LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 9 Februari 1933 Derde Blad No. 22360 jnie ignie1 sIG. jnie AU kwei Brusl n KERK- EN SCHOOLNIEUWS. RADIOBERICHT VAN DE „DE ZEVEN PROVINCIëN". FINANCIEN. NEB. 318j ICEF Bü\ theater ifilm ASSB. •aat 2| uitvoej 491 Wijlen dr. J. Th. de Visser. n had in tegenwoordigheid van el belangstellenden op de begraaf- „Crooswijk" te Rotterdam de over plaats van het monument op het n wijlen dr. J. Th. de Visser. Onder nwezigen werden vooraanstaande n uit allerlei kringen opgemerkt. Kapel werd het allereerst het ;evoerd door den voorzitter van net Z.Exc. jhr. mr D. J. de Geer, die den geest van den overledene te n door slechts een kort en eenvou- ird te spreken. Hij dankte, namens ité, dat destijds tot het plaatsen let gedenkteeken het initiatief nam, lie voor haar medewerking, jaande zeide spreker: leeld van hem, aan wiens nage- lis deze bescheiden daad van pië- ijd is, zal ik in dit uur niet pogen (|tsen. Ik zou het anders misschien doen door te wijzen op de groote van mannen en vrouwen uit de inderschelden kringen der samen- die het op prijs hebben gesteld aan ating van dit monument deel te Het veelzijdig terrein, waarop de :ne zegenend is werkzaam ge- hndt hier zijn weerspiegeling. Er onder de deelnemers, die de herin- Ban dr. De Visser bovenal bewaren den liefdevollen trooster of trou-1 rder, die in dagen van smart of ke gebondenheid den weg ter ont wees. Er zijn anderen, die hem ge- als den bezielden redenaar, die lilde boven eigen levensvlak en in awe en betere gedachtensfeer deed Weer anderen hebben de vruch- lukt van het organiseerend talent, 'overledene ten toon spreidde op led van het sociale leven, van het jfs, van de philanthropic, en van meer, of hebben hem geëerd als leien, toegewijden staatsman, die tie bracht op meer dan één ter- of als den warmen vaderlander, die Ijden van het nationale leven het 'ond dat hun beste gevoelens ver- |volIedigheid zal ik in dit opzicht :ven. Maar wèl wil ik er nog aan pn, dat boven dit alles staat, voor Bn tezamen, de herinnering aan telijken, trouwen vriend, wiens op- woord verkwikte, wiens warme ik werkte als een zegening, wiens glimlach zorgen deed vergeten, 'deze van zijn persoon uitgaande die over het machtig levenswerk De Visser een waas van teeder- reidde, en die in duizenden harten kbaarheid en eerbied, die voor hem |gekoesterd, verinnigde tot liefde, sef het. hooggeachte mevrouw De ■dat ik hier een gebied betreed, u en de overige familieden de van het monument het best :rstaan en waarop hun gevoelens Ie warmste sympathie zullen vin- In datgene, wat wij in den ontste lt meest hebben liefgehad, hebt gij |n lang de volle vreugd en rijkdom Maar juist daarom besef ik óók, iilijk u deze dag in menig opzicht IJlen. Het is niet alleen de dag, iet monument op het graf van uw rt verrijst, maar ook zijn ge- ig, de dag aan welks viering gedu- in lange reeks van gelukkige jaren zonnige herinneringen verbonden lij, zijne vrienden, deelen in den die vandaag uw ziel vervullen •elukkig, dat gij het weten moogt. I sterfdag een nieuwe geboortedag Pj is en dat daarom de weemoed biet het laatste woord behoeft te I mij nu vergund, namens het Co- Jt monument aan u over te dragen °or te stellen, dit ter plaatse te izichtigen. Het strekke aan u en de i.de komende jaren tot een vrien- end'g kenteeken van de liefde, aoor uw echtgenoot is gedragen en iw ze®en dien hij heeft versoreid. (Wj. beware tot in lengte van daeen die deze begraafplaats zullen t hpf f, j herinnering aan den man i holi ®?uden hart en den vurigen geest, 0 \!JJtleven heeft gesteld in dienst heeft mr. J. A. de Visser, au wijlen dr. J Th. de Visser, zich familie gaarne bereid ver ramen »v£der1eofc Paard h V Ad»"ue RnhitiE-.^hhhient te aanvaarden als wiendschap en achting, die ?at ,zich ten doel stelde een ,n te plaatsen op het graf van m» h de Visser, bestond uit de PS heeren: I trot. wr- Mr D. J. ae Geer. voorzitter: ^aiders, A. J. da Costa. J. I «etemakerNahuisen. prof. dr. J. R. EECtetaris-n»„ B™lne W. Wagenaar, Het mrC n!ntm,eester. I, l S1®* Is ontworpen door den Faber in overleg met den heer H. J. de Groot, oud-inspecteur-gene raal van het Nijverheidsonderwijs en een vriend van den overledene. Het werk werd uitgevoerd door den heer G. Keuzenkamp; de bronzen plaquette in het monument opgenomen, werd vervaardigd door den heer Aug. Falise, beeldhouwer te Wage- ningen. Een korte beschrijving van het geheele monument laten wij hieronder volgen: Op de bestaande hard-steenen zerk is het gedenkteeken aangebracht in het zelfde materiaal. Het wordt gevormd door eenige tredeachtige blokken, welke geheel zwart gepolijst zijn. Hierop is een staande steen geplaatst, welke geheel gefrijnd is. Het grijze hiervan steekt stemmig af tegen de zwart-gepolijste voetblokken. In den staanden steen is het portret in brons aangebracht van wijlen dr. J. Th. de Visser, waarvan links en rechts, res pectievelijk de geboorte- en overlijdens datum, eveneens in brons. Hier tusschen in is nog aangebracht de lijfspreuk van dr. J. Th. de Visser: ,God is liefde". In de zich hieronder bevindende hardsteenen inscriptieplaat is ingehakt: „Hier rust de Minister van Staat dr. J. Th. de Visser". Het geheel is aan de zerk bevestigd door ijzeren staven, welke om den staanden steen heengrijpen. DE ZOMERTIJD MOET BLIJVEN INITIATIEF VOORSTEL TOT AFSCHAFFING VOND BIJ VELE LEDEN GEEN INSTEMMING. Verschenen is het Voorloopig Verslag over het voorstel van wet van de heeren v. d. Heuvel en Bakker tot afschaffing van den Zomertijd. Hieraan is ontleend: De indiening van dit initiatief-voorstel kan bij vele leden geen instemming vinden. Het was verscheidenen leden niet dui delijk. welke beweegredenen de voorstel lers tot de indiening van dit wetsvoorstel hebben geleid. Moest in het algemeen reeds verwondering wekken, dat vertegen woordigers van de Protestantsch-Christe- lijke partijen in de Kamer, welke steeds ernstige bedenkingen plegen te hebben tegen de indiening van initiatief voor stellen, met dit voorstel zijn gekomen, nog minder begrijpelijk wordt de houding der beide voorstellers, waar zij nog kort ge leden bij de stemming over de motie- Zandt, beoogende afschaffing van den Zomertijd, hunne stem aan die motie heb ben onthouden. Andere leden, die zich met het boven staande konden vereenigen, achtten bo vendien het tijdstip der indiening zoo kort voor de Kamerverkiezingen, al zeer ongelukkig gekozen- Eenige leden waren van oordeel, dat de materie voor een initiatief-voorstel uitermate weinig geschikt is, omdat het vraagstuk van de wettelijke tijdregeling zeer veelzijdig is. Verscheidene leden konden zich met deze beschouwingen niet vereenigen. O.m. mag niet uit het oog worden ver loren, dat de voorstellers eerst tot indie ning van hun voorstel overgingen, nadat bij de behandeling der begrooting van Binneniandsche Zaken zekerheid was verkregen, dat van de Regeering een voor stel tot afschaffing van den zomertijd niet was te verwachten. Verscheidene leden vatten naar aanlei ding van de indiening van het onder havige voorstel van wet, in het kort hun bezwaren tegen den zomertijd samen. Verscheidene leden, voorstanders van den zomertijd, wezen er op, dat de laat ste jaren in vele streken een streven be staat om zich geleidelijk meer aan den huidigen toestand aan te passen, waar uit mag blijken, dat in het algemeen de bevolking met den zomertijd verzoend is. Van de indertijd aangevoerde bezwaren tegen den zomertijd is, naar het oordeel dezer leden, dan ook niet veel overge bleven. Wel daarentegen heeft de 'zomer tijd eenige groote sociale voordeelen met zich medegebracht. Zeer vele leden, hoewel zich met het ingediende voorstel niet kunnende ver eenigen, achtten niettemin de bestaande wettelijke tijdsregeling onbevredigend- Zij meenden, dat de meest gewenschte op lossing van het vraagstuk deze zou zijn, dat hier in den zomer de Midden-Euro- peesche tijd werd aangenomen en in den winter de West-Europeesche tijd. Zij wenschten daarbij nadrukkelijk de aan dacht te vestigen op de zeer uitzonder lijke positie, welke ons land ten aanzien van de tijdsregeling thans inneemt. Daar bij wezen zij er nog op, dat de Amsterdam- sche tijd op het oogenblik wel een zeer bijzondere aanduiding geeft. Het werke lijke verschil met den West-Europeeschen tijd is niet 20. maar 19 minuten en ruim 32 seconden. Voor wetenschappelijke doel einden en ook voor de scheepvaart is deze toestand ongewenscht en deze leden acht ten het daarom, indien niet tot algeheele wijziging wordt overgegaan, in elk geval noodzakelijk, dat voor de tijdsberekening een ander punt in de gemeente Amster dam wordt aangenomen, opdat het wer kelijke verschil met den West-Europee schen tijd precies 20 minuten bedraagt. o HET VOORKOMEN EN BLUSSCIIEN VAN SCHEEPSBRANDEN. Maatregelen van de Mij. „Nederland" en de „Rotterdamsche Lloyd." Zooals bekend heeft de Nederlandsche Reedersvereeniging onlangs naar aanlei ding van het den laatsten tijd veel vuldig voorkomen van scheepsbranden op groote zeeschepen een commissie ingesteld, die ten doel heeft, te onderzoeken wat nog kan worden gedaan ten einde van de on dervindingen, daarbij opgedaan, partij te trekken en de brandveiligheid op onze zeeschepen nog meer dan tot nu te ver zekeren. De stoomvaartmaatschappij „Neder land" en de „Rotterdamsche Lloyd" heb ben echter intusschen niet stil gezeten en hangende het onderzoek dezer commissie, die pas haar eerste vergadering heeft ge houden, alvast een aantal maatregelen ge nomen, waaromtrent de heer M- C. Ko ning. directeur der Maatschappij .Neder land" ons mededeeling heeft gedaan. Bij scheepsbranden in 't algemeen vertelde de heer Koning moet onder scheid gemaakt worden tusschen brand in de ruimen en brand in den boven bouw. Het ergst zijn in den regel bran den. welke uitbreken op passagiersschepen of passagiers-vrachtschepen in den z.g. bovenbouw. In het z.g. „Veiligheidsverdrag" van Londen, dat 1 Januari 1933 in werking is getreden, zijn voorschriften vastgesteld waarvan het doel is om in de eerste plaats door middel van het bouwen van z. g. brandschotten den bovenbouw zoodanig te verdeelen, dat brand tusschen twee schotten beperkt zal kunnen worden. Voorts zijn uitvoerige voorschriften ge geven omtrent den aanleg van brand- bluschleidingen. Dit verdrag is, hoewel het pas officieel is gaan werken, reeds vele jaren toegepast door de meeste lan den- Wat den bovenbouw betreft, is ech ter bij de laatste branden gebleken, dat deze voorschriften niet voldoende zijn. Een brand als die van de „Georges Phi- lippar" is noodig geweest om duidelijk aan te toonen hoe gevaarlijk het is, dezen bovenbouw te laten bestaan uit gedeeltelijk licht brandbaar materiaal. De bovenbouw zal dus uit ander materiaal moeten wor den opgetrokken. De beide bovengenoemde maatschappijen zullen echter alvast trachten door het vermeerderen der brandvrije verf in de passagiersinrichting beperking van den brand te bereiken. Ook het belang, dat er gelegen is in het zoolang mogelijk bewoonbaar blijven van de Marconihut en van de bovenbrug zal medebrengen, dat ook op de bestaande schepen aan de bescherming van deze vitale deelen van het schip, b.v. door een tweede draadloos seinapparaat, aandacht zal worden gewijd. De noodzakelijkheid is wel gebleken, te trachten, elk begin van brand in de kiem te smoren. Verschillende automatische brandsystemen zijn reeds jaren geleden aan boord van de groote passagiersschepen aangebracht. Het meest afdoende echter zal ongetwijfeld zijn het laten verrichten van rondes door het scheepspersoneel De beide maatschappijen hebben ge meend' nog meer te moeten doen. Zij hebben, regelmatig over de schepen ver deeld, brandschellen doen aanbrengen met in de nabijheid een brandblusch- apparaat- Op alle dekken zijn deze brand schellen zoodanig verdeeld, dat iedereen hoogstens 20 Meter zal moeten loopen om een schei te bereiken. Voor het geval aan boord brand mocht uitbreken, is een indeeling der bemanning gemaakt. Bij het houden van de sloepen- rol voor het vertrek wordt aan alle be trokkenen een kaart uitgereikt, waarop hun plaats en taak in geval van brand is aangegeven. De oproep geschiedt door middel van een claxon, geplaatst in de verschillende verblijven. Aan den wal, zoowel ais aan boord worden geregeld oefeningen gehouden. Ook een gedeelte der dek-equipage wordt voor dit doel spe ciaal opgeleid. Behalve van rookmaskers moeten deze menschen voorzien zijn van zooveel mogelijk brandvrije kleeding. Door het schip vóór den wind te leggen en vaart te verminderen, wordt de natuur lijke trekking in het schip tot een mi nimum teruggebracht. Voorts worden alle branddeuren in de bestaande brand schotten gesloten, alle mechanische ven- tilatie-inrichtingen afgezet. Deze maatschappijen verwachten, dat door al deze maatregelen rampen van va rende schepen, als nu zijn voorgekomen, zich op onze vloten niet zullen voordoen. Een zeer belangrijk punt is echter ook, dat passagiers zelf doordrongen moeten zijn van het groote gevaar, dat gelegen is in het onvoorzichtig weggooien van bran dende sigaretten. Er is alle kans, dat een weggeworpen sigaret door éen der vele openingen van het schip, wordt aange zogen- Hetzelfde geldt voor het rooken in de hutten, dat ondanks het strenge ver bod nog menigmaal gebeurt en waarbij het neerleggen van een half opgerookte sigaret dikwijls begin van brand doet ontstaan. NA DE RAMP VAN DE „ATLANTIQUE". In de groote vergaderzaal van het Scheepvaarthuis te Amsterdam had de directie van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij gistermiddag de opvarenden van de stoomschepen „Erato" en „Achilles" der Kon. Ned. Stoomboot Mij. bijeen doen komen, waar zij een hul diging in ontvangst hadden te nemen van de zijde der Compagnie Sudatlantique, aan welke reederij het door brand verwoeste mailschip l'Atlantique behoord heeft, voorts van de zijde der Fransche regee ring en van de directie der K.N.S.M. zelve, voor den grooten moed, de plichtsbetrach ting en de menschenliefde, door hen be toond bij de redding der opvarenden van het Fransche schip. De reederij der Compagnie Sudatlan tique was hierbij vertegenwoordigd door den heer J Loranchet, de Fransche regee ring door den consul-generaal, den heer Judas. Verder waren o.m. aanwezig comte de Barbeyrac, directeur van het Office Commercial Francais en de heer C. A. G. van der Boom, inspecteur voor de Scheep vaart, terwijl de K. N. S. M., behalve door den directeur dr. E. Heldring en S. M. D. Valstar, vertegenwoordigd was door de chefs van den nautischen, den technischen den civielen dienst en den dienst van Arbeidszaken. De heer Loranchet bood vervolgens den kapiteins van de Achilles" en „Erato". den heeren C. Schaap en J. Lodewijk ieder als aandenken een gouden horloge aan. Een zelfde geschenk ontvingen daarop de eerste en de derde stuurman en de tweede machinist van de „Achilles", de heeren W. C. v. d. Burgt, P. Duif en G. Ates, die in de reddingssloep de leiding hadden gehad. Een zilveren horloge ont vingen de manschappen van de „Achilles", die eveneens deel hadden uitgemaakt van de bezetting der sloep om de levens van de opvarenden der „l'Atlantique", die in de golven met den dood geworsteld had den, te redden Het zijn de stuurmans leerling J. Kruidhof, de timmerman A. Otten en de matrozen C. Tuit, A. Toet en J. Dijkhuizen. De heer Judas, consul-generaal van Frankrijk, heeft hierna namens den Franschen gezant, baron de Vitrolles, den dank der Fransche regeering overgebracht De heer dr. E. Heldring, directeur der K. N. S. M„ deed vervolgens met een kort woord blijken van de groote waardeering der directie van deze maatschappij voor den moed en de plichtsbetrachting der gehuldigden. DE POSTVLUCHTEN. De „Pelikaan" is in Bagdad aangeko men. De „Ijsvogel" is in Jodhpur aangeko men, PREDIKBEURTEN. VOOR HEDEN. LISSE. Chr, Geref. Kerk: Nam. 7 uur, ds. Ponstein. Geref. Gem.: Nam. 7 uur, leesdienst. RUNSATERWOUDE. Chr. Geref. Kerk: Nam. 7 uur, ds. Heerma van Aalsmeer. VOOR VRIJDAG. NIEUW-VENNEP. Ned. Herv. Kerk: Nam. 7 uur, ds. Bies- haar van Den Haag. o NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Overschle (2 pr.pl.) J. R. Wolfensberger te Cubaard. Te Nieuwer- kerk (Z.-H.), J. E. Drost. cand. te Arn hem. Bedankt: Voor Kesteren: D Bax te Blauwkapel. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Baarland: W. Veenhof. cand. te Doorn. CHR GEREF. KERK. Tweetal: Te Enschedé: J. Hovius te N.- Pekela en H. Velema, te Drachten. Bedankt: Voor Ardnhem J. Drenth te Broek op Langendijk. o PROF. Dr. H. BOUWMAN OVERLEDEN. In den ouderdom van 69 jaar. Te Kampen is in den ouderdom van 69 jaar overleden prof. dr. H- Bouwman, hoogieeraar aan de Theologische School der Geref. Kerken aldaar. Prof. Bouwman, geboren te Uithuizen (Gr.), heeft aan deze inrichting en aan de Vrije zoowel als aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam zijn opleiding genoten. Aan de Vrije Universiteit is hij tot doctor in de godgeleerdheid gepromo veerd op een proefschrift over „het begrip gerechtigheid in het Oude Testament." Bovendien heeft hij in 1929 een eere-doc- toraat ontvangen van de geref- theol. faculteit der universiteit te Debreczin in Hongarije, ter gelegenheid van het vierde eeuwfeest van den Rijksdag te Spiers. Als predikant heeft hij, na in 1891 can- didaat te zijn geworden, van 1893 tot 1897 te Berlikum en van 1897 tot 1903 te Hat- tem gestaan; in het laatstgenoemde jaar is hij tot hoogleeraar te Kampen be noemd. Ais zoodanig heeft hij op 7 Maart 1928, tegelijl: met pref. dr. A. Honig, zijn zilveren jubileum gevierd, bij welke gele genheid de warme sympathie die men in vele kringen voor hem gevoelde, duide lijk tot uiting is gekomen. Tal van geschriften heeft hij volgens het Hbld gepubliceerd. Sinds 1908 was hij redacteur van het weekblad „De Ba zuin"; in de Chr. Encyclopaedie heeft hij vele artikelen geschreven; voorts studies over de kerkgeschiedenis, speciaal van de Afscheiding. Van zijn werken noemen wij dat over Schortinghuis; Na 75 jaren; De Afscheiding te Ulrum; Het ambt der dia kenen; een bundel meditaties „Onder de schaduw Zijner vleugelen"; De kerkelijke tucht naar geref- kerkrecht; Amerika, schetsen en herinneringen; het meerdee- lig Handboek voor geref. kerkrecht; tal van rectorale oraties als Het recht en de beteekenis der Chr mystiek; De crisis der jeugd; Boeddhisme en Christendom; als ook zijn werk over de geschiedenis van de Theol. School gedurende 75 jaar; Per soonlijk geloof en roeping noodzakelijk voor de Heilige bediening; Christian Science enz- Verscheidene er van werden in het Duitsch en in het Hongaarsch vertaald. Ook schreef hij artikelenreeksen in het Geref. Ouderlingenblad, in het Ger. Theol. Tijdschrift en andere periodieken. Prof. Bouwman was lid van het Histo risch Genootschap te Utrecht en van de vereeniging „Overijsselsch Recht en Ge schiedenis", en ridder in de orde van den Nederl- Leeuw. MR. J. A. N. PATIJN. Heden is mr. J. A. N. Patijn, onze gezant te Rome. oud-burgemeester van Den Haag, zestig jaar geworden. UIT NED. OOST-INDIE. INDIË's FINANCIEELE TOESTAND. Verschillende nieuwe belastingen in voorbereiding. BATAVIA, 8 Febr. (Aneta). De direc teur van het departement van Financiën deelde in den Volksraad, tijdens zijn ant woord op de in dat college gehouden al- gemeene beschouwingen ten aanzien van den financieelen toestand van het land, o.a. mede, dat de regeering voor 1934 met voorstellen betreffende verdere belasting verzwaring zal moeten komen. Voorts is in studie een luxe belasting, een suikeraccijns, een loonsbelasting en een licentiestelsel. Van verhooging der vennootschapsbelas ting wordt weinig verwacht, aangezien de huidige raming van de totale inkomsten uit deze belasting voor 1933 slechts f. 6.000.000 bedraagt. Het voorstel tot meerdere popularisee ring van de loterijen wordt door de regee ring verworpen. Korting op de pensioenen vond geen instemming bij het opper bestuur. De regeering wenscht, zoo eenigszins mogelijk, aan haar financieele verplich tingen te blijven voldoen, ook op het ge bied van betaling der renten van den schuldenlast. De opvatting van de regee ring ten aanzien van de mogelijkheid van een couponbelasting is niet gewijzigd. De Indische regeering heeft bij het op perbestuur voorstellen voorgebracht, strek kende tot conversie van verschillende leeningen De decisie hieromtrent ligt uitteraard bij het ooperbestuur, nl. aan de hand van aanbiedingen welke bij elke leeningsuitgifte afzonderlijk worden be oordeeld. UIT NED. WEST-1NDIE. DE ONRUST TE PARAMARIBO. PARAMARIBO. 8 Febr. (Aneta). De orde, welke was verstoord door de agitatie van Dekom is thans hersteld. In totaal zijn bij de relletjes 2 personen gedood en 23 gewond. De emigranten zijn naar hun plantages teruggekeerd en hebben hun perk hervat. ZIJ SEINEN AAN HUN COMMANDANT: VOORWAARDEN VOOR OVERGAVE ONVERANDERD. BATAVIA, 8 Februari. (Aneta) Naar wij vernemen heeft het radiostation van de „De Zeven Provinciën" het volgende draadlooze bericht uitgezonden, dat ge richt was aan den commandant van het schip, den kapitein-luitenant ter zee P. Eikenboom, die aan boord vertoeft van het Gouvemementsvaartuig „Eridanus", dat nog immer de vervolging voortzet: „Wij verzoeken U om de hoogere auto riteiten namens ons te willen mededeelen, dat door ons geen communistische neigin gen worden gekoesterd en dat wij niet van plan zijn tot gewelddadigheden over te gaan. Wij willen alleen protesteeren tegen de korting op de salarissen en tegen het in arrest stellen van onze kameraden- Alles aan boord is goed. Er zijn geen ge wonden. De dienst heeft voortgang als gewoonlijk. Wij zijn bereid ons over te geven in den vorm waarvan ons eerder bericht melding heeft gemaakt", (onderteekend) De Europeesche en inheemscho bemanning. Weinig beteekenis aan het bericht gehecht. Aneta-Holland meldt, dat in bevoegde marinekringen aan het radiotelegram van „De Zeven Provinciën" weinig beteekenis wordt gehecht. Aanvankelijk hebben de muiters een telegram van soortgelijke in houd gezonden aan den commandant der marine te Soerabaya en nu met geen enkel woord daarop geantwoord is, zullen zij waarschijnlijk het nog eens via comman dant Eikeboom willen probeeren. De regeering zal echter ongetwijfeld de' gestelde voorwaarden van onmiddellijke en onvoorwaardelijke overgave handhaven en van dit telegram geen nota nemen. Wat de onderteekening: „Europeesch en inlandsch personeel" betreft, is men van meening, dat deze wel onder alle voor behoud bezien moet worden. Concentratie van het eskader heden voltooid. BATAVIA, 9 Februari. (Aneta) In verband met het optreden tegen de „De Zeven Provinciën" verklaart het departe ment der marine in Nederlandsch Indië dat werd besloten dat het schip uitsluitend zou worden behandeld als een muitend oorlogsschip. Op treden tegen de „De Zeven Provinciën" wordt onraadzaam geacht vóór concentra tie heeft plaats gehad van een aantal viooteenheden, hetgeen verscheidene dagen moet duren, als gevolg van den grooten afstand. Deze concentratie wordt heden voltooid, zoodat een beslissend optreden tegen morgen mag worden verwaent. (Blijkbaar is dus de bedoeling om, wan neer onverwacht en onverhoopt toch nog tegenstand zou worden geboden, dezen tegenstand direct te kunnen overwinnen. Red. L. D.) Commandant van de kruiser „Java" is de kapitein ter zee J. T. A. J. Bruinsma. Groepscommandant van de torpedo- boot] agers, evens commandant van de „Evertsen" is de kapitein-luitenant ter zee Doorman, commandant van de „Piet Hein" is de luitenant ter zee der eerste klasse J. M. de Meester. Verboden couranten. In verband met het verschijnen van „De Zeven Provinciën", het nieuwe, door de N V. Arbeiderspers uitgegeven blad, wordt gemeld van de meest bevoegde zijde, dat deze nieuwe uitgave ook onder het verbod van den minister van defensie valt. Hoe wel het nieuwe orgaan niet met name genoemd wordt in de lijst van geschriften, welke de militairen der zee- en land macht niet in hun bezit mogen hebben en niet mogen verspreiden, zullen de be trokken autoriteiten uiteraard deze nieuwe uitgave eveneens van de militaire terrei nen weren. De vice-admiraal, commandant van de marine te Den Helder, heeft inmiddels volgens „Het Volk" het volgende verbod uitgevaardigd: Alle uitgaven van „De Arbeiderspers" zijn voor het onder mijn commandement staande personeel verbo den, in welken vorm zij ook verschijnen." Telegram aan H.M. de Koningin. BANDOENG, 9 Febr. (Aneta). Aan H.M. de Koningin is het volgende telegram ge zonden: „Drieduizend ingezetenen van Priangan, te Bandoeng in vergadering bijeen, betuigen Uwe Majesteit eerbiedig aanhankelijkheid en vertrouwen in de kracht van Uw beleid". MEELFABRIEKEN NEDERL. BAKKERIJ. Het jaarverslag vermeldt een winst saldo van f. 451.458 (vorig jaar f. 452.516). o- JAARVERSLAG N.V. ALPHENSCHE BANK. Wij ontvangen het verslag over het 17de boekjaar der N.V. Ajphensche Bank (1932) Hieraan ontleenen wij het volgende: Hoewel de ongunstige tijdsomstandighe den in de cijfers uitdrukking vinden, mee- nen wij toch niet ontevreden te mogen zijn. Het totaal bedrag der uitstaande cre- dieten is niet belangrijk teruggeloopen. Op het aanhouden van een flink bedrag aan vlottende middelen zijn wij voortdurend bedacht geweest; de likwiditeit is het ge heele jaar door zeer goed geweest. Het saldo der verlies- en winstrekening ad f. 41415.68'/; is lager dan het vorig jaar. Het totaal der bezuinigingen bedraagt c.a, f. 5200. Voorgesteld wordt van de netto winst ad f. 41415.68'/; f. 3000 te voegen bij het Ondersteuningsfonds voor het personeel en f. 10 000 te voegen bii bet fonds voor bij zondere belangen. Het restant laat dan een uit keering toe van 7 pCt. als v.j. Met weemoed wordt het heengaan her dacht van den president-commissaris en mede-oprichter der bank, den heer L. C, Jongenburger.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 9