DIES NATALIS
DER LEIDSCHE UNIVERSITEIT
WOENSDAG 8 FEBRUARI 1933
No. 22359
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Dntmer bestaat ott DRIE Bladea
EERSTE BLAD.
STADSNIEUWS.
KatwUk a' zee
Rede van den rector magnificus, prof. Huizinga.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
{•te Jaargang
EIDSCH
DAGBLAD
na
en
Doo;
orstel
at de
teg
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Cts. ner 500r advertentlen uit Lelden en plaatsen
u agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle
.ere advertentlën 35 Cts per regel Kleine Advertentlën
rt™ sluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts.
een maximum aantal woorden van 30.
5e: asso volgens postrecht Voor eventueele opzending van
ven 10 Cts porto te betalen Bewijsnummer 5 Cts.
an
uiten'
ito
iren
/oor;
ioort
t; hii
isluit
ook
/erde
n ga.
aan
m f.
>r 3»
an
dat
in dl
Ie kv
fde
in 1
rstrei er dagen hebben onze stadgenooten
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANTS
Voor Leiden per 3 maanden f. 2.35; per week L0.1S
Buiten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per post f. 2.35 portokosten.
borganisatie van den gem.
reinigingsdienst.
Een nieuw type vuilniswagens.
kunnen maken met het eerste tast-
[evolg van het besluit van den Leid-
gemeenteraad tot reorganisatie van
emeentelijken Reinigings- en Ont-
ingsdlenst.
eren ls namelijk de eerste proefrit
.kt met een nieuw type vuilnis-op-
ragen. waarvan het chassis en de bo-
chafljuw zijn vervaardigd door de Faun-
te Nürnberg en waarin een Ford-
is geplaatst.
'6 S^evolge ministerieele aanschrijving
bij den aankoop van nieuw mate-
zooveel mogelijk de Nederlandsche
trie worden bevorderd en nu deed
hier de moeilijkheid voor, dat het
gewenschte type van Duitsch fabri-
as.
Jerhandelingen tusschen den direc-
an den dienst, den heer J. H. de Jong
ijds en de directies van de Kon. Ned.
nederij en de Faun-werke anderzijds
n tot resultaat dat in Nürnberg één
ragen werd besteld terwijl van de
nu
stie
;n.
elt
ing
het
hel
oot
com
hebh
ir au
Un,
lerna te bestellen wagens de Faun-
het chassis en de Grofsmederij al
en bovenbouw vervaardigt, alle zeven
is tegen den prijs van f7600 per stuk.
WUI*> laatste zes wagens zullen vermoe-
over 6 a 7 weken in gebruik genomen
in worden, zoodat alsdan de geheele
sophaaldlenst met nieuw materiaal
■men
eten
verg
rleenB,rtien uitgevoerd.
runs!
oi
erans
waren hedenmorgen in de gelegen-
ien nieuwen wagen te bezichtigen en
nen gaarne dat hij vele hygiënische
an u onomische voordeelen boven het oude
bezit.
vroeger het vuil met een schop
élijk over den wagen worden verdeeld
e he: geschiedt zulks mechanisch, doordat
zou^hveriaadbak, waarin het vuil gestort
en die met gummigordijnen van de
ilucht is afgesloten, in loodrechten
kan worden gebracht waardoor het
in den eigenlijken laadbak terecht
De stortopening bevindt zich op een
van 1 M. 30 hetgeen van groot ge-
is voor het bedienend personeel. De
van den wagen bedraagt zes kub.
(dit is driemaal zooveel als de vroe-
paard en wagens!), de breedte 1 Me-
(d.i. 5 centimeter smaller dan voor-
en het gewicht 3650 K.G.
nneer de achterlaadbak 4- of 5-maal
reservoir geleegd is is dit vol. Bo-
ien bevindt zich aan den wagen nog
ak voor grof vuil ter grootte van 1.6
Meter.
:nals het laden geschiedt ook het los-
danig, dat de ophalers niet met het
in aanraking komen, daar dit van-
n de afvoerschuiten glijdt.
bediening van den wagen ls zeer
ludig; het manoeuvreeren door den
in. doch hoogen bak uiterst geschikt
de smalle Leidsche straten en grach.
Voor de allersmalste stegen zijn bo
tten twee kleinere wagens ter breedte
1 M. 20 in bestelling, welke vermoede-
iinde dezer maand gereed zullen zijn.
jiden is de tweede gemeente in ons
waar deze wagens worden ingevoerd;
Haag gaf het voorbeeld,
it stortingsapparaat, dat eerst kan
len aangebracht, wanneer alle bij den
aangeslotenen in het bezit van uni-
ie vuilnisemmers zijn. is ook bereids
gekocht.
haltiWaar van gemeentewege thans alles is
tdaan ter bevordering van de hygiëne
i E- »en goed functioneerenden dienst, riep
enie Bieer De Jong tenslotte onze bemidde-
Iiali in teneinde het publiek te verzoeken
teerpBruik te maken van gesloten vuilnisbak
en deze steeds voor de woning te
■tsen, zoodra de auto. welke steeds op
elfde tijdstip verschijnt, in aantocht is.
betal
Ina
n ki
angi
al
geng
arb;
g de
nd
het
rant
dien
5.000
ins i.
en
angi
zone'!
het
telli
00,
j]
ingel
villei
dei|
:t dl
an
000.
rticii
a.
te te|
et
gen
kn
crea
te
urn
academische examens.
islaagd voor het doctoraal-examen
sch recht, de heer Ch. l. Poulus 'Den
voor het candidaats-examen wis-
[Sjjatuurkunde (letter l) de heer m. f. h.
Pp®? (Haarlem).
HANDELSREGISTER
HAMER VAN KOOPHANDEL
Ürigingen:
ibriek
Rühdiii- Pv?n Brouwer's Aardewerk, Hooge
■Sr ir„"' Zoeterwoude. Fayence, tuin-
ouwaardewerk. Nieuwe Commissaris:
I Jn«,?osttr' Buurmalsen.
"iik-Binr,o ln' Sehiestraat 2, Noord-
Overiert»!!1Rijwielhersteller en -handel
lnSt t r,„.
10 Dec.
1932.
J. Braakman, d.d
Ouhetnn^
OVER DE GRENZEN VAN SPEL EN ERNST IN DECULTUUR.
Ter gelegenheid van den 358sten Dies
Natalis der Leidsche Universiteit heeft de
rector-magnificus, prof. dr. J. Huizinga
hedenmiddag in het groot-auditorium
in tegenwoordigheid van curatoren, hoog
leeraren, lectoren, privaat-docenten en
studenten een rede over bovengenoemd
onderwerp gehouden, waaraan het vol
gende is ontleend:
Wie op 8 Februari in dit spreekgestoelte
staat, aldus begon spr., is aan zijn gehoor
iets anders schuldig dan een willekeurig
détail uit de voorraadschuur van zijn
wetenschap. Naar de mate waarin zijn
studievak zich daartoe leent, heeft hij,
schijnt het mij, iets te bieden, wat, hoe
dan ook, van algemeenen aard mag hee-
ten, iets wat de kern van zijn studiën
raakt, hetzij als beginselvraag, als nieuw
inzicht, als proeve van methode. En als
het kan, laat het iets zijn van een getui
genis.
Spr. zet vervolgens uiteen, dat alle cul
tuur is een streven, dienst en een uitdruk
king, d.w.z. een omzetting door den geest,
waardoor iets ontstaat, wat meer en an
ders is dan natuur.
Noemen wij nu de grootste oorspronke
lijke activiteiten van het cultuurleven. Het
zijn de taal, de mythus en de cultus.
Tot die groote activiteiten, die elemen
taire factoren der cultuur, hoort ook
het spel.
Factor van cultuur kan het slechts zijn,
voorzoover het een sociaal element bevat,
ziedaar het veld al wat nader bepaald:
wedstrijden, kampspelen, vertooningen,
opvoeringen, dans en muziek, herdersspel
en maskerade vormen de stof, die ons
aangaat.
Prof. dr. J. Huizinga.
Den grondtrek, dien alle spel, van dier,
kind en man, gemeen heeft, die er het
eigenlijke wezen van uitmaakt, kunnen wij
voorloopig enkel negatief vaststellen, door
te zeggen, dat het in beginsel niet-ernst is.
Zoeken wij naar meer specifieke kenmer
ken, dan schijnen de volgende van belang.
Van bijna alle spel, zoodra het collectief
is, een wisselwerking inhoudt van mensch
op mensch, kan gezegd worden, dat het
een element bevat van binding en ont
knooping. Het spel bant. Het spel boeit.
Van geheel anderen aard ls een tweede
eigenschap, eveneens in zeer veel gevallen
aanwezig. Het spel vertoont iets. Het spel
is een handeling. Hier liggen de gewich
tigste verbindingen van spel en cultus.
Die handeling is eigenlijk altijd in zeke
ren zin heilige handeling; haar betrek
king tot of correlatie met het goddelijke
is in den grond altijd aanwezig; zoodra
het spel dient, om die betrekking uit te
drukken, wordt het cultushandeling,
ritueel, liturgie, kan het zelfs worden
mysterium. Verbeelding en vertooning van
het heilige, onuitsprekelijke, viering van
een heilig getij, dat zijn de bestemmingen,
die het spel tot zijn hoogste functie ver
heffen. In deze sfeer krijgt het geheim,
dat zich in elke phase gaarne aan het
spel verbindt, mystieke beteekenis, en
worden vervoering en bedwelming ge
stempeld tot goddelijk enthusiasme en
6kst^S6
Een derde eigenschap, niet dooriooj*nd
aanwezig, maar misschien nog gewichHger
dan de genoemde: het spel is strijd. Het is
het reeds bij de dieren en bij de kinderen:
zich meten, wedijveren, om het mooist
pronken.
Aan het. spel als strijd is een bijzonder
element verbonden, namelijk de inzet, de
wedde. Men strijdt, men sDeelt óni iets
Nog één zulk een algemeene eigenschap
van het spel. Het spel schept stijl. Ook
in zijn eenvoudigste vormen. Een kinder
dansje met zingen, zooals men het in een
kleine stad, op straat, tegen Paschen, in
den grond nog wel ontmoet, bezit die
onomschrijfbare, zuivere en hooge quali-
teit van stijl, waar somtijds kunst en
samenleving vergeefs naar hongeren en
dorsten.
De wetenschappelijke theorieën aan
gaande oorsprong, aard en beteekenis van
het spel, door psychologie en sociologie in
overvloed opgesteld, zijn veelal tegen
strijdig Tot een bevredigende bepaling
van het begrip spel brengt ons de theorie
weinig nader.
De theorie van het spel heeft nog een
ander euvel dan haar hulpeloosheid. Wie
de plaats van het spel in het leven tracht
te bepalen, loopt door de reeds /ermelde
onvastheid van het begrip voortdurend ge
vaar, de spelaandrift onbegrensd uit te
breiden, haar op allerlei gebied te ont
dekken, waar hij haar niet had willen
zoeken
Het begrip spel krijgt eerst een eeniger-
mate bepaalde positie door de tegenstel
ling, die het completeert, dat is het begrip
ernst. Nergens is dit elkaar aanvullende
en steunende begrippenpaar zoo vast en
zoo gewichtig als -in de Germaansche
talen. Vraagt men nu naar de herkomst
van het woord ernst, dan openbaart zich
het verrassende feit, dat zoowel van ernst
als van spel, als algemeene begrippen, de
etymologische grondslagen in de sfeer van
strijd schijnen te liggen.
De tegenstelling: spel en ernst, die ons
op het eerste gezicht volkomen bepaald,
vanzelfsprekend en onmisbaar schijnt, is
derhalve, naar het schijnt, betrekkelijk
jong, en niet in elke taalgroep volkomen
ontwikkeld. Oudere cultuurphasen schij
nen spel als zoodanig, in zijn wijdsten zin,
nog niet als „iets anders", „iets zelfstan
digs" te onderscheiden. Voor ons staat die
qualiteit „iets zelfstandigs", ,iets anders
dan ernst" vooraan in het bewustzijn. Zien
wij echter nader toe, dan blijkt ook voor
ons de inhoud der tegenstelling uiterst
zwevend. Het „anders zijn", dat het spel
van den ernst onderscheidt, blijkt niet in
enkelvoudige, exacte termen te omschrij
ven. Wij stuiten telkens op iets onbepaal-
baars. Het contrast ernst-spel is niet. ge
lijkwaardig aan dat van waar-onwaar,
noch aan dat van eeht-onecht, ook valt
het niet samen met doelmatig-doelloos,
immers in het spel zelf is een doel zoo
onmiddellijk mogelijk aanwezig. Spel is de
negatie van ernst, maar nog iets eigens
bovendien. Het omsluit in zich zelf weer
ernst. Het is ook niet aan ernst onderge
schikt, als lagere en beperkte uitdrukking
van het ernstige. Hoe wij de begrippen
ook wenden en keeren, het spel blijft een
buitengewoon zelfstandige en primaire
categorie van menschelijk en zelfs dierlijk
handelen.
Spr. toonde vervolgens aan hoe in al de
voornaamste domeinen van het geestelijk
en maatschappelijk leven, in vroege cul
tuurphasen en in late, spelvormen van
allerlei aard den wasdom der beschaving
begeleiden en concludeerde daaruit, dat
herhaaldelijk een cultuurelement zijn ge
daante aanneemt in den vqrm van een
spel.
Dit schijnt met name het geval ten op
zichte van wijsbegeerte en wetenschap.
Men ziet het bijzonder duidelijk weerspie
geld in de Veda's en de daarbij aanslui
tende litteratuur der Brahmana's, die
handboeken van priesterscholen, waarin
offerr.treel, mythen, verklaring en be
spiegeling over de diepste dingen dooreen-
gemengd zijn.
Bijzonder duidelijk treedt de spelvorm
weer aan den dag in de voorgeschiedenis
der Scholastiek, en daarmee tevens in die
der Universiteit. De strijd der geesten in
de twaalfde eeuw draagt alle trekken van
een hooge sport. Disputatie en tournooi
zijn slechts de wisselvormen van de leven
dige wedstrijdbehoefte van een sterken
tijd.
In vernieuwingsperioden van wijsbe
geerte en wetenschap treedt herhaaldelijk,
met een sterk controversieel karakter, ook
een uitgesproken spel-element opnieuw
aan het licht. Wetenschap is polemisch,
zoo ook niet altijd in gelijke mate. In de
tweede helft der zestiende eeuw, als de
moderne wetenschap doorzet, schaart alles
zich in kampen en partijen.
Het spel van vraag en antwoord is
vruchtbaar voor wijsheid, het is het ook
voor poëzie. Wie antwoordt in een uit
spraak schept wijsbegeerte of wetenschap,
wie antwoordt in een beeld schept dichter
taal, In beide gevallen is het antwoord
sluitend, als het klopt met de spelregels, als
het voor de medespelers verstaanbaar is.
Zcoals in oude culturen de philosoof is hij
die kosmische raadsels kan opgeven en op
lossen, zoo is de dichter hij die de kunst
taal spreken kan, welke de ingewijden be
grijpen.
Aan alles wat dichtkunst is, blijft het
spel-element van het begin tot het einde
onverbrekelijk verbonden. In den vorm
zoowel als in de uitdrukking van de ge
dachte. Rijm en metrum, strofe en paral
lelisme een spel te noemen, in den hoog-
sten zin van dat woord, houdt noch over
drijving noch kleineering in. De verbeel
ding werkt altijd als een spel.
Het gansche bedrijf der allegorie ver
loopt in die sfeer. De allegorie is nooit vol
komen ernstig te nemen.
Een typische spelfunctie is de zucht naar
het exorbitante, naar de toomelooze over
drijving.
Nergens zijn de samenhangen tusschen
kunst en spel zoo hecht en fundamenteel
als in de muziek. De muzikale vormen zelf,
onttrokken als zij zijn aan de sfeer van
het daadwerkelijke leven, liggende aan
gene zijde van het begrip en de gedaante,
blijven geheel en al, en in den strengsten
zin des woords, binnen de categorie van
het spel. Gij zult mij, na onze beschouwing
van het contrast ernst en spel, niet meer
tegenwerpen, of dan muziek geen ernst is.
In haar hoogsten ernst blijft zij spel, even
als het drama.
Cultuurhistorische vragen van groot be
lang liggen hier nog onopgelost. Ook als
sociale factor blijft de muziek zeer lang
in de sfeer van het spel gevangen.
Wij komen tot een gebied, waar men
misschien van den spelfactor geen enkel
spoor verwachten zou, dat van bedrijfs
leven en ruilverkeer. Ten opzichte van de
uitwisseling der begeerde producten zal
men, vooral in dezen tijd, geneigd zijn te
zeggen: hier is toch zeker van den aan
vang af alles bittere ernst geweest, behoefte
aan het noodige, nuchtere berekening van
de mogelijkheid der verwerving, spoedig
ook snood winstbejag. Inderdaad, dit alles
is overoud, maar het is niet het eenige wat
de vormen van het ruilverkeer bepaalt. Het
economische leven groeit niet uitsluitend
op uit de nooddruft, maar ook, hoe para
doxaal het moge klinken, ln de sfeer van
mildheid, vriendschap, vertrouwen, eer,
hoogmoed en avontuur.
Aan de hand van een voorbeeld toonde
spr, aan, dat schenken op crediet even oud
en veel eervoller is dan verkoopen voor een
directe tegenwaarde.
Waar loopt in deze dingen'de grens tus
schen ernst en spel?
In het tijdperk van het vroege kapita
lisme ziet men te Genua, te Antwerpen
zoowel den termijnhandel als de levens
verzekering opkomen in onmiskenbaar ver
band met de zuivere weddenschap, zoodat
men heeft kunnen twijfelen, of hier de
ernstige economische vorm dan wel de
spelvorm primair is geweest.
Men kan veilig beweren, dat bij het
„spelen aan de beurs" de grens tusschen
spel en ernst, die wij vergeefs zoeken, niet
bepaald wordt door de vraag, of het den
prijs der tarwe geldt of den uitslag van een
sportprestatie, het economisch-gewaand-
berekenbare of het menschelijk-toevallige.
Tenslotte besprak prof. Huizinga de
aanwezigheid van spelvormen der cultuur
in staat en samenleving in het algemeen.
Door alle eeuwen en bij alle volken
mengt zich een element spel in alles wat
heet stand, partij of corporatie. Buiten
gewoon duidelijk spreekt het in de Middel
eeuwen, in ridderwezen en courtoisie, in
gildewezen en rederijkerij
De achttiende eeuw geeft nog eenmaal
in een behoorlijke en sierlijke geslotenheid
het spel der cultuur rijk ontplooid te
aanschouwen.
De stijl zelf. waarin zich de eeuw in
haar opgang manifesteert, het rococo, is
speelscher dan eenige tevoren.
En het heden? Hier wordt ons oordeel
wankel, hier wordt het beeld onduidelijk.
Spel kent voorzeker onze hedendaagsche
samenleving in overvloed, en in te voren
nooit beleefde vormen en afmetingen. De
wereld is zoo geleidend geworden, dat een
craze als kruisraadsel of yo-yo zich met nog
grooter snelheid dan kafferpokken of de
ziekte van Weill van Hollywood tot Moskou
verspreidt. Voor den socioloog is stellig het
verschijnsel craze als zoodanig niet onbe
langrijk. Maar wij denken hier aan andere
dingen. Als een groote nieuwe factor in
het maatschappelijk leven heeft zich uit
gaande van Engeland de internationale
sport verheven. Zij trekt ln haar domein
van organisatie, competitie en publiciteit
zelfs onathletische bezigheden (vermaken
BINNENLAND.
Herdenking van den 358sten verjaardag
der Leidsche Universiteit. (Stadsnieuws,
le Blad).
De muiterij in Indië; grootsche betoo
gingen van trouw te Batavia en elders;
geen nieuws van „De Zeven Provinciën".
(3e en le Blad).
De interpellatie-Drop in de Tweede
Kamer; minister Deckers verdedigt het
regeeringsbeieid. (Pari. Overzicht, 3e Blad),
De wijziging der Tarwewet door de
Eerste Kamer goedgekeurd. (Pari. Over
zicht, 3e Blad).
Ongeregeldheden te Paramaribo. (Uit
Ned. West-Indië, 3e Blad).
Felle brand te Amsterdam; 15 motor-
booten en 200 kano's en roeibooten ver
woest. (Gemengd, 3e Blad).
Teraardebestelling van wijlen den heer
J. C. Wirtz te Oegstgeest- (Laatste Be
richten, le Blad.)
BUITENLAND.
Het Fransche veiligheidsplan ter Ont
wapeningsconferentie. Critiek van jhr. mr,
Beelaerts van Blokland. (Buitenl., le Blad).
Overleden is de bekende Hongaarsche
staatsman graaf Albert Apponyi. (Bui
tenl., 1« Blad).
De politieke strijd in Duitschland. (Bui
tenl. en Tel., le Blad).
Mussolini over de regeling der moeilijk
heden met Frankrijk. (Buitenl., le Blad).
durf ik volstrekt niet zeggen) als kaartspel
en schaken.
Evenwel ook om de sport op zich zelf is
het ons niet te doen, maar om haar gehalte
ten opzichte van het grensprobleem, dat
ons bezighoudt. Is de sport nog spel te
noemen? Wordt die vraag gesteld, dan
openbaart zich aan ons het feit, dat in
onze overgelede, overontplooide en over-
bewuste cultuur zich een vérgaande con
taminatie van de geestelijke waarden spel
en ernst heeft voorgedaan. Meer dan ooit
slaan zij voortdurend in elkander om. Het
spel verliest zijn qualiteit van onttrokken-
heid, zelfstandigheid, onbevangenheid, en
wil voor ernst gelden.Tezelfdertijd ziet
men ernstige technische en economische
occupaties in het gebied van het spel ge
trokken. Overal waar het begrip heerscht
dat record heet, zooals in de aviatiek en de
Oceaanvaart, is een grens naar de zijde
van het spel overschreden. En niet hier
alleen. Op tal van wijzen kan men in de
gewaand-ernstige vormen van politieke of
cultureele werkzaamheid spel-instincten
zich zien botvieren. Onze hedendaagsche
samenleving weet wellicht minder goed
dan archaïsche culturen, wanneer en
waarin zij speelt.
EERSTE HULP bij ONGELUKKEN.
Een gefingeerde ketelontploffing.
De spoedgevallen, waarin de Eerste Leid
sche E. H. B. O.-brigade hulp moet ver-
leenen, werd gisteravond duidelijk gede
monstreerd.
Zonder voorkennis en geheel onverwacht
werden plotseling alle groepleiders en
vanzelfsprekend ook de leden gealarmeerd
voor een hevige ketelontploffing op de
terreinen van het Openbaar Slachthuis
alhier. Spoedig ter plaatse gekomen ble
ken alle lichten te zijn gedoofd en werfl
melding gemaakt van het zoek zijn van
8 slachtoffers.
Binnen 20 minuten kwamen alle dames
en heeren met fiets, loopend en in auto's
het terrein opgebold en werden vlug acht
groepen gevormd met als taak de slacht
offers te zoeken en verbonden binnen te
brengen.
Op een geheel onbekend terrein, uit
sluitend in 't donker werkend bleken spoe-
die enkele slachtoffers te zijn gevonden.
Niet even gemakkelijk ging het met enkele
anderen. De plaatsen als b.v. op een af
dak of diep in een gebouw verborgen ble
ken toch geen beletsel te zijn voor de
„speurders" en ..keurig in orde" kwamen
de gewonden binnen.
Dr. E. Renaud bedankte na afloop Di
rectie en personeel voor de welwillende
medewerking, maar niet minder zijn leden
voor de trouwe, vlugge en accurate
werkwijze.