B89V DE De mode in vroegere tijden. VROUW DRAAGT DE VIJANDEN VAN HET BIJENDORP Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 28 Januari 1933 Vierde Blad No. 22350 VOOR DE HUISVROUW. No. LX 1894. OP DE IJSBAAN. ;port is nu moderner dan ooit, wat rijpelijk is, als men in aanmerking iat de uitoefening van deze sport ^»*minste moeite gepaard gaat en er rifcuding onbelangrijke uitgaven fkriidig zijn. i^/nt schaatsenrijden, waarmee men ren tusschen de maaltijden door- -heeft de liefhebber behalve dan n de entrée voor de ijsbaan, eigen- ;een andere kosten te rekenen, eim, i ere an{jere wintersport (Skiën, broari: Bobben, IJshockey) is een spe ur, Impeding noodzakelijk, terwijl het de H; nrijderscostuum ongeveer het- eim, r in zijn, als die welke gewoonlijk oom dragen, zoodat niemand er door in 1 e zorgen voor de garderobe be- ïedeell:. komen. onder hter iedere vrouw er op het ijs [ouden wil zien, is vanzelfsprekend, want ende cl indruk die men dan schenkt, n onder twijfel tot verhooging der P igde bij. Di' 'en bieeft het schaatsenrijden ook i Pastew0 aanhangsters gekregen door zichtifidat deze sport het geheele lichaam (jen ,.,n buitengewoon soepel maakt. r tl is iedere vrouw er tegenwoordig overtuigd, dat sport de slankheid AAÜDr ten Süede komt, dan welke UUDf oo1c' die bovendien nog onaan- gevolgen kan hebben. Broodkag, hoe men zich voor de ijsbaan geiroeden, is gemakkelijk te beant- nditièió daar er vele mogelijkheden zijn. [ad c'efd zijn de ijs-kleeren zonder om- .die echter alleen geschikt zijn ïarde naturen, die langen tijd ach- ijden, terwijl de anderen haar niet kunnen. kleeding voor dit seizoen weet veel- r»l|l garneeringen van bont betoove- H jffëcten te bereiken: als voorbeeld wij in onze teekening een zeer ersc>in het midden geknoopt kardinaal- A' waarvan de kraag uit grijs loont 'Tut evenals dat aan de mouwen. De 't natuurlijk, om genoeg vrijheid eging te geven, breed gesneden 8 die absoluut echt sportief voor willen komen, zullen heel een- in sportrok met een jumper ver- m deze met een bonte halsdoek en een in overeenstemmende kleur breede leeren ceintuur afsluiten, reede sjerpen van zijde, fluweel of nauw om de heupen zijn gewik- op zij schilderachtig gevouwen s het mogelijk, om een en ander oriijk cachet te geven. Men zie de imes kiezen het liefst een cos- dat voor de ijsbaan als traditio- I worden aangemerkt. De jasjes /jolden in de vorm van een vest. zijn een knooo dichtgemaakt en val- jls door bijzondere bontversierin- er pn oor ons tweede beeld wordt U met he Hf-nlS costuum vertrouwd gemaakt: het zich denken in het groen of jg. pol i rood. De vlotte bovenmouwen (dus r zwart bont gegarneerd, de rok onderen strooken, om geen hin- kosi.'t riiden te geven. 500 veeI dames de ijssport bloots- oefenen, wat zonder twijfel zeer moeten zij toch oppassen geen 'schHÊ"£!&a- El" z«n echter prachtige Over 't algemeen bevallen de vormen het beste: deze moe- mkomen met de overige kleeding. Willy Ungar. MET DE BERTHAKRAAG t No. een silhouet, dat aan de Bieder- herinnert. De moderne opvat- niet staat, neem dan een zacht kleurtje: fijn grijs, teerblauw of goud-bruin. Het model, dat ik u hier beschrijf is 52 c.M. lang van schouder tot onderkant: do mouwen zijn, met de manchet mee, 57 c.M. Toen ik de jumper breide kwamen er 7 j steken op de 2Vj c.M. in de breedte en 9 toeren op de 2'/i c.M. in de lengte. ting van deze stijl is zooals onze teeke ning toont even bekoorlijk als gekleed. Door de garneering van de Berthakraag met bontstrook van twee vingers breedte, die van voren met een strik wordt samen gehouden, wordt een aardig effect bereikt. ONDER DE LOUPE. (Nieuwe modedétails waarvan men spreekt) Een nieuwe lijn komt nooit in één nacht. Zij heeft een zekere voorbereiding noodig. Zij heeft altijd trawanten, die haai* komst aankondigen en haar den weg effenen. Daarom moeten juist de détails nauw keurig bestudeerd worden en dient men aan iedere markante nouveauté de aan dacht te wijden, die haar toekomt. Drie der meest bijzondere nieuwigheden hebben wij in onze teekening bijeenge bracht: Allereerst de afstaande versieringen van het nieuwe visitecostuum, die eenvoudig uit twee gekruiste strooken bestaan. In het midden: het nieuwe avondkleed, met de uitgesneden cape, dat op bijzondere wijze met vlinder vormpjes is uitgesneden. Rechts: de bontmouw van een avondjas, die de geliefde „zakvorm" heeft en aan het begin een kleine vlinderstrik van het zelfde bont vertoont. W. U. Een oud moedertje heeft last van rheu- matiek en vraagt nu aan mij of ik soms kan opgeven hoe zij een gordel breien moet. U moet dit natuurlijk van zachte wol breien, zooals ook voor de kleine babies wordt gebruikt. Ik geef u hier een patroon op van een gordel, die ongeveer 80 c.M. lang is; maar natuurlijk moet u dat regelen naar uw eigen maat. Zet 40 steken op, dat is ongeveer 17 c.M.; brei dan heen- en weergaand 50 toeren (dat is een lengte van 11 c.M.) recht: hierdoor ontstaan ribben: u moet den laatsten steek telkens averecht af halen; begin dan den 51sten toer: 8 steken recht, uit den 9öen steek 2 steken breien; dit doet u door eerst den steek gewoon recht te breien zonder hem van de naald te doen glijden, daarna achter in te steken en nog een lus door te halen. Nu 12-maal afwisselend: 1 steek recht en uit den volgenden steek twee steken breien; de laatste 7 steken recht. U moet dan 53 steken op de naald hebben: nu volgen 200 toeren recht, dat is een lengte van 44 c M.: daarna gaat u minderen tot u weer 40 steken op de naald heeft: u breit 3 steken recht, en de 9de en 10de steek tezamen: daarna 12 maal afwisselend 1 steek recht en de volgende 2 steken recht tezamen: de laatste 7 steken recht. Daarna nog 50 toeren heen- en weergaand recht: 't zelfde ribbetje van in 't begin Kant het werk af; naai de zijkanten aan elkaar. Zoo u wilt haakt u een eenvoudig picotje boven en onder langs den gordel: dat maakt het netter en steviger af. U kunt er ook een koordje doorheen rijgen: maar dat zal allicht wat drukken op de huid: daarom is een picotje beter of heelemaal niets Jumpers blijven nog steeds de groote mode. Ze komen ook zoo heerlijk voor alles te pas: u kunt ze even goed onder een mantel of regenjas gebruiken, als b.v. op uw wat tochtige kantoor; u bent er steeds netjes mee en het houdt u heerlijk warm! Hier hebt u een leuk jumpertjc voor een jong meisje; ik zou u raden: brei het in witte wol; maar als u dat Begin met 245 steken op te zetten voor de geheele rondte van den jumper; neem hiervoor breinaalden No 31/: en brei dan als volgt het patroon: 1ste toer recht; 2de averecht; 3de A 2 tezamen, 1 recht, 2 maal: 1 steek breien in den draad tus schen 2 steken in den laatsten toer. 1 recht; daarna 2 tezamen breien en van A af tot het einde van den toer her halen: 4de toer recht. Herhaal deze vier toeren 30 maal. Volgende toer: 58 recht; zet deze op een aparte naald voor het rechter voorpand; kant 3 steken af, brei 123 steken voor den rug; zet deze ook weer op een aparte naald: kant wederom 3 steken af en brei er 58 voor het linker voorpand. Nu eerst het patroon breien voor het linkervoerpand: 2 steken afkanten aan den kant van het armsgat: dit 8 maal doen, dan blijven er 42 steken over; ga dan weer in het patroon door zonder minderen; brei 6 patronen; daarna 7 maal 2 steken afkanten aan de haiszijde van het werk, nu moeten er nog 28 steken op de naald staan. Op deze steken zonder minderen doorgaan: 2 patronen; dan 7 steken afkanten aan den kant van het armsgat tot de steken opgebreid zijn; hiermee is het linkervoorpand af. Voor den rug de wol aan de 123 steken hechten en 1 toer averecht breien, dan doorgaan in het patroon en 2 steken afkanten aan het begip.J.[van eiken toer tot er nog 91 steken over zijn. Nu zonder minderen 9 patronen breien. Daarna aan het begin van eiken toer 7 steken afkan ten: 6 maal. Vervolgens de overblijvende j steken afkanten. 1 Rechtervoorpand: hecht den wol aan de 58 steken aan den kant van het armsgat I en brei 1toer averecht. Ga dan verder door zoodat het rechter- geheel bij het linkerpand past. Begin de mouwen aan den pols te breien Zet 56 steken op en brei 42 toeren het ribbetje 1 recht, 1 averecht. Daarna: A: één averecht, in den volgenden steek 1 recht en 1 aver, breien; van A af 3 maal herhalen: dan: B 2 averecht, in den vol genden steek 1 recht, 1 aver.; -van B af 13 maal herhalen Nu moeten er 77 steken op de naald staan. Brei op deze 77 steken 29 patronen. Ga dan verder steeds in het patroon, 1 steek meerderend aan beide zijden van het werk. eiken eersten pa- troontoer, tot er nog 7 patronen gebreid zijn er, er dus 91 steken op de naald staan. Ga steeds door in het patroon 2 steken afkantende aan het begin van eiken toer, tot er nog 21 steken over zijn. Kant dan af. bit. is één mouw: brei de andere passend bij deze eerste. Knoopcnrcep: Zet met naalden No. 3'/: 16 steken op en brei 30 toeren, 1 recht 1 averecht; daarna 136 toeren recht en afkanten. Nu begint u aan den band onder aan den jumper (de achterzijde zet 112 steken op en brei 30 toeren 1 recht 1 averecht; kant af en werk de voorzijde net zoo. Voor den volgenden toer 48 steken afkanten en het ribbetje breien tot het einde van den toer; volg. toer de eerste 48 steken af kanten en het ribbetje breien op de over blijvende 16 steken voor het knoopsgaten reepje. Dan A: 20 toeren het ribbetje breien; volgende toer 6 steken het rib- De karakteristieke punten der mode uit het jaar 1894 zetelden voornamelijk in de bovenmouwen, die zeer poffend en omvangrijk waren; de rokken daarentegen hadden mulder ruimte en vielen veel rechter neer. Beide modellen op deze teekening ge tuigen hiervan, zoowel de jongem eisjes-japon als de damesjapon. C. V. betje. 4 steken afkanten; het ribbetje tot het eind van den toer; volgende toer 6 st. het ribbetje, 4 st. opzetten, het ribbetje tot het einde van den toer. Herhaal vanaf A tot er 6 knoopsgaten gemaakt zijn. Brei dan 2 toeren het ribbetje en kant af. Voor het kraagje zet u 120 steken op en breit 20 toeren 1 recht, 1 averecht: neem nu andere naalden, nl. No. 2l/> en brei nog 6 toeren hetzelfde ribbetje. Afkanten. Het kantje werkt u aldus neem 105 steken op met naald No. 21/» rond den buitenkant van het kraagje met den rech ten kant naar u toe. Brei den eersten toer ïecht; 2de toer: A. 2 tezamen, omslaan, 1 recht, omslaan, 1 recht, 2 tezamen; her haal vanaf A tot het einde van den toer. Herhaal deze twee toeren nog eens en kant losjes af met de naalden No. 31/.-. Dit kantje wordt langs eiken pols gemaakt met 55 steken en langs eiken kant van de knoopsgatenreep met 135 steken Haal het kantje wat uit om goed de puntjes te vormen. Nu nog even de afwerking: alle ge deelten behalve de band om het middel met een vochtigen doek over het werk oppersen en een beetje oprekken in de lengte. Naai de schouders dicht en den band aan de zijkanten aan elkaar, naai den afkantrand van den band aan den onderkant van den jumper. Naai dan het knoopsgatenreepje aan het rechtervoor pand en de knoopenreep aan het linker voorpand van den jumper; maak het kraagje aan den hals vast; zet 6 paarl- moeren knoopjes op het linkervoorpand tegenover de knoopsgaten Naai de mou wen dicht en zet ze in'de armsgaten; pers zoo noodig alle naden aan den ver keerden kant op. Als u een andere maat van jumper wenscht, kunt u meer of minder steken opzetten. Zorg er dan echter voor, dat het aantal steken van den jumper door 7 deelbaar is en dat van het kantje door 5. En als er iets hapert of u kunt niet verder, vraag dan aan een handwerk juffrouw raad. maar schrijf niet aan mij! Enfin, dftt weet u wel! 131 Nu ging Jaap voorzichtig verder. Hij kwam aan het gewoon kantoor en hoorde een zacht gehuil. „Meneer de directeur" hoorde Jaap zeggen, „ik zal voortaan beter werken". Maar daar wilde de directeur niets van weten. „Neen, je zit heel den dag in de spiegel te kijken", zei de hommel „hoepel maar op", en de typiste, een wesp ging heen. 132 Vlug ging Jaap de kantoorjuffrouw achterop. „Als je bij mij komt werken krijg Je nog meer dan bij die hom mels hier", zei Jaap en dat vond de juffrouw natuurlijk fijn. „Ik zal je bij de honingpomp brengen" stelde de juf frouw voor en Jaap vond dat zóó'n reuze idee, dat ie de wesp direct een week salaris uitbetaalde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 13