was
de geliefkoosde plaats van bijeenkomst
voor verliefde paartjes, en er waren vele
aardige, gezellige plekjes. Men kon bijna
met zekerheid zeggen, dat deze plaats ver
laten was, als de avond viel, ofschoon, als
de maan scheen, het gemompel van stem
men zich scheen te vermengen met het
geluid van het bruisende water in de
kloof daar beneden.
„Ja, het is een rustig plekje voor een
onderhoud!" dacht de kolonel.
De man en de vrouw liepen voort. Ach
ter hen aan kwam de bespieder en daar
achter Aaron Grafton. Het paar beklom
den heuvel, zonder te vermoeden, dat er
nog iemand anders aanwezig was dan zij
zelf. Langzaam verdwenen zij in de scha
duw der boomen. Beiden bleven even stijf
en onwelwillend. Eindelijk bleef de vrouw
bij den rand van de kloof, waar het bosch
dichter werd, staan, en keek den
man aan.
„Dit is ver genoeg?" zeide zij en keerde
zich zoo, dat het snel verdwijnende licht
uit het westen op haar sluier viel. Zij
sloeg hem niet op.
„Ja, het is ver genoeg!" zei de man, en
er klonk een spottende toon in zijn stem.
Te ver misschien! Maar
„Ik ben hier niet gekomen, om over iets
anders te spreken dan over de zaak, waar
over je in je briefje schreef," viel de
vrouw in. „Heb je mijn diamanten mee
gebracht, zooals je beloofd hebt?"
„Ja." Zijn stem klonk even koel als de
hare.
„Geef ze mij dan en laat mij gaan. Ik
weet niet, waarom ik er in toestemde, je te
ontmoeten, of het moest zijn, omdat je
zei, dat je ze mijn alleen persoonlijk wilde
geven. En dan nog weet ik niet, waarom
ik kwam! Ik
„Misschien door de herinnering aan
vroeger dagen?" hoonde de man.
„Dat niet!" antwoordde zij bitter,
„nooit!"
„Dan niet!" ging hij voort, terwijl hij
zijn schouders ophaalde. „Maar- ik heb je
een en ander te zeggen en ik wil niet, dat
het heele dorp er over babbelt. Er zijn
hier te veel menschen, die mij kennen en
daarom houd ik mij liefst zooveel mogelijk
achteraf."
„Zeg dan gauw, wat je te zeggen hebt!
Geef mij mijn diamanten, waarop ik
recht heb en laat mij gaan! Dat is alles,
wat ik vraag."
.(.Wordt vervolgd),
de vrouw voortliep, draaide zij
en dan om en keek de straat
i langs, waar het hoe langer hoe
werd.
oogenbük voelde de kolonel wan-
o in zich opkomen,
zij mij gezien hebben?" dacht hij.
keek hij achter zich en ontstelde,
iemand anders niet ver achter
dat zijn!" riep de kolonel uit.
is Aaron Grafton," vervolgde
—■o. „Hij is zeker bij haar thuis
eest en zij heeft hem gevraagd haar
™|en, om zeker te zijn, dat haar niets
overkomt. Een beetje dwaas van
onder deze omstandigheden, maar als
man verliefd is
■TiJk de schouders op en grijnsde.
öet!,,m°eti oppassen, dat hij mij
een boom en zette een
hij droeg altijd
er eenige opgevou-
HET CARILLON IN DEN TOREN DER NED. HERV. KERK TE NIJKERK heeft een langdurige restau
ratie ondergaan. Enkele klokken van het carillon.
VAN MILITAIRE STUKKEN. In de Tower te Londen
gevangen gehouden luit. Baillie Stewart, die verdacht wordt
verraad van militaire stukken. De gevangene op de Tower-
binnenplaats, met een officier van de Goldstream Guards.
DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN ZWOLLE dr. J. E. baron de Vos van, Steen-
wijk, is op plechtige wijze geïnstalleerd.
BEUG VERSCHUIVING TE CHARLEROI.
Gezicht op de huizen, die binnenkort ontruimd
moeten worden voor de verschuivende steen
massa's.
bet Engelsch van Chester K. S. Steele
door A. W. v. E.v. R.
RINSES JULIANA UIT ZWITSERLAND IN DE RESIDENTIE
RUGGEKEERD. De Prinses bij aankomst aan het Staats
spoorstation in den Haag.
DE TOWER-GEVANGENE
luit. Baillie Stewart, ver
dacht van verraad van mili
taire stukken.
VÊÊËSBMËÊw^ V.
MET GASMASKERS DOOR DEN BOSCH.
De artillerie-af deeling te den Bosch
maakte een rit door de stad met de gas
maskers voor.