ireigende Regeerings-crisis.
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 10 Februari 1933
Vierde Blad
No. 22361
flict tusschen Regeering en
Tweede Kamer.
^rband met bezuiniging op
anken en Kantongerechten.
mjster van Justitie heeft zijn
werp tot opheffing van 4 recht
en 40 kantongerechten gisteren
weede Kamer verdedigd.
Minister Dunner.
ad zich daarbij tot taak gesteld, de
door hem in de stukken ten
|van het voorstel aangevoerd, nog
der uit te werken en aan te vullen.
uiteen, dat ook op dit gebied be-
noodzakeüjk is, doch dat de
elde maatregelen in geen enkel
J onze rechtspraak zullen benadee
lt bezwaar van den afstand achtte
ister niet juist. Vroeger waren de
nog veel grooter. Bovendien
bepaalde colleges ook zittings-
I gaan houden in andere plaatsen
e, waar ze gevestigd zijn. Dat met
|iet contact tusschen kantonrechter
«tenen verloren zou gaan door den
verklaarde de Minister evenmin
:n beamen. De kantonrechter-
behoort trouwens reeds tot het
en de figuur hdd trouwens be-
Ook plaatselijke belangen mogen
verwegend zijn; slechte de goede
ledeeling overweegt. Bovendien is
ekenis van een rechtbank voor een
ite zeer overdreven, oordeelde de
r. Ook in 1877, toen enkele recht-
werden opgeheven, is voorspeld
betrokken steden zeer zouden
benadeeld, maar hiervan is naar
ister met verschillende voorbeelden
en niets uitgekomen.
Excellentie gaf toe, dat de voor
opheffing beteekent een zekere
tratie van rechtsbedeeling, maar
ntralisatie is zij niet.
llnsiter wees er echter op, dat, ook
len er tegen het wetsontwerp enkele
en overblijven, daartegenover staat
idzakelijkheid der bezuiniging. Hij
d de opposanten, die hebben aan-
i, dat de bezuiniging wel geringer
n dan de Regeering had becijferd;
itreed ook, dat uitbreiding van het
rechters en vqn de ge-
noodlg zal zijn; hij be
streed evenzeer, dat de bezuiniging
ook op andere wijze zou zijn te bereiken.
In verband met dit laatste liet hij allerlei
denkbeelden, in het debat geuit, de revue
passeeren, om ze tevens stuk voor stuk
af te wijzen. Het zou daarom, volgens den
Minister, niet verantwoord zijn, op een be
studeering van die denkbeelden door een
commissie dit wetsontwerp te laten wach
ten. Met kracht kwam de Minister op tegen
het verwijt, als zou bij de handhaving van
eenige rechtbanken en kantongerechten,
na de verschijning van het Voorlooplg
Verslag, bevoorrechting van bepaalde stre
ken hebben plaats gehad. De zaak is niet
locaal, maar centraal bekeken.
De Minister besloot met de mededeeling,
dat de Kamer, door de verwerping van
het wetsvoorstel, een zeer zware verant
woordelijkheid op zich zou laden, aange
zien het ontwerp een integreerend deel
uitmaakt van het bezuinigingsplan der
Regeering.
Welnu
deze verklaring kon, in eenigszins om
hulde termen, de kabinetskwestie, betee-
kenen.
Mr. Boon.
De Minister voegde er bij, dat de aan
neming van een schorsings-motie voor
hem gelijk zou staan met verwerping van
het wetsontwerp.
Hierna zijn langdurige replieken ge
volgd, waarbij de heer Schaper er krachtig
tegen protesteerde, dat de Regeering „ter-
wille van deze ongelukkige bezuiniging" de
kabinetekwestie had gesteld en daardoor
speculeerde op de zwakheid van leden, die
nu wellicht om politieke redenen voor dit
ontwerp zouden stemmen. Maar de Mi
nister handhaafde zijn houding en stelde
daarbij in het licht, dat hij als lid der Re
geering verplicht was, tot de bezuiniging
het zijne bij te dragen. Het is niet waar
schijnlijk zoo zeide hij dat het kabi
net in de verwerping van het wetsontwerp
of in de aanneming van een motie niet
zal kunnen berusten.
Nadat de Minister aldus opnieuw, en nu
in zeer concreten vorm, de kablnets-
kwestie had gesteld, diende de heer Boon
een motie in, waarin de Kamer verklaarde
een bezuiniging in den voorgestelden vorm
ongewenscht te achten en dus de behan
deling van het wetsontwerp te schorsen.
Dadelijk hierop verklaarde de heer
Snoeck Henkemans, dat de Christelijk-
Historischen zouden stemmen vóór de
motie, en dat zij de Regeering tijdig had
den gewaarschuwd. Hij protesteerde er
met klem tegen, dat het kabinet in deze
moeilijke en gevaarlijke omstandigheden
op deze vrij onbelangrijke zaak de kabi-
nets-kwestie heeft gesteld en de vrijheid
der Kamerleden aanrandt De heeren Go-
seling en Beumer bestreden de motie, de
heer Marchant verdedigde haar: laatst
genoemde vond het stellen van de kabi-
nets-kwestle ln deze omstandigheden zoo
dwaas, dat hij vroeg of het soms een aar
digheid was geweest. Ook mr. Knottenbelt
protesteerde tegen den dwang, door de
kabinetekwestie op de Kamer geoefend,
en mej. Katz kwam Verontwaardigd op
tegen enkele kleineerende uitlatingen van
mr. Beumer jegens de voorstanders der
motie.
Aan het eind der replieken riep de heer
Wijnkoop uit, dat hij met genoegen zou
meewerken om de Regeering te torpe-
deeren.
Hierna werd de motie-Boon (wèl bezui
niging, maar niet deze) met 51 tegen 38
stemmen aangenomen.
Vóór de linkerzijde, de Christelijk-Histo-
rischen, de Staatkundig-Gereformeerden
en de Hervormd-Gereformeerde.
Onder algemeene beweging gaat de Ka
mer uiteen. HAGENAAR.
Alle gevolgtrekkingen voorbarig
- Heden geen Kamerzitting.
Naai- het Ned. Correspondentie Bureau
uit inlichtingen uit de beste bronnen ge
bleken is, zijn alle gevolgtrekkingen ten
aanzien van de regeering, verbonden aan
het voorgevallene in de Tweede-Kamer
vergadering van gistermiddag, voorbarig.
Met name de conclusie van ontslag van
het kabinet is absoluut in strijd met de
waarheid
Het Corr. Bur. verneemt verder, dat
H. M. de Koningin, die. zooals men weet,
in Zwitserland vertoeft, gistermiddag te
legrafisch op de hoogte is gebracht van
hetgeen in de Tweede Kamer voorgeval
len is.
De voorzitter van de Tweede Kamer
heeft gisteravond van den minister van
Binnenlandsche Zaken voorzitter van den
Raad van Ministers, het verzoek ontvan
gen om, in verband met het beraad van
het Kabinet, naar aanleiding van de aan
neming in de vergadering van gisteren
van de motie tot schorsing van de beraad
slagingen over de wetsontwerpen tot be
zuiniging door gewijzigde indeeling van
de rechtsgebieden en opheffing van een
aantal rechtbanken en kantongerechten,
de verdere behandeling van aangelegen
heden, bij welke de aanwezigheid van één
of meer leden van het kabinet gevorderd
wordt, voorloopig te schorsen.
Tengevolge van dit verzoek is de open
bare vergadering van heden niet doorge
gaan en zal tot nader bericht geen open
bare vergadering worden uitgeschreven.
De Koningin keert heden in
Den Haag terug.
H. M. de Koningin die, zooals men weet
in Zwitserland vertoeft, is gisternamiddag
telegrafisch op de hoogte gebracht, van
hetgeen er in de Tweede Kamer voorge
vallen is.
Naar wij vernemen, heeft
H. M. in verband met de politieke situatie
haar verblijf in Lenzerheide beëindigd.
H.M. is op de terugreis en wordt heden
in Den Haag verwacht-
Wat de bladen zeggen.
In een artikel over de dreigende regee-
ringscrisis zegt de „Maasbode" dat de
Kamer haar onwil of onmacht om te be
zuinigen getoond heeft. Het woord zal
naar wij verwachten, aldus het blad, ge
geven worden aan de kiezers en deze ver
wachting baseeren wij mede op Minister
Donner's verklaring in tweede instantie.
Want Z. Exc. zelde toen niet, zooals ge
bruikelijk is te doen, dat bij aanneming
der motie het kabinet nigt meer de ver
antwoordelijkheid kon dragen, maar dat
het zich daarbij niet zou kunnen neer
leggen.
Zelfs indien zich momenteel geen bui
tengewone precaire geschiedenis afspeelde
in het Rijk overzee, die het aanblijven
van de regeering dringend noodig maakt,
zou in de gegeven omstandigheden Ka
merontbinding nog de voorkeur hebben
boven het heengaan der Regeering, nu
beide het oneens zijn over den, in 's lands
belang te volgen weg. Het lijdt voor ons
geen twijfel of het kabinet zal de Kroon
adviseeren de Kamer te ontbinden, en
vervroegde verkiezingen uit te schrijven.
Hoe dan de situatie zal zijn is moeilijk
te voorspellen. Zij, die nu de kabinets
crisis hebben veroorzaakt en daarmee
een stilstand in de wetgeving, welke
tenzij misschien noodontwerpen worden
behandeld aan de boeren millioenen
kan kosten en o.a- de schippers dupeert,
om maar te zwijgen over verdere voorzie
ning in het financieele evenwicht, die o.a.
van de Weeldeverteringsbelasting moest
komen, hebben, wat Minister Donneer
noemde, een „zware verantwoordelijkheid"
op zich geladen. Zij zullen voor de kiezers
moeten rechtvaardigen, waarom zij in de
huidige omstandigheden, een wetsvoorstel
torpedeerden, waarvan zij konden weten
dat de regeering het beschouwde als on
derdeel van haar bezuinigingspolitiek. Zij
komen er niet mee klaar, te beweren,
dat deze bezuiniging hun niet groot ge
noeg was, zeker niet in zoover ze ook an
dere bezuinigingsmaatregelen afwezen.
Het Handelsblad schrijft:
Wanneer men zich thans afvraagt,, wat
het kabinet van zins is, dan gelooven wij
niet ver van de waarheid af te zijn, als
wij vermoeden, dat het de koningin Ka
merontbinding wenscht te adviseeren.
De regeering, zoo werd ons nog uit de
beste bron verzekerd, is niet demissionair.
Daar is geen quaestie van. Zij denkt er
niet aan onder de huidige omstandigheden
Nederland door een demissionair bewind
te laten besturen. Dit zou zij volkomen
verkeerd vinden.
Het misverstand, alsof wij momenteel
wel te doen zouden hebben met een kabi
net, dat zijn ontslag heeft gevraagd of
zoo aanstonds zou vragen, heeft den mi
nister-president trouwens, gelijk bekend,
onmiddellijk den kop doen Indrukken met
behulp van een desbetrefende mededee
ling over de beide radio-zenders-
Ons dunkt, hier is geen plaats voor twij
fel meer: Het kabinet acht het oogenblik
aangebroken, om, waar het meent, dat
voor doorvoering van zijn bezuinigings
program met deze Kamer niet meer te
werken valt, tot ontbinding der Kamer
over te gaan.
Natuurlijk zal men moeten afwachten
of de koningin, indien haar een advies
van dezen aard door de regeering zou
worden gegeven, daarop zou ingaan.
De Nieuwe Rotterd. Crt. noemt
alle voorspellingen en veronderstellingen
slechte slagen in de lucht. Ons zou het
verheugen, als een modus vivendi werd
gevonden, welke het geheele kabinet, ook
minister Donner, het aanblijven mogelijk
maakte. Deze bekwame minister was tot
dusver, naar het woord van Mr. Marchant,
het enfant chéri der Kamer. Met menig
voortreffelijk wetsontwerp heeft hij suc
ces gehad en bij de behandeling van de
jongste justitiebegrooting heeft de Kamer
zich ook, zij het tegen wil en dank, ver-
eenigd met de ingrijpende bezuinigingen
van diversen aard, waartoe hij zich tot
zijn leedwezen, uitplichtsbesef en uit so
lidariteitsgevoel tegenover zijn eveneens
bezuinigende ambtgenooten, verplicht
achtte. Een enkele nederlaag behoeft hem
dus waarlijk niet het gevoel te geven, dat
zijn positie onhoudbaar is geworden, als
de regeering in haar geheel ondanks deze
ééne afwijking van haar bezuinigingspro
gram en ondanks den aanvankelijken
schijn van het tegendeel aan de heden
gevallen beslissing geen verdere conse
quenties mocht verbinden. (Mogelijkheid,
waaromtrent thans nog niets naders valt
te zeggen.)
Het is immers bovenal om de bezuiniging
dat minister Donner zijn wetsontwerpen
heeft ingediend, al ziet deze bewindsman
in de concentratie ook bijkomende voor-
deelen voor de rechtsbedeeling en al loo
chent hij, onder beroep op ervaringen
van vroeger en later datum, de groote
nadeelen voor provinciesteden en platte
land, welke volgens de tegenstanders van
de concentratie uit het regeeringsvoorstel
zouden voorvloeien-
Wij eindigen met het uitspreken van de
hoop, dat ons land in deze moeilijke tij
den niet lang in de onzekerheid zal blij-
I ven en dat het parlementaire werk weer
spoedig voortgang moge hebben.
Het „Vaderland" zegt:
Het derde Ministerle-Ruys de Beeren-
brouck is gisteren, na drie en een half jaar
aan het bewind te zijn geweest, gevallen.
Voor de buitenwereld kwam de val vol
slagen onverwacht. Insiders wisten al
eenige dagen wat er broeide. Voor het
wetsontwerp tot inkrimping van het aantal
rechtbanken en kantongerechten bestond
geen meerderheid in de Kamer. De Regee
ring stond op haar stuk, wilde van geen
toegeven weten; de oppositie evenzeer.
Daarop heeft het Kabinet zijn grofste ge
schut in stelling gebracht: de Kabinets-
quaestie zou gesteld worden. Blijkbaar
heeft men, althans aanvankelijk, gehoopt
dat althans het rechtsche deel van de op
positie bij de gedachte aan een conflict
met het Kabinet op de vlucht zou slaan.
Aan waarschuwingen uit den kring der
rechtsche opposanten moet het niet ont
broken hebben. De Regeering hield echter
vol en stelde ten slotte, eerst ietwat om
wonden, bij dupliek vierkant de Kabinets-
quaestie. Hoog spel, dat verloren spel werd.
Evenmin als in den Novembernacht van'
1925 bij de afschaffing van het gezant
schap bij het Vatlcaan hebben de Christe-
lijk-Historischen onder leiding van den
heer Snoeck Henkemans er tegen opgezien
het Kabinet ten val te brengen.
Voortgaande vraagt het blad:
Had de crisis vermeden kunnen worden,
had zij vermeden behooren te worden? Oi.
ja. Men heeft in deze dagen veel over tor
pedeering gesproken. Naar onze overtui
ging is het Kabinet-Ruys de Beerenbrouck
niet getorpedeerd. Het heeft veeleer als
Kabinet zelfmoord gepleegd. En het heeft
het Land den slechtst mogelijken dienst
bewezen door ln deze dagen bereidheid te
toonen zijn post te verlaten. Iedere andere
oplossing was in de gegeven omstandig
heden beter geweest dan deze. Het wil er
bij ons niet in, dat met wat goeden wil
geen uitweg te vinden ware geweest, waar
door althans eenig uitstel ware verkregen.
De Regeering schiint zich nu te beraden.
Ontslag heeft het Kabinet althans (nog)'
niet gevraagd. Het is echter duideliik, dat
het Kabinet nu niet meer terug kan. Een
leiding van 's Lands bestuur zonder pres
tige is thans meer dan ooit onduldbaar.
Het „Volk" heeft het vermoeden dat het
zal gaan als bij de verwerping van de
Vlootwet. De Koningin willigde de ontslag
aanvrage niet in en het Kabinet bleef kalm
zitten.
irbËïU^WÏTTË^Ö
DER TRAUMENDE MUND.
Elisabeth Bergner.
ieroemde actrice Elisabeth Bergner
deze week een hoofdrol in de film
raumende Mund", van den auteur
Mayer, die ook „Das Kabinett des
Bligari" en „Variété" schreef. Deze
Tzijn eigen oplossingen van de ge-
Jlni problemen en behoort tot de be
itste internationale film-manu-
tyschrijvers. Carl Mayer zoekt met
Tteit naar een zuivering van de po-
jan het woord in de filmkunst, daar-
|deze nieuwe film een volkomen ne-
van alle montagewetten, mogelij k-
m
iiim31 p",1™* u't den tijd der stomme
'"ml,»! Czmner, die alle Bergner-
heeft ootv!?e tot „Ariane" regisseerde
Bissoerd er," „5, "turnende Mund" gere-
aEia M eoeHo„ met fÜn gevoel, teeder-
er> smaak. Elisabeth Bergner
wordt in deze film gesecondeerd door Ru-
dolf Forster en Anton Edthofer die zich bij
Bergner's speelstijl op onderling contras-
teerende wijze aanpassen.
De film is een bewerking van het too-
neelstuk „Mélo" van Henri Bernstein en
biedt een aangrijpend, menschelijk en
boeiend drama-
Hierbij een foto vair Elisabeth Bergner
van wier gezicht de filmieke uitdrukkings
mogelijkheid groot is evenals van haar
stem en geheele persoonlijkheid. Het is
daarbij mooi, omdat het geen oogenblik
„mooi" wil zijn. Haar Gaby-vertolking
behoort tot de mooiste en meest be-
heerschte, die zij ooit gaf.
SCHULBERG ALS ZELFSTANDIG
PRODCCER.
B. P. Schulberg, een van Hollywood's be
kendste producers, die tijdens zijn jaren
lange verbintenis met Paramount een
bijna volkomen zeggenschap over de pro
ductie dezer maatschappij had, doch door
latere reorganisaties in de directie zijn
functie moest neerleggen zal thans voor
eigen rekening een vijftal films produc-
ceeren, welke door Paramount worden
uitgebracht- Voor een belangrijk deel zal
Schulberg hierbij gebruik maken van de
Paramount studio's en van de contrac
tueel aan deze maatschappij verbonden
artisten.
Vier films, die weldra in productie gaan
zijn .Luxury Liner" onder regie van Lo-
thar Mendes, waarin Alice White de
hoofdrol speelt, „The Crime of the Cen
tury" met Stuart Erwin en Wynne Gibson
onder regie van William Beaudine, Drei
ser's roman „Jennie Gerhardt" met Syl
via Sidney, onder regie van Marion Gering
gefilmd, en „Plek Up" van Vina Delmar,
met Sylvia Sidney en Georg Raft.
De vijfde, „Madame Butterfly", waarin
onder Gering's leiding Sylvia Sidney en
Gary Cooper optraden, is binnenkort voor
vertooning gereed. Men ziet dat Schulberg
zijn „ontdekking", Sylvia Sidney, niet ver
geten heeft. Zooals men weet engageerde
hij Sylcia Sidney in New York om de
plaats in te nemen van Clara Bow, even
eens een persoonlijke „ontdekking" yan
dezen knappen producer.
HOLLYWOOD'S BLAUW-OOGIGE
STERREN.
Tijdens het opnemen van een Techni
color film in Hollywood deed een aanwe
zige verslaggever de interessante ontdek
king dat de kansen van een meisje met
bruine oogen om het tot ster te brengen
in filmland zeer beperkt is vergeleken met
die van haar blauw-oogige zusters. Een
der technici vestigde namelijk zijn aan
dacht op het feit dat van de vijftien ac
trices die contractueel aan de Paramount
zijn verbonden slechts Claudette Colbert
zich in het bezit van bruine oogen kan
verheugen. Van de overige veertien zijn er
twaalf met blauwe, één met grijze en één
met groene oogen.
De meeste reigsseurs en fotografen zijn
van oordeel dat de populariteit van
blauwe oogen gezocht moet worden in hun
fotogenieke kwaliteiten- Van twee overi
gens volkomen aan elkaar gewaagde ac
trices, die elkaar in schoonheid, persoon
lijkheid en speeltalent niets toegeven zal
een blauw-oogige minder moeite hebben
om haar emoties op de film tot uitdruk
king te brengen dan een met donkere
kijkers, omdat blauw, en in het bijzonder,
lichtblauw, beter fotografeert.
Hoewel dus de bezitsters van brume of
zwarte oogen in dit opzicht zwaar gehan
dicapt zijn, vindt men toch ook onder hen
sterren van beteekenis. Om slechte enkele
te noemen: Janet Gaynor, Bebe Daniels,
Clara Bow, Joan Crawford, Dolores del
Rio, Lupe Velez, Evelyn Brent en Lily
Damita.
Blauwe oogen hebben onder meer Mar
iene Dietrich, Tallulah Bankhead, Mi
riam Hopkins Norma Shearer, Greta Grabo
Marion Davies, Nancy Carroll, Adrienne
Ames, Laura la Plante en Sylvia Sidney.
Mary Pickford, Wynne Gibson, Ruth
Chatterton, Billie Dove en Dorothy Ma-
ckail hebben grijze oogen.
Elissa Landi en Jeamiette MacDonald
zijn beroemd om hun lichtend groene
oogen.
Colleen Moore heeft één blauw en één
bruin oog. Gelukkig voor haar nemen
beide op een fotografie dezelfde tint aan!
„DE KONINGIN HAD BEZOEK"
ALS FILM.
DE VERFILMING VAN TARZAN.
„Afrika zit hem in het bloed" zegt men
dikwijls van ontdekkingsreizigers of ja
gers op groot wild, die jaar na jaar terug-
keeren om in de wildernis nieuwe avon
turen te zoeken. Deze eigenaardige aan
trekkingskracht van het Zwarte Wereld
deel is ook doorgedrongen in Hollywood
en ongeveer een jaar nadat ik terugkwam
van de expeditie voor de opnamen van
Trader Hom bood Metro Goldwyn Mayer
mij de gelegenheid aan om wederom een
wildernisfilm te maken. Aldus vertelt de
regisseur W. S. van Dijke-
Ik voelde mij niet zeker, dat wij de moei
lijkheden zouden kunnen overwinnen om
een geschiedenis als Tarzan te verfilmen.
Ik beschouwde de problemen als veel groo
ter, dan die wij voor Trader Hom hebben
opgelost.
Toen wij het manuscript doorlazen om
de mogelijkheden van de verschillende
scènes te overwegen, zag ik, dat de ge
schiedenis zeer interessant was en ik ge
loof, dat dit eindelijk het ideale wilder-
nisverhaal voor verfilming is. De dieren en
inboorlingen in dit verhaal staan voortdu
rend in nauw verband met de geschie
denis van de hoofdpersonen.
De keus van Metro Goldwyn Mayer om
de hoofdrol toe te vertrouwen aan Johnny
Weismuller ls volgens mij de beste, die bij
had kunnen maken. Deze jonge man is
een zuivere verpersoonlijking van de Tar
zan, zooals deze door den schrijver Edgar
Rice Burrough in zijn boeken schapen is.
Hij is niet te knap, maar zijn gelaatstrek
ken zijn regelmatig en sterk. De ontwik
keling van zijn spieren door jarenlang
zwemmen stelt hem in staat, langs klim
planten zich door de boomen te slingeren
met een adembenemende snelheid.
Het groot aantal scènes waar Tarzan
zich met veel apen in de boomen bevindt,
stelde ons voor bijna onoverkomenlijke
fotografische moeilijkheden. De vlucht van
de bewegende figuren door de boomen en
de zware schaduwen maakten, dat onze
operateurs voortdurend moesten uitzoeken
onder welken hoek de handeling het best
opgenomen kon worden.
De plaats van de handeling is ongeveer
in dezelfde landstreek, waar wij Trader
Hom opgenomen hebben- Het Alberta-
meer en de Maanbergen vormden den
voornaamsten achtergrond voor deze
film. De vele foto's en landkaarten, die
wij van onze expeditie hadden meege
bracht, waren waardevolle hulpmiddelen
bij het maken van den achtergrond.
Wij hebben het grootste aantal dieren
noodig gehad, dat ooit voor een film bij
elkaar gebracht werd. Een groot aantal
hiervan werd gehuurd van circussen en
dierentuinen uit geheel Amerika De ver
zameling bevatte een kudde van twintig
olifanten, een dozijn nijlpaarden, enkele
dozijnen leeuwen, kudden zebra's Anti
lopen, Gnoe's, Herten, Hyena's, Apen, Ba
vianen en Gorilla's.
De dierenscènes die wü moesten opne
men. zijn waarschijnlijk de moeilijkste,
die ooit beproefd zijn. In een van deze
scènes valt een kudde olifanten een In
boorlingendorp aan, dat geheel verwoest
wordt. Boomen worden ontworteld en een
groote oppervlakte wordt geheel platge
trapt. Ons doel Is geweest te beproeven
zoo getrouw mogelijk de spannende avon
turen van Edgar Rice Burroughs' verhalen
uit te beelden.
Claudette Colbert, die Juist haar groot
ste rol heeft gespeeld als Poppaea in
Cecil B. de Mille's „Het Teeken des Krui-
ses" is door Paramount aangewezen om
de hoofdrol te spelen in de verfilming
van Noel Coward's bekende tooneelst-uk
„De Koningin had bezoek."
Johnny Weismuller en Mueen O'Sullivan, die de hoofdrollen spelen
grootsche filmwerk „Tarzan.'
in het