ireigende Regeerings-crisis. Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 10 Februari 1933 Vierde Blad No. 22361 flict tusschen Regeering en Tweede Kamer. ^rband met bezuiniging op anken en Kantongerechten. mjster van Justitie heeft zijn werp tot opheffing van 4 recht en 40 kantongerechten gisteren weede Kamer verdedigd. Minister Dunner. ad zich daarbij tot taak gesteld, de door hem in de stukken ten |van het voorstel aangevoerd, nog der uit te werken en aan te vullen. uiteen, dat ook op dit gebied be- noodzakeüjk is, doch dat de elde maatregelen in geen enkel J onze rechtspraak zullen benadee lt bezwaar van den afstand achtte ister niet juist. Vroeger waren de nog veel grooter. Bovendien bepaalde colleges ook zittings- I gaan houden in andere plaatsen e, waar ze gevestigd zijn. Dat met |iet contact tusschen kantonrechter «tenen verloren zou gaan door den verklaarde de Minister evenmin :n beamen. De kantonrechter- behoort trouwens reeds tot het en de figuur hdd trouwens be- Ook plaatselijke belangen mogen verwegend zijn; slechte de goede ledeeling overweegt. Bovendien is ekenis van een rechtbank voor een ite zeer overdreven, oordeelde de r. Ook in 1877, toen enkele recht- werden opgeheven, is voorspeld betrokken steden zeer zouden benadeeld, maar hiervan is naar ister met verschillende voorbeelden en niets uitgekomen. Excellentie gaf toe, dat de voor opheffing beteekent een zekere tratie van rechtsbedeeling, maar ntralisatie is zij niet. llnsiter wees er echter op, dat, ook len er tegen het wetsontwerp enkele en overblijven, daartegenover staat idzakelijkheid der bezuiniging. Hij d de opposanten, die hebben aan- i, dat de bezuiniging wel geringer n dan de Regeering had becijferd; itreed ook, dat uitbreiding van het rechters en vqn de ge- noodlg zal zijn; hij be streed evenzeer, dat de bezuiniging ook op andere wijze zou zijn te bereiken. In verband met dit laatste liet hij allerlei denkbeelden, in het debat geuit, de revue passeeren, om ze tevens stuk voor stuk af te wijzen. Het zou daarom, volgens den Minister, niet verantwoord zijn, op een be studeering van die denkbeelden door een commissie dit wetsontwerp te laten wach ten. Met kracht kwam de Minister op tegen het verwijt, als zou bij de handhaving van eenige rechtbanken en kantongerechten, na de verschijning van het Voorlooplg Verslag, bevoorrechting van bepaalde stre ken hebben plaats gehad. De zaak is niet locaal, maar centraal bekeken. De Minister besloot met de mededeeling, dat de Kamer, door de verwerping van het wetsvoorstel, een zeer zware verant woordelijkheid op zich zou laden, aange zien het ontwerp een integreerend deel uitmaakt van het bezuinigingsplan der Regeering. Welnu deze verklaring kon, in eenigszins om hulde termen, de kabinetskwestie, betee- kenen. Mr. Boon. De Minister voegde er bij, dat de aan neming van een schorsings-motie voor hem gelijk zou staan met verwerping van het wetsontwerp. Hierna zijn langdurige replieken ge volgd, waarbij de heer Schaper er krachtig tegen protesteerde, dat de Regeering „ter- wille van deze ongelukkige bezuiniging" de kabinetekwestie had gesteld en daardoor speculeerde op de zwakheid van leden, die nu wellicht om politieke redenen voor dit ontwerp zouden stemmen. Maar de Mi nister handhaafde zijn houding en stelde daarbij in het licht, dat hij als lid der Re geering verplicht was, tot de bezuiniging het zijne bij te dragen. Het is niet waar schijnlijk zoo zeide hij dat het kabi net in de verwerping van het wetsontwerp of in de aanneming van een motie niet zal kunnen berusten. Nadat de Minister aldus opnieuw, en nu in zeer concreten vorm, de kablnets- kwestie had gesteld, diende de heer Boon een motie in, waarin de Kamer verklaarde een bezuiniging in den voorgestelden vorm ongewenscht te achten en dus de behan deling van het wetsontwerp te schorsen. Dadelijk hierop verklaarde de heer Snoeck Henkemans, dat de Christelijk- Historischen zouden stemmen vóór de motie, en dat zij de Regeering tijdig had den gewaarschuwd. Hij protesteerde er met klem tegen, dat het kabinet in deze moeilijke en gevaarlijke omstandigheden op deze vrij onbelangrijke zaak de kabi- nets-kwestie heeft gesteld en de vrijheid der Kamerleden aanrandt De heeren Go- seling en Beumer bestreden de motie, de heer Marchant verdedigde haar: laatst genoemde vond het stellen van de kabi- nets-kwestle ln deze omstandigheden zoo dwaas, dat hij vroeg of het soms een aar digheid was geweest. Ook mr. Knottenbelt protesteerde tegen den dwang, door de kabinetekwestie op de Kamer geoefend, en mej. Katz kwam Verontwaardigd op tegen enkele kleineerende uitlatingen van mr. Beumer jegens de voorstanders der motie. Aan het eind der replieken riep de heer Wijnkoop uit, dat hij met genoegen zou meewerken om de Regeering te torpe- deeren. Hierna werd de motie-Boon (wèl bezui niging, maar niet deze) met 51 tegen 38 stemmen aangenomen. Vóór de linkerzijde, de Christelijk-Histo- rischen, de Staatkundig-Gereformeerden en de Hervormd-Gereformeerde. Onder algemeene beweging gaat de Ka mer uiteen. HAGENAAR. Alle gevolgtrekkingen voorbarig - Heden geen Kamerzitting. Naai- het Ned. Correspondentie Bureau uit inlichtingen uit de beste bronnen ge bleken is, zijn alle gevolgtrekkingen ten aanzien van de regeering, verbonden aan het voorgevallene in de Tweede-Kamer vergadering van gistermiddag, voorbarig. Met name de conclusie van ontslag van het kabinet is absoluut in strijd met de waarheid Het Corr. Bur. verneemt verder, dat H. M. de Koningin, die. zooals men weet, in Zwitserland vertoeft, gistermiddag te legrafisch op de hoogte is gebracht van hetgeen in de Tweede Kamer voorgeval len is. De voorzitter van de Tweede Kamer heeft gisteravond van den minister van Binnenlandsche Zaken voorzitter van den Raad van Ministers, het verzoek ontvan gen om, in verband met het beraad van het Kabinet, naar aanleiding van de aan neming in de vergadering van gisteren van de motie tot schorsing van de beraad slagingen over de wetsontwerpen tot be zuiniging door gewijzigde indeeling van de rechtsgebieden en opheffing van een aantal rechtbanken en kantongerechten, de verdere behandeling van aangelegen heden, bij welke de aanwezigheid van één of meer leden van het kabinet gevorderd wordt, voorloopig te schorsen. Tengevolge van dit verzoek is de open bare vergadering van heden niet doorge gaan en zal tot nader bericht geen open bare vergadering worden uitgeschreven. De Koningin keert heden in Den Haag terug. H. M. de Koningin die, zooals men weet in Zwitserland vertoeft, is gisternamiddag telegrafisch op de hoogte gebracht, van hetgeen er in de Tweede Kamer voorge vallen is. Naar wij vernemen, heeft H. M. in verband met de politieke situatie haar verblijf in Lenzerheide beëindigd. H.M. is op de terugreis en wordt heden in Den Haag verwacht- Wat de bladen zeggen. In een artikel over de dreigende regee- ringscrisis zegt de „Maasbode" dat de Kamer haar onwil of onmacht om te be zuinigen getoond heeft. Het woord zal naar wij verwachten, aldus het blad, ge geven worden aan de kiezers en deze ver wachting baseeren wij mede op Minister Donner's verklaring in tweede instantie. Want Z. Exc. zelde toen niet, zooals ge bruikelijk is te doen, dat bij aanneming der motie het kabinet nigt meer de ver antwoordelijkheid kon dragen, maar dat het zich daarbij niet zou kunnen neer leggen. Zelfs indien zich momenteel geen bui tengewone precaire geschiedenis afspeelde in het Rijk overzee, die het aanblijven van de regeering dringend noodig maakt, zou in de gegeven omstandigheden Ka merontbinding nog de voorkeur hebben boven het heengaan der Regeering, nu beide het oneens zijn over den, in 's lands belang te volgen weg. Het lijdt voor ons geen twijfel of het kabinet zal de Kroon adviseeren de Kamer te ontbinden, en vervroegde verkiezingen uit te schrijven. Hoe dan de situatie zal zijn is moeilijk te voorspellen. Zij, die nu de kabinets crisis hebben veroorzaakt en daarmee een stilstand in de wetgeving, welke tenzij misschien noodontwerpen worden behandeld aan de boeren millioenen kan kosten en o.a- de schippers dupeert, om maar te zwijgen over verdere voorzie ning in het financieele evenwicht, die o.a. van de Weeldeverteringsbelasting moest komen, hebben, wat Minister Donneer noemde, een „zware verantwoordelijkheid" op zich geladen. Zij zullen voor de kiezers moeten rechtvaardigen, waarom zij in de huidige omstandigheden, een wetsvoorstel torpedeerden, waarvan zij konden weten dat de regeering het beschouwde als on derdeel van haar bezuinigingspolitiek. Zij komen er niet mee klaar, te beweren, dat deze bezuiniging hun niet groot ge noeg was, zeker niet in zoover ze ook an dere bezuinigingsmaatregelen afwezen. Het Handelsblad schrijft: Wanneer men zich thans afvraagt,, wat het kabinet van zins is, dan gelooven wij niet ver van de waarheid af te zijn, als wij vermoeden, dat het de koningin Ka merontbinding wenscht te adviseeren. De regeering, zoo werd ons nog uit de beste bron verzekerd, is niet demissionair. Daar is geen quaestie van. Zij denkt er niet aan onder de huidige omstandigheden Nederland door een demissionair bewind te laten besturen. Dit zou zij volkomen verkeerd vinden. Het misverstand, alsof wij momenteel wel te doen zouden hebben met een kabi net, dat zijn ontslag heeft gevraagd of zoo aanstonds zou vragen, heeft den mi nister-president trouwens, gelijk bekend, onmiddellijk den kop doen Indrukken met behulp van een desbetrefende mededee ling over de beide radio-zenders- Ons dunkt, hier is geen plaats voor twij fel meer: Het kabinet acht het oogenblik aangebroken, om, waar het meent, dat voor doorvoering van zijn bezuinigings program met deze Kamer niet meer te werken valt, tot ontbinding der Kamer over te gaan. Natuurlijk zal men moeten afwachten of de koningin, indien haar een advies van dezen aard door de regeering zou worden gegeven, daarop zou ingaan. De Nieuwe Rotterd. Crt. noemt alle voorspellingen en veronderstellingen slechte slagen in de lucht. Ons zou het verheugen, als een modus vivendi werd gevonden, welke het geheele kabinet, ook minister Donner, het aanblijven mogelijk maakte. Deze bekwame minister was tot dusver, naar het woord van Mr. Marchant, het enfant chéri der Kamer. Met menig voortreffelijk wetsontwerp heeft hij suc ces gehad en bij de behandeling van de jongste justitiebegrooting heeft de Kamer zich ook, zij het tegen wil en dank, ver- eenigd met de ingrijpende bezuinigingen van diversen aard, waartoe hij zich tot zijn leedwezen, uitplichtsbesef en uit so lidariteitsgevoel tegenover zijn eveneens bezuinigende ambtgenooten, verplicht achtte. Een enkele nederlaag behoeft hem dus waarlijk niet het gevoel te geven, dat zijn positie onhoudbaar is geworden, als de regeering in haar geheel ondanks deze ééne afwijking van haar bezuinigingspro gram en ondanks den aanvankelijken schijn van het tegendeel aan de heden gevallen beslissing geen verdere conse quenties mocht verbinden. (Mogelijkheid, waaromtrent thans nog niets naders valt te zeggen.) Het is immers bovenal om de bezuiniging dat minister Donner zijn wetsontwerpen heeft ingediend, al ziet deze bewindsman in de concentratie ook bijkomende voor- deelen voor de rechtsbedeeling en al loo chent hij, onder beroep op ervaringen van vroeger en later datum, de groote nadeelen voor provinciesteden en platte land, welke volgens de tegenstanders van de concentratie uit het regeeringsvoorstel zouden voorvloeien- Wij eindigen met het uitspreken van de hoop, dat ons land in deze moeilijke tij den niet lang in de onzekerheid zal blij- I ven en dat het parlementaire werk weer spoedig voortgang moge hebben. Het „Vaderland" zegt: Het derde Ministerle-Ruys de Beeren- brouck is gisteren, na drie en een half jaar aan het bewind te zijn geweest, gevallen. Voor de buitenwereld kwam de val vol slagen onverwacht. Insiders wisten al eenige dagen wat er broeide. Voor het wetsontwerp tot inkrimping van het aantal rechtbanken en kantongerechten bestond geen meerderheid in de Kamer. De Regee ring stond op haar stuk, wilde van geen toegeven weten; de oppositie evenzeer. Daarop heeft het Kabinet zijn grofste ge schut in stelling gebracht: de Kabinets- quaestie zou gesteld worden. Blijkbaar heeft men, althans aanvankelijk, gehoopt dat althans het rechtsche deel van de op positie bij de gedachte aan een conflict met het Kabinet op de vlucht zou slaan. Aan waarschuwingen uit den kring der rechtsche opposanten moet het niet ont broken hebben. De Regeering hield echter vol en stelde ten slotte, eerst ietwat om wonden, bij dupliek vierkant de Kabinets- quaestie. Hoog spel, dat verloren spel werd. Evenmin als in den Novembernacht van' 1925 bij de afschaffing van het gezant schap bij het Vatlcaan hebben de Christe- lijk-Historischen onder leiding van den heer Snoeck Henkemans er tegen opgezien het Kabinet ten val te brengen. Voortgaande vraagt het blad: Had de crisis vermeden kunnen worden, had zij vermeden behooren te worden? Oi. ja. Men heeft in deze dagen veel over tor pedeering gesproken. Naar onze overtui ging is het Kabinet-Ruys de Beerenbrouck niet getorpedeerd. Het heeft veeleer als Kabinet zelfmoord gepleegd. En het heeft het Land den slechtst mogelijken dienst bewezen door ln deze dagen bereidheid te toonen zijn post te verlaten. Iedere andere oplossing was in de gegeven omstandig heden beter geweest dan deze. Het wil er bij ons niet in, dat met wat goeden wil geen uitweg te vinden ware geweest, waar door althans eenig uitstel ware verkregen. De Regeering schiint zich nu te beraden. Ontslag heeft het Kabinet althans (nog)' niet gevraagd. Het is echter duideliik, dat het Kabinet nu niet meer terug kan. Een leiding van 's Lands bestuur zonder pres tige is thans meer dan ooit onduldbaar. Het „Volk" heeft het vermoeden dat het zal gaan als bij de verwerping van de Vlootwet. De Koningin willigde de ontslag aanvrage niet in en het Kabinet bleef kalm zitten. irbËïU^WÏTTË^Ö DER TRAUMENDE MUND. Elisabeth Bergner. ieroemde actrice Elisabeth Bergner deze week een hoofdrol in de film raumende Mund", van den auteur Mayer, die ook „Das Kabinett des Bligari" en „Variété" schreef. Deze Tzijn eigen oplossingen van de ge- Jlni problemen en behoort tot de be itste internationale film-manu- tyschrijvers. Carl Mayer zoekt met Tteit naar een zuivering van de po- jan het woord in de filmkunst, daar- |deze nieuwe film een volkomen ne- van alle montagewetten, mogelij k- m iiim31 p",1™* u't den tijd der stomme '"ml,»! Czmner, die alle Bergner- heeft ootv!?e tot „Ariane" regisseerde Bissoerd er," „5, "turnende Mund" gere- aEia M eoeHo„ met fÜn gevoel, teeder- er> smaak. Elisabeth Bergner wordt in deze film gesecondeerd door Ru- dolf Forster en Anton Edthofer die zich bij Bergner's speelstijl op onderling contras- teerende wijze aanpassen. De film is een bewerking van het too- neelstuk „Mélo" van Henri Bernstein en biedt een aangrijpend, menschelijk en boeiend drama- Hierbij een foto vair Elisabeth Bergner van wier gezicht de filmieke uitdrukkings mogelijkheid groot is evenals van haar stem en geheele persoonlijkheid. Het is daarbij mooi, omdat het geen oogenblik „mooi" wil zijn. Haar Gaby-vertolking behoort tot de mooiste en meest be- heerschte, die zij ooit gaf. SCHULBERG ALS ZELFSTANDIG PRODCCER. B. P. Schulberg, een van Hollywood's be kendste producers, die tijdens zijn jaren lange verbintenis met Paramount een bijna volkomen zeggenschap over de pro ductie dezer maatschappij had, doch door latere reorganisaties in de directie zijn functie moest neerleggen zal thans voor eigen rekening een vijftal films produc- ceeren, welke door Paramount worden uitgebracht- Voor een belangrijk deel zal Schulberg hierbij gebruik maken van de Paramount studio's en van de contrac tueel aan deze maatschappij verbonden artisten. Vier films, die weldra in productie gaan zijn .Luxury Liner" onder regie van Lo- thar Mendes, waarin Alice White de hoofdrol speelt, „The Crime of the Cen tury" met Stuart Erwin en Wynne Gibson onder regie van William Beaudine, Drei ser's roman „Jennie Gerhardt" met Syl via Sidney, onder regie van Marion Gering gefilmd, en „Plek Up" van Vina Delmar, met Sylvia Sidney en Georg Raft. De vijfde, „Madame Butterfly", waarin onder Gering's leiding Sylvia Sidney en Gary Cooper optraden, is binnenkort voor vertooning gereed. Men ziet dat Schulberg zijn „ontdekking", Sylvia Sidney, niet ver geten heeft. Zooals men weet engageerde hij Sylcia Sidney in New York om de plaats in te nemen van Clara Bow, even eens een persoonlijke „ontdekking" yan dezen knappen producer. HOLLYWOOD'S BLAUW-OOGIGE STERREN. Tijdens het opnemen van een Techni color film in Hollywood deed een aanwe zige verslaggever de interessante ontdek king dat de kansen van een meisje met bruine oogen om het tot ster te brengen in filmland zeer beperkt is vergeleken met die van haar blauw-oogige zusters. Een der technici vestigde namelijk zijn aan dacht op het feit dat van de vijftien ac trices die contractueel aan de Paramount zijn verbonden slechts Claudette Colbert zich in het bezit van bruine oogen kan verheugen. Van de overige veertien zijn er twaalf met blauwe, één met grijze en één met groene oogen. De meeste reigsseurs en fotografen zijn van oordeel dat de populariteit van blauwe oogen gezocht moet worden in hun fotogenieke kwaliteiten- Van twee overi gens volkomen aan elkaar gewaagde ac trices, die elkaar in schoonheid, persoon lijkheid en speeltalent niets toegeven zal een blauw-oogige minder moeite hebben om haar emoties op de film tot uitdruk king te brengen dan een met donkere kijkers, omdat blauw, en in het bijzonder, lichtblauw, beter fotografeert. Hoewel dus de bezitsters van brume of zwarte oogen in dit opzicht zwaar gehan dicapt zijn, vindt men toch ook onder hen sterren van beteekenis. Om slechte enkele te noemen: Janet Gaynor, Bebe Daniels, Clara Bow, Joan Crawford, Dolores del Rio, Lupe Velez, Evelyn Brent en Lily Damita. Blauwe oogen hebben onder meer Mar iene Dietrich, Tallulah Bankhead, Mi riam Hopkins Norma Shearer, Greta Grabo Marion Davies, Nancy Carroll, Adrienne Ames, Laura la Plante en Sylvia Sidney. Mary Pickford, Wynne Gibson, Ruth Chatterton, Billie Dove en Dorothy Ma- ckail hebben grijze oogen. Elissa Landi en Jeamiette MacDonald zijn beroemd om hun lichtend groene oogen. Colleen Moore heeft één blauw en één bruin oog. Gelukkig voor haar nemen beide op een fotografie dezelfde tint aan! „DE KONINGIN HAD BEZOEK" ALS FILM. DE VERFILMING VAN TARZAN. „Afrika zit hem in het bloed" zegt men dikwijls van ontdekkingsreizigers of ja gers op groot wild, die jaar na jaar terug- keeren om in de wildernis nieuwe avon turen te zoeken. Deze eigenaardige aan trekkingskracht van het Zwarte Wereld deel is ook doorgedrongen in Hollywood en ongeveer een jaar nadat ik terugkwam van de expeditie voor de opnamen van Trader Hom bood Metro Goldwyn Mayer mij de gelegenheid aan om wederom een wildernisfilm te maken. Aldus vertelt de regisseur W. S. van Dijke- Ik voelde mij niet zeker, dat wij de moei lijkheden zouden kunnen overwinnen om een geschiedenis als Tarzan te verfilmen. Ik beschouwde de problemen als veel groo ter, dan die wij voor Trader Hom hebben opgelost. Toen wij het manuscript doorlazen om de mogelijkheden van de verschillende scènes te overwegen, zag ik, dat de ge schiedenis zeer interessant was en ik ge loof, dat dit eindelijk het ideale wilder- nisverhaal voor verfilming is. De dieren en inboorlingen in dit verhaal staan voortdu rend in nauw verband met de geschie denis van de hoofdpersonen. De keus van Metro Goldwyn Mayer om de hoofdrol toe te vertrouwen aan Johnny Weismuller ls volgens mij de beste, die bij had kunnen maken. Deze jonge man is een zuivere verpersoonlijking van de Tar zan, zooals deze door den schrijver Edgar Rice Burrough in zijn boeken schapen is. Hij is niet te knap, maar zijn gelaatstrek ken zijn regelmatig en sterk. De ontwik keling van zijn spieren door jarenlang zwemmen stelt hem in staat, langs klim planten zich door de boomen te slingeren met een adembenemende snelheid. Het groot aantal scènes waar Tarzan zich met veel apen in de boomen bevindt, stelde ons voor bijna onoverkomenlijke fotografische moeilijkheden. De vlucht van de bewegende figuren door de boomen en de zware schaduwen maakten, dat onze operateurs voortdurend moesten uitzoeken onder welken hoek de handeling het best opgenomen kon worden. De plaats van de handeling is ongeveer in dezelfde landstreek, waar wij Trader Hom opgenomen hebben- Het Alberta- meer en de Maanbergen vormden den voornaamsten achtergrond voor deze film. De vele foto's en landkaarten, die wij van onze expeditie hadden meege bracht, waren waardevolle hulpmiddelen bij het maken van den achtergrond. Wij hebben het grootste aantal dieren noodig gehad, dat ooit voor een film bij elkaar gebracht werd. Een groot aantal hiervan werd gehuurd van circussen en dierentuinen uit geheel Amerika De ver zameling bevatte een kudde van twintig olifanten, een dozijn nijlpaarden, enkele dozijnen leeuwen, kudden zebra's Anti lopen, Gnoe's, Herten, Hyena's, Apen, Ba vianen en Gorilla's. De dierenscènes die wü moesten opne men. zijn waarschijnlijk de moeilijkste, die ooit beproefd zijn. In een van deze scènes valt een kudde olifanten een In boorlingendorp aan, dat geheel verwoest wordt. Boomen worden ontworteld en een groote oppervlakte wordt geheel platge trapt. Ons doel Is geweest te beproeven zoo getrouw mogelijk de spannende avon turen van Edgar Rice Burroughs' verhalen uit te beelden. Claudette Colbert, die Juist haar groot ste rol heeft gespeeld als Poppaea in Cecil B. de Mille's „Het Teeken des Krui- ses" is door Paramount aangewezen om de hoofdrol te spelen in de verfilming van Noel Coward's bekende tooneelst-uk „De Koningin had bezoek." Johnny Weismuller en Mueen O'Sullivan, die de hoofdrollen spelen grootsche filmwerk „Tarzan.' in het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 13