if11!' Ingevroren visschersbooten - Schipbrug bij Deventer buiten werking Stol FEUILLETON. rmsllET MYSTERIE VAN HET DIAMANTEN KRUIS Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad '-F,LM -- EAU t het Engelsch van Chester K. S. Steele door A. W. v. E.—v. R. j) .1 ,,Niet het minste, evenmin als U!" was ml* koele antwoord. „Ik zag die kande- ars onlangs toevallig voor het raam van nga Phut's winkel staan, en ik besloot, ze koopen,.als ik kon. Ik ben bang, dat lurde het?"01661 Saan ZaI' Maar hoe ge~ l va't niet veel van te vertel- Ti5Ctn. Uit Donovan's stem klonk zijn teleur- ellmg. „Phut ik weet niet, of dat zijn lor- of zijn achternaam is, had een com- I 'Sn°n, Shere Ali. Niemand weet veel van ,ttt' en Ah af, want hij kwam hier pas kon, j" sleden. In elk geval schenen. Phut en hij i ït samen met te kunnen vinden. De iren hoorden hen dikwijls ruzie maken, rke'-1 gisteren ging het er weer frischjes toe. oen werd het weer stil en niemand jij porde meer iets. Toen het donker was, vam iemand een lamp koopen Er was fltfen ,"ptit 'n den winkel, en hij struikelde 'er iets, dat op den grond lag en dat was jHfü's lijk met ingeslagen hoofd, en deze /are kandelaar stond naast hem. Hij begon hard te schreeuwen en Pinkus |i ik gingen er zoo gauw mogelijk heen. Natuurlijk was Phut verdwenen. Maar we zullen hem wel krijgen!" „Je denkt dus, dat hij het gedaan heeft?" „Vast en zeker! Wie anders?" „En het horloge was in Ali's hand?" „En of! Hij had het zoo stijf vast, dat we het er bijna niet uit konden krijgen. Zelfs zoo stijf, dat hij er zijn handpalm aan schaafde. Misschien ging de ruzie er om, aan wien het horloge toebehoorde, want de Dago's spraken in hun eigen taal en geen der buren verstond wat hij zeide." „Juist. En het horloge? Heb je dat?" „Ja, dat heb ik hier. Het loopt zelfs nog. Hoort u het tikken?" En Donovan hield de deur van het kabinet open. Van de plaats, waar vreemde jassen, hoeden en andere kleeren hingen, en van de plank, waarop een verzameling gevaarlijke wapens lag, kwam een regelmatig getik. „Dat is het horloge!" sprak de detective, er naar reikend. „Het loopt zelfs nog, ziet u wel?" en hij hield het kolonel Ashley voor. Tot Donovans verbazing nam de kolonel het uurwerk op de vlakke hand en zoo voorzichtig, dat het Donovan de opmer king ontlokte: „U bent toch niet zoo overdreven gevoe lig, wel, omdat het in de hand van een dooden man en van een doode vrouw is geweest?" „In het geheel niet," was het antwoord. „Maar het is een feit, dat die Indiërs dik wijls de dragers van pestbacillen zijn, zie je, en dat is erg besmettelijk! Het is na tuurlijk mogelijk, dat noch Shere Ali, noch Singa Phut die bacillen bij zich hebben ge had, maar ik ben een beetje kieskeurig,1 wanneer het op zulk soort besmettelijke ziekten aankomt, en ik zou mij niet graag aan dat horloge schrammen!" „U schrammen? Aan een horloge?" en Donovans stem klonk spottend. „Ja. Er kunnen scherpe kanten aan zit ten. En ik heb genoeg gelezen over bacil len, om er het gevaar van te kennen. Ik zou je aanraden, voorzichtig te zijn!" „Haha!" lachte Donovan kort. „Daar maal ik niet om! Het horloge heeft niets met de zaak te maken, behalve, dat zij er misschien over twistten." Kolonel Ashley zei niets meer. Hij be keek het horloge nauwkeurig en bleef het daarbij nog steeds op de palm van zijn hand houden, zoo voorzichtig, alsof het inderdaad vol bacteriën zat, waarbij de minste aanraking met een schrammetje den dood tengevolge kon hebben. „Een buitengewoon horloge!" zei de ko lonel eindelijk. „Als je er iets tegen hebt, zou ik het graag eens onderzoeken." „U kunt het niet meenemen," zei Dono van. „Ik kan het noodig hebben als be wijsstuk, als we mr. Puth, of hoe hij dan ook heet, te pakken hebben." „O neen, ik zou er niet aan denken, het mee te nemen! Ik zal het hier bekijken. Het lijkt een heel oud uurwerk een van de allereerste, die er gemaakt werden, kleiner dan de zoogenaamde Neurenberger eieren, geloof ik. Een interessante studie over horloges, Donovan! Heb je er wel eens aan gedaan?" Terwijl de kolonel sprak, bekeek hij het uurwerk van den Indiër onder een vergrootglas, dat hij uit zijn zak had gehaald. „Wat? Een studie maken van horloges? Weineen! Ik heb hier al genoeg te doen!" „Ja," ging de kolonel peinzend voort. „Dat is een horloge uit de oude doos. De allereerste horloges, Donovan, waren in werkelijkheid kleine klokken, en sommige leken zooveel op klokken, dat hun eige naars ze aan hun gordel moesten hangen, in plaats van ze in den zak te kunnen dragen. Dat was in de vijftiende eeuw." „Vóór de „Big Wind" in Ierland," ver onderstelde Thong met een knikje naar zijn Ierschen makker. „Zoo ongeveer," lachte de kolonel. „Maar alle gekheid op een stokje, dit is werkelijk een kunstwerk. Het zou mij niets verwon deren, als het gemaakt was in den tijd van koningin Elisabeth, hoewel het sinds dien gerepareerd is en meer nieuwer- wetsch gemaakt. Er is waarschijnlijk een nieuw uurwerk in gedaan. Koningin Elisa beth was dol op horloges en klokken en haar vrienden, die dit wisten, gaven haar prachtexemplaren ten geschenken. Enkele der horloges uit haar tijd waren in den vorm van kruizen, beurzen, boekjes en zelfs schedels gemaakt." „Jammer, dat dit niet zoo gemaakt is als een schedel!" vond Carroll, „als je be denkt, dat het hier al twee moorden heeft meegemaakt, en niemand weet, hoeveel ergens anders!" „Juist", zei de kolonel, terwijl hij voort ging zijn vergrootglas over de oppervlakte van het nog tikkende horloge heen en weer te bewegen. En een nauwkeurig op merker zou hebben gezien, dat hij niet met zijn vingers aan het uurwerk kwam, maai er met de punt van een potlood in peu terde en het hier en daar aanraakte. „Buitengewoon interessant!" merkte de kolonel op, het horloge aan Donovan over handigend, en het daarbij nog steeds op den palm van zijn hand latende rusten. „Buitengewoon interessant! En Donovan, neem den raad van een vriend aan en ga, niet te zorgeloos met dat horloge om!" „Te zorgeloos?" vroeg de detective ver baasd. „Ja. Zorg dat je er je niet aan schramt, wat je er ook mee doet!" „Waarom niet? Niet, dat het gebeuren zal, want ik heb nog nooit gehoord, dat jc je aan een horloge kon schrammen, maar waarom niet?" „Eenvoudig, omdat dit horloge Maar op dat oogenblik stak de portier van het politiebureau zijn hoofd in „Scot land Yard", zooals de agenten het heilige der heiligen noemden, waar de detectives hun kamers hadden, en riep: „Donovan „Hallo!" antwoordde deze. „Hier is iemand voor je." „Goed ik kom Excuseer mij", mom pelde hij tot den kolonel. „Ik ben over een paar minuten terug-" Maar hij was nog eerder terug met een gezicht, stralend van opgewondenheid. „Wat is er?" vroeg Carroll. „Singa Phut!" antwoordde Donovan hij gend. „Een vriend van mij gaf mij zoonet een wenk, waar ik hem kan vinden. Ik zie U later nog wel!" En zich overtuigend, dat zijn dolk en zijn revolver in zijn zakken staken, ging Donovan ijlings heen, gevolgd door den kolonel, wiens hand zich licht over het tikkende horloge had gesloten, dat ongemerkt met hem de deur uit kwam. (Wordt vervolgd). TEWATERLATING VAN HET NIEUWE FHANSCHE OCEAAN SCHIP „PRESIDENT DOUMER" te La Ciotat bij Marseille. BOOR DEN ZWAREN IJSGANG is de Schip-brug bij Deventer buiten werking ge- stedd. Het verkeer wondt thans over de spoorbrug geleid. LILIAN HARVEY bij aankomst in de haven van New York gefotografeerd. klÜSbaaiiJ - ij" 45; J »f P-24P.L' MEERïl Pgidi ïi «put le kvaot.i, HET IJSSELMEEIt IS THANS VRIJWEL GEHEEL DICHT GEVROREN. Ingevroren yjssahenssohuiten bij do linfl jftfr Oranjesluizen te SoheJlingiwoude.. AANKOMST AAN HET CENTRAAL STATION TE AMSTERDAM van enkele Hollandsobe bardrijders, die, zooals men weet, te Daivos bijzondere prestaties leverden.. :R en OP DE BAAN VAN DE VOOKBURGSCHE IJSCLUB zijn h ar drij wedstrijden voor jongens gehouden. Enkele deelnemers in actie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5