OPENING MORGEN Memorie van antwoord B. en W. van Leiden begrooting 1933. 26 Jaf Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 26 Januari 1933 Derde Blad No. 22348 'Weree,, J Algemeens beschouwingen en financiën. Rol HUI5J UÉUMOTORRÜWIEL TENTOOHSTELUMG 27JANUARI - 5 FEBRUARI. ,ePrj-"lS t* ntien f Uscl,!1 'rMen ?acht" Seta Iven M een 1 ''^te^jchenen is de Memorie van Antwoord en W. op het algemeen verslag van a-handelde in de secties van den Ge braad. Waar deze antwoord-memo- idoende aangeeft, waarom het gaat, wij daarmede volstaan, n Bod(gj.,ïn w- ^ggen dan: I. Gemeentebestuur. lemen i aan l^lve enkele opmerkingen van alge- er ver|^en aard en enkele klachten, treffen )k dit jaar weder eenige beschouwin- n besta;ian omtrent de wijze van behanae- >uwen *>an de gemeentebegrooting in de ver bouwing van den Gemeenteraad en in de %s. Zoo oppert een lid het denkbeeld, er bekorting van de sectie-vergade- ^otscha'11 de leden van den Raad in de ge- ierde Jieid te stellen hun in de Secties te onder redevoeringen voortaan schrifte de Q.';aan den secretaris der sectie in te 3rd 'm-en' °Pdat deze van die redevoeringen n wr verslag kan maken, hetwelk dan in de „ew severgaderingen zou kunnen woraen n» gelezen, en. zoo noodig na aanvul- a{ goedgekeurd, terwijl een tweetal r i er op aandringt minder tijd aan de wam *rieene beschouwingen te wijden, ten- nemer? een meer deugdelijke en meer rus- r autov, behandeling van de verschillende :en óf ïummers mogelijk te maken, n. H.' -t alle waardeering" voor de geuite roore hng omtrent de behandeling in de n. es, komt het B. en W. voor, dat op wekt? wijze de afdeelingsvergaderingen fei - tot haar bestaansrecht zouden verliezen, deeli^n d*e vergaderingen toch ligt ten dslag een gedachtenwisseling tus- de leden over het aanhangige on- van ü;erp en dat karakter gaat geheel ver- gesla-sr. indien de redevoeringen schriftelijk en ingezonden en in de vergadering l vastgesteld. Het Ui jen een beperking van de debatten r w. e behandeling van de begrooting, ln "Wifliöjjzonder bij de Algemeene Beschou- r °PJ-sn, bestaat uit den aard der zaak voor e: enkel bezwaar. De degelijkheid van reeds '.^handeling behoeft daardoor o.l. al- nst te worden geschaad. Integendeel, ndindruk van het gesprokene zal, in- aure- L de sprekers hun gedachten zooveel -n neeHjjk concentreeren en van elke fractie jer van .;en hoogste 2 leden over eenzelfde on- heer J .?rp 't woord voeren, veel minder chao. ziin. dan thans veelal 't geval is. Onze ;itter blijft dan ook bereid in deze veïleenen" s ons College betreurt het, dat met verkrijgen van een bouwvergunning ,jds geruimen tijd is gemoeid. Reeds hakkerzere malen hebben wij er echter op R.-c. -^jen, dat met de behandeling van J- A fplannen de ook door ons noodzakelijk ite spoed wordt betracht, ens geH komen thans tot klachten over den sée, Lijmen gang van zaken bij ons College, de eerste plaats verwijt men ons, dat praeadvies op de amendementen- ^^lers betreffende het geneeskundig HHoltoezicht nog niet is verschenen. ■*ls bekend is, werden de amendemen- m Donders ingediend 25 Januari 1932. Ëln-eenkomstig dienaangaande geuite ■lillpchen verzochten wij, nadat de ver- plllll' behandeling van het vraagstuk door Raad was aangehouden tot een vol- Je vergadering, aan de Commissie voor i Mj Geneeskundigen Dienst ons haar ge- f B/^en OV€r de amendementen, alsmede ]L\f een door den heer Vos ingediend ■V.vrstel, wel te willen doen kennen. Bij ij ven van 7 Maart 1932 zond de Com- ;ie haar advies ln over het voorstel - I doch omtrent de amendementen- ders verzocht zij ons alsnog het advies winnen van hen, die ook omtrent de iening van de verordening betref- e het geneeskundig schooltoezicht A |a m?eilin& hadden kenbaar gemaakt en li In adviezen Le doen toekomen. UlW'.t den aard der zaak vorderde een en veel tijd. Echter vernemen wij, dat 'ommissie thans spoedig met haar ad- •i. gereed- hoopt te zijn en het bij ons ill 5ge te kunnen inzenden. kennisneming van het advies zullen de zaak andermaal overwegen en zoo dig mogelijk ons praeadvies uitbren- Uit het bovenstaande zal intusschen p/Meken zijn, dat de vertraging in geen opzicht aan ons College is te wijten. »t tweede voorbeeld betreft 't rooien boomen en het plaatsen van lantaarns nERDll''en Ho°Se-Rijndiik. Voor 't geval deze betrekking mocht hebben op het ge- flpe van den Hooge-Rijndijk, gelegen ;hen de Wilhelminabrug en de Room- 2(||erbrug, kunnen wij mededeelen. dat toornen, welke aldaar aan den sloot- 0- 5!' stonden, reeds eenigen tiid geleden gerooid. Tegelijk is toen de weg ter or 8'tse eenigszins verbreed. overige op dit gedeelte aanwezige ^^Jien zullen, volgens de plannen tot ^^fetering van het betrokken wegge- <e, behouden blijven. Deze nlannen ,n wij binnenkort aanhangig te kun- maken. Bij die plannen is de ver ing van het betrokken weggedeelte oogen gezien. Ook hier kan dus een langzamen gang van zaken bij Mfi College moeilijk de rede zijn. SX[n °Pzichte van de Lorentz-herden- kunnen wij ons indenken, dat men balzend uitziet naar de plaatsing van monument. Hoe men echter ons Col- fibritil de schuld wil aanwrijven, dat dit nog .h heeft plaats gehad, is ons een raad- jnsefi» Aangezien men echter hieromtrent Onder^'F1^ ie^s schijnt te willen hooren. en „in staat zijn eenige inlichtingen te Jtrekken, zij hier vermeld, dat de aan- ezen beeldhouwster in deze maand All on^wel'P Eereed hooot te hebben IIIif a^werking is vertraagd door andere (VU achten. Toezegging is thans gedaan. •«1.$de Pjaa^s^S v^n het monument in ««nnaanc^ a-s- ^an worden tegemoet fiiemen. ïrvolgens worden nog verschillende -■ schen herhaald, onder onmerkine dat wi ze ook bij de behandeling van de •ooting voor 1932 heeft geuit, doch dat aog niet tot verwezenlijking zijn ge- lOPEf ood or ziening plegen ieder jaar met groote meerderheid te worden verworpen; laat stelijk bij de begrooting voor 1932 met 22 tegen 13 stemmen. Een voorstel, om den Leidschen Hout in gemeente-exploitatie te brengen, onder ging toen een zelfde lot met 23 tegen 12 stemmen. Een voorstel in zake de uitbrei ding van de grenzen der gemeente werd wijselijk ingetrokken. Een adres, recht streeks tot de Kroon gericht, zou de kans op medewerking van Gedeputeerde Staten zeker niet vergrooten. Tegen het houden van optochten met muziek op Zondag bleek de Raad steeds gekant, eveneens tegen het wijzigen van de tot nog toe gevolgde gedragslijn in zake het houden van optochten in het alge meen en de colportage. Alleen ten opzichte van de medezeggen schap is dezerzijds een toezegging gedaan. Bij de behandeling van de begrooting voor 1932 heeft ons College zich inderdaad be reid verklaard nader zijn meening kenbaar te maken in zake de medezeggenschap van het gemeentepersoneel. De bestudee ring van dit gewichtige vraagstuk, die noodwendig aan het vormen van die mee ning vooraf moet gaan. is echter nog niet beëindigd, doch zal zooveel mogelijk worden bespoedigd. Tenslotte nog een drietal punten: Hiermede wordt gehandeld geheel over eenkomstig de bestemming, welke de ver nieuwingsfondsen steeds gehad hebben en ook in de toekomst zullen hebben, nl. om "extra-risico's op te vangen, die niet door de gewone afschrijvingen worden gedekt, b.v. in gevallen, waarin, wegens de vorde ringen der techniek of door andere oor zaken, gebouwen of machines, die nog niet geheel zijn afgeschreven, buiten ge bruik moeten worden gesteld. Nu derhalve niet wordt voorgesteld, om over een ge deelte van de door de vernieuwingsfondsen gevormde reserves te beschikken, is ook onjuist het verband, dat in deze wordt ge legd met het bekende, nog in behandeling zijnde voorstel Bosman—de Reede- Dit voorstel beoogde toch de uitbreiding van de fabrieken zooveel mogelijk te bekostigen uit de kasmiddelen van de vernieuwings fondsen; het zag dus op de aanwending het gebruik van de gelden van het ver nieuwingsfonds in den zin van belegging, waarmede ons voorstel inzake de extra afschrijving ten laste van de fondsen niets gemeen heeft, vermits 'n dergelijke mani pulatie ook bij verwezenlijking van de ge dachte BosmanDe Reede op dezelfde wijze als thans zal kunnen en moeten plaats hebben. Er bestaat mitsdien geen aanleiding om te dezer zake eerst het toegezegde praeadvies op het denkbeeld BosmanDe Reede af te wachten; dit zou trouwens niet mogelijk zijn, vermits de maatregel der extra-afschrijvingen een integreerend deel van de voorgestelde dekkingsmiddelen uitmaakt en mitsdien bij de behandeling van de begrooting niet kan worden uitgeschakeld. Zooals uit den geleidebrief ten duide lijkste blijkt, heeft ons College met het oog op de hoogst onzekere toekomst het standpunt ingenomen, dat de aanwezige reserves niet in eens mochten worden ver bruikt. Het jaar 1934 zal ons. schreven wij, ongetwijfeld voor groote moeilijkheden plaatsen. In den gedachtengang, dat de oorstellen tot het instellen van een - aralen dienst voor levensnriddelenvoor- reserve-waarde hebben. Het eerste betreft het toestaan van ver- Algemeene Reserve allereerst bestemd is makelijkheden ook op len Kerstdag, len Paaschdo.g en len Pinksterdag. Zooals bekend is, besloot ons College in meer derheid op 15 October 1931 voortaan in den regel afwijking toe te staan van het bepaalde bij art. 4, le zinsnede van de Zondagswet ten aanzien van tooneeluit- voeringen, bioscoopvoorstelingen en mu ziekuitvoeringen, welke gehouden worden des Zondags en op den Hemelvaartsdag na des n.m. 2 uur. Op den len Paaschdag, den len Pinksterdag en den len Kerstdag zou echter ten opzichte van geen enkele openbare vermakelijkheid afwijking van het bepaalde bij art. 4. le zinsnede, van de Zondagswet worden toegestaan. Voor wij ziging van dit besluit in den geest, als door een drietal leden gewenscht, acht de meerderheid van ons College geen aan leiding. Ten aanzien van meerder toezicht op de naleving van de sociale wetten kunnen wij mededeelen. dat in de laatste jaren de afdeeling .Bijzondere Wetten" bij de po litie met 2 personen is uitgebreid. Voor- loopig wordt die uitbreiding ten behoeve van het vereischte meerder toezicht vol doende geacht, al is de mogelijkheid na tuurlijk niet uitgesloten, dat er wel eens overtredingen plaats hebben, die niet dooi de politie worden geconstateerd. Vermits echter de politie in haar taak ten deze een goeden steun vindt bij de vakvereeni- gingen, die haar op overtredingen, b.v. van de Arbeidswet attent maken/alsmede bij de winkeliers, die hetzelfde doen ten opzichte van hun concurrenten, kan wor den aangenomen, dat het aantal overtre dingen niet onrustbarend is. Tenslotte het brengen van meer unifor miteit in het papierformaat, bij de ge meente in gebruik. De hier bedoelde uni- mnêst*eëséhTeden formiteit achten ook wij gewenscht. Zoo- veel mogelijk wordt dan ook hetzelfde formaat gebruikt. Ten opzichte van de getypte bijlagen van de gemeentebegroo ting en de gemeenterekening levert dit echter moeilijkheid op. aangezien die stukken staatwerk bevatten en het for maat zoodoende afhankelijk is van de grootte van de op te nemen staten. voor onvoorziene, niet meer op andere wijze te dekken, uitgaven, meenden wij een afschrijving van die reserve te moeten beperken tot den dienst 1932. Voor den dienst 1933 mocht dan echter geen beroep op de algemeene reserve wor den gedaan. Toen dan ook de dekkingsmiddelen, die met üiachtneming van deze gedragslijn voor 1933 werden voorgedragen 'behalve de genoemde extra-afschrijvingen, be schikking over het batig slot 1931. over de z g. bouwreserve der lichtfabrieken en over een gedeelte van de reserve van het grondbedrijf), niet toereikend bleken om het tekort op te heffen was het, om de financiën in orde te houden, onvermijde lijk te komen met een voorstel tot ver hooging van de belasting, tot vermindering van subsidies en tot vermindering van de personeelskosten. Niet omdat wij deze maatregelen zoo ideaal vinden, maar op grond van de onafwijsbare noodzakelijk heid. Wat ons nu vooral getroffen heeft, is, dat men over het algemeen zoo weinig oog heeft getoond voor de ijzeren nood zaak van het complex maatregelen. Men heeft bezwaar tegen het gebruik van re serves. men kant zich tegen verhooging van belasting en tegen verlaging van sub sidies. terwijl men nochtans aandringt op verhooging van uitgaven voor werkver ruiming enz- Hoe een gemeente op deze wijze zou zijn te besturen, is ons onbe grijpelijk. WÜ zijn met onze voorstellen tot. saneering van de financiën voor de beide iaren en met de verdere maatregelen tot beperking van de uitgaven zoover ge- gson. als onder de tegenwoordige omstan digheden niet slechts behoorde, doch ook II. Financiën. De beschouwingen, die onder deze rubriek voorkomen, zijn van dien aard, dat met een korte beantwoording zou kunnen worden volstaan. Een niet onbe langrijk gedeelte toch wordt ingenomen door exclamaties, welke de politieke ge loofsbelijdenis van het aan het woord zijnde lid weergeven en die dus, als niet rakende het beleid van ons College, noch den inhoud van de begrooting, stilzwijgend kunnen worden voorbijgegaan. En een groot gedeelte van den verderen inhoud bestaat uit opmerkingen, voor de beant woording waarvan een korte verwijzing naar den brief ten geleide van de begroo ting voldoende zou kunnen worden geacht. Niettemin nog het volgende: Toen het voor-ontwerp der begrooting 1933 gereed was en daaruit bleek, dat een tekort van f602 193.moest worden over brugd. was ook nog te voorzien in het tekort van den dienst 1932, geraamd op f. 399.600.—. Het jaar 1932 was op dat oogenblik echter reeds zoover gevorderd, dat door versterking van de inkomsten uit belastingen of door in te voeren be zuinigingen geen dekkingsmiddelen meer konden worden aangewezen. Ons College stond dus voor de taak, om niet slechts voor 1933. doch ook nog voor het inmiddels bijna verstreken jaar 1932 maatregelen tot verkrijging van het nood zakelijke evenwicht te beramen. Het is duidelijk, dat het niet mogelijk was de jaren 1933 en 1932 los van elkander te beschouwen, daar toch de voor 1932 te treffen voorzieningen, b.v. ten aanzien van de beschikking over reserves, niet zonder beteekenis zouden zijn ten aanzien van de voor 1933 te nemen maatregelen. Ook blijkt het verband tusschen beide jaren uit het voorste] met betrekking tot de extra afschrijvingen ten laste van het vernieu wingsfonds der Lichtfabrieken, welke extra-afschrijvingen over een reeks van jaren, aanvangende met het jaar 1932, verlichting van lasten geven. Om den omvang van de moeilijkheden goed te doen uitkomen, schreven wij, dat ons Col lege voor beide jaren dekking moest vin den voor een bedrag van ruim een mil- lioen gulden, doch het tekort werd voor elk jaar afzonderlijk becijfei-d en ook uit drukkelijk genoemd. Er heeft geen beschikking over de re serves (vernieuwingsfondsen) ten behoeve van den gewonen dienst plaats, maar, zoo als in den geleidebrief wordt gezegd be treft het ln casu een extra-afschrijving ten laste van de vernieuwingsfondsen van de waarde der oude bezittingen, welke door de nieuwe inrichtingen voortaan slechts Eenerzijds hadden wij hierbij zorg te dragen, dat de belastingverhooging de grens van het onvermijdelijke niet over schreed, opdat zoo min mogelijk belem meringen aan de burgerij in den weg werden gelegd: anderzijds moesten wij er naar streven de vermindering van uit gaven niet in die rïchtig te doen gaan, dat evidente gemeentebelangen, ook op sociaal terrein geheel zouden moeten worden toe gelaten. Krachtigen aandrang' tot bezuiniging hebben wij uitgeoefend od de Commissie van Bijstand en de Hoofden van Takken van Dienst. Zoo drongen wij er in een cir culaire van 4 Februari 1932 met klem op aan, nauwgezet na te gaan of de perso neelssterkte niet kon worden ingekrompen en of ook overigens niet door een econo mischer werking van den dienst besparing was te bereiken. Volmondig kunnen wij dan ook verklaren, dat bij het ontstaan van vacatures steeds ernstig wordt over wogen, of het mogelijk is daarin niet weder te voorzien en dat ook verder elke mogelijkheid van bezuiniging, die zich voordoet, wordt benut. Aan een commissie, die zal onderzoeken of op het personeel of op andere wijze is te bezuinigen heeft ons College geen be hoefte. Wij achten dit werk trouwens de essentieele taak van het College van B. en W.. dat immers is belast met het dage- lijksch bestuur van de gemeente en daar door voortdurend, ja dagelijks, in aanra king komt met alle bedrijven en diensten. Het College is dientengevolge volledig op de hoogte van den gang van zaken in de geheele gemeentehuishouding, kent alle behoeften en kan daarom, mede op grond van de verkregen ervaring, de mogelijk heden van veranderingen beter dan ieder ander beoordeelen en overzien. Overigens moet men zich van de moge lijkheden van bezuiniging geen overdre ven voorstellingen maken, want de ge meentehuishouding is alhier wel steeds op goeden, doch tevens bescheiden voet inge richt geweest. Het bezuinigingswerk moet voorts met beleid worden verricht; niet elke vermindering van uitgaven leidt tot besparing. Tegen overbodige telefoons wordt gewaakt, maar het zou zijn een zui nigheid. die de wijsheid bedriegt, indien men eenerzijds aansluitingen afschafte en daardoor anderzijds de aanstelling van loopjongens noodig maakte of de behan deling van zaken (correspondentie) ver meerde. bemoeilijkte en vertraagde. In den geleidebrief heeft men kunnen lezen ,dat de vermindering van subsidies een harde noodzakelijkheid is als gevolg van den financieelen toestand der ge meente. Wat heeft men nu zien gebeuren? Hoe wel ons College de gevallen, waarin ver mindering gewettigd was, nauwkeurig heeft uitgekozen en de norm der verlagin gen zorgvuldig heeft bepaald, als resul taat van die overwegingen verschillende subsidies (zooals Schoolkindervoeding en -kleeding Tuberculosebestrijding, Ver- eeniging Blinden. Crèche Langebrug, Be lasting-Ophaaldienst) met het oog op den aard van het werk en de tijdsomstandig heden niet voor verlaging in aanmerking bracht, zijn toch, het zij door middel van adressen, het zij in liet verslag, tegen haast alle voorgenomen verminderingen van subsidies en opzeggingen van lidmaat schappen bezwaren ingebracht. Ons Col lege betreurt natuurlijk ten zeerste deze bezuinigingsmaatregel; het is hiermede echter als met bijna alle andere voorzie ningen, die in dezen tijd in het belang der geheele gemeenschap moeten worden ge- trolfen: aan eiken maatregel kleven be zwaren. Men denke b.v. aan belastingver hooging. Wij kunnen dan ook geen aan leiding vinden om zelfs ook maar een onderdeel van onze desbetreffende voor stellen inzake subsidies en lidmaatschap pen terug te nemen. De gedane voorstellen tot afvoering van buitengewone werken van de begrooting, leiden een lid tot de conclusie dat het met de autonomie der gemeente bergafwaarts gaat, terwijl een ander lid spreekt van een onder curateele stellen van de ge meente en een derde lid de verzuchting slaakt, „en nu doet men eenvoudig maar hetgeen Ged. Staten ons voorschrijven". Deze uitlatingen zijn geheel zonder grond. Want. al moge ten aanzien van de gemeen ten in 'a alg.. bv. bij de totstandkoming van de z.g. kortlngswet, of in bepaalde gevallen o.a bij de toepassing van de z.g. kasgeiden- wet wel eens de klacht zijn gehoord van verder gaande inmenging van de hoogere autoriteiten, dan met het beginsel der autonomie vereenigbaar is, wanneer men onze gemeente op zich zelf beschouwt, be staat er voor een dergeiijke klacht geen reden, ook de voorgestelde vermindering van de kapitaalsuitgaven geven daartoe geen aanleiding. In de eerste plaats niet, vermits Ged. Staten wettelijk het recht hebben, om de noodzakelijkheid van uitga ven te beoordeelen en in de uitoefening van dat recht dus niet een ongeoorloofde aantasting van de autonomie mag worden gezien. In de tweede plaats niet, omdat de gedane voorstellen het resultaat, zijn van het tusschen Ged. Staten en ons Col lege in zake de kapitaalspositie gepleegd overleg en mitsdien niet het. gevolg van een door Ged. Staten eenzijdig opgelegde regeling. Overigens is een verscherpt toe zicht van hoogere instanties in deze tijden alleszins .begrijpelijk en nuttig. Er moet verband en een goede verhouding zijn en blijven tusschen de financiën van rijk, provinciën en gemeenten en tusschen die der gemeenten onderling., doch een steeds groeiend aantal gemeenter^ blijkt rijkssteun noodig te hebben en er zijn ook teekenen, dat groote gemeenten aan credietwaardig- heid hebben geleden. Dat de hooge Colle ges tegen een verder ontwikkeling van den toestand in deze richting tijdig voorzorgs maatregelen nemen, is alleszins verklaar baar. Het is toch niet te ontkennen, dat bij de Gemeenteraden een streven valt waar te nemen, om andere gemeenten na te volgen, en dat men geneigd is gemeen ten met dure en kostbare inrichtingen tot voorbeeld te nemen. Wanneer men dit min der deed, en meer rekening hield met de plaatselijke mogelijkhedlen en de bestaan de moeilijkheden, niet dus elke verbete- ring en uitbreiding van gemeente-be- I moeiingen die ergens in den lande worden ontdekt ook in de eigen gemeente tot noodzakelijkheden stempelde, dan zou dit de autonomie, die ons College van groote waarde acht voor een krachtig gemeente lijk leven, ongetwijfeld ten goede komen. Slechte financiën zijn nu eenmaal niet be vorderlijk voor een vrije ontplooiing van de autonomie. Nadrukkelijk hebben wij. in den geleide brief dan ook gewaarschuwd tegen over belasting van den kapitaaldienst en te vens er op gewezen, dat men de verleiding moet weten te weerstaan van 't gemak om groote uitgaven uit geldleemng te bestrij den Men dient zich goed te realiseeren, dat elke geldleerüng een jaarlijkschen, niet meer af te wentelen last, na zich sleept. Hoezeer in dezen tijd werkverrui ming verdient te worden toegejuicht en bevorderd, de gemeente zal de grenzen harer financieele mogelijkheden niet kun nen overschrijden', het in acht nemen van deze grenzen, dat wil zeggen de handha ving van de liquiditeit en credietwaardig- heid der gemeente, is gelijk wij herhaalde lijk betoogden, een belang van alle gemeen tenaren niet in 't minst van de werkloo- zen Binnen deze grenzen bevordert ons College, naar voldoende bekend is, de werk verruiming en de werkverschaffing zoo krachtig mogelijk, getuige de werken, die ingevolge het urgentieplan of als aanvul ling daarvan reeds in uitvoering zijn of nog in uitvoering komen. Wat in het bijzonder de werkverschaffing betreft, kunnen wij mededeelen. dat bij ons College in onderzoek is de mogelijk heid en wenschelijkheid om boven en be halve het urgentieprogram. nog in werk verschaffing uit te voeren de doortrekking van den Wassenaarschenweg. van de Oegst geesterlaan en van Marien Poelstraat, het maken van een verbindingsweg tusschen deze beide straten, het aanleggen van sportvelden bij den Leidschen Hout. het afgraven van het Groote Bolwerk nabij de Heerenpoort. De uitspraak van een lid, dat het Rijk de bestrijding van de werkloosheid behoort over te nemen, heeft geen practische be teekenis; afgezien toch van de vraag, of dit inderdaad wenschelijk zou zijn en of een dergelijke maatregel juist niet af breuk zou doen aan de autonomie der gemeenten, is hst denkbeeld niet te ver wezenlijken, vermits de Regeering zich nog zeer onlangs daartegen heeft verklaard gelijk zij vooralsnog ook niet bereid is de verdeeling der lasten tusschen Rijk en ge meenten te wijzigen. Terwijl een lid den financieelen toestand ongunstig noemt daartoe wijst op de groo te winstuitkeeringen van de Lichtfabrieken deze winstuitkeeringen ten onrechte zelfs tijdelijke hulpmiddelen noemt, acht een ander lid, de huidige financieele positie „kern gezond". Wanneer daarmede gedoeld wordt op de basis, die de gemeente heeft door haar reserves bij bedrijven enz. en tevens het voorbehoud van de tijdsomstan digheden wordt gemaakt kunnen wij ons wel met deze kwalificatie vereenigen De positie van den gewonen dienst is echter tengevolge van de enorme toeneming van de uitgaven voor werkloozensteun en ar menzorg uiterst moeiliik geworden en al leen de aanwezigheid van de Algemeene Reserve en andere bijzondere hulpbronnen heeft de gemeente kunnen behoeden voor verder strekkende maatregelen dan tot nog toe ter handhaving van het finan cieele evenwicht behoefden te worden ge nomen of voorgesteld. RECLAME. AMSTERDAM GEOPEND VAN 10V.M.-5NM. EN VAN 8NM.-10NM SLUITING ZONDAG 5FEBR. 5u. N.M. .\.M. 2 UUR Toegangsprijs f. 1. incl. belasting. 4572 Volkomen kunnen wij ons aansluiten bij de opmerking van een lid, dat het al te generaliseerende rapport van de Commis- sie-Welter .op onze gemeente niet van toepassing is en met name de daarin ver melde cijfers omtrent de stijging van de uitgaven en van de schuld voor haar niet gelden. Er wordt gesproken van .verschillende posten, die in den geleidebrief worden ge noemd .als niet in de begrooting opgeno men ontvangsten", terwijl het in werke lijkheid slechts 2 posten zijn, n.l. het klas- severschil bij een indeeling van de ge meente in de 2de klasse voor de gemeen tefondsbelasting (f. 14.400.en de door werking van de verhooging van de pen sioenkorting voor rijksambtenaren op het personeel bij het lager- middelbaar- en hooger onderwijs (f. 20.000), welke laatste raming, als gevolg van de verandering van de voornemens der Regeering, niet meer ten volle kan worden gehandhaafd. De raming van den rijkssteun in werkloos- heidsuitkeeringen zal, nu ook de bouw vakarbeiders onder de regeling vallen, in derdaad kunnen worden verhoogd, doch van dezen „meevaller", waaromtrent ten tijde van het opmaken en indienen van de begrooting nog niets definitief bekend was. zou een nuttig en geenszins overbo- ding gebruik kunnen worden gemaakt, door met hetzelfde bedrag den uitgaafpost te verhoogen. Verder bestaat voor de ver wachting dat de beperking van uitgaven voor boventallige onderwijzers bij het bij zonder onderwijs wel een meevaller zal opleveren, geen goede grond. Evenmin is er reden, en zeker niet voor 1933, om ten opzichte van de raming van de winst der Lichtfabrieken op een voor- deellg verschil te vertrouwen; de slechte tijden, die handel en industrie thans door maken, doen eerder het tegendeel ver wachten. Voorts verklaart een lid. dat, zoo belas tingverhooging moet plaats hebben, ver hooging van de opcenten op de gemeente fondsbelasting de voorkeur verdient boven indeeling van de gemeente in de tweede klas terwijl het naar de meening van een ander lid in het oog valt, dat de maatre gelen tot dekking van het tekort voor een groot deel ten laste van de niet-bezitten- den worden gebracht; als voorbeelden van dit laatste worden genoemd de bedoelde wijziging der classificatie voor de gemeen tefondsbelasting en de reeds plaats gehad hebbende indeeling van de gemeente voor de personeele belasting in de 4e klasse. Reeds herhaaldelijk heeft ons College betoogd, dat de belastingpol.tiek in onze gemeente er op moet zijn gericht de massa der burgerij in de belasting te doen bij dragen. Nogmaals willen wij er op wijzen, dat het tekort op de begrooting goeddeels wordt veroorzaakt door de ontzaglijke stijging van de kosten voor armenzorg en steun verlening en dat tegenover dat tekort van ruim f. 1.000.000 voor beide jaren genoemde belastingmaatregelen maar een klein be drag opleveren, t.w. de personeele belas ting f 63.000 en de gemeentefondsbelasting f. 48.000 (2/3 gedeelte). Hiervan komt ten laste van de minder gesitueerden een hoogst bescheiden bedrag In de meerdere opbrengst van de personeele belasting dra gen n.l. de perceelen met een huurwaarde van f.3 50 tot f.4 per week f.5000 bij ter wijl de perceelen met een huurwaarde van niet meer dan f.3.50 ook thans vrij blijven; het aandeel in de meerdere opbrengst van de gemeentefondsbelasting bedraagt voor de aanslagen beneden f. 1600 ongeveer f. 22 000. Tevens vestigen wij er nog eens met na druk de aandacht op .dat een marge van 20 opcenten in het licht van de tegenwoor dige tijdsomstandigheden reeds uiterst ge ring is. Daarom moet alles in het werk worden gesteld, om deze marge althans voorloopig nog te behouden; men verlieze toch niet uit het oog dat indien de toe stand straks verdere maatregelen mocht vereischen de vooruitzichten zijn niet hoopgevend deze soeling van 20 oocen- ten van weinig beteekenis ja geheel on voldoende zal ziin en men dus al gauw ge dwongen zal zijn het aantal van 80 te overschrijden Evenwel ma? een hooger aantal dan 80 slechts worden geheven in dien de verschillende belastingen tot rede- llike bedragen ziin ongevoerd wat volgens de in verschillende olaatsen waaronder groote steden ongedane ervaring inhoudt, dat de gemeente voor de gemeentefondsbe lasting in de 2e klasse is geplaatst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 9